Skenes vanachter de coulissen (041)
Een goeie raad om mee te beginnen. Als er nou toch een film moet komen over het hijgseximperium van de gebroeders Skene, de Van Lanschotjes etcetera aan de hand van het boek “06-cowboys”, voeg dan de ontboezemingen van een concurrent aan het script toe. Om al dat gehijg nog meer cachet te geven. Gaat om de Nederlandse dochter van de Amerikaanse mafia-outfit Carlin Communications, die eind jaren tachtig en begin negentig van de vorige eeuw actief was en door de Telecowboys slinks de bietenberg werd opgejaagd. Geassisteerd door een paar bekende sidekicks uit de Demmink-sage. We laten het Nederlandse baasje van CC in deze litteraire bijdrage even flink uithijgen. Allereerst over een feestje, dat een roerige interne periode binnen het bedrijf afsloot waarin de winsten zwaar op de tocht hadden gestaan. Kwootje. Komt ie:
“In september 1988 kregen we bezoek van de eigenaar en directeur van Carlin Communications, de Amerikaan Carl Ruderman. Deze werd op een party onthaald in de Kersentuin [onderdeel van de Bilderberghotels in Amsterdam,red.], die mede was georganiseerd door het advocatenkantoor Salomonson & Hammerstein. Het leek wel of het een onthaal van een koninklijke gast betrof, want het advocatenpaar gedroeg zich de hele avond als “koninklijke” narren. En een van de gasten, Rob Dresselhuis, kon het uitstekend vinden met deze “narren”. In mijn eerste ontmoeting met Carl Ruderman, die later een rat bleek te zijn geweest die uit de riolen van de Bronx was gekropen en zich had opgewerkt als de belangrijkste man in de pornomedia en het hoofd van de Joodse mafia, kwam ik overeen dat de banden nog verder werden aangehaald en dat Oscar Hammerstein snel het contract zou produceren”.
Met de kennis van nu verwondert dat historische feestje en vooral de aanwezigheid van de narrige participanten ons uiteraard helemaal niks. Maar het vormt de opmaat toch nog meer leuke dingen voor de mensen. We gooien er nog maar eens een kwootje tegenaan. Komt ie:
“In januari 1989 werd ik opgebeld door een kennis vanuit Los Angeles. Richard Dubois, de producer van de Dolly Dots. Rob was een collega die ik had ontmoet in verband met mijn werkzaamheden als platenproducer toen hij samen met Rob Dresselhuis, Jean Pierre Burdorf en Peter van Asten vennoot was van 4-Tune. Hij belde mij met het verzoek onderdak te verlenen aan een vriend van hem die zonder geld zat en en zijn huis was kwijtgeraakt. Ik had in mijn eenvoudige huurwoning in Lelystad nog een kamer over en stemde erin toe om deze man te helpen. Een dag later diende hij zich al aan. In gezelschap van een vriendin. Naar later duidelijk werd, een dochter van een hoge BVD-ambtenaar [gewoon doorademen, red.]. Dat was uiteraard niet conform de afspraken, maar je kan op zo'n moment moeilijk iemand buiten laten staan en uiteindelijk zou het maar voor een nacht zijn. Hij stelde zich voor als Toni en kwam niet direct over als een zware crimineel die hij in een latere fase bleek te zijn. De volgende dag vroeg hij mij of hij nog een dag langer mocht blijven logeren. Ik stemde daarin toe en toen kwam er een voor mij eigenaardig gesprek op gang. Hij vertelde mij dat hij wist dat ik voor Carlin Communications werkte en waarschuwde voor het financiële gevaar dat ik liep bij mijn werkzaamheden voor dat bedrijf. Hij zou het een en ander voor mij uitzoeken. Als dank voor de tijdelijke huisvesting”.
Een kind kan de was doen. “Toni” was een infiltrant. Mogelijk ook voor eigen rekening. En langzaam werd de druk op de mantelzorger uit Lelystad opgevoerd. Kwootje. Komt ie weer:
“Op een gegeven moment sloeg die Toni totaal door en vertelde mij feiten die in mijn privésfeer lagen en die ik in pricipe alleen zelf kon weten. Hij wist gelukkig nog net niet te vertellen wat de pincode van mijn Gold Card was. Mijn vraag aan hem was natuurlijk hoe hij aan deze informatie kwam. Hij antwoordde dat ik dat maar beter niet kon weten, omdat die kennis mijn leven in gevaar zou brengen. Het enige wat hij in dit verband wilde zeggen was dat bepaalde personen die nauw bij het Koningshuis waren betrokken de touwtjes in handen hadden en zich alle denkbare informatie konden verschaffen. Al moest die bij de CRI of de BVD vandaan komen (1). Ik dacht op dat moment aan mijn eigen bescheiden kwaliteiten en mijn dito salaris van 5000 gulden netto per maand met werkdagen van meer dan 12 uur. Waarom zouden de instanties die Toni noemde gegevens over mij hebben verzameld? Hij wilde mij nog verder helpen en bood mij aan de volgende dag naar zijn advocaat te gaan. Mr. R. Funcke in Diemen. Aldus geschiedde. Die advocaat gaf mij de indruk op goede voet te staan met Toni en noemde hem zelfs ook zo. Uit ons gesprek bleek ondermeer dat hij er alles voor over had om Oscar Hammerstein onderuit te halen. Vanwege een affaire die Toni met Oscar zou hebben gehad. Ik kreeg nog geld van Carlin, achterstallig salaris, en Funcke drong erop aan dat ik beslag zou leggen bij Hammerstein. Dat weigerde ik, omdat die in mijn overtuiging alleen maar raadsman van Carlin was en dat ik met een dergelijke actie mijn positie zou ondermijnen. Zij vonden mijn weigering beiden niet zo prettig en de glimlach veranderde al snel in nors vertrokken gezichten. Funcke raapte de moed weer bijeen en zou een nieuwe taktiek bedenken om toch op een of andere manier mijn achterstallig salaris boven water te halen. Voor deze werkzaamheden wilde hij wel per kas een voorschot van 2000 gulden ontvangen, die ik ook direct na een bezoek aan mijn bank aan hem heb betaald”.
Daarna ontwikkelt zich in voornoemde ontboezemingen een wildwest-story, waarbij Toni eerst zijn weldoener er kond van doet dat diens operators snuiven als de schimmel van de bisschop van Myra (wat juist blijkt te zijn) en dat de Telecowboys een tap hebben geïnstalleerd op de apparatuur van CC in haar pand aan de Amsterdamse Herengracht. Om dat laatste te bewijzen had Toni technische spulletjes nodig ter waarde van 15.000 gulden. Die kwamen er en jawel, Toni “bewees” dat jongens van Skene cs. inderdaad de boel aflegden. Daarna ontstond een kettingreactie met een spectaculair einde van deze episode. Maar dat komt in de volgende aflevering aan de orde. Onder het motto voor 2019: “Je kan beter wat tegoed hebben”. Stay tuned (JP).
(1) Vgl. onze revelaties over die sinistere organisatie in de briljante artikelenserie “Het schaduwcommando van de prins”, waartoe ondermeer CIA-agent Carl Armfelt, prins Bernhard's oude gabber Hans Teengs Gerritsen, BVD-topper Cees van den Heuvel en bankier Bib van Lanschot behoorden. Voor de connectie met de handel in ondeugende middelen verwijzen wij met gepaste bescheidenheid bijvoorbeeld naar het artikeltje “Bende” waarin naast de heer Zu Lippe Biesterfeld ook een rakker als Rommy figureert.