De kruik gaat zolang te water...
De maatschappij is steeds minder gericht op het ondersteunen van elkaar maar tendeert meer en meer naar een egoïstische vecht'samen/tegen'leving: de staat wordt niet gevormd door een groep democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, maar door representanten van lobbygroepen die allemaal met elkaar wedijveren voor hun eigen stukje keek. Naar mate de Europese eenwording verdergaat maakt het niet meer uit waar je woont en werkt. De Economische Europese Eenwording is feitelijk al rond, je hoort dan ook nog nauwelijks iets van de initiatiefnemers van het Verenigde Europa, de leden van ERT, European Round Table of Industrialists: de representanten van Europese mammoets als Daimler Benz, Philips, Shell, Fiat etc. De bazen zijn aan het oogsten, de bedrijfswinsten stuiteren al jaren omhoog, fusie na fusie zorgt voor enorm grote multinationals die onderling de aardkloot in partjes hebben verdeeld: ieder lepelt zijn eigen stukje leeg. De Politieke (en dus Sociale) Eenwording is een heel ander verhaal. Dan krijg je te maken met emotionele zaken als sociale voorzieningen en de koningin op je munt of wel of niet je papieren laten zien aan een wildvreemd uniform. Dat is momenteel aan de gang, de Europese top in juni aanstaande in Amsterdam is daar weer een - belangrijke - stap in.
ouderwets klassendenken
Ondertussen wordt steeds duidelijker dat in heel Europa de werkende klasse steeds kleiner wordt. De maatschappij valt uiteen in een aantal - in de nabije toekomst elkaar waarschijnlijk aanvallende - klassen, te weten de "werkenden", de "uitbuiters" en de "overtolligen". De werkende klasse blijft dezelfde dan die sinds de industriële revolutie uit het eind van de vorige eeuw met dat verschil dat die klasse kleiner is geworden en veel minder eenvormig. Ze is uiteen gevallen in fabrieksarbeiders, havenarbeiders, kantoorwerkers, straatwerkers, boeren enzovoorts. Allemaal met de neiging naar een eigen huis, een eigen auto en (dus) een forse hypotheek bij diegenen die de bedrijven bezitten en het beheer voeren over de nieuwe kaste der geldbeheerders. Een enorm gegroeide kaste van verzekeringsfondsen, pensioenfondsen, beursspeculanten en banken: zij spelen een uitermate belangrijke rol in de vormgeving van de samenleving: het wel of niet financieren van grote projecten en een directe lobby naar en binnen alle Europese staten. De groeiende groep niet-werkenden, en dan doel ik niet op rijke gepensioneerden en nietsnuttende renteniers, bestaat uit een enorm arbeidsreserve-leger en broodnodige consumenten. Vooral dankzij deze laatste economische betekenis - het consumeren der producten - is een sociaal vangnet van wezenlijk belang voor de voortgang der Europese Unie. Je zult de grote groepen "uit de arbeid gestotenen" voldoende inkomen dienen te garanderen anders krijg je je producten niet afgezet. Hoe groter die afzetmarkt des te meer er geproduceerd kan worden en meer productie betekent vaak grotere uitbuiting der werkenden en grotere winsten voor diegenen die de productie-eenheden (lekker ouderwets he?) bezitten, de banken, de pensioenfondsen en de verzekeringsmaatschappijen.
