Atoompaniek aan het einde van het millennium (deel drie)
In Kleintje Muurkrant nummer 322 en 323 besprak Peter Edel de dieper gelegen omstandigheden achter de recente nucleaire ontwikkelingen in India en Pakistan. Uit de onlangs in deze landen uitgevoerde kernproeven blijkt volgens hem een verschuiving in het nucleaire landschap, waar religie een meer nadrukkelijke rol is gaan spelen.
door Peter Edel
De kernarsenalen zoals die sinds het ontstaan van de Koude Oorlog door de grootmachten werden opgebouwd, waren gericht op het uitbreken, dan wel het voorkomen, van een mondiaal conflict. Met de val van de Sovjet Unie heeft zich een nieuwe situatie aangediend, al betekent dat zeker niet dat het gevaar geweken is. In ideologisch opzicht kunnen de VS en de voormalige Sovjet landen het tegenwoordig dan weliswaar goed met elkaar vinden, maar tegelijkertijd kan er niet aan voorbij gegaan worden dat zich aan beide kanten nog altijd een hoeveelheid kernwapens bevindt waarmee deze planeet meerdere malen vernietigd kan worden. De dreiging die hier nog altijd vanuit gaat bleek enige tijd geleden weer eens, toen het bericht verscheen dat het kernarsenaal van de voormalige Sovjet Unie, door achterstallig onderhoud, in voortdurende staat van 'red alert' wordt gehouden. Niet echt een geruststellende gedachte.
Onderhandeling over inkrimping van de kernarsenalen in Oost en West leverden aanvankelijk mooie beelden op van kernwapens die werden vernietigd. Naïeve geesten raakten er zowaar van in de veronderstelling dat het nu eindelijk gedaan was met de nucleaire dreiging in de wereld. Het liep anders, want de initiatieven tot kernwapenbeperking zijn ondertussen op een laag pitje gezet. Maar niemand maakt zich daar druk over, ook de politiek niet. Welke politieke partij had het bijvoorbeeld tijdens de laatste verkiezingen in Nederland nog over kernbewapening? Niemand toch?
Maar zelfs als de afbouw van nucleaire bewapening nog in volle gang zou zijn, dan blijft het de vraag wat hier het nut van is. Er kan van de wetenschap moeilijk verlangd worden dat men vergeet hoe een atoombom gebouwd wordt. Landen die over de benodigde splijtstoffen en technologie beschikken kunnen daardoor binnen een zeer kort tijdsbestek een kernarsenaal opbouwen, als daar om wat voor reden dan ook behoefte aan zou ontstaan. Wat dit betreft blijft de aarde in de toekomst opgezadeld met een enorme last. Ontmanteling van kernsarsenalen veroorzaakt niet veel meer dan een vals gevoel van veiligheid. Daar komt nog bij dat er nu ook andere factoren van invloed zijn op het risico dat ergens in de wereld een nucleair conflict uitbreekt. Want naast de traditionele nucleaire dreiging, die zijn oorsprong in de Koude Oorlog kent, duikt het risico van een atoomoorlog nu tevens op ten aanzien van regionale conflicten. Dat Pakistan volgens de meest recente berichten een preventieve nucleaire aanval op India heeft overwogen is in dit verband uiterst illustratief. Tijdens de Koude Oorlog kon kernbewapening niet los worden gezien van de politieke ideologieën die verbonden waren aan de machtsblokken in oost en west. Dit verband is in de huidige situatie komen te vervallen. In plaats van aan ideologieën zijn kernwapens nu vooral gekoppeld aan religies die elkaar vijandig zijn. Met de ontwikkeling in de laatste decennia van joodse, hindoeïstische en uiteindelijk islamitische kernarsenalen, is dat wel gebleken. In deze zin kunnen de kernwapens van de VS en de voormalige Sovjet Unie nu bovendien goed als de christelijke kernarsenalen worden gezien. In dit artikel zal overwogen worden in hoeverre 'de bom' altijd al tot het domein van de religie heeft behoord en daarmee aan het einde van dit millennium pas in zijn passende context terecht is gekomen.
