Skip to main content
  • Archivaris
  • 347

De smokkel van smoke en coke

In Engeland is een schandaal losgebarsten rond sigarettenfabrikant British American Tobacco Company (BAT). Eind januari van dit jaar deponeerde de actiegroep "Action on Smoking and Health-UK" (ASH) een groot aantal documenten op het internet waaruit bleek dat de BAT, die tientallen jaren lang een façade is geweest voor de Britse geheime dienst MI 6, willens en wetens miljoenen sigaretten had aangeboden en verkocht aan smokkelorganisaties over de hele wereld. Ook de concurrentie bleek zich al jaren van deze illegale praktijken te bedienen om zo vooral de accijnsheffing en BTW in de bestemmingslanden te ontlopen en de verkoop op peil te houden cq. te vergroten. De bewuste documenten hadden betrekking op de groeimarkten in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië, maar inmiddels is duidelijk geworden dat bijvoorbeeld ook in Canada en Oost-Europa de markt op die manier (ook letterlijk) wordt vergiftigd. In de Verenigde Staten is kortgeleden aangekondigd dat ook daar een onderzoek zal worden ingesteld naar dit soort praktijken van de mondiale sigarettenfabrikanten.

door Jan Portein

Volgens de World Health Organisation wordt ruwweg éénderde van de totale jaarlijkse productie langs deze weg aan de man gebracht. Dat hierbij de hulp van sommige overheidsinstanties zowel in de doorvoer- als de bestemmingslanden zelf net zo nodig is als een vloeitje voor een "sjekkie" moge duidelijk zijn. Een goed voorbeeld van dit soort operaties speelde zich in de eerste helft van de jaren negentig af in Nederland. Met medewerking van de douane, de FIOD en de CID. Hoofdpersonen in dit treurspel: de Zwitserse topsmokkelaar Peter Lütscher uit Chur, de Duitse expediteur Alfred Maske uit Brüggen/Bracht bij Mönchengladbach, de Italiaanse topmafioso Gerardo Cuomo, Bettien Martens en douanerechercheur van de FIOD Cees de Jongh.

Het netwerk
De Nederlandse FIOD-ambtenaar Cees de Jongh en de Duitse transporteur Alfred Maske werkten in de tweede helft van de jaren tachtig al met elkaar samen in het ressort Dordrecht. Volgens Officier van Justitie mr. J.W.P. Snijders had De Jongh in die periode een informatiepositie bij een buitenlandse inlichtingendienst (1). Oftewel De Jongh en Maske werkten op het terrein van gecontroleerde in- en doorvoer via Nederland al in de jaren tachtig samen met een buitenlandse inlichtingendienst die met deze methode ervaring had. Dat kan maar één dienst zijn geweest: de Amerikaanse Drugs Enforcement Agency (DEA). De uitvinder van deze methode, waarbij het de bedoeling was om zodanig in internationale drugsorganisaties te infiltreren dat zij in kaart konden worden gebracht en vervolgens ontmanteld. Pas in 1989 ging de Staat der Nederlanden zich officieel met dit soort zaken bemoeien. Toen sloten FIOD-chef Fred Teeven en de Dordtse CID-er Frits van der Putten zich bij De Jongh aan om gebruik te maken van diens "informatiepositie", diens uitstekend ingevoerde informant en diens contacten met de Britse en Duitse opsporingsautoriteiten, die eveneens bij de doorvoer betrokken waren. Maske werd voor de nieuwkomers nog even buiten beeld gehouden. Geassisteerd door de DEA begon de nieuwe Nederlandse combinatie De Jongh / Van der Putten / Teeven haar operatie met het opbouwen van een aantal front-stores in het buitenland en het aankopen van een loods voor het stashen van de te verwachten partijen drugs. Met medeweten van hogerhand. Het aantrekken van een geschikte chauffeur bleek nogal wat tijd in beslag te nemen, maar nadat een paar mensen waren afgeserveerd kwam De Jongh in de loop van 1990 met het lumineuze idee om Maske in de arm te nemen. Dat bleek een schot in de roos. Met enige opluchting ging de zaak eindelijk van start en maakte het team volgens Van der Putten als vrij snel "een grote klapper". Reconstructie (2) toont aan dat het daarbij niet ging om softdrugs maar om een partij van 600 kilo Colombiaanse cocaïne die in februari 1991 in de Rotterdamse haven uit teertonnen met asfalt werd gepeuterd (operatie Teerton).

