Skip to main content

maandag 29 oktober-2007
Stel je hebt op een achteraffie al jaren een oud schilderij hangen dat je ooit hebt ge-erfd van opoe van moeders kant. Stelt een blijkbaar vrolijke gozer uit de Gouden Eeuw voor met zijn haar op halfelf. Kon een Rembrandt zijn. Maar het monogram van de betrokken schilder luidde H.L. Oftwel Hendrick Lullo, een negentiende eeuwse klodderaar uit Kudelstaart, die zo nodig a la Rembrandt moest schilderen. Op een bepaald moment heb je wat poen nodig om de deurwaarder te bevredigen of te gokken op een knol in de derde race en je besluit je schilderij te verpatsen. Het kwam je eigenlijk toch al je strot uit. Je gaat ermee naar een bescheiden veilinkie (Moore, Allen & Onnozel) en daar zetten ze je erfstuk in op een bedragje van rond de duzend euro. Er wordt een catalogus gebaard en jouw schilderij wordt ronkend vermeld onder de titel "De jonge Rembrandt als Democritus, de lachende filosoof".
Dan gebeurt er iets eigenaardigs. Op verzoek van een potentiele koper onderzoekt Jan Six, een erfstuk uit een roemruchte familie uit de Gouden Eeuw. De jonge ouwe meesters-expert van Sotheby vraagt aan de firma Onnozel cs. of hij een afbeeldinkje kan krijgen. En wat denk je? Janus stort zich stante pede in een Temazepam-kuurtje om zijn plotselinge slapeloosheid te verdrijven. Hij ziet het meteen. Echte Rembrandt. Dat haar van de afgebeelde lachebek mocht volgens de bekende kunstscharrelaar Johnny van Haeften misschien wat Lullo-achtig zijn en rommelen met olieverf op koper was eigenlijk ook niet echt Rembrandt, maar misschien had de maestro toen toevallig even geen ander materiaal. En ho, ho, daarmee zijn we er nog niet. Toen Jan zijn bril wat beter op zijn voorpui drukte bleek er geen H.L. te staan, maar R.H.L.!!! Had iedereen over het hoofd gezien. Echt waar. En R.H.L. zou staan voor Rembrandt Harmensz Leidensis. Fuuuuck. Jan als een Gouden Eeuwspeer door zijn bullen bladeren en jawel, wat staat er in een oud naslagwerkje van ene meneer Moes uit 1897? Dat het gaat om een verloren geraakte Rembrandt. Nou, wat Janus betreft is er sprake van een touchdown.
In Londen wordt Johnny ondertussen ook geteisterd door slaapstoornissen. Mogelijk dat ie daarom op de veiling niet tot scoren komt. Hoewel er meer redenen zijn te bedenken.
Hoe dit ook zij, een tot nu toe onbekend gebleven Bommel koopt de Lullo cq. de Rembrandt voor ruim 3 meloen euro. Jij blij. Logisch, want zo denk je nog aan de deurwaarder en zo ben je meloenair. Maar voor hetzelfde ben je zwaar genaaid. Want welke Bommel is zo mesjogge om ruim 3 meloen neer te tellen voor een schilderij dat misschien door een negentiende-eeuwse Jaap Jongbloed voor echt werd versleten, maar verder eigenlijk nog van twijfelachtig allooi is? Of wist die onbekende Bommel meer? De Volksfiets van afgelopen zaterdag op de voorvagina: "De bekende Rembrandt-deskundige Ernst van de Wetering was niet bereikbaar voor commentaar". Wie Ernst is? Dat is een kunstprof en het heldere licht binnen het Rembrandt Research Project. Als Ernst zegt dat ie echt is, is ie echt. Toch heul jammer dat ie net op zo'n moment supreme zijn 06 af heeft staan.
Nee, wij heten geen Thomas. Maar wij geloven ook net niks. Het kan er bij ons dus niet in dat baasjes als Six, Van Haeften en misschien zelfs Bommel de afgelopen week geen contact hebben gehad met Van de Wetering. En als dat het geval is... Begrijpt u dan dat wij vannacht ook een Temazepammetje hebben geslikt? Ja natuurlijk. Over een halfjaartje of zo zal de wat opgepimpte filosoof zonder twijfel opnieuw op de markt worden gesmakt. En gek, wij denken bij Sotheby. Nou zal het ons gruwelijk benieuwen wat de vraagprijs is en wat ervoor wordt betaald. Gokken?