De christelijke bom
Om te beginnen kan vastgesteld worden dat de vernietigende kracht van kernwapens zo ver aan het menselijke voorstellingsvermogen voorbij gaat, dat het eigenlijk niet zo vreemd is dat dit verschijnsel vaak religieus is geïnterpreteerd. Er wordt vaak een vingerafdruk van één of ander opperwezen in herkend, voor wie het allesverwoestende effect van een atoombom tegenwoordig nog de enige wijze zou zijn om zich aan de wereld kenbaar te maken. Met de wonderen, die in vroeger tijden aan dit metafysische schepsel van de mens zijn toegeschreven, zou dat al lang niet meer te bereiken zijn.
Voor aanhangers van het specifiek Amerikaanse christelijk fundamentalisme kent de atoombom ook een specifiek religieuze betekenis. Zij geloven dat Jezus niet op aarde kan wederkeren, als daar geen atoomoorlog aan vooraf is gegaan. Dit 'Nuclear Armageddon' vloeit voort uit hun interpretatie van de bijbelse voorspellingen. Dergelijke christenen spreken in hun gebeden de hoop uit dat een atoomoorlog de aarde (of in ieder geval het Midden Oosten) zal verwoesten. Alleen dan kan Jezus terug komen op aarde. Men is er van overtuigd dat God de rechtschapen christenen zal redden als die dag eenmaal is aangebroken. Ook over de plaats waar dit zich zal gaan afspelen is men het veelal eens, want volgens de interpretaties van de bijbelse profetieën die christelijke fundamentalisten in de VS hanteren, wordt de vallei van Har-Meggido (zo'n vijftig kilometer noordelijk van Tel Aviv) het toneel van deze verschrikkingen. Eén en ander staat uitvoerig beschreven in "The Great Late Planet Earth" van Hal Lindsey uit 1972, dat onder fundamentalistische christenen zo populair is dat er in de jaren zeventig al 18 miljoen exemplaren van verkocht waren. Het christelijk fundamentalisme in de VS moet dan ook zeker niet gezien worden als een sekte met een geringe omvang. Dit soort gevaarlijke religieuze waanzin kent bovendien aanhang in de hoogste kringen. De voormalige Amerikaanse President Ronald Reagan kon zich er goed in vinden. Tijdens zijn presidentschap lijkt de wereld dan ook door het oog van de naald te zijn gegaan.
Religieuze aspecten kwamen naar aanleiding van de eerste atoombomexplosie in de geschiedenis al direct naar voren. Toen Robert Oppenheimer, de wetenschappelijk leider van het Amerikaanse Manhattan project, inzag wat voor een monster hij had gecreëerd sprak hij de gedenkwaardige woorden: "I am become death, the shatterrer of worlds", een citaat uit de "Bhagavad Gita". Evenals van de Bijbel wordt ook van dit hindoeïstische geschrift verondersteld dat er een atoomoorlog in wordt voorspeld. Of alle hindoes dit verwachtingspatroon delen valt overigens te betwijfelen. Er is waarschijnlijk geen religie in de wereld te noemen die zo pluriform van karakter is als het hindoeïsme. Maar er mag niet aan voorbij gegaan worden dat hindoes naar aanleiding van de recente kernproef in India, hebben voorgesteld om op de locatie van de test een hindoetempel te laten verrijzen. Daaruit blijkt dat er wel degelijk (fundamentalistische) hindoes zijn die de atoombom als een religieus gegeven beschouwen.
Quantum mechanica
Religieuze aspecten rond de atoombom kunnen niet los gezien worden van de ontwikkeling die de natuurwetenschap deze eeuw heeft doorgemaakt. Met de quantum mechanica heeft zich daar een ontwikkeling voorgedaan die herhaaldelijk op mystieke wijze is geïnterpreteerd. Dat wordt veroorzaakt doordat de wetenschappelijke norm van de waarneming in de quantum mechanica op een hellend vlak terecht is gekomen. Omdat het sub-atomaire zich onmogelijk tegelijk in al haar hoedanigheden laat waarnemen, is de wetenschap genoodzaakt gedeeltelijk haar toevlucht te nemen tot intuïtie en het omarmen van paradoxen. Het gevolg hiervan is dat er door de wetenschap veronderstellingen worden gedaan, die veel weg hebben van de wijze waarop door oosterse filosofieën tegen de werkelijkheid wordt aangekeken.
