Skip to main content
  • Archivaris
  • 305

Theosofische logica

In het decembernummer van Kleintje stond een uitgebreide reactie van de Haagse theosoof Henk Spierenburg op het artikel 'Divine Wisdom' uit Kleintje nummer 303. Een reactie, die meer vragen oproept dan dat er kritiek op de theosofie wordt beantwoord, laat staan dat hij iets verduidelijkt over de theosofie.

Het is ingewikkeld om in te gaan op de reactie van Henk Spierenburg, omdat z'n betoogtrant er niet uit bestaat om duidelijk te maken dat de theosofie geen racistische elementen heeft, of dat de rol van de theosofische beweging en vele vooraanstaande theosofen in bijvoorbeeld Azië en Indonesië niet sterk te bekritiseren is, zoals de historicus Herman de Tollenaere beschreef in zijn studie "The politics of divine wisdom". Henk Spierenburg gebruikt namelijk een opmerkelijke manier van argumenteren. Dezelfde wijze van argumenteren gebruikte hij op de discussieavond over de rol van de theosofie, die op 6 december afgelopen jaar in Den Haag, in de Blauwe Aanslag werd gehouden. Kritiek op de theosofie en op leidende theosofen wordt door hem op vier manieren beantwoord:

- Het belangrijkste tegenargument is dat mensen er niets van snappen en er niets of op z'n minst veel te weinig over hebben gelezen. Het is een argument dat eindeloos valt te herhalen, want alleen de grondlegster van de theosofie, Madam Blavatsky (HPB), heeft al vele strekkende meters boeken op haar naam staan. Er zijn er zelfs maar weinigen (pak weg honderd volgens Henk) die weten waar het over gaat. Dat discussieert dus niet eenvoudig!- Het tweede tegenargument, dat hier ook logischerwijze uit volgt, en dat wordt gebruikt wanneer een citaat van een bepaalde theosoof niet echt is te weerleggen, is drieledig:
a) het citaat is uit z'n verband gerukt
b) het citaat is een grapje, of
c) de betrokken theosoof heeft er niets van begrepen.
- Deze laatste redenering is vervolgens de opgang naar het volgende argument: je mag de theosofie niet beoordelen op het gedrag en de uitspraken van individuele theosofen. Een niet geheel onredelijke argumentatie, ware het niet dat de onder andere door mij in het artikel "Divine Wisdom" geciteerde theosofen als Annie Besant, George Arundale, Rudolf Steiner of Van Hinloopen Labberton natuurlijk wel richtinggevende kopstukken waren.
- Het laatste argument dat tenslotte wordt gebruikt - wanneer de theosofie inhoudelijk in twijfel wordt getrokken - is dat elementen van de theosofie ook al te vinden waren bij Plato of Pythagoras of in vroeg-joodse teksten.

Dit laatste argument ontlokte de op de discussieavond aanwezige Trouw-journalist Koert van de Velde de vraag of de optelsom van meerdere mythen ineens de waarheid is? Henk Spierenburg geeft aan dat Plato het bijvoorbeeld over Atlantis, Lemuria en Hyperboreia heeft, en dat is dan het bewijs dat Blavatsky gelijk heeft dat bijvoorbeeld Atlantis bestaan heeft. Ik heb helaas Plato nooit echt gelezen, maar kan me voorstellen dat deze ook dacht dat de aarde plat was....

Het is moeizaam discussiëren op deze manier. Dat zal duidelijk zijn. Een voorbeeld van deze methode is een vraag van Henk Spierenburg in zijn reactie. In mijn artikel stond dit: "Om de verhalen nog meer kracht bij te zetten stelde ze (Blavatsky) dat ze zelf de reïncarnatie was van Boeddha ("ik twijfel er niet aan dat ik een Boeddha ben, dat kleine bronzen beeldjeben ik, zoals ik duizend of tienduizend jaar geleden was"). Henk vroeg waar ik "deze afgrijselijke onzin" vandaan had. Het was een citaat van pagina 40 van het boek van De Tollenaere, die daarbij uit een artikel over Madam Blavatsky van A.A. Rawson uit 1892 citeerde. Henk stelde dezelfde vraag op de discussieavond van 6 december jongstleden aan Herman de Tollenaere. Deze bevestigde het citaat, waarop Henk Spierenburg ineens redeneerde dat ze toen maar een grapje maakte. Dat deed Blavatsky wel vaker...

