Skip to main content

Tussen premies en piraten (149)

21 april 2017

Zo zie je maar hoe een wedstrijd kan lopen. Je staat met 3 – 0 achter en iedereen denkt dat het gebeurd is. Niet dus. En zo is het ook in de match tussen het ASR van coach Jos Baeten en PSL van coach Jos Lindhout. Want ook daar zitten we in de tweede verlenging en lijkt Jos de pottenbak in te gaan. De laatste goal van de Utrechtse grootmacht was buitenspel, maar hij telde wel (1). Verjaard? Aan onze hoela.
Lindhout heeft grootvorst Baeten in de loop der jaren begraven onder mails waarin hij duidelijk maakte dat hij door ASR misdadig gepiepeld was en dat hij dat juridisch zou aanvechten. De godheid voornoemd verklaarde tijdens een voorlopig getuigenverhoor onder ede dat ie die missives nooit had gelezen en ze bij ontvangst meteen doorklikte naar zijn bef cq. een lid uit zijn gevolg (2). Wat er verder mee gebeurde? Ja, niks. Maar lees nu eens wat we aantroffen in een bij ons in de gleuf geduwde mail van een juridisch onderlegde insider over een gerechterlijke uitspraak in een analoog geval:

….Ik heb je meerdere malen gebeld. Vorige week nog gemaild en ik krijg geen antwoord. Ik zou graag binnen twee dagen contact met elkaar hebben, anders ben ik genoodzaakt andere maatregelen te nemen”.

De rechtbank oordeelde dat de verjaring van de vordering van de schuldeiser hiermee was gestuit.
Ingevolge art. 3:317, eerste lid, BW, kan een verjaring van een rechtsvervolging tot nakoming van een verbintenis ( waartoe ook een eis tot schadevergoeding wordt gerekend) worden gestuit door een “schriftelijke aanmaning” of een “schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt” ...  Het voorbehouden van een recht op nakoming dient uitdrukkelijk te geschieden. De Hoge Raad heeft bepaald dat het moet gaan om “een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking houdt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog ingestelde rechtsvordering behoorlijk kan verweren ( HR, 14 februari 1997, NJ 1997, 244)”.

En je kan dan als grootvorst onder ede wel zeggen, dat je al die waarschuwingen van Lindhout niet hebt gelezen, dat maakt geen flaus aus. Maar daar blijft het niet bij. Er is nog een reden waarom verjaring in dit geval niet opportuun is. Morgen meer. Stay tuned.

(1) Zie aflevering 147 dd. 7 april 2017
(2) Zie aflevering 109 dd. 4 juli 2014

Klik hier om uw reactie toe te voegen
21 april 2017
Tussen premies en piraten