arbeidsethos en bewuste baanloosheid
Vandaar dat het van het grootste belang is dat er gewerkt wordt aan een sterkere bewustwording over de eigen positie van al diegenen die deze "prestatie & vecht-samenleving" zat zijn. Die het alsmaar meer produceren en consumeren willen omzetten in "consuminderen". Die in de gaten hebben dat wij met ons allen al lang een bovengrens hebben bereikt van wederzijdse vergiftiging en de immer voortrazende haast. De kwaliteit van het dagelijkse bestaan, daar zou toch alles op gericht dienen te zijn? Hier hoort een fundamentele herverdeling van de arbeid bij. Automatisering en robotisering van de productie van goederen is uiteraard niet tegen te houden en je kunt er flink over debatteren of het inderdaad niet beter is om machines onder de grond te laten werken in plaats van ademende mensenlijven... Sommige arbeid kan nu eenmaal veel beter, veiliger en accurater door machines gedaan worden, daar is toch niks mis mee? Wat er mis is, is dat diegenen die jaren lang hard gewerkt hebben, die dus een zeer groot gedeelte van hun feitelijke arbeidsloon afgestaan hebben aan de eigenaren van die arbeid, de straat worden op getrapt met een minimum-inkomen. Daar gaat het om. En dat al diegenen "met een vlekje" niet aan het werk kunnen komen en aan de kant gezet worden met een minimum-uitkering. Dat sommigen honderdduizenden guldens per jaar binnengraaien terwijl zeer velen zich dagelijks druk moeten maken om rond te komen. Zo bezien is een gegarandeerd basis-inkomen voor iedereen een 'zegen'. Het levert dan wel onmiddellijk een enorme hoeveelheid werklozen op - denk maar eens aan al die controlerende sociale diensten, arbeidsbureaus, hoge kantoren vol ambtenaren - maar dat is een eenmalige schok. Wanneer arbeid beoordeeld wordt op haar maatschappelijk nut in plaats van op haar maatschappelijk prestige dan zouden we een hele stap vooruit zetten. Waarom verdient een valuta-speculant per jaar minstens tien keer zoveel dan een stoeptegellegger? Wat is nu feitelijk het verschil tussen de werkzaamheden van een tandarts die een gat in je zere tand vult en een loodgieter die je van een stinkende pleeverstopping afhelpt? Toch geen drie ton per jaar?
Zou iemand die willens en wetens een bedrijf opzet dat gif, herrie en hebzucht rondstrooit niet streng bestraft dienen te worden in plaats van fors beloond?
Waarom dan toch die hetze tegen mensen die vrijwillig genoegen nemen met een veel te lage ABW-uitkering? Zouden de regelneven en -nichten bang zijn dat deze 'consuminder'-houding een negatief effect heeft op de volgzaamheid van vele 'loonslaven'. Op al diegenen die voelen dat ze "geleefd worden" in plaats van dat ze zelf het stuur overnemen. Denken jullie ook niet dat onze maatschappij er een stuk beter uit zou zien indien de sociale dienst-repressie zou afnemen? En wat te denken van de vele mensen die in de problemen zijn geraakt vanwege een goedbetaalde baan die echter werd 'weggesaneerd' waardoor iemand zijn hypotheek niet meer kon aflossen en met een groot verlies zijn eigen huis moest verkopen en tegen een levenslange schuld aankijkt...
onthaasting
Notabene minister De Boer sprak in haar nieuwjaarsrede het woord "onthaasten" uit. Mooie krantenkoppen waren hiervan het gevolg zoals bijvoorbeeld "onthaasting is mooi, maar het werk moet ook af". Recente cijfers met betrekking tot stress, depressiviteit ten gevolge van psychische druk en een algemeen gevoel van onbehagen zouden ons toch allemaal tot het besef dienen te brengen dat het levensprincipe der onthaasting een schone zaak is... Nadenken en discussiëren over en strijden voor een fundamentele herverdeling van werk, inkomen en kennis zou kunnen leiden tot een betere wereld, dichtbij en veraf. Het huidige regeringsbeleid van "werk, werk, werk..." is een schandelijke leugen aangezien we op ditzelfde moment geconfronteerd worden met massaontslagen in alle staten van de Europese Unie. Ter afsluiting, uit het maartnummer van 'Kwerk', het tijdschrift over arbeid (Werkgroep Vrije Arbeid, Postbus 18502, 1001 WB, Amsterdam), nemen we een citaat over van Frederik van Eeden, uitgesproken tijdens een toespraak tot werkenden te Amsterdam, 14 maart