Joke Kaviaar (011)
Het is goed dat het voltallig Nederlands volk roept "vrijheid van meningsuiting!". Ik roep dat al veel langer. Het Nederlands volk roept het, omdat het vindt dat je alle Moslims als volk voor geitenneukers uit moet mogen maken. Ja, schelden mag, schelden doet geen pijn. Degene die dit zei - Theo van Gogh - nu op gruwelijke wijze vermoord, zei onlangs ook nog dat je het moest kunnen zeggen als je vond dat Geert Wilders de kogel verdient. Bij de moord op Van Gogh is juist laatstgenoemde de persoon die bij de moord garen spint. Wie er ook garen bij spinnen zijn al die andere enge rechtse clubs, zoals die van Michiel Smit, die onder de noemer "Platform voor de Vrijheid van Meningsuiting" extreemrechtse leuzen stonden te scanderen op het Amsterdamse stadionplein op de dag na de moord. Het was dezelfde avond dat mijn bundel "Paspoort voor de Stateloze" werd gepresenteerd, waarin opgenomen onderandere "Stop Deportaties", al twee keer gecensureerd waarvan éénmaal met grof geweld (Delft 18 april 2004). Ook opgenomen in de bundel is "Dis Op Het Nietszeggend Ik", een gedicht waarin ik met beelden van extreem geweld onze regering een spiegel voorhoudt omdat Verdonk doorgaat met mensen bedreigen en deporteren, zonodig met grof geweld, doorgaat met mensenrechten ontkennen en schenden. Een gedicht dus, waarin geweld en dreigementen een centrale rol spelen, op spottende wijze, een hekeldicht, en bovenal een satire op mezelf omdat ik het gevoel heb dat het nooit genoeg kan zijn wat ik doe om niet schuldig, medeplichtig te worden gemaakt aan een beleid van opsluiten, uitsluiten en deporteren. Ik roep namelijk wel een hoop, maar "Ik doe 'pang!' en dat is alles".
Dinsdagavond 2 november hoorde ik dat Verdonk op De Dam was, bij die lawaaiherdenking van Van Gogh. Verdonk "waarmee Van Gogh goed bevriend was", zo werd op de radio verteld. Woest was ik. Woest! Die Van Gogh met zijn grote bek! Nu begreep ik waarom ik hem nooit had horen fulmineren tegen het asielbeleid van deze regering. Wat een hypocrisie te zeggen dat je voor de rechten van moslimvrouwen opkomt. Wil je een signaal geven naar moslimfundamentalisten, dan moet je in elk geval geen vrouwen deporteren naar (Islamitische) landen waar hen onderdrukking, besnijdenis, steniging en meer van dat soort gruwelen te wachten staan. Maar nee, die landen zijn veilig voor vrouwen, voor homoseksuelen ... het lot dat hen daar te wachten staat, valt wel mee. Intussen roepen we hier in Nederland om het hardst dat die akelige besnijdenis van vrouwen verboden moet worden. Terecht natuurlijk, maar wat ik zie, is vooral heel veel selectieve verontwaardiging. "Het Vrije Woord" waarvoor Theo van Gogh nu tot martelaar wordt gemaakt, is een vrij woord dat zich niet tegen regeringen verzet, maar dat hele bevolkingsgroepen gemakshalve over één kam scheert. Of je daarmee de broodnodige vrouwenemancipatie in de Moslimcultuur nu zo'n grote dienst bewijst, valt te betwijfelen. En de martelaar, die is een martelaar voor (extreem-)rechts, net als Fortuyn. Over de tendens van de verrechtsing van de (Nederlandse) samenleving heb ik al meer geschreven, onderandere in "Stop Deportaties". We maken nu nogmaals een flinke ruk de verkeerde kant op mee en het einde is nog niet in zicht.