De quantum mechanica heeft menigeen doen concluderen dat de studie naar de essentie van de materie in het domein van de religie terecht is gekomen. De vraag in hoeverre deze conclusie terecht is wil ik liever in het midden laten. Persoonlijk kan ik me er wel wat bij voorstellen dat de wetenschap ontdekt heeft dat de zichtbare werkelijkheid minder houvast biedt dan in de klassieke fysica werd aangenomen. Maar om dat direct aan religie te verbinden is natuurlijk weer een heel ander verhaal. Het is echter van belang om vast te stellen dat de grenzen tussen religie en wetenschap de laatste decennia zijn vervaagd en dat de gevolgen daarvan momenteel van grote betekenis zijn. Precies op het moment dat het verval van de traditionele religies een beetje op gang is gekomen, is de wereld, door de vorderingen op het gebied van kernfysica, met een geheel nieuw religieus denken geconfronteerd geraakt. Terwijl kerken worden gesloopt, zijn op talloze plaatsen de koepelgewelven van kernreactoren verrezen. Het is de materie die daar wordt vereerd, al ware het onze lieve heer in eigen persoon. Wellicht kunnen we het in plaats van 'vereren' overigens beter hebben over 'schenden', want kernsplitsing zoals dat ten behoeve van energiewinning plaats vindt, is iets dat op geen enkele manier in de natuur thuis hoort. De wetenschap weet bovendien nog altijd niet wat er precies gebeurt bij het proces van kernsplitsing. Want hoe het sub-atomaire in elkaar steekt is nog altijd niet in alle details bekend. En het is nog maar de vraag of dat punt ooit bereikt zal worden. Want iedere keer als de heren fysici denken de ultieme bouwsteen gevonden te hebben, duikt er korte tijd later al weer een nieuw deeltje op, waardoor het wetenschappelijk denken wederom op zijn kop wordt gezet.
Kernsplitsing heeft in veel opzichten weg van een occult ritueel. Die indruk wordt benadrukt als het proces in een kernreactor eens in de zoveel tijd wordt stil gezet voor het wisselen van de splijtstofelementen. Met alle daartoe benodigde omzichtigheid wordt de 'prima materia' dan gehanteerd door aan de materie gewijde priesters, die gehuld zijn in witte gewaden. Wat zich in kernreactoren afspeelt doet tevens sterk denken aan de mystiek van de aloude alchemisten. Zij geloofden dat aan de werkelijkheid, zoals wij die kennen, een 'chaos' van oerenergie ten grondslag lag. De materie die daaruit zou zijn ontstaan werd door de alchemisten gezien als een 'huwelijk' tussen polaire krachten. Zonder al te veel fantasie valt dit 'huwelijk' te vergelijken met de structuur van het sub-atomaire, zoals dat volgt uit de quantum mechanica.
Het proces waarbij de materiële werkelijkheid uit chaos ontstond, was volgens de oude alchemisten omkeerbaar. De 'orde' in de materie kon volgens hen terug gebracht worden naar de oorspronkelijke chaos van energie van waaruit alles begon, al moet daarbij vermeld worden dat daarmee wel een 'universele zonde' van formaat werd begaan. Daarbij komen begrippen als 'zwarte magie' in een bijzonder daglicht te staan. De tegenwoordige kernsplitsing in kernreactoren, was voor de middeleeuwse alchemisten waarschijnlijk heel dicht in de buurt van iets dergelijks gekomen.
Het is natuurlijk onmogelijk om te bepalen in hoeverre de alchemisten het met hun intuïtieve benaderingswijze bij het rechte eind hadden. Maar het kan niet ontkend worden dat de natuurlijke orde, die binnen het sub-atomaire de boel bij elkaar houdt, door kernsplitsing grof geweld aan gedaan wordt. Dat daarbij een hoeveelheid energie vrij komt die niet meer van deze aarde is, is een eerste indicatie tot deze veronderstelling. Hetzelfde geldt met betrekking tot het plutonium dat voort komt uit het proces van kernsplitsing. Dit kunstmatig gecreëerde scheikundige element hoort van nature niet thuis op deze planeet en misschien zelfs wel niet in het gehele universum. In het laatste geval komt ook het doen ontstaan van plutonium dicht in de buurt van de 'universele zonde'. Het is in dit verband overigens opmerkelijk te noemen dat plutonium naar de Romeinse god van de onderwereld is genoemd.
