artikel-140 arrestatieverslag
Hieronder volgt een kleine impressie van wat je zoal kan overkomen wanneer je in Nederland Politiestaat durft te demonstreren. Eén van de 650 arrestanten aan het woord...
"Zondag 15 juni jongstleden maakte ik deel uit van de groep demonstranten die in de Amsterdamse Spuistraat, tien meter van kraakkafé Vrankrijk vandaan, werd ingesloten door de Mobiele Eenheid. Na een zeer dreigend anderhalf uur, met veel provocerende opmerkingen van de ME, werden wij één voor één door erg gewelddadige "stillen" (agenten in burger) uit de grote groep geplukt. Dit ging op grove wijze: mijn armen werden hoog op mijn rug gedraaid en ik kreeg knietjes tegen mijn dijbenen. Met de woorden 'ik vind het jammer dat ik je niet in elkaar kan schoppen' werd ik afgevoerd naar de stadsbussen. Eerst moest ik nog gefouilleerd worden en ook dit ging niet zachtzinnig. Hoewel ik meerdere keren heb gezegd me niet te zullen verzetten, werd ik met mijn hoofd tegen een container geramd en werden mijn benen uit elkaar geschopt. Toen de agenten mijn kleren doorzochten deden ze dit zo ruw dat ze mijn broek op twee plaatsen kapottrokken. Nadat dit achter de rug was werd ik geboeid met zogenoemde 'tight-rips'. Ze snoerden deze ontzettend strak aan en ik ben daarna in een stadsbus gezet. Vanuit die bus heb ik diverse andere arrestaties gezien, die met grof geweld gepaard gingen. Onder andere slaan, schoppen en over de vloer slepen. Ook heb ik gezien dat diverse vrouwen door mannelijke agenten in het kruis geschopt werden en bij de borsten werden gepakt, terwijl ze geboeid waren. Dit was echt walgelijk.
Na een rit van ongeveer een kwartier kwamen wij aan bij de Bijlmerbajes (Penitentiaire Inrichting Over-Amstel). We werden in de bus vastgehouden op de binnenplaats. We mochten niet naar de wc en kregen geen drinken. Dit heeft ongeveer vier uren geduurd. Tijdens het wachten in de bus heb ik mijn 'boeien' af kunnen doen. Als reactie hierop heeft de ME mij opnieuw geboeid, nu met dubbele tight-rips, kruislings over mijn polsen achterop mijn rug. Men trok de boeien zo strak aan dat mijn handen blauw en gevoelloos werden en ze zwollen op. Ik heb meerdere keren gevraagd of ze mij anders konden boeien. Dit deed men pas na ongeveer twee uur, maar toen had ik al gevoelloze handen. Het gevolg daarvan is dat van drie vingers mijn pijn- en gevoelszenuwen zijn afgekneld en beschadigd. Hiervoor ben ik inmiddels onder medische behandeling (medicijnen en fysiotherapie). Ook heb ik hierdoor mijn laatste examens aan de kokschool niet kunnen maken en moet dus waarschijnlijk het hele jaar overdoen. Ik kan en mag voorlopig mijn rechterhand niet belasten. Dit houdt in dat ik niet mag schrijven, laat staan een koksmes kan hanteren.
Na uren werden wij één voor één uit de bus gehaald en op een betonnen vloer op onze knieën tegen een muur gezet - als een soort krijgsgevangenen. Toen ik omkeek kreeg ik een schop in mijn rug en werd er gezegd dat ik mijn bek moest houden. Na nogmaals gefouilleerd te zijn werd ik met ongeveer honderd andere demonstranten in een gymzaaltje gezet. Hier mochten wij, na lang zeuren, naar de wc. We hebben de nacht moeten doorbrengen op een koude harde vloer met de TL-verlichting aan.
maandag
De volgende ochtend hebben ze ons een paar pakken melk en karnemelk gegeven en wat brood met beleg. Overigens werd er geen rekening gehouden met vegetariërs, want "we moesten blij zijn dat we überhaupt nog te eten kregen". We kregen veel te weinig etenswaren voor de hele groep.
Die middag (maandag 16 juni) werd ik om 12.31 uur voorgeleid en in verzekering gesteld op verdenking van artikel 140 wetboek van strafrecht. Na dit 'tribunaal' zijn we op de luchtplaats gezet, zonder drinkwater, in de brandende zon. Om iets te kunnen drinken hebben we noodgedwongen een wc moeten slopen. Deze was echt heel erg smerig, dus het was niet echt fris. 's Avonds hebben we te eten gehad. In dat eten zaten stukjes plastic - lekker was anders! Ook hebben we een bekertje water en een appel gekregen. Na het eten ben ik verhoord en heb ik een korte verklaring afgegeven, waar ze verder niks mee konden aanvangen. Ik ben anoniem gebleven. Om ongeveer 23.00 uur ben ik, samen met zes medearrestanten, overgebracht naar het hoofdbureau van politie te Amstelveen. Daar aangekomen werden wij nogmaals gefouilleerd. Nadat we ingesloten waren heb ik meerdere keren verzocht om mijn advocaat te mogen bellen. Dit werd geweigerd. Hierna zijn we constant lawaai gaan maken - roepen en bonken tegen de deur. We zaten toen met ons allen in aparte cellen op één gang. Ik heb die nacht wel een deken en matras gekregen.
