Een week later en honderdvijftig bladzijden in het boek van Margrit Schiller (*) verder, lieve jongens en meisjes, bestaat het enige zonnestraaltje dat me door haar is toegeworpen uit de conclusie dat isolatiefolter je voor altijd van kiespijn kan afhelpen. Schiller heeft op een gegeven moment, na jarenlange vervreemding van haar eigen lichaam, geen last meer van haar gebit en zal dat ook nooit meer hebben. Voor iemand als ik die decennia gedonder heeft gehad aan kaak en tanden, is dat een troost.
De ondertitel van haar boek luidt Ein Lebensbericht aus der RAF, en dat is ook echt wat het boek is. Zoals ik in de vorige aflevering opmerkte, is het verslag van Schiller van de illegaliteit en de eenzame opsluiting vooral een eerlijk verslag. Er zijn ons uit de zeventiger jaren van de vorige eeuw talloze boeken, documentaires en speelfilms omtrent de RAF nagelaten, en de oprichters van de Westduitse stadsguerilla die in Stammheim gevangen zaten en zijn gestorven hebben de wereld in die dagen overspoeld met lange tractaten over het waarom van hun strijd. Maar wat de isolatiefolter op zich inhield, ‘hoe het voelde’ zeg maar, dat heb althans ik alleen maar gelezen in geschriften van Ulrike Meinhof en in dit boek.
Voor de details moeten jullie echt het boek lezen, hier vind ik het belangrijk om voor jullie die die tijd niet hebt beleefd, duidelijk te maken hoe nieuw die methode van marteling destijds was en waarom ze bijvoorbeeld voor Schiller iets was waartegen ze zich aanvankelijk helemaal niet kon verweren. Isolatie folter kwam neer op het onttrekken van prikkels en contact aan het slachtoffer. Je had in die tijd nog geen online-wereld. Daarmee bedoel ik twee dingen: een omgeving die voortdurend geluid voortbrengt, in de vorm van bliepjes, zoemtonen, automaten die aan en afslaan. En een omgeving waarin je niet kunt weten wat er dertig meter verderop gebeurt.
In de cellen van de politieke gevangenen van RAF en andere guerillastrijders heerste absolute stilte. Ik heb hier in Finland toeristen uit West-Europa over de vloer gehad die gek werden van de stilte die hier pleegt te heersen, maar zelfs die haalt het niet bij die stilte waarin een Schiller bijna tien jaar lang werd opgesloten. En bovenop de angst die ze uit die stilte -en het gebrek aan kleuren in haar omgeving- peurde, kwam nog dat ze niet wist wat er buiten haar cel gebeurde. Jullie staan met jullie smartphones met de hele wereld in verbinding, maar in die tijd wist je pas wat er om de hoek gebeurde als de buurvrouw dat kwam vertellen of het de volgende dag in de krant stond.
Je zou ook kunnen zeggen -en er zijn er in die tijd blijkbaar genoeg geweest die dat zeiden of fluisterden- dat Margrit Schiller zo uitgebreid over haar bajeservaringen heeft geschreven omdat die Margrit Schiller tot lid van de RAF maakten. Dus dat zij verder niet zo heel veel met de groep te maken heeft gehad. In feite werd zij twee keer tot een redelijk korte gevangenisstraf veroordeeld wegens verboden wapenbezit, poging tot moord en samenspanning. Dat wapen heeft ze alleen maar met zich meegedragen, ze heeft nooit een schot gelost, zoals ze het zelf heel mooi beschrijft nooit een schot zelfs maar leren lossen. Voor samenspanning hoefde je niets te doen, niet eens een pistool op je te dragen. Het was genoeg dat je in gezelschap van anderen ‘met een terroristisch oogmerk’ werd gearresteerd. Dat was in die tijd een nieuwe misdaad, bedacht om politieke tegenstanders van de staat uit te schakelen.
In feite was Margrit Schiller betrokken bij twee schietpartijen, korte tijd na elkaar, in de herfst van 1971. Over de tweede is ook door anderen geschreven, omdat Ulrike Meinhof erbij was betrokken. Gerhard Mueller schoot voor de ogen van Meinhof en Schiller een politieman dood. Dezelfde Mueller zou later, om strafverlichting te krijgen, voor de rechter tegen zijn voormalige kameraden getuigen. Mueller was dus een verrader, maar werkte pas met de autoriteiten samen na zijn arrestatie, niet ervoor. Hij was geen infiltrant, voor zover ik weet, en ook Schiller maakt dat verwijt niet in zijn richting.
Dat doet zij tot nu toe -maar ik moet nog negentig bladzijden lezen- ook niet naar anderen toe. En dat vind ik vreemd. Want aan de eerste schietpartij zit een penetrante lucht. Ze beschrijft heel mooi hoe ze tijdens haar eerste zomer in de illegaliteit niets te doen heeft en het allemaal geen handen en voeten kan geven. Totdat de RAF een klus voor haar heeft. De groep wil de aandacht van autoriteiten en media verleggen van Hamburg en West-Berlijn naar het zuiden van de toenmalige bondsrepubliek en stalt daartoe een gestolen auto vol met vingerafdrukken van Baader en Meinhof in Freiburg. Dat stallen moeten Schiller en nog iemand doen. Dat is de opdracht waarop ze een pistool meekrijgt maar verder zo weinig instructies dat je er bijna om moet lachen.
Zij rijdt in een andere -gewoon legaal gehuurde!- auto achter de gestolen wagen aan, het tweetal bereikt de parkeerplaats die van tevoren is afgesproken als de plek waar de gestolen auto zal worden achtergelaten, aan de kant van de weg waar je niet mag parkeren, opdat het niet zo lang zal duren voordat de Freiburgse politie het karretje zal gaan onderzoeken… Het is al na middernacht, laat in september, Freiburg is New York niet… Zelf herinnert Schiller zich ook dat ze dacht dat ‘het misschien maar vijftien seconden moest duren tussen het parkeren en het weer wegrijden’. Maar ja -jullie raden het al- de twee auto’s zijn nog niet gestopt of daar komen twee wakkere brigadiers achterop en de rest van het verhaal is dus meer dan een jaar ‘Knast’’ voor Schiller.
Gaat er dus bij mij niet in, temeer omdat de kameraad van Schiller bij dit akkefietje nooit gepakt is, althans niet voor dit feit (hij schoot een heel magazijn leeg op de agenten waardoor die gewond raakten). Maar misschien kom ik daarover nog iets meer te weet in de rest van het boek. Of via degene die me het boek leende en die Margrit Schiller ooit ontmoet heeft...
Er is een vaccin in aantocht, kids. Goed nieuws, de beurzen knallen omhoog… Ik vrees met groten vreze dat men van rechts in de startblokken staat om wat we hadden weer lekker in ere te herstellen… Dat wordt weer bouwen, bouwen, bouwen en werken, werken, werken, liefdadigheid naar de Derde Wereld, uitbuiting, rondvliegen tot men het snot voor de ogen heeft, lekker jakkeren over nieuw asfalt… Tenzij jullie er iets aan doen…
(JoopFinland)
(*) Es war ein harter Kampf um meine Erinnerung, Margrit Schiller, Konkret Literatur Verlag