'Divine Wisdom', één
Het afgelopen jaar woedde er in Kleintje Muurkrant, maar ook in eenaantal andere media, weer eens een stevige discussie over het antroposofischgedachtengoed, zoals dat met name door Rudolf Steiner is vormgegeven. De kritiekgaat echter zelden in op de maatschappelijke en politieke betekenis van deantroposofie. Dit geldt in het algemeen voor discussies over dit soort groepen.Linkse groepen houden zich liever niet zo bezig met deze materie. Met die 'zweverige'verhalen over spiritisme, occultisme, aura's, astrologie, etc. kunnen weniets, het is te ongrijpbaar. Maar de vraag is of dat terecht is. De groeiendemaatschappelijke behoefte aan sekten en goeroes is in wezen een even grootprobleem als de economische 'wanorde', die we wel op onze 'agenda'zetten.
In de onlangs verschenen studie 'The politics of divinewisdom' laat Herman de Tollenaere, middels een uitgebreid onderzoek naar depolitieke betekenis van een andere, nauw met de antroposofie verbonden stroming:de theosofie, zien hoe groot de politieke betekenis van dit soort 'religieuze'stromingen kan zijn en dat er wel degelijk voldoende redenen zijn om je ertegenaan te bemoeien.
Eén van de belangrijke argumenten die tegen de antroposofie wordtaangevoerd is dat de kern van Steiners opvattingen, van zijn mensbeeld,racistisch zou zijn. Steiners stelde bijv. dat "het zwarte ras nog in hetstadium van een klein kind zou verkeren" of dat zwangere vrouwen door hetlezen van negerromans, of door het luisteren naar jazz kinderen konden krijgenmet een donkere huid en mulattenhaar. Sommige kritische leden van deAntroposofische Vereniging zijn van mening dat dit deels moet worden gezienbinnen de tijdgeest van begin deze eeuw, waarin Steiner zijn visie op papierzette, maar het is niet echt een excuus. En hoewel we inmiddels aan het eind vande 20ste eeuw zijn aanbeland - en in de replieken soms wordt vergeten dat dekritiek op de antroposofie niet van de laatste tijd is - bevatten ook de huidigelesprogramma's van de Vrije Scholen nog teksten als: "Negers hebbendikke lippen en een groot gevoel voor ritmiek" en "de altijd blijvendeglimlach van de gele mens verbergt de emoties." Ook binnen antroposofischekringen wordt er steeds meer geageerd. Bijvoorbeeld door de Duitse groep 'DieJunge Antroposophen'. Zij proberen al enkele jaren Steiners leer tezuiveren van racistische elementen. Ze hebben o.a. een serie vlugschriftengepubliceerd (de Flensburger Hefte), waarin de overeenkomsten tussen deantroposofie en het nationaal-socialistische racisme worden aangetoond. Debuitenstaanders staan in hun kritiek dus niet alleen.
In een aantal van de kritische artikelen over de antroposofie werd somszijdelings teruggegrepen op de bron waaruit Steiner zelf weer putte: detheosofie, en daarbij met name op de geschriften van de oprichtster van deTheosophical Society : Madam H.P.Blavatsky. Steiner was lange tijd zelf eenprominent lid van de Theosofische Vereniging, (hij was lange tijdsecretaris-generaal van de belangrijke Duitse afdeling, tot hij 1913 na zwaremeningsverschillen uit de Theosofische Vereniging stapte en zijn eigenAnthroposofische Gesellschaft stichtte, waarbij het overgrote deel van de Duitseleden meeging ).