De gnostiek
Het hallucinerende beeld van de realiteit dat door de quantum mechanica wordt geboden kent tevens sterke raakvlakken met de new age beweging. Dit 'nieuwe' spirituele denken in de westerse wereld zou zelfs ondenkbaar zijn zonder de quantum mechanica. Zo behoren de vragen (zowel als de paradoxale antwoorden), die deze tak van de natuurkunde stelt over de karaktereigenschappen van de werkelijkheid, tevens tot de belangrijkste thema's binnen de new age beweging. Dat laatste valt overigens niet los te zien van de fascinatie die velen binnen de new age beweging kennen met het oosterse religieuze denken, waar eveneens in dergelijke paradoxen wordt gedacht.
Maar er valt ook langs een geheel andere weg een verband te noteren tussen de new age beweging en de ontwikkelingen die zich deze eeuw hebben voltrokken op het gebied van de kernfysica. Er bestaan aanwijzingen dat ook de mythologie van de atoombom nauw aansluit bij wat er binnen de new age beweging leeft. In dit verband dient vooral gewezen te worden op de gnostiek, dat wil zeggen de oude spirituele traditie die aan het einde van het millennium als één der voornaamste pilaren onder de new age beweging is opgedoken.
De essentie van het gnostische denken bestaat uit de overtuiging dat de mens in wezen een spiritueel wezen is, dat door de schepping van de materiële werkelijkheid in het aardse verderf terecht is gekomen. De gnostiek is dan ook altijd gekenmerkt geweest door een stevige afkeer van die schepping. Die werd toegeschreven aan wat in de vroege gnostiek de demiurg werd genoemd, maar waar in feite niemand anders mee bedoeld werd dan de joods-christelijke god Jehovah. Hij en niemand anders heeft volgens de gnostiek de mens in de materie terecht gebracht. Jehovah wordt door de gnosticus als iets totaal anders gezien dan door christenen of joden. In de gnostiek is Jehovah een god van het allerlaagste niveau. In plaats van Jehovah is het de spirituele kern van de mens waar de gnosticus de ultieme goddelijke eenheid in herkent. Door de afkeer van de gnostici voor de joods-christelijke God, wordt in dit verband wel eens over 'metafysisch antisemitisme' gesproken.
De oorsprong van de gnostiek voert terug naar de religieuze systemen, zoals die al ver voor het begin van de jaartelling in en om het tegenwoordige India zijn ontstaan. In de eerste eeuwen maakte de gnostiek een opmars door het Midden Oosten en vervolgens ook door Europa. Daar werd het een religieus systeem dat in populariteit concurreerde met de vroege rooms katholieke kerk. Die concurrentieslag werd uiteindelijk gewonnen door de christenen, al zijn zij er nooit in geslaagd om het gnostische denken geheel uit te roeien. De gnostiek is later dan ook altijd een luis in de pels van het christendom gebleven, in de vorm van een aantal occulte tradities. In de middeleeuwen ontstonden genootschappen, die de gnostische traditie in ere hielden, doch altijd op één of andere wijze verband hielden met het christendom. Het was vooral de spirituele interpretatie die de gnostici van Jezus kende, waardoor dit mogelijk werd, al zal er ook wel een politieke motivatie in het spel zijn geweest. Bekende voorbeelden van middeleeuwse gnostici waren de 'Rozenkruisers', of de zogenaamde 'operatieve vrijmetselaars', die destijds de kathedralen bouwden. Overigens is het christelijke geloof zeker niet de enige religie die ooit een gnostische parasiet heeft gekregen in de vorm van een occult genootschap. Gnostische beginselen zijn tevens duidelijk terug te herkennen in andere religieuze stelsels. Neem bijvoorbeeld de sufi traditie binnen de islam, die vervolgens weer van invloed was op de Tempeliers, de ridderorde waarvan later elementen in de vrijmetselarij herkenbaar waren. Of neem de joodse kabbala, die in de middeleeuwen van grote invloed was op de alchemisten. Dat de laatstgenoemde mystieke traditie tevens gnostische elementen vertoonde is dus niet zo vreemd.