Bij de arrestatie van "Nick", de uit Trinidad afkomstige organisator van deze nieuwe lijn, beging het bewuste rechercheteam een vergissing. Het vatte de "huisbaas" van Nick in de kraag. Maar nadat Nick de dans was ontsprongen belde hij prompt zijn contact in Venezuela: "la bella Bettien" Martens. Niet beseffend dat hij al een tijdje driftig werd afgeluisterd. Daardoor belandde Nick alsnog in het cachot en kreeg twaalf jaar gevangenisstraf voor zijn mik (3). "Die "grote klapper" vormde weer aanleiding voor andere CID-afdelingen zoals die van Haarlem en later de Interregionale Recherche Teams om eveneens tot de DEA-methode van begeleide in- en doorvoer over te gaan". Met als één van hun voornaamste tipgevers de Amsterdammer Mink Kok, die afgelopen maart tijdens een geheim bedoelde zitting voor de rechter verscheen wegens handel in xtc en voor een deel van de Mossad afkomstige wapens en inmiddels definitief voor wat langere tijd een wat beperkter bestaan zal moeten leiden. Het begeleid doorvoeren van drugs gebeurde zonder een deugdelijke wettelijke basis. Net als in Amerika verdwenen onder deze valse vlag grote partijen drugs ongecontroleerd op de internationale markt en was het de vraag hoever overheidsdienaren mochten gaan bij deze illegale praktijken. Of nog erger, hoeveel zij zelf eraan verdienden. De kwestie zou in Nederland uitgroeien tot de IRT-affaire en parlementaire onderzoeken van de commissies Van Traa en Kalsbeek ten gevolge hebben.

Maar het ging niet alleen om drugs. Het ging ook om sigaretten. In 1992/1993 kwamen daarvoor begeleide smokkelroutes vanuit Rotterdam en Nijmegen tot stand waarbij dezelfde figuren opdoken als in de begeleide drugsoperaties, inclusief het Haarlemse koningskoppel Van Vondel en Langendoen. De regisseur van deze nieuwe routes was de op dit terrein door de wol geverfde Zwitser Peter Lütscher, geassisteerd door zijn Spaanse compaan Louis Christoph. Deze beide louche zakenlieden kwamen volgens officiële gegevens regelmatig bijeen in exclusieve etablissementen in Nice, Lugano en soms zelfs Bergen aan Zee en prikten daar een vorkje mee met topluitjes uit de afdeling verkoop van grote en kleine sigaretten- en shagproducenten. Geanimeerd keuvelend over prijzen, af te leveren hoeveelheden, afzetlanden etc. Na de deal kwam het raderwerk in beweging. De door Lütscher en Christoph bestelde containers werden uit het enorme sigarettendistributiecentrum van de firma ROBA (een volle dochter van de mondiale vervoersgigant P en O) in het Zwitserse Buchs naar respectievelijk Rotterdam, Nijmegen, Andorra en Liechtenstein geëxpedieerd.
Onderwijl benaderde het Zwitsers/Spaanse smokkelaarsduo zijn vaste clientèle en zorgde voor de papierwinkel. Na de verkoop vertrokken dan de opleggers "gecontroleerd" door Britse, Nederlandse en Duitse opsporingsinstanties uit de doorvoerdepots. Vanuit Nederland was er tussen januari 1993 en januari 1994 sprake van in totaal 81 ritten naar Spanje of Italië, waarbij 761 miljoen sigaretten illegaal van eigenaar wisselden. Van grenscontroles was in die landen nauwelijks sprake. Meestal waren de smokkelaars al vantevoren keurig op de hoogte van de eventueel te verwachten controles of beschikten zij bij de douane over eigen mensen. Bij de Spaanse route stond om belasting-technische reden steevast vermeld dat de sigaretten bestemd waren voor doorvoer naar Marokko via de vlakbij Gibraltar gelegen havenstad Algeciras. Alleen, daar kwamen zij uiterst zelden terecht. Via opslagplaatsen in La Coruña, San Sebastian, Pamplona en Barcelona verdwenen zij naar duistere bestemmingen zowel binnen de EEG als daarbuiten. De partijen die de Italiaanse route volgden werden in het Zwitserse kanton Tessin in feite al overgenomen door Maxim SA, de tabakshandelorganisatie van mafiabaas Gerardo Cuomo. De bulk daarvan werd door leden van de Napolitaanse Camorra en de Zuiditaliaanse Santa Corona Unita met gepantserde landingsvaartuigen vanaf de "hak van de laars" naar Albanië en Montenegro geëxpedieerd. Van daaruit werden de sigaretten via de Kosovaarse hoofdstad Pristina verder vervoerd naar Oost-Europa. Vaak in ruil voor partijen drugs, wapens of ander leuke commodities. Op 10 mei 2000 werd Cuomo gearresteerd in een kliniek in Zürich. Die arrestatie vormde het voorlopig hoogtepunt van een langdurig Italiaans rechercheonderzoek. Al in 1996 leverde Carla del Ponte, de toenmalige topvrouw van het Zwitserse OM (nu hoofdaanklager bij het Haagse VN-tribunaal), op verzoek van de Italiaanse autoriteiten informatie met betrekking tot Cuomo's activiteiten in Tessin aan de DIA, de anti-mafiabrigade van de Italiaanse politie. Sedert beginjaren negentig woonde de topmafioso namelijk in Lugano en tot verbijstering van de vele speurneuzen in deze zaak beschikte hij al jarenlang over een geldige verblijfsvergunning, een keurige vestigingsvergunning voor zijn bedrijf en zelfs een Zwitsers rijbewijs. Dat allemaal ondanks een imposante verzameling veroordelingen in Italië, waardoor hij normaliter bij wijze van spreken niet eens had mogen ademhalen in Tessin. Cuomo was dikke mik met onder anderen Hans Küpfer, de manager van de afdeling Italië en Monaco van het UBS-filiaal in Lugano, en met Franco Verda, de president van het Tessiner gerechtshof (4). Zeer comfortabel trad diens jonge vriendin, Desirée Rinaldi, op als Cuomo's advocaat. In mei vorig jaar smakte Cuomo een fles champagne stuk tegen de boeg van zijn nieuwe acht miljoen gulden kostende jacht "Antema" en voer uit met aan boord een aantal pijlers van de Zwitserse samenleving. Onder hen ook mr. Franco Verda. Agenten van de DIA maakten ijverig foto's en luisterden telefoongesprekken af. Daaruit bleek dat Cuomo netjes op de hoogte werd gehouden van de activiteiten die de Zwitserse autoriteiten op touw zetten om hem en zijn organisatie uit Tessin te lozen en van gerechtelijke uitspraken die notabene nog in de pijplijn zaten. Die informatie kon niet alleen van Verda komen, maar waarschijnlijk ook van een andere goede kennis: procureur generaal Luca Marcinelli. Na de arrestatie van hun criminele vriend op 10 mei 2000 zitten beide topfunctionarissen van het Tessiner justitiële apparaat nu dan ook op de schopstoel, hoewel de procedure nog wel wat tijd in beslag zal nemen. Cuomo zit in afwachting van zijn uitlevering aan Italië in een Zwitserse cel op beschuldiging van lidmaatschap van een criminele organisatie, witwassen, drugs- en wapenhandel en sigarettensmokkel.

