Skip to main content
  • Archivaris
  • 282

Annexatie

Die ochtend werden er zware gevechten gemeld bij de Graafseweg en omgeving. Sluipschutters namen vanaf het dak van het voormalige belastingkantoor alle verkeer dat richting centrum ging onder vuur. Op het kruispunt bij de Grobbendonklaan werden in allerijl barrikades opgeworpen van het al maanden niet opgehaalde vuilnis, dat later door jeugdige buurtbewoners in brand gestoken werd. Ook Hintham ontkwam niet aan de zware strijd; van de hoge flats langs de A2 was ongeveer de helft in rokende puinhopen veranderd. De kerk aan de Pastoor van Thiellaan was geraakt door een geleide raket en de toren was ingestort. Buurtbewoners maakten zich haastig uit de voeten met het metaal van de klokken. Aan het begin van de Aartshertogenlaan stonden twee uitgebrande tanks en enkele pantserwagens, getroffen door antitankraketten. Ook vanaf het hoge PTT-Telecomgebouw en het Carolusziekenhuis werd door sluipschutters geschoten. Nu het Carolusziekenhuis in handen van de opstandelingen was, werden gewonden naar een inderhaast gevormd noodziekenhuis in het stadion De Vliert gebracht. Behalve het ziekenhuis, PTT-Telecom en voormalig belastingkantoor kontroleerden de opstandelingen grote delen van de Graafsewijk, de Vliert en Muntel, terwijl ook het strategisch belangrijke Orthenpoort in hun bezit was. Krijgsgevangenen werden nu opgesloten in het politieburo, terwijl in het Sociale dienstgebouw ook een noodhospitaal was ingericht.
Vanuit hun positie in het noorden en oosten van de stad trachtten de opstandelingen aansluiting te krijgen bij de strijd die zich inmiddels in het westen van Den Bosch afspeelde. Ook hier beelden van rokende en in brand staande flatgebouwen bij de Helftheuvel, terwijl het winkelcentrum geplunderd werd. Overal lagen gesneuvelde of zwaargewonde gemeentetroepen, maar het risiko was te groot de lichamen nu te bergen, omdat de hele Kruiskamp voortdurend werd bestookt met mortiervuur. Twee journalisten van het Brabants Dagblad behoorden ook al tot de slachtoffers, omdat zij zich te dicht in de vuurlinie hadden begeven. Hetzelfde overkwam een kameraploeg van de BLOS die, op zoek naar wat snel geldelijk gewin door de beelden aan CNN te verkopen, in hun beroepsijver op een landmijn aan de Oude Vlijmenseweg reden.
De voorste linies van de opstandelingen hadden reeds de wijk Boschveld bereikt en in felle man-tegen-mangevechten werd gestreden om de stationstunnel. Zwaar gekamoefleerde zelfmoordkommando's trachtten intussen de spoorlijn over te steken bij de Parallelweg. Ook hadden zij de kabel-TV-installatie aan de Paardskerkhofweg ingenomen, zodat via alle netten alleen nog propagandafilmpjes te zien waren met een duidelijke politieke boodschap. De Koudijsfabriek werd flink onder vuur genomen door op het terrein van de Brabanthallen opgestelde tanks en een gejuich steeg op toen de grote containers geraakt werden en het gebouw volledig instortte. Een walm van bedorven veevoeder kwam al snel over de hele stad te hangen. Nu werd opgerukt naar de Diezebrug, van groot strategisch belang, want bij inname van de brug konden de westerse opstandelingen hun krachten bundelen met de oosterse. Maar een geheime operatie van de gemeentetroepen had ervoor gezorgd dat de Diezebrug volledig ondermijnd was met explosieven, en toen de Koudijsfabriek door de vijand was ingenomen gaf het hoofdkommando op het stadhuis opdracht de brug op te blazen. Nu deze weg was afgesneden probeerde men het via de Havensingel. Met automatische geweren bewapende opstandelingen hadden zich al schietend een weg gebaand naar de Visstraat. De bij MacDonalds aan de Hoge Steenweg verschanste gemeentetroepen boden hevig weerstand, hetgeen de nodige slachtoffers opleverde. Om meer zicht op de gevechten te krijgen hadden speciale kommando's van de gemeente de hele hoek Visstraat-Hoge Steenweg opgeblazen. Maar via de wirwar van straatjes rechts van de Visstraat lukte het de goed getrainde elitetroepen van de opstandelingen de rand van de Markt te bereiken. Zware gevechten vonden plaats rond Hema en V&D, maar na enkele uren konden de opstandelingen de deels brandende gebouwen in bezit nemen en wapperden vanaf de daken hun trotse vlaggen.
De oosterse troepen hadden de hele Graafsewijk nu onder kontrole en Hinthamerpoort. Sluis Nul werd overgestoken en tanks reden de Hekellaan op. Via de Hinthamerstraat baande men zich al schietend een weg richting centrum. De gemeentetroepen hadden de Hinthamerpromenade en Kerkstraat volledig gebarrikadeerd, maar met luchtsteun werd deze barrikade door een precisiebombardement effektief opgeruimd. Nu was het nog slechts een kwestie van tijd voor de opstandelingen. Hoewel de gemeentetroepen behoorlijke weerstand leverden in het centrum van de stad, werd toch duidelijk dat zij spoedig zonder munitie zouden zitten omdat het centrum nu volledig omsingeld was door opstandelingen. De Vughterstraat was onbegaanbaar, omdat vrijwel alle gebouwen ingestort waren en de straat bezaaid lag met enorme brokken puin. Ook het Mariënburgklooster aan de Westwal was getroffen door een fragmentatiebom, en fragmenten klooster lagen overal. Door de kracht van de inslag was de voetgangersbrug over de Dommel ingestort. Gemeentetroepen hadden ook het Heetmanplein opgeblazen, om te voorkomen dat rebellen langs die kant de stad zouden naderen.
De strijd rond de Markt konsentreerde zich op inname van het burgemeesterlijk paleis. De kommandanten van oosterse en westerse rebellen hadden een geheime bespreking in de kelder van C&A en koördineerden de strijd vanuit deze bunker. Het torentje van het burgemeesterlijk paleis was reeds ingestort na een voltreffer en van de gebouwen naast het paleis waren nog slechts ruïnes over. Toch duurde het nog vele uren voordat de gemeentelijke troepen hun verdediging staakten. Tot de laatste kogel werd getracht de opstandelingen tegen te houden, maar tevergeefs, de overmacht bleek uiteindelijk te groot. De burgemeester gaf opdracht op de ruïne van het paleis de witte vlag te hijsen. Onmiddellijk staakten de opstandelingen hun vuren. Tanks en pantserwagens reden de Markt op en vormden een blokkade voor het burgemeesterlijk paleis.
Uit de kelders van C&A kwamen beide kommandanten van de rebellen. Ze liepen naar het bordes van het burgemeesterlijk paleis, waar inmiddels een verslagen Don Burgers op het laatste oordeel stond te wachten. De kommandanten schudden hem de hand en overhandigden hun petitie: geen annexatie Rosmalen en Heusden!

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 282, 10 februari 1995