De gnostici hebben zich er nooit bij neer gelegd dat de spirituele mens door toedoen van Jehovah in een stoffelijke toestand terecht is gekomen. Binnen de gnostiek bestaat het verwachtingspatroon dat de mens zich uiteindelijk van de materie vrij zal maken, om terug te keren naar zijn oorspronkelijke staat van spiritualiteit. Het centrale begrip in dit verband is de 'spirituele evolutie'. Omtrent dit begrip bestaan tal van interpretaties. Toen de gnostiek ooit een confrontatie aanging met het christendom, gingen gnostici er van uit dat het beëindigen van de voortplanting een manier was om de mens te verlossen van die nare schepping. De gnostische denker Marcion dacht er bijvoorbeeld zo over. Gelukkig voor de mensheid zijn de plannen van Marcion nooit tot uitwerking gekomen. De gnostisch geïnspireerde genootschappen, die in de middeleeuwen ontstonden, hadden een geheel andere interpretatie van de spirituele evolutie. Daar kreeg de overgang van de materiële naar de spirituele mens veel eerder een symbolische uitleg. De gematigde aanpak van deze gnostici ten aanzien van de spirituele evolutie droeg er toe bij dat genootschappen als de vrijmetselarij jarenlang in de schaduw van het christendom konden blijven bestaan.
Met de new age beweging heeft het begrip spirituele evolutie eens te meer een transformatie doorgemaakt. Van de symboliek die de occulte genootschappen in vroeger tijden kenmerkte, is daarbij weinig over gebleven. In plaats daarvan wordt de spirituele evolutie in sommige geledingen van de new age beweging thans geïnterpreteerd op een wijze die alleen nog ruimte laat voor de meest extreme middelen. Er zijn in dit verband spectaculaire voorbeelden te noemen. Kijk bijvoorbeeld naar de Zonnetempel van Luc Jouret, of Heaven's Gate van Marshall Applewhite. In beide gevallen dachten de betrokkenen op een spiritueel hoger niveau terecht te komen door zelfmoord te plegen. De twee genoemde sekten vormen nog maar het topje van de ijsberg. Op talloze plaatsen in de wereld bevinden zich momenteel soortgelijke apocalyptische groepen. De mogelijkheid kan zeker niet worden uitgesloten dat er over enige tijd weer zo'n sekte in het nieuws komt vanwege een collectieve zelfmoord. En ook dan zal daarbij weer het argument gebruikt worden dat de wereld op het punt om staat om ten onder te gaan. Het bereiken van een hogere spirituele toestand door zelfmoord te plegen (wat in de praktijk overigens vaker op vermoord worden is neer gekomen), blijft dan als enige over om hier aan te kunnen ontkomen.
Maar goed, zo lang het bij een beperkt aantal van dit soort malloten blijft, heeft de rest van de wereld daar niet echt last van. Het wordt een heel ander verhaal naarmate apocalyptische sekten de spirituele evolutie meer als een collectief gebeuren gaan beschouwen. Dan hebben we het opeens niet meer over relatief kleinschalige zelfmoord (of moord), maar over massamoord. Ook de atoombom komt dan om de hoek kijken. Gnostici binnen de new age kennen hiermee een alternatief, waar hun klassieke voorgangers niet van durfden te dromen. Namelijk: de mogelijkheid om via een nucleaire holocaust voor eens en voor altijd met die verwenste schepping af te rekenen. Diegenen die van mening zijn dat dit allemaal wat ver gezocht is moeten weten dat spirituele evolutie en massamoord in deze eeuw zeker geen vreemden van elkaar zijn. Ook de nazi's kenden hun interpretatie van de gnostiek. Het voert te ver om hier te lang bij stil te staan, maar Hitler en trawanten dachten dat het door hen veronderstelde arische ras oorspronkelijk spiritueel van aard was. De joden hadden er volgens de nazi's voor gezorgd dat het arische ras in de materie kwam. Uitgaande van dit raciale waanidee werd de holocaust door hen als een voorwaarde gezien voor de spirituele evolutie van het arische ras.