In zijn hoogtijdagen, in de jaren 20 en 30,had de Theosofische Vereniging wereldwijd ruim 100.000 leden, veelal uitbestuurlijke, aristocratische en militaire kringen. Op dit moment heeft deVereniging nog slechts 26.000 leden (1), maar het gedachtengoed is inmiddelsterug te vinden in veel andere New Age-stromingen en dat gaat veel verder danhet aantal leden van een organisatie. Esoterische boeken vliegen als warmebroodjes de winkel uit. In 1992 ging 10% van het totale aantal verkochte boekenover New Age en vermoedelijk is het inmiddels nog meer als je naar deboeken-toptienen kijkt. Uitgeverij Ankh Hermes (een dochter van uitgeverijKluwer) is één van de grote verspreiders van o.a. boeken van enover Blavatsky, theosofie en andere esoterische onderwerpen. Tussen '63 en '93verkochten zij 7 miljoen New Age-titels. Reden genoeg om het niet te negeren,omdat de esoterische denkbeelden weliswaar a-politiek lijken te zijn, maar in depraktijk natuurlijk wel een politiek betekenis hebben.
Het boek 'The politics of divine wisdom'van Herman deTollenaere, is een studie naar de politieke betekenis van de theosofischebeweging en behandelt met name de verhouding t.o.v. de arbeiders-, de vrouwen-,en nationalistische bewegingen in Indonesië en Azië in de periode van1875 tot 1947.
De Theosofische Vereniging
De Theosophical Society, werd in 1875 in New York opgericht door MadamBlavatsky (in de theosofische wandelgangen aangeduid als HPB), de advocaat HenrySteel Olcott (een voormalige kolonel in de Amerikaanse burgeroorlog), W.Q. Judgeen nog dertien anderen. De Society moest overal ter wereld de heilsboodschap vanBlavatsky (1831-1891) gaan verkondigen, die haar ingefluisterd zou zijn door de'Tibetaanse Meesters'. De belangrijkste doeleinden van de verenigingwaren: "het vormen van een kern van de Algemene Broederschap der Mensheid"(The Great White Brotherhood); "het aanmoedigen van de studie van Arischeen andere geschriften alsmede van 's werelds godsdiensten en wetenschappen",en "het naspeuren van de geheimen der Natuur onder elk mogelijk aanzicht,en in het bijzonder van de psychische en geestelijke vermogens, die nog in denMensch sluimeren"
Steiner beschouwde de Theosofische Vereniging als een vervulling van eenprofetie van Nostradamus: "Wanneer de 19 eeuw tot een einde zal zijngekomen, zal een van de Broeders van Hermes uit Azië komen en zal demensheid weer verenigen". Blavatsky was deze 'broeder' uit Azië,die door vele theosofen overigens werd beschouwd als een man in eenvrouwenlichaam (!).
De ideologische grondslag van de Theosophical Society werd door MadamBlavatsky beschreven in het in 1888 gepubliceerde boek 'The Secret Doctrine'(de Geheime Leer), een 2500 pagina's dikke theosofische bijbel. Ze zei haar ideeëntelepatisch te hebben ontvangen van Boeddhistische leermeesters (the Masters ofWisdom and Compassion), die ergens verborgen in de Himalaya zouden leven enbeschikten over miljoenen jaren oude kennis. Al eerder gaven die volgens haargedeelten van hun kennis aan bijv. Plato, Socrates, Krishna, Lao-Tze, Gautama deBoeddha, Jezus en Mohammed, die allen door haar in de theosofische traditieworden geplaatst (2). Madam Blavatsky plaatste zichzelf zonder veel gêneook in dit'illustere' gezelschap.
De theosofie is een mix van (veelal oosterse) religies, quasi-wetenschap enfilosofie. Zelf zeggen ze: "Theosofie is geen godsdienst of sekte, maar eenlevensfilosofie die een dieper inzicht geeft in de struktuur van mens en kosmos".Ze laat zien dat moraliteit gebaseerd is op deze struktuur, waarvan de mens eeninstinktief besef heeft. "Door middel van leringen over o.a. karma, reïncarnatieen evolutie wordt een samenhangende en begrijpelijke verklaring gegeven voor devele vraagstukken van het leven"(3)
In de praktijk wordt de theosofie door aanhangers beschouwd als een 'super-religie'en een 'super-wetenschap', dat volgens de theosoof de Purucker "nietdoor normaal menselijk intellect kan worden begrepen."(4) De pretentieszijn enorm: "de filosofie van de theosofie heeft antwoorden op alle vragen,verklaringen voor alle fenomenen en kent geen onoplosbare problemen." Detheosofie ontkent chaos en toeval: alles is van te voren bepaald. Om dat tebewijzen nam Blavatsky uit het Hindoeïsme de opvattingen over karma en reïncarnatieover. Was dit in het Hindoeïsme gekoppeld aan het kaste-systeem (de leerdat 'oudere zielen' verder zijn in de spirituele evolutie dan 'jongerezielen', HPB koppelde deze visie binnen het theosofisch gedachtengoed ookaan sociale klassen en aan een doctrine over het 'arische ras' en desuperioriteit van rassen.