Op dezelfde avond vroeg een aanwezige theosoof aan Herman de Tollenaere waar deze had gelezen dat Blavatsky vond dat sommige rassen minderwaardig waren. Het antwoord van De Tollenaere was: "Slaat u Blavatsky's "Secret Doctrine" maar open, deel twee, pagina 421: "Ook generaties van training kan zulke specimen als de Bosjesmannen, de Veddha's van Ceylon en sommige Afrikaanse stammen niet doen opstijgen tot hetzelfdeintellectuele niveau als de Ariërs. Ze missen de heilige vonk en zij zijn de enige inferieure op aarde, die nu gelukkig snel uitsterven". Spierenburg reageert dan met de opmerking dat je niet zomaar een citaatje uit tweeduizend pagina's evolutieleer mag plukken en dat je die tekst bovendien in z'n historische context moet zien: "rond de eeuwwisseling vond niemand een rassenleer per definitie verdacht." Geeft hij daarmee dus en passant toe dat er toch sprake is van een rassenleer? Zo gaat dat wel vaker. Ik citeerde in mijn artikel één van de vroegere presidenten van de Theosofische Vereniging, George Arundale. Deze schreef in 1933, toen Hitler net was begonnen met zijn 'Duizendjarige Rijk' en het antisemitisme al openlijk werd uitgedragen: "We moeten leren onderscheiden als er grote krachten aan het werk zijn, zelfs als het vormen aanneemt die onaangenaam zijn voor onze individuele natuur. Hitler en Mussolini zijn Mannen of we hun methodes nu goedkeuren of niet." In een brief aan mij ontkent Henk Spierenburg deze uitspraak niet, nee sterker hij stelt nog wel ergere uitspraken te kunnen geven. En hij is niet de enige die dat ruimhartig doet. Een andere theosoof (Martin Euser) schreef mij: "Een aantal opvolgers van HPB heeft waarschijnlijk een minder schone lei, helaas, zoals mij gebleken is uit een correspondentie met een Amerikaans theosoof. Arundalekomt er minder goed uit (heeft hij zich in de luren laten leggen door de bedoelingen van Hitler?). Zie bijvoorbeeld Arundale's editorials in 'The Theosophist' en 'The Therosophical World' tussen 1934 and 1939. Annie Besant schijnt goede betrekkingen met Mussolini te hebben gehad. Deze zegt dat Annie Besant sterke socialistische sympathieën had en 'on good terms' met Mussolini was. Mussolini publiceerde zelfs een artikel in de 'Herald of the Star'."

Wat moet je nou met dit soort redeneringen? Henk Spierenburg verwijt mij (en René Zwaap) dat wij in onze kritiek op de theosofie veelvuldig gebruik maken van "summaries van summaries" (samenvattingen van samenvattingen) en dat daarmee allerlei kronkelredeneringen ontstaan, die niet op kennisgebaseerd zijn. Ik moet toegeven dat dat klopt. Ik heb het werk van Blavatsky niet gelezen, wel redelijk wat over het werk van Blavatsky. Daar baseer(de) ik mijn mening op. En nu kan het zijn dat mensen als Anton Constandse of Henk Sneevliet of Eduard Douwes Dekker het ook al allemaal verkeerd zagen, maar ik vind dat Henk Spierenburg niet echt inhoudelijk de kritiek weerlegt, al probeert hij aan te tonen dat vele punten en komma's verkeerd staan.

Wat ik persoonlijk zeer bizar vind is dat hij zich voortdurend distantieert van uitspraken van hele reeksen leidende theosofen, maar dat hij geen verband wil leggen met de theosofie als gedachtengoed. Na lang touwtrekken wil hij wel toegeven dat deze leidende theosofen uitspraken deden die nietklopten, maar dan is het altijd omdat ze afweken van de juiste lijn (van Blavatsky). Een eeuw lang (na de dood van Blavatsky in 1891) hebben vele opeenvolgende theosofen er kennelijk niets van begrepen. Daarmee ontloop je de verantwoordelijkheid van de theosofie voor de geschiedenis, die zo tegelijkertijd wel beschouwd kan blijven worden als een superieure leer. Erkan echter niet verdoezeld worden dat het een doctrine is met verwerpelijke kanten, waar fantasie overgaat in werkelijkheid.

Hans de Bruin

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 305, januari 1997