Justitie valt weer eens in
Woensdagochtend 28 september, tussen vijf en zes uur, hebben politierechercheurs in burger, in opdracht van de arrondissementsrechtbank te Den Haag, invallen gedaan in het kantoor van de Stichting Opstand te Amsterdam en in de woningen van drie bestuursleden van die stichting. In alle gevallen weigerde Justitie de redenen voor de huiszoeking te geven, maar beperkte men zich tot de opmerking dat het ging om een 'lopend onderzoek': waarnaar dat moest men maar raden.
Op de 1e van der Helststraat 58-1, het adres van Opstand, werd de inval verricht door een team van elf rechercheurs in burger met een hond, onder leiding van rechter-commissaris Havercate. Er was niemand aanwezig. De voordeur werd opengedaan door de wakker gemaakte bovenbuurvrouw en de deur van Opstand geforceerd. Meegenomen werden o.a. twee computers, een printer, een antwoordapparaat, computerbestanden, een deel van het archief, documentatiemateriaal en persoonlijke correspondentie. Het werk van Opstand is daarmee effectief tot stilstand gebracht.
Ook bij de bovenbuurvrouw werd, met gebruikmaking van intimidatie, huiszoeking verricht, ondanks het ontbreken van een huiszoekingsbevel. Bij de drie bestuursleden, waarvan er een overigens donderdag 22 september overleden is en maandag 26 september begraven, werden eveneens invallen gedaan door teams van elf rechercheurs en een rechter-commissaris. Ook bij deze invallen werd geen motivatie gegeven. De invallers gedroegen zich bijzonder onbeschoft: de aanwezigen mochten niet met de buitenwereld bellen, werden afgesnauwd en op vragen werd geen antwoord gegeven. Meegenomen werden o.a. persoonlijke correspondentie tot 15 jaar terug, fotomateriaal, agenda's, documentatie voor journalistieke produkties, de produkties zelf, adressenboeken, computerbestanden, cassetterecorders, een bijbel met aantekeningen, gereedschap, financiële administratie, een computer, een stencilmachine, een raamposter en een telefoonboek.
Het is de medewerkers van Opstand nog steeds een raadsel waarom de invallen hebben plaatsgevonden. Stichting Opstand is een onafhankelijk onderzoeksbureau, dat zich met name richt op de ontwikkeling van de arbeidsverhoudingen. In het verleden is vooral onderzoek verricht naar de arbeid van illegale migranten in de confectie-ateliers en in de glastuinbouw en naar de gevolgen van de zgn. 'Toyotisering', de invoering van Japanse managementsmethoden door het bedrijfsleven.
Opstand heeft zich daarbij voortdurend solidair verklaard met de belangen van de onderste groepen op de arbeidsmarkt: de laagstbetaalden, de illegale migranten, de werklozen. De informanten bij de onderzoekingen komen voor een belangrijk deel uit de sociale bewegingen. Aan al deze projecten is met de invallen en de inbeslagname van vrijwel al het onderzoeksmateriaal voor lopende projecten een einde gekomen. Des te bevreemdender is het dat Justitie weigert een verklaring te geven voor haar handelwijze, anders dan een verwijzing naar een lopend strafrechterlijk vooronderzoek tegen een zekere 'N.N.'. Daarbij werd bij een van de huiszoekingen expliciet vermeld dat de bestuursleden en medewerkers zelf geen verdachten zijn. Er is hen ook geen verhoor afgenomen en niets ten laste gelegd.
Mocht dit een tendens aangeven voor het toekomstige optreden van Justitie, dan is blijkbaar de verwijzing naar een strafrechterlijk onderzoek voldoende om bij wat voor instelling dan ook al het journalistiek en ander onderzoekswerk stil te kunnen leggen. Het staat buiten kijf dat deze tendens in het belang van de vrijheid van meningsuiting en van de vrijheid van nieuwsgaring bestreden dient te worden.
De medewerkers van Opstand hebben geen flauw idee waarom ze het mikpunt zijn geworden van de invallen en worden door Justitie ook niet wijzer gemaakt. Er wordt nu gewerkt aan een plan de campagne om het inbeslaggenomen materiaal terug te krijgen en om helderheid te verkrijgen over de motivatie van Justitie. Met dit doel wordt een steunkomité opgezet. Medewerkers en bestuur van Stichting Opstand roepen eenieder op om met klem te protesteren tegen het optreden van Justitie en politie, opheldering te eisen over haar handelswijze, en te pleiten voor een onmiddellijke teruggave van al het inbeslaggenomen materiaal. Stuur uw protest naar de minister van Justitie, de vaste kamercommissie van Justitie en zend een afschrift van uw protest naar Stichting Opstand.
Verder roept Stichting Opstand eenieder -organisaties, instellingen en individuen- op zich in naam en voor zover mogelijk ook praktisch-organisatorisch aan te sluiten bij een Steunkomité Opstand. Dit komité zal de sabotage van het werk van Stichting Opstand ongedaan moeten maken door:
-tijdelijke voorzieningen te treffen waardoor de draad van het onderzoek en het journalistieke werk weer opgepakt kunnen worden;
-uitvoering te geven aan een mobilisatie-campagne die gericht is op het verkrijgen van opheldering en op teruggave van al het materiaal van Stichting Opstand en van de persoonlijke bezittingen van medewerkers en bestuursleden van Stichting Opstand.
Voor het treffen van voorlopige voorzieningen aan inventaris en andere middelen, alsmede voor het voeren van een effectieve mobilisatie-campagne, is naast uw ideële en praktische steun op korte termijn ook veel geld nodig. Wij vragen daarom eenieder een bijdrage te storten op het beneden vermelde gironummer. Uw bijdrage kunt u aanmerken als een gift of een voorschot. In het laatste geval kunt u uw bijdrage terugkrijgen zodra wij een schadeclaim bij Justitie weten af te dwingen.
Informatie en steunbetuigingen: Stichting Opstand, postbus 11127, 1001 GC Amsterdam, tel/fax: 020-6649395, giro 4973690.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 278, 21 oktober 1994