Het was geen toeval dat de theosofie werd ontwikkeld in een periode datenerzijds de wetenschap grote doorbraken maakte. Darwin kwam in 1859 met zijnevolutietheorie in The Origin of Species , waarmee de gangbare christelijkopvattingen werden ondermijnd; de opkomst van het socialisme en communisme (in1848 het 'Communistisch Manifest' en in 1867 'Het Kapitaal';en de opkomst van vrouwen- en nationale onafhankelijkheidsbewegingen. Dit alleszorgde voor veel sociale onrust. Was het toeval dat de theosofische opvattingenmet name aansloegen bij hogere en middenklassen in met name Europa, de VS enIndia?
Madam Blavatsky ontwikkelde als tegenhanger van Darwin een geheel eigenevolutietheorie gebaseerd op het idee van 'zeven wortelrassen'. Het iseen fantastisch verhaal, waar je anno nu met ongeloof tegen aan kijkt, maar ookde huidige theosofen dwepen nog steeds met de 'genialiteit' vanBlavatsky. De club Via Theosofia schrijft bijv. in '96 over de theosofie: "Doormiddel van leringen over o.a. karma, reïncarnatie en evolutie wordt eensamenhangende en begrijpelijke verklaring gegeven voor de vele vraagstukken vanhet leven." Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat met name dieevolutieverhalen, de ideeën over het arische ras, zware politieke gevolgenhebben gehad., nog los van het feit dat de wetenschap inmiddels wel wat verderis.
De Geheime Leer
De evolutieopvattingen van Blavatsky zijn te fantastisch om zeniet wat uitgebreider te beschrijven.(5.) Volgens 'De Geheime Leer',bestond de schepping in den beginne uit een 'universele elektrische oceaan'en uit deze bron zouden zeven 'wortelrassen' ontstaan. Ieder 'wortelras'kende een cyclus van zeven 'rondtes', die zich ieder op eenafzonderlijk continent zouden afspelen. Het eerste wortelras werd voorafgegaandoor een chaotische periode waarin de universele elektrische oceaan slechtsdraconische creaturen voortbracht. De 'goddelijke natuur van de schepping'werd zichtbaar met het eerste wortelras, dat geslachtsloos en niet-stoffelijkvan structuur was. Deze wezens riepen op een of andere wijze een goddelijketoorn over zich af en werden gestraft met "een vonnis van gevangenschap inde laagste sfeer die onze aarde is; in de duisternis van de stof". Volgens 'DeGeheime Leer' zou het zevende en laatste, ver in de toekomst te vormenwortelras, weer terugkeren naar het onvergankelijke heilige land. Hyperboreiawas de naam van het continent waar het tweede wortelras zijn rondtes beleefde.De Hyperboreërs waren evenals het eerste wortelras zonder geslacht; zijplantten zich voort als een plant. Ook de Hyperboreërs werden gekenmerktdoor een etherische verschijningsvorm, maar tegen het einde van de cyclus begondit 'stamras' steeds meer te 'materialiseren'. Zo ontstondiets dat leek op de eerste mens.
