De leugen van de totale werkgelegenheid
Op dit moment is de Nederlandse werkloosheid (inklusief ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid) ruim 26 procent van de beroepsbevolking, dus eksklusief de 'verborgen' werkloosheid van mensen die niet eens meer de moeite nemen zich op de arbeids'markt' te melden. Ter vergelijking, in 1970 was dit (nog maar) zeven procent. Overheid en bedrijfsleven roepen moord en brand dat het grote aantal 'inaktieven' - alsof werklozen niets doen - gaan zorgen voor een doemscenario van een achteruithollend Holland. Maar wat is er de afgelopen jaren gebeurd? Bedrijfsleven én overheid hebben op een enorme schaal de automatisering in Nederland doorgevoerd. Bazen en bestuurders hebben jaren geleden al uitgerekend dat het zeer voordelig is om een werknemer te vervangen door een apparaat. Een masjien wordt niet moe, je koopt hem één keer en je schrijft hem netjes af in je boekhouding, een computer staakt niet, zeurt niet over arbeidsomstandigheden en al helemaal niet over meer loon. Dat bazen en bestuurders hebben samengewerkt bij de enorme uitstoot van werknemers kun je zien aan de miljarden guldens overheidssubsidies die bedrijven de afgelopen jaren hebben ontvangen om te 'moderniseren'. Moderniseren wil bij een bedrijf vrijwel altijd zeggen dat ze er mensen uitgooien, hetzij om ze te vervangen door apparaten, hetzij de produktie te verplaatsen naar een omgeving waar de arbeidskrachten genoegen (moeten) nemen met minder loon, de zogenoemde LLL (lage lonen landen).
Tengevolge van die politieke keuze is het openbaar vervoer in Nederland een puinhoop, lijken de postkantoren tegenwoordig op een supermarkt en kun je in een gemiddeld kantoor geen mensen meer vinden aangezien zij allen in een rookvrije plastieke zaal achter hun computer gevangen gehouden worden. De oplossing voor de huidige spanning op de arbeidsmarkt - de ambtenaren-term voor de enorme 'betaalde baan'loosheid - wordt hedentendage 'loonmatiging' genoemd. Dat dit enorme klets is schijnt maar niet bij de dames en heren bestuurders te willen doordringen. Zolang een bedrijf de keuze heeft uit het verplaatsen van de produktie naar een land waar de loonkosten vele malen lager zijn dan hier is het onzin om die weinige procentjes meer of minder loon hier in Nederland als argument te noemen voor de werkloosheid. Dit geldt ook voor de nieuwe trent om iedereen maar te laten solliciteren op banen die er helemaal niet zijn. Alsof solliciteren banen oplevert! De westerse kapitalistische economieën zullen moeten aksepteren dat bij de huidige schandalige uitbuiting van arbeidersters, tegelijk met de niet meer terug te draaien geeuwzucht naar grotere winsten middels automatisering, een hoge werkloosheid onvermijdelijk is. Dit betekent dat de repressie die nu tegen werklozen gevoerd wordt met onmiddellijke ingang gestaakt dient te worden en vervangen moet worden door een grondige uitroeiing van de arbeidsethos; de gedachte dat je alleen maar in deze maatschappij meetelt indien je maandelijks een x-bedrag op je rekening gestort krijgt in ruil waarvoor je je wekelijks 38 uren of meer moet uitlenen aan een baas. Die anti-arbeidsethosstrijd moet begonnen worden vlak na de geboorte van elke potentiële mee-eter. Vele jaren geleden had je in Nederland de Bond tegen Arbeidsethos die met haar blad 'Luie Donder' kampagne voerde om de Nederlandse samenleving bewust te maken van het gegeven dat werkloosheid een struktureel gevolg is van de huidige produktieverhoudingen en dat het dus om het veranderen van die produktieverhoudingen gaat. De toenemende repressie tegen al die mensen die buiten de boot vallen zou moeten worden veranderd in beleid dat er op gericht is dat baby's, jongeren en ouderen duidelijk gemaakt wordt dat het erom gaat te leven in plaats van te werken. Dat werken een essentieel onderdeel uitmaakt van het leven zal duidelijk zijn, maar het is toch ongelooflijk dat zeer veel mensen dag in dag uit zich uitsloven om te werken om te leven terwijl er vele anderen zijn die dag in dag uit bezig zijn om aan werk te komen, daarin fors opgehitst door gecreëerde baantjes bij arbeidsburo's en sociale diensten. Je moet je eens indenken hoeveel mensen er bij al die repressieve diensten werkloos zouden worden indien er in Nederland een basisloon zou worden ingevoerd. En zolang serieuze oplossingen voor massawerkloosheid en de aan de gang zijnde verpaupering van honderdduizenden mensen als arbeidstijdverkorting en deeltijdwerk keer op keer door bazen en bestuurders onmogelijk gemaakt worden is strijd voeren tegen die toenemende repressie van levensbelang. Het is trouwens een leugen dat de Nederlandse loonkosten hoog zijn. In het 'yuppen'managersblad Quote (september 1994) staat geschreven dat Nederlandse bedrijven 35 procent minder kwijt zijn aan loonkosten dan de oosterburen en 17 procent minder dan de zuiderburen, dus al dat gezever van bazen en bestuurders slaat nergens op en lijkt uitsluitend de bedoeling te hebben alle mensen op de plaats te houden. De gedwongen tewerkstelling van schoolverlaters (JWG) en langdurig werklozen (banenpool) en recentelijk de arrogante plannen die in DenBosch gepresenteerd werden (vooruitlopend op landelijk beleid) om vrouwen uit de Algemene Bijstands Wet te verplichten om zomaar in het wilde weg te gaan solliciteren zijn ouderwetse pogingen het onvermijdelijke uit te stellen. Het zijn leugens en bedrog omdat het niets verandert aan de uitstoot van werknemers die gepaard gaat met hogere winsten voor het bedrijfsleven en de afbraak van door massale strijd verworven arbeidsrechten. Nog maar eens even uit Quote citeren, ik neem aan dat dit dure blad niet zoveel in 'onze' kringen gelezen wordt: "Naast de kritiek op loonmatiging behoeft de zorg over het aantal inactieven ook enige nuancering. Economisch gezien gaat het immers niet om het aantal mensen dat in de weer is, maar om de uiteindelijke output. De primitieve vissersgemeenschap die op een goede dag het visnet uitvindt, houdt veel meer tijd voor leuke dingen over. Het aantal inactieven stijgt weliswaar dramatisch, maar zolang de vis op tafel komt is dat geen probleem. Op vergelijkbare wijze wist de Nederlandse gemeenschap vanaf de Tweede Wereldoorlog met goede opleidingen, machines en processen haar produktie zodanig op te voeren dat met steeds minder mensen steeds meer gemaakt kon worden. De Brit Nicholas Oulton berekende onlangs dat de Nederlandse produktiviteit per gewerkt uur bijna dertig procent boven die in Japan ligt en bijna tien procent boven die in Duitsland. Alleen de Verenigde Staten doen het nog een paar procent beter. "Overigens verklaart dit meteen de hoge aantallen arbeidsongeschikten en de vraag naar Yoga-cursussen en RIAGG-hulp: de druk op de individuele werknermerster is gigantisch hoog om doorlopend te presteren en de psychologische druk op de zogenoemde inactieven evenzo. Reken maar eens uit wat daar de maatschappelijke kosten van zijn. Miljarden en miljarden guldens... En dan maar bezig blijven tientjes van mensen af te pakken, getverdemme.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 278, 21 oktober 1994