De methode
Ondanks de perfecte organisatie sneuvelde er per ongeluk wel eens een transport en werd de chauffeur gearresteerd. In de meeste gevallen werd hij binnen een paar dagen al weer op vrije voeten gesteld, omdat hij kon aantonen dat hij van de smokkel geen flauwe notie had gehad. Eén van de trucs die daarvoor werd gebruikt was die van de dubbele container. Daarbij pikte de chauffeur in het doorvoerdepot van bijvoorbeeld Rotterdam een oplegger op waarvan de inhoud volgens de officiële formulieren bestond uit zoiets als griesmeelpudding. Bij zijn aanhouding bleken er echter sigaretten in te zitten. De chauffeur beweerde dan dat hij zich in Rotterdam vergist moest hebben. Bij controle bleek vervolgens dat op de afhaalplek nog een oplegger stond die in alle details hetzelfde was als die waarmee de chauffeur was aangehouden. Met griesmeelpudding. Chauffeur vrij. Opdrachtgever wist van niets of was niet te traceren. Lading werd geconfisceerd. Einde verhaal. Overigens ontdekte de commissie Kalsbeek tijdens haar speurtocht naar het effect dat de commissie Van Traa had gehad op de opsporingsmethoden in Nederland, dat bij de drugsdoorvoer eveneens gebruik was gemaakt van de dubbele container-truc. En dat daarmee niet alleen softdrugs hun weg in Europa hadden gevonden maar ook tonnen cocaïne. In november 1993 raakte de tot dan toe niet geïnformeerde Amsterdamse politieleiding op de hoogte van het bestaan van de begeleide drugsdoorvoer ofwel de Delta-methode. Direct gooide zij samen met het O.M. de knuppel in de hoendercontainer en bliezen de IRT en de methode op. Niet toevallig werden begin 1994 verschillende vrachtwagens van Maske ineens aangehouden en scherper dan normaal aan een controle onderworpen. Op 19 april 1994 werd de expediteur zelf aangehouden in Duitsland. Hij werd ervan beschuldigd op grote schaal drugs en sigaretten te hebben vervoerd. Onmiddellijk gaf Maske aan hoe het zat. Zowel in Nederland als in Duitsland kwam een grootschalig onderzoek op gang. In 1996 moest men in Nederland erkennen dat Maske gelijk had gehad. Naar aanleiding daarvan trok het Nederlandse ministerie van Financiën haar claim van 100 miljoen gulden in, die zij bij Maske en een ander bij de zaak betrokken Duits vervoersbedrijf had neergelegd wegens gederfde belastinggelden. Haast tegen beter weten in probeerde het Duitse O.M. Maske cs. toch nog achter de tralies te deponeren. In mei vorig jaar verscheen de 58-jarige uit de kluiten gewassen man uit Brüggen voor het eerst voor de kadi in Krefeld. Daar bleek echter uit getuigenissen zonneklaar dat zowel bij de smokkel van drugs als bij die van sigaretten de Britse, Duitse en Nederlandse autoriteiten volledig op de hoogte waren van Maske's illegale activiteiten en hem daar zelfs bij assisteerden. Dat alles om een beter inzicht te krijgen in de organisaties van het internationale boevengilde. Of je daarna toekomt aan je tweede doelstelling, het ontmantelen van die organisaties, is twijfelachtig. Vooral als bijvoorbeeld blijkt dat in de drugsbranche verwante geheime diensten vrolijk samenwerken met de producenten en andere leden van dat gilde. En met hun aandeel van de winst uit die handel allerlei projecten financieren die buiten de democratische controle gehouden moeten worden omdat ze het licht niet kunnen verdragen. Terwijl zich in de sigarettenbranche blijkbaar eenzelfde ontwikkeling heeft voorgedaan. Wat moet je daar allemaal mee als opsporingsinstantie? De Duitse kadi kon er in ieder geval niets mee en sprak Maske vrij.