Het gegeven waarbinnen de atoombom gezien wordt als een vorm van verlossing, zorgt er voor dat de gedachtenwereld van de, laten we maar zeggen, militante gnostici binnen de new age beweging overeenkomsten kent met die van de eerder beschreven fundamentalistische christenen. Als het moment eenmaal daar is verwachten de fundamentalistische christenen dat de hand van God hen red, terwijl menigeen binnen de new age op de komst van ufo's rekent als de wereld vergaat. Wat is het verschil? Niet vreemd dus dat begrippen als Apocalyps, Armageddon en spirituele (r)evolutie, volledig met elkaar uitwisselbaar zijn geraakt. En het blijft wat dit betreft niet alleen bij de new age beweging en de fundamentalistische christenen. Eigenlijk komt het er op neer dat de meeste religies er wel een bepaald verwachtingspatroon op na houden, waarbij de verwachting van een collectieve religieuze openbaring niet zelden gekoppeld is aan voorspellingen over cataclystische gebeurtenissen op aarde (door natuurrampen, dan wel door mensenhanden). Eén en ander kan vanzelfsprekend niet los worden gezien van de psychologische barrière die gevormd wordt door de aanstaande overgang naar het volgende millennium.
Het is geenszins mijn bedoeling om hier te beweren dat iedereen binnen het new age denken met plannen in zijn hoofd rond loopt om de aarde op te blazen. Evenmin zal men mij horen zeggen dat aanhangers van andere religieuze systemen hier in het algemeen op uit zijn. Dat er momenteel echter verschillende religieuze kringen zijn die hun hand er niet voor om draaien om het verwachte einde van de wereld een stukje te helpen, leidt geen twijfel. Het christelijk fundamentalisme in de VS is daar een voorbeeld van. Maar ook binnen enkele oosterse religies wordt kennelijk in deze richting gedacht. De Japanse Aum sekte van Shoko Asahara, die zowel gekenmerkt werd door aspecten van het boeddhisme als de new age beweging, deed in 1997 in ieder geval een aardige aanzet in deze richting, via een serie gifgasaanslagen op metrostations in Japan. Het was volgens Asahara en zijn aanhangers de bedoeling van deze aanslagen dat de Apocalyps er mee op gang werd gebracht.
Shoko Asahara kreeg zijn zin niet, maar als zijn sekte een voorbode is van wat er nog te wachten staat op het gebied van de spirituele evolutie, dan kan de wereld zijn lol nog op. Ook wat betreft het risico van een kernoorlog. Ik moet er bijvoorbeeld niet aan denken wat er zou gebeuren als een aanhanger van een extreem apocalyptische sekte, als bijvoorbeeld die van Asahara, op een verantwoordelijke positie terecht komt ten aanzien van het kernarsenaal van één van de kernmachten.
Zij die zich tegen het religieuze doemscenario, ten aanzien van een atoomoorlog verzetten, moeten er aan herinnerd worden dat het religieuze fundamentalisme een grote vlucht heeft genomen in de wereld en in verschillende landen de seculiere regeringen heeft verdreven. Bovendien dienen sceptici zich er van bewust te maken dat aanhangers van de new age beweging momenteel in alle lagen van de samenleving terug te vinden zijn, ook binnen regeringen. En er is geen reden te bedenken waarom het regeringsniveau waarop beslissingen over kernwapens worden genomen hierbij een uitzondering zou vormen. Het lijkt dan ook slechts een kwestie van tijd te zijn dat daar iemand terecht komt die zijn kans schoon ziet om de gehate demiurg eens een stevige loer te draaien.
Met de risicofactoren die al aanwezig waren tijdens de Koude Oorlog, is het eigenlijk een wonder dat de wereld, in de laatste vijftig jaar, behoed is gebleven voor een incident met kernwapens. Als de religieuze controle over kernwapens, zoals die zijn intrede heeft gedaan, niet garant kan staan voor een soortgelijk 'Pax Atomica' in de volgende vijftig jaar, dan zal de aarde in de nabije toekomst in één grote paddestoelenplantage veranderen.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 324, 28 augustus 1998