Rook
Na afloop van de opening van een expositie van schilderijen besloot het gezelschap een restaurant op te zoeken. Ik was ook van de partij en zat tegenover een Amerikaanse. Alles gezellig, tot haar buurman een sigaret opstak. De Amerikaanse plaatste haar stoel een eind van hem vandaan. Dat kon, want zij zat aan het uiteinde van haar tafel. "Ik houd niet van sigarettenrook", verklaarde zij. Met de Verenigde Staten als voorloper hebben de laatste jaren vele landen het roken van sigaretten uit afgesloten ruimten gebannen. Een goede zaak. Het ongewenst inademen van de met sigarettenrook bezwangerde lucht maakt inbreuk op de vrijheid van een persoon. "Ik wil geen slachtoffer zijn van zijn lust naar nicotine," zei de Amerikaanse verder. Ik dacht aan wat ik diezelfde dag in de ochtend meemaakte. Ik zat aan mijn tafel te schrijven. Een automobilist liet de motor van zijn auto stationair draaien en drukte het gaspedaal diep in. Dat hield zo'n vijf minuten aan. Het motorgeraas verstoorde mijn concentratie en ik moest mijn pen terzijde leggen. Een onaangename penetrante geur drong mijn kamer binnen. Ik sloot het raam. Ik vertelde over dit voorval aan de Amerikaanse en zei haar dat ik op mijn beurt geen slachtoffer wens te zijn van mensen die zich gemotoriseerd willen verplaatsen. "Je had naar buiten moeten gaan om er iets van te zeggen", meende zij. "Als ik iedere keer naar buiten zou gaan om automobilisten er op te wijzen dat zij inbreuk uitoefenen op mijn privacy, ik zou er een dagtaak aan hebben", antwoordde ik. Zij begon te lachen en de conversatie ging over op een veiliger onderwerp, de kunst. Ik weet, je bent niet helemaal van deze wereld als je in deze tijd nog je stem verheft tegen het verschijnsel automobiel. In de jaren zestig en zeventig waren er nog protesten maar deze zijn nu voorgoed gesmoord. De machtige autolobby heeft de strijd gewonnen. Ik zou deze tijd waarin wij leven willen karakteriseren met de benaming 'Lachend techno-fascisme'. Techno-fascisme omdat de auto als een brok technologie op velerlei wijzen, denk bijvoorbeeld aan de vervuiling en de ruimte die in beslag wordt genomen, zich allesomvattend opdringt en er geen verweer mogelijk is. Onze steden zijn openbare parkeerplaatsen geworden. Op windstille dagen ligt er een deken van smog over diezelfde steden. Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan met het opsommen van de negatieve aspecten van de auto die naar ons wordt verzekerd zoveel individuele vrijheid zou verschaffen. Het voorvoegsel lachend wijst op het voortdurende bombardement van reklames die de auto als een heerlijk object aanprijzen en waar wij aan worden blootgesteld. Ik kan het niet anders zien dan als een massale vorm van hersenspoeling. Vele economieën draaien voor een groot deel op de produktie en het onderhoud van auto's. Draaien op de aanleg en het onderhoud van wegen en op het winnen van olie. Omwille van die olie worden er oorlogen gevoerd. De medische industrie en de begrafenisindustrie draaien voor een deel op wat de auto veroorzaakt. Verder moeten wij denken aan de verzekeringen en de verkeerspolitie en zo is er nog veel meer wat met de auto verband houd. Wij noemen dit alles dus economie, groei en vooruitgang. Ondertussen zien wij dat sinds het begin van deze eeuw een enorme schade is toegebracht aan het milieu door die auto en de vernietiging gaat door. Wij worden zoet gehouden met katalysatoren, recycling en airconditioningsystemen die geen schade zouden toebrengen aan de ozonlaag. Ik ben een van die zeldzame burgers die zich geen auto wenst aan te schaffen. Ik leef in een democratie. Ik moet mijn hoofd buigen onder de kennelijke wens van de meerderheid. Hoe die wens tot stand is gekomen is een vraag. Om nu even terug te komen op die individuele vrijheid die de auto zou verschaffen. Die vrijheid houdt in de eerste plaats verband met het feit dat de auto tot noodzaak is gemaakt. Over serieuze alternatieven wordt nauwelijks nagedacht. Echter, naast de vervuiling die de auto veroorzaakt is zij ook oorzaak van een groeiend isolement van de burgers tegenover elkaar. Ik ben het er mee eens dat wij het roken van sigaretten zoveel mogelijk tegen moeten gaan. Reklame voor dit zwaar verslavende genotsmiddel zou geheel en al gebannen moeten worden. Wij dienen de vrijheid van elkaar te waarborgen. Wat betreft het roken van sigaretten is er iets tot de breinen van de meerderheid doorgedrongen. Ik, en velen met mij wachten er al jaren lang op dat ook andere zaken zoals het verschijnsel automobiel eens onder de loep worden genomen.
Van onze overzeesche correspondent
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 282, 10 februari 1995