In Lemuria, zich uitstrekkend van Madagaskar tot ver de Indische Oceaan,ontstond vervolgens het derde wortelras, waarbij het astrale lichaam "steedsdichter met vlees bedekt raakte". De Lemurianen, die zich voortplanttendoor middel van eieren, ontwikkelden volgens Blavatsky voor het eerst in deschepping van de mensheid een skelet. Dit ras communiceerde via eenvoudigevormen van telepathie en viel voor het eerst in een mannelijke en vrouwelijkecomponent uiteen. Dit proces ging tevens gepaard aan de ontwikkeling van eenindividueel denkvermogen, de rede. De Lemurische mens maakte zich volgensdezelfde leer echter schuldig aan 'bestialiteiten', door zich over tegeven aan "sodomistische praktijken met reusachtige vrouwelijke dieren".Hetgeen tot gevolg had dat er "reusachtige mensachtige monsters'ontstonden, zoals de lagere apensoorten, maar ook de dinosaurussen en andere 'draken'.
Nadat Lemuria in de golven was verdwenen ontstond zo'n achttien miljoenjaar geleden op het nieuwe gevormde continent Atlantis het vierde wortelras,gekenmerkt door een verhard skelet en een gedifferentieerd organenstelsel. Ditwas het begin van het "zuiver menselijke tijdperk"; het Atlantischewortelras ontwikkelde de spraak, aangevuld met steeds verfijndere telepathischetechnieken, samengebundeld in een zogenaamd 'derde oog'. Volgens 'DeGeheime Leer' werd er in Atlantis een soort supermens geboren, de Ariërgenaamd, een 'Lichtmens' die zich na de ondergang van het Rijk overEuropa en Klein-Azië verspreidde, aldaar het vijfde wortelras vormend,bestemd om te heersen over de materie. Dit gebeurde nadat verschillende 'onderrassen'in Atlantis zich met elkaar hadden vermengd, aldus de wording van de gekleurdevolkeren van later in gang zettend. Ook hadden de Atlantiërs zich innavolging van de Lemurianen bezondigd aan bestiale praktijken. De antropoïdeaap was een voortbrengsel van deze praktijken, aldus Blavatsky, die zo precieshet tegenovergestelde beweerde van Darwins evolutietheorie, die ervan uitgingdat de mens afstamde van de aap. De aap was in Blavatsky's woorden, net als alleandere diersoorten "een gedegenereerde mens". Tot deze categorie vanbestiaal tot stand gekomen dwalingen van de schepping rekende Blavatsky ook deBosjesmannen en bepaalde andere Afrikaanse stammen, "lagere menselijkeschepselen die thans gelukkig - ten gevolge van de wijze ordening der natuur,welke altijd in die richting werkt - snel uitsterven".
Nadat Atlantis zo'n zestig eeuwen geleden door een zondvloed verging, zowilde 'De Geheime Leer', trok een hoge kaste van Arischeopperpriesters via Scandinavië naar Centraal Europa en naar de Gobivlakte,het toen nog uiterst vruchtbare gebied in het zuiden van China. Het nieuwe rijkin de Gobi ging echter door verwoestijning ten gronde, en de weinigeoverlevenden trokken de Himalaya in, naar Tibet, waar volgens sommigetheosofische bronnen in de spelonken twee verborgen Arische gemeenschappenwerden gevestigd, Agartha en Shambalha, die leiding gaven aan het verdereevolutieproces van het Arische wortelras.
racistische opvattingen
Volgens Madam Blavatsky voerde het Arische wortelras, de vijfde ineen rij van zeven, de boventoon in de moderne tijd. Dit rond een zonne-orakelgecentreerde ras stond bijvoorbeeld in tegenstelling met het jodendom, datvolgens 'De Geheime Leer' moest worden gezien als een 'maanvolk',geneigd tot intellectuele reflectie, zoals de maan ook het licht van de zonweerkaatst.
