Skip to main content

Opgeruid staat netjes (012)

02 mei 2019

Goedemorgen spijbelaars en andere nietsnutten! Ik noem deze week altijd de Lijdensweek, met de grote l, niet vanwege Pasen of zo maar omdat ze ons zowel het gekut rond die koning brengt als het geteem rond bevrijding en verzet. Ik weet niet wat erger is: dat tenenkrommende geniks rond die corpsballen met hun aangeklede Barbies, of het collectieve klaarkomen over dat we onszelf destijds toch maar mooi bevrijd hebben.

Voor mijn part gaaan jullie zaterdagavond om acht uur de straat op met een ghettoblaster en wat dan ook aan andere geluidsattributen om het feestje van de zelfuitgeroepen helden te verzieken. Maar ik heb deze keer ook nog iets anders voor jelui in petto. Huiswerk. Ja echt. Echt huiswerk. Lonend huiswerk. Voor het vak geschiedenis, of hoe dat tegenwoordig op jullie op een baan en een karrejerre voorbereidend en vast en zeker met de termen economisch en administratief gelardeerd onderwijspretpark ook mag heten.

Ik wil dat jullie de echte geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog gaan onderzoeken, opschrijven en onderwijzen aan je eigen kids. Dus zwaar afwijkend van wat er nu ligt en waaruit dezer dagen weer zonder stop op de mond geciteerd wordt. Eigenlijk gaat het om de geschiedenis van vlak na 1945. Over wat er nu werkelijk gebeurde toen er in naam van Duitsland gecapituleerd werd en diverse zogenaamd democratische overheden en instituties hersteld werden. Wat er met het verzet gebeurde. En met verraders.

Nee, we gaan niet zo maar weer in het wilde weg Jan Terlouw lezen, of Lou de Jong. Daarmee schieten we niks op. Nee, we kunnen ons onderzoek laten beginnen vanuit een boek dat ik aan het lezen ben. Of eigenlijk twee boeken. Of nog mooier: feitelijk gaan we het derde boek schrijven. Het boek dat er nooit gekomen is. Het derde boek in de serie dat de schrijver wel aangekondigd heeft maar dat dus nooit het licht zag, waarschijnlijk omdat de auteur voortijdig overleed.

Het gaat om het werk ...alias Teixeira Geschreven door een geboren Vlaming, A.V.F. van der Gouw. Het is al weer uit 1968 dus jullie moeten het ergens uit een rommelzolder opduikelen en in ieder geval in het exemplaar dat ik heb ontbreken er bladzijden. Maar voor een Vlaming schrijft Van der Gouw verrassend soepel en het relaas van de kerel is zo meeslepend dat je na zevenhonderd bladzijden je een ander mens voelt. Wens ik jullie allemaal toe.

Wat er zo goed aan is en waarom ik het voor jullie zo geschikt vind? Van der Gouw was toen de oorlog voorbij was van jullie leeftijd. En Van der Gouw was fout. En niet zo’n beetje. Hij begint zijn verhaal zo: ‘Ik ben een landverrader, een oorlogsmisdadiger, en politiek delinquent. De volgorde van deze begrippen heeft geen betekenis.’ Hier hebben we dus niet te maken met de zoveelste lullo die beweert dat ie het allemaal niet zo bedoeld heeft of gesnopen. Van der Gouw plengt geen krokodilletranen: ‘Ik heb geen excuus voor mijn oorlogsverleden. Ik had voor de Bijzondere Rechtbank geen verdediging en heb ook nu nog geen verklaring.’

In zijn Verantwoording neemt Van der Gouw ons in duizelingwekkende vaart mee in het Nederland en Duitsland van tussen 1945 en 1952. In het laatste jaar is hij net de vijfentwintig gepasseerd en heeft iets ontdekt. Hij is in die zeven jaar niet op zoek geweest naar hoe hij zich vrij kan pleiten, maar heeft door met honderden mensen te praten een beeld gekregen van wat er werkelijk gebeurt. Het is niet prettig wat hij dan ziet.

In 1952 worden de twee laatste doodvonnissen op Nederlandse bodem voltrokken. Van der Gouw: ‘Beiden hadden zonder meer de dood verdiend. Maar niet op grond van het gezochte motief waarvoor zij doodgeschoten waren. Zij waren de laatste gedetineerden die een gevaar betekenden voor de verradersring die buiten gevangenissen en kampen nog steeds bestond.’ De twee over wie hij het heeft, had Van der Gouw zo graag nog aan de praat gekregen. In deel 1 en deel 2 a gaat hij met wat hij heeft losgepeuterd wel aan de gang en zet hij de hele geschiedschrijving van de eerste helft van de twintigste eeuw op zijn kop.

Maar aan deeltje 2 b is de man dus niet toegekomen en dat is toch doodzonde nietwaar? We kunnen toch de waarheid over 1900-1950 en over de tentakels van die tijd tot op de dag van vandaag niet op een rommelzolder laten liggen? Dus aan de slag zometeen. Op naar de dichtstbijzijnde ramsj en daarna naar Den Haag, de archieven in. Neem meneer en juf maar mee. Kunnen die er ook nog wat van opsteken…
(JoopFinland)

Appie
En wat ook erg leerzaam is, is de behandeling van jonge kinderen van NSB-ers, die jarenlang geïnterneerd zijn geweest in (bijvoorbeeld) Groningen. Daar werd, door "zeer goede vaderlanders", kamp Sachsenhausen nog eens dunnetjes overgedaan. Alleen omdat Pappa of Mamma "fout" was. Als de grond daar nog verder zakt, komen de lijken vanzelf bovendrijven. Dat zal tijd worden.
Klik hier om uw reactie toe te voegen
02 mei 2019
Opgeruid staat netjes