dinsdag
De volgende morgen mochten we onze tanden poetsen. Ook kregen we een kop thee en brood. Daarna werd ik overgeplaatst naar een aparte, afgezonderde cel. Ik kon nu niet meer met mijn medearrestanten praten. Ik ben er willekeurig tussenuit gehaald, wellicht vanwege het lawaai dat we de nacht daarvoor hadden gemaakt. Ik heb toen geen kussen, deken, toiletpapier of matras gekregen. 's Middags ben ik één keer, ongeveer een kwartier, gelucht. Nadat ik van de luchtplaats werd gehaald, heb ik nogmaals mijn rechten opgeëist én heb ik de dienstdoende agent op de hoogte gesteld van het feit dat ik twee hersenafwijkingen heb: een vernauwing en een verwijding van de aan- en afvoervaten voor hersenvocht. Ik had op dat moment reeds last van ondraaglijke hoofdpijn en een hevig bloedende neus. Ik heb om een arts gevraagd, maar die werd mij door deze agent geweigerd. Ik heb hem toen gewezen op het feit dat hij voor mij verantwoordelijk was op dat moment, en dat hij, wanneer ik een hersenbloeding zou krijgen - wat onder deze stressomstandigheden zou kunnen - een groot probleem zou hebben. Hij zei dat hem dat niet zo kon boeien. Daarna ben ik ingesloten in een ijskoude cel, opnieuw afgezonderd van de rest. Ik heb 's avonds nog te eten gehad. Dit moest warm eten voorstellen, maar het was ijskoud. Ik heb de hele nacht moeten slapen op het koude beton en voelde me klote...
woensdag
's Ochtend heb ik geen ontbijt gehad. De hele dag heb ik me beroerd gevoeld. Ik had die dag last van bloedneuzen en ben minstens drie keer flauw gevallen. Ik heb die dag een paar keer via de intercom om een dokter gevraagd. Men zei tegen mij dat er al een dokter was geweest. Dit klopt in zoverre dat dat de dag ervoor betrof. Op dinsdag was een andere arrestant beroerd geworden en gaan hyperventileren. Voor die arrestant hebben ze na zeer lang zeuren wel een dokter gehaald. Tegen mij werd gezegd dat ze niet nog eens een dokter gingen bellen. Ik moest me maar niet zo aanstellen. Het enige dat ik die dag nog heb gekregen is een rol wc-papier. Ik heb het heel erg koud gehad en me ontzettend ziek gevoeld. Ik ben niet gelucht en heb geen brood of avondeten ontvangen. 's Nachts, om ongeveer 01.30 uur werd ik bewusteloos gevonden door een agent. Deze heeft aan een collega gevraagd of er wellicht toch een dokter bij moest komen, maar tegen hem werd gezegd dat dat niet nodig was. Die agent heeft mij wel een deken gegeven en twee koppen warme thee. Daarna heeft hij me weer alleen in de cel gelaten. Ik voelde me nog steeds erg ziek, had heftige hoofdpijn, bloedneuzen en was misselijk. Ik heb die nacht nauwelijks een oog dichtgedaan.
donderdag
Om ongeveer 09.30 uur werd ik gewekt door een agent die mij mijn spullen teruggaf en zei dat ik naar huis kon gaan. Bij het opstaan ben ik vanwege duizeligheid gevallen. De agent heeft mij bij mijn arm ondersteund. Ik moest toen een briefje ondertekenen. Dit heb ik gedaan met mijn NN-nummer. Ik heb daarna gewacht op mijn medearrestanten en wij zijn toen met de tram naar Amsterdam teruggegaan. Het kaartje hiervoor heb ik zelf moeten betalen. In Amsterdam heb ik me bij de 'arrestantengroep' afgemeld en ben zo snel mogelijk naar huis gegaan.
vrijdag
Op vrijdag ben ik naar mijn huisarts gegaan en deze heeft mij behandeld voor voetschimmel. Dit heb ik opgelopen omdat ik me niet heb mogen wassen en geen schone sokken kon aantrekken. Het resultaat is dat ik overal op mijn voeten kleine pijnlijke wondjes heb. Voor mijn afgeknelde hand heeft de dokter mij doorverwezen naar de fysiotherapeut. Dit was noodzakelijk aangezien ik nog geen pen kan vasthouden."
NN 91
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 311, juli 1997