  • Datum: .

woensdag 20 februari-2008
Nou? Wat hebben we gezegd? Op 29 oktober vorig jaar? Dat binnen een half jaartje die Lachende Filosoof van (R.) H.L. in de etalage van Sotheby zou worden gepleurd. Nou, de eerste en voornaamste hobbel op weg naar die glorieuze dag is deze week genomen. Tegenover het weekvod HP/De Tijd heeft de indertijd zonder mobiel rondstruinende verfspecialist Ernst van de Wetering deze week verklaard, dat het traditioneel op een achteraffie gevonden schilderij niet van Hendrik Lullo is, maar van Rembrandt himself. En als Ernst dat zegt dan is dat zo. Het doek is volgens hem "cruciaal" en je kan er als je geen vuiltje in je oog hebt zelfs "nieuwe schilderkunstige avonturen" op ontdekken.
Nou, met de term 'avontuurlijk" slaat Ernst de spyker op zijn dashboard. Want we vroegen ons toen al af welke Bommel drie meloen zou neerleggen voor een schilderij dat tot dan toe voor een werk van Hendrik Lullo werd versleten. Dan ben je of zo stoned als een hele familie garnalen, de afstammeling van Johanna de Waanzinnige of je wist al wat Ernst ging zeggen. Kijk, dit hele kunstje zou zonder enig gerucht achter de schermen zijn afgehandeld als Jan Six ons niet bij de ADHD-mitrailleur van de VARA triomfantelijk had kond gedaan van zijn ontdekking van de letter R. voor H.L.'s signatuur. En van zijn slapeloosheid na die Aha-erlebnis. Laten we het er maar op houden dat Janus nog jong en onervaren is. Het wachten is nu op de veiling van de nieuwe Rembrandt. Misschien krijgen we dan ook antwoord op de vraag "Cui bono?". Ja, die Bommel. Tuurlijk, die lacht zich een filosoof. Maar wie nog meer? Stilletjes. Stay tuned.

  • Datum: .

woensdag 6 oktober-2010
Je vraagt je af en toe wel eens af wat voor boterletters in godesnaam onze musea runnen. Hangen "Tobias en zijn vrouw" al jarenlang tussen vier houtjes in de kelder van Boijmans Van Beuningen en wat blijkt? Is het een Rembrandt! Niet een nummertje klodderen van een leerling, nee van de ouwe baas zelf. Weliswaar dwars over een werkje van een toenmalig collega heen geschilderd. Maar er is geen twijfel mogelijk. Althans volgens Ernst van de Wetering. Een ouwe parttime tekenleraar die zich in de loop der jaren heeft opgewerkt tot de status van Jezus als het gaat om de vraag "een echte Rembrandt of een voddenbaal?". Vroeger werkte ie nog met een combo, het Rembrandt Research Project, maar toen een paar sponsors zich terugtrokken zat er weinig muziek meer in en ging onze Ernst solo. Toegegeven, minder gezellig en als je een museum wordt uitgeflikkerd omdat je de halve voorraad Rembrandts afkeurt mis je wel een schouder om uit te huilen, maar het is niet anders (1).
Ging het bij de ontdekking van Democritus in 2007 nog voornamelijk om de letter R die plotseling opdook in de signatuur (2), nu zag Ernst het Hollandse licht na vergelijking met de ets van Petrus en Johannes die samen een kreupele van zijn rollator verlossen en het nameten van de afstand tussen Tobias, zijn vrouw en de open haard waar ze gezellig voor zitten. Je moet er maar opkomen.
Overigens behoort dit schilderij tot de nalatenschap van de in 1957 naar boven verhuisde Rotterdamse reder Willem van der Vorm. We weten niks van Willem's erven, maar als die er zijn dan hebben die inmiddels een feessie gevierd. We zullen ons maar onthouden van nare suggesties, maar in vroeger dagen werd er nog wel eens gesjoemeld als de echtheid van de betrokken Rembrandt discutabel was. Zo tikte kunstmusketier Michel van Rijn ooit een prachtig, aan Rembrandt toegedicht zelfportret op de kop. Het Moa-museum in het Japanse Atami toonde grote belangstelling, maar wilde uiteraard wel een soort keurmerk waarmee de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen in het verleden furore maakte. Van Rijn legde de zaak voor aan de artistieke wild bunch van Ernst en legde 25 roodjes op tafel plus her en der wat fooitjes. Het schilderij werd "echt" verklaard en verhuisde voor een aangenaam aantal meloenen naar het land van de rijzende zon. Later werd het keurmerk weer ingetrokken. Of de directie van het museum daarna in wanhoop een groepsharakiri heeft georganiseerd vermeldt deze schelmenroman niet.
Hoe dit ook zij, het blijft wonderlijk dat een Rembrandt pas een Rembrandt is als er Ernst op staat.

