aan de leden van GroenLinks 's-Hertogenbosch

betreft beëindiging bestuurslidmaatschap

Beste mensen,
Op 12 juni heb ik met onmiddellijke ingang mijn ontslag als secretaris van de afdeling aangeboden aan de voorzitter van het bestuur. Het doet mij pijn op dit moment, na bijna tien jaar (30 januari 1989), mijn bestuursverantwoording te moeten neerleggen en geen verdere bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de crisis waarin onze afdeling is geraakt.
Op de ledenvergadering van 27 mei werd door jullie ledenvergadering een werkgroep benoemd om te werken aan een analyse van de problemen binnen de afdeling en mogelijke oplossingen aan te geven. Deze werkgroep zal op korte termijn (voor de vakantie) rapporteren aan de ledenvergadering.
Op dezelfde avond is een subgroep samengesteld om deze analyse en oplossingen te maken. Mij is op dat moment nadrukkelijk verzocht in deze subgroep zitting te nemen. Deze bestond uit de fractie plus Marjo de Volder en het bestuur minus Jan Kleijne. Deze subgroep kwam vrijdagochtend 12 juni voor het eerst bijeen.
Het gesprek vóór de pauze werd geheel in beslag genomen met het als onbetrouwbaar (dis-)kwalificeren van achtereenvolgens mijzelf en Harriët van den Eerenbeemt door de aanwezige (uitgebreide) fractieleden op basis van horen-zeggen en vooronderstellingen. Toen de vergadering hier na de pauze mee door wilde gaan, heb ik uitgesproken er geen vertrouwen in te hebben met deze mensen tot voorstellen te kunnen komen voor een afdeling waar ik in geloof, en de vergadering verlaten.
Daar het bestuur zich had vastgelegd op dit bemiddelingstraject ter oplossing van de problemen betekent dit opzeggen van mijn vertrouwen daarin uiteraard ook dat ik mijn bestuurslidmaatschap neerleg.
Het is nu aan de ledenvergadering haar eigen verantwoording te nemen voor de vormgeving van een democratischer en opener afdeling waar meer verschillende geluiden worden gewaardeerd.

Met vriendelijke groet,

Peter van Doremalen

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 323, 17 juli 1998