Zoals bekend zijn inmiddels in Nederland naar aanleiding van het bovenstaande een paar ministers gesneuveld. Zonder direct te zijn aangewezen op de sociale dienst. Het koningskoppel kreeg de zak en de zwarte piet. Van der Putten kreeg eveneens de zak maar met een leuke bonus. Cees de Jongh stortte in en vult zijn ziekteverlof met rek- en strekoefeningen op de sportschool. Teeven maakte een aardige carrière als Officier van Justitie. Ook in die functie testte hij de wet op zijn rekbaarheid door een deal te sluiten met in de nor verblijvende Mink Kok. In zijn hoedanigheid als officier van justitie legde hij daarnaast een opzienbarende verzameling dossiers aan over een kleine tachtig chantage-gevoelige politici, rechters en topambtenaren. Vierentwintig van hen hadden hun broek laten zakken op minder verstandige plaatsen. Minister Korthals heeft laten weten dat wij ons niet ongerust hoeven te maken. En Lütscher is naar alle waarschijnlijkheid, zij het misschien wat voorzichtiger, gewoon met zijn handel doorgegaan. Want één ding is zeker: misdaad loont.

Noten:
1. Zie het verhoor van Snijders door de commissie Van Traa dd. 9 oktober 1995.
2. Zie naast het verhoor van Snijders de verklaringen van de CID-er Van der Putten tegenover de commissie Van Traa dd. 4 en 10 oktober.
3. Zie voor operatie Teerton het boek "La bella Bettien" van Frank Bovenkerk, Uitgeverij Meulenhoff, 1995. Het latere onderzoek van Snijders met betrekking tot de IRT-affaire bracht aan het licht dat ook een rechercheteam van het ressort Amsterdam ettelijke figuren uit de Teertonzaak afluisterde. Zonder dat Dordrecht daarvan afwist. Amsterdam had dat initiatief genomen in verband met de connectie die in 1989 was ontstaan tussen Bettien Martens en de organisatie van Klaas Bruinsma. Na het schielijk overlijden van Bruinsma in juni 1991 stopte Amsterdam abrupt met het afluisteren van Bettien, terwijl die toch duidelijk actief was voor een grote Colombiaanse drugsorganisatie. Dat gaf later mede grond aan vermoedens dat Bettien voor de DEA werkte. Gezien zijn contacten bij justitie en politie zou Klaas op de hoogte kunnen zijn geraakt van de ware rol van Bettien en op grond daarvan voorgoed tot zwijgen zijn gebracht.
4. Franco Verda werd volgens een artikeltje in De Telegraaf dd. 7 augustus 2000 in de boeien geslagen wegens omkoping door Gerardo Cuomo. Buiten Verda's vriendin wordt ook zijn zoon
verdacht van betrokkenheid bij het schandaal. Zie tevens Der Spiegel van 14 augustus, p.134

Deze smokkelaffaire met verstrekkende (politieke) consequenties wordt up to date gehouden op de website www.stelling.nl/morgenster

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 347, 25 augustus 2000