Volgens Blavatsky vormde het jodendom weliswaar een 'zijtak' van het Ariërdom,maar zij maakte een scherp onderscheid tussen de Arische en de Semitische 'kosmogonie'.Elders in 'De Geheime Leer' stelde Blavatsky onomwonden dat deze 'hylischegebondenheid' van de joden leidde tot de "eigenaardige gebreken, dievele Joden tot heden te kenmerken - grof realisme, zelfzucht en zinnelijkheid".De ware vertegenwoordigers van het Arische wortelras waren juist bestemd om loste komen van de materie en weer in 'het astrale' over te gaan, aldusde keten vormend naar de toestand van de alle vormen scheppende oceaan vanelektronen van het Onvergankelijke Heilige Land, die de schepping van demensheid ooit in gang zette. Dit zou gebeuren tijdens het zesde en zevendewortelras, een gebeurtenis die nog in de toekomst lag en die als de vervolmakingvan het leven op aarde moest worden gezien, de kroon op de schepping.
De evolutietheorie van Blavatsky is niet alleen tegengesteld (6) aan wat Darwinaan basisideeën ontwikkelde en wat ook nu nog door de meeste wetenschapperswordt onderschreven (christelijke fundamentalisten van het EO-soortdaargelaten!), ze was ook van mening dat de toekomst al vast lag: "Alduszal de mensheid haar voorgeschreven pelgrimstocht afleggen", schreefBlavatsky. 'Geen enkele van haar eenheden kan haar onbewuste roepingontgaan of zich onttrekken aan de last mede te arbeiden aan de natuur, terwijleen reeks van minder begunstigde groepen, de mislukkelingen, uit het menselijkgezin zullen verdwijnen zonder een spoor na te laten. (...) Over de ganse wereldworden stammen gedecimeerd, wier tijd om is. Het is onjuist te beweren dat hetuitroeien van een laagstaand ras uitsluitend het gevolg is van de wreedheden ofmishandeling van de zijde van de kolonisten. Niets vermag hen te redden die hunloopbaan afgelegd hebben. (...) De ethologie zal vroeg of laat met deoccultisten moeten erkennen dat de ware oplossing gezocht moet worden in eenjuist begrip van de werktuigen van Karma. Roodhuiden, Eskimo's, Papoea's,Aboriginals, Polynesiërs enzovoorts zijn allen aan het uitsterven. "Zij dieinzien dat elk wortelras een toonladder van zeven onderrassen doorloopt, zullenhet 'waarom' begrijpen. De incarnerende ego's zijn aan henvoorbijgegaan, om ondervinding op te doen in beter ontwikkelde en minder doorouderdom versleten stammen, en hun vernietiging is derhalve een karmischenoodzakelijkheid."(7)
En zo kun je dus van alles verklaren. De evolutieopvatting van Blavatsky oogtals een wetenschappelijk sprookje, maar levert wel verpakt in een schijnbaaronschadelijke levensbeschouwelijke visie (8) politieke ideeën, die geheelanders uitwerken. Zeven jaar na de oprichting verhuisde het theosofischehoofdkwartier naar Adyar in de toenmalige Engelse kolonie India. Tot op de dagvan vandaag hebben de theosofen in deze buitenwijk van Madras een luxueustropisch paradijsje van een paar 100 hectare. Buiten de muren van het centrum,in het hectische Madras, zwoegen 5 miljoen arme Indiërs. Theosofe Alice AnnBailey (1880-1949) legde uit dat die armoede niets met het kolonialisme van doenheeft: "De oosterling, in het bijzonder de inwoner van India, mist de wil,de dynamische drijfveer en het vermogen die innerlijke drang op zichzelf uit teoefenen, die bepaalde gevolgen teweeg zal brengen. Dat is de reden waardoor diespeciale beschaving zich zo slecht aanpast aan de moderne beschaving en dat isook de reden dat de bewoners van India zo weinig vooruitgang maken langs delijnen van geordend gemeentelijk en nationaal leven en waardoor zij zo tenachter zijn wat modern beschaafd leven betreft."(9.)
Een andere opvolgster van HPB, Annie Besant (1847-1933), die voor haarovergang naar de theosofen nog een belangrijke rol speelde in de Engelsesuffragettebeweging (de voorloopster van de vrouwenbeweging), ontpopte zichzelfs als een verwoed tegenstander van Gandhi in zijn strijd voor eenonafhankelijk India. Ze verafschuwde zijn voornemen het kaste-systeem af teschaffen.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 303, november 1996