Ik zag het al aankomen. Vier weken geleden legde een Volkskrantjournalist aan Verdonk de tekst van "Dis Op Het Nietszeggend Ik" voor (zie vorige Kleintje Muurkrant). Zij zou toen met haar veiligheidsadviseur gaan overleggen en "als daar aanleiding toe is" aangifte doen. Waarvan? Van bedreiging? Belediging? Verzint u maar. De Volkskrant en de journalist Hoedeman, kregen van mij een klacht bij de raad voor de journalistiek aan hun broek (1). Inmiddels ontving ik via de raad het verweer van de Volkskrant en Hoedeman (2). Het verweer dateert van 3 november, een dag na de moord op Van Gogh. Het volgende valt op:
Allereerst beweert de journalist aan bronvermelding te hebben gedaan. Toch las ik in het gewraakte artikel nergens op welke website de journalist het gedicht had aangetroffen. "Geplukt van het internet, een gedicht van ene Joke Kaviaar" is amper een bronvermelding te noemen, het is zoiets als "gelezen in een tijdschrift". Erger is echter dit: De journalist vereenzelvigt zich met Verdonk, alsof hij zelf wordt aangevallen. Hij gaat op de stoel van politie, justitie en rechter tegelijk zitten. Nogmaals wordt getracht mij te intimideren, zodat ik eindelijk mijn mond eens zal houden en angstig in mijn schulp zal kruipen. Deze krant, deze journalist is niet onafhankelijk. De normale gang van zaken is: iemand doet een aangifte, de politie pakt iemand op, justitie klaagt aan, de verdachte is onschuldig tot schuld is bewezen en hierover doet een rechter uitspraak. De rol van de journalist is hierover te berichten. Kortom, de Volkskrant en Hoedeman halen alles door elkaar. Bovendien lijkt het erop dat, in voorbereiding op dit verweer, nog even contact is opgenomen met Verdonk, aangezien ik in mijn klacht erop gewezen had dat die belangrijke zin, die elke bedreiging ontkracht en bespot, namelijk "Ik doe 'pang!' en dat is alles", was weggelaten. Het ziet ernaar uit dat Verdonk nog gevraagd is, of zij zich ondanks de aanwezigheid van deze zin in het gedicht, toch door mij bedreigd voelt en ja, dat voelt zij zich en zij "overweegt aangifte te doen". Voor iemand die zegt zich bedreigd te voelen, wacht ze wel erg lang met het doen van die aangifte! Komt die aangifte er nu alsnog, dan is deze niets meer dan een politieke beslissing, een strategische zet. Daar sta ik dan met mijn vrijheid van meningsuiting. Wat is het toch een mooi goed zolang het je uitkomt.
"Er moeten grenzen worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting" heb ik de laatste tijd veelvuldig gehoord. Hiermee wordt de mening bedoeld van hen die regeringsfunctionarissen, zoals ministers, bekritiseren, met woorden aanvallen. Hiermee wordt niet de mening van (extreem) rechtse politici en opiniemakers bedoeld. Het begint mij onderhand te dagen dat men deze grenzen het liefst zo snel en zo hard mogelijk wil aangeven en ik waan me reeds het proefkonijn waarnaar men op zoek is om een voorbeeld te stellen, want wat is er mooier dan een dichteres aan te klagen die Verdonk "bedreigd" heeft. Dat het hier om een politieke bedreiging gaat, en niet een persoonlijke, lijfelijke bedreiging, zal men zoveel mogelijk buiten beschouwing willen laten. Ben ik nu een pessimist? Ik weet het niet. De tijd zal het leren. Wat ik wel weet, is dat ik me de mond niet laat snoeren. Ook weet ik dat ik niet de enige ben. De bundel "Paspoort voor de Stateloze" wordt inmiddels op grote schaal verspreid en zal de komende maanden in veel boekhandels komen te liggen. Op mijn website kun je zien waar ik optreed en wanneer. Ik opereer namelijk niet in het geheim, mijn intenties zijn volledig openbaar en dat wil ik graag zo houden. Geen minister, geen journalist, zal mij dwingen op illegale anonieme wijze mijn teksten en gedichten te publiceren om me zo nog verder te kunnen criminaliseren. Dus kom maar op, minister Verdonk: U voedt mijn pen! (Joke Kaviaar)
noten:
1. Behandeling van de klacht bij de raad voor de journalistiek is 19 november om 13.30 uur. Zie www.home.zonnet.nl/joke.kaviaar
2. zie www.home.zonnet.nl/joke.kaviaar
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 397, 19 november 2004