(1) Gebeurde Ernst bij het Metropolitan Museum in New York. En bij de familie Rothschild in Parijs is onze vriend ook persona non grata.
(2) Zie aflevering 1 van deze serie dd. 29/10/2007

  • Datum: .

maandag 5 december-2011
Ja hoor, daar was ie weer. Ernst van de Wetering, onze professor in de Rembrandtologie. Geheel in de langharige geest van deze maand verklaarde hij afgelopen weekend na langdurig consult met een paar andere kunstkrabbers, dat een privé-afbeelding van een ouwe man met baard door Rembrandt zelve rond 1630 op het doekje moest zijn geslingerd. Dwars over een onvoltooid zelfportretje heen. Volgens overlevering moet de schilder toen hebben verzucht: "Wat bliksem, daar is me de bolle vleeskop weer door de fijne trilling geslopen!".
Rembrandt portretteerde de ouwe baas drie jaar later nog eens en zette er zijn krabbel op. Dat vormde een van de redenen waarom onze Ernst tot zijn verrassende conclusie kwam. Plus dan de typisch Rembrandtiaanse kwastvoering en meer van die spitsvondigheden.
Het werkje was eigendom van een anonieme collectioneur en die is ineens als de voortekenen niet bedriegen, dankzij de razende professor een aardige duit rijker geworden. Vraag blijft natuurlijk of de eigenaar zo beleefd is om wat van zijn winst af te staan aan het goede doel i.c. de knip van Ernst. Tenzij, dat vooraf al gebeurd is dan kan je onze suggestie schrappen (1).
In de maanden mei en juni mogen we de vondst met zijn allen aanschouwen in het Rembrandthuis. Dat kan waarschijnlijk ook wel een extraatje gebruiken. Het is gek maar de handelsgeest waarmee Rembrandt destijds werd omgeven, dendert vier eeuwen later nog steeds stevig door. Tijdens een interview sprak Van de Wetering de verwachting uit, dat ie in de nabije toekomst nog een flink aantal Rembrandts uit de vergetelheid zal rukken. Verbaast ons niks. Stay tuned.

1. Hoe gevoelig Ernst is voor een bonus moge blijken uit deel 4 van deze serie.

  • Datum: .

Zo. Dat was wat vandeweek. Jonkheer Jan Six van Hillegom had een echte Rembrandt ontdekt. Zo'n anderhalf jaar geleden al. In de catalogus van Christie's uitdragerij in Londen. Onder de titel “Circle of Rembrandt” in de ramsh gegooid. Maar jonker Jan zag het meteen hè. Die sixpack onder de Rembrandtkenners. De blik van dat geportretteerde zeventiende eeuwse kakkertje en zijn kraag. Helemaal Rembrandt. Hoewel. Misschien hebben een paar van zijn leerlingen ook nog een kwastje ertegenaan gegooid. Maar what the fuck. Moest dat ramshdoekje opbrengen? 17 roodjes. Jonker Jan begreep er geen reet van. Was hij nou zo slim of waren de andere kenners zo dom? Hij ging voorzichtig te rade bij andere kenners. Onder wie professor Ernst van de Wetering. Over hem hebben wij eerder in deze serie al een paar prachtige antieke boekjes opengedaan en kwamen tot de conclusie dat een Rembrandt pas een Rembrandt is als er Ernst onder staat. Of dat terecht is laten we aan de lezer over. Langzaamaan kwam onze Janus tot de conclusie dat zijn eerste ingeving juist was. Hij rommelde een paar meloen bij elkaar, maar echt nodig had ie ze niet. Voor 150 roodjes was hij het mannetje en liet zijn verovering ophangen in de Amsterdamse Hermitage. Volgens Quote was het voor de eerste keer in veertig jaar dat een onbekende Rembrandt uit de vergetelheid was getakeld. Door kunsthandelaar Jan Six, afstammeling van een textielverver wiens famielje later ten onrechte in de adelstand werd verheven. Maar daar kan Janus niks aan doen. Overigens was die mededeling van de Nachwuchs van verkrachter Jort Bretels niet helemaal correct. Daarvoor verwijzen wij met graagte naar aflevering 1 van deze serie dd. 29 oktober 2007. Daarin veranderde een schilderij op koper van Hendrick Lullo in een echte Rembrandt dankzij het spiedend oog van... jonker Jan Six. Met hulp van Ernst van de Wetering. Een meloenenvondst. Net als die van vandeweek. Mocht u een ouwe Skoda in de schuur hebben staan, haal er dan even een swiffer overheen, want het kan zomaar een Bugatti wezen. Prettige Pinkster nog. Stay tuned (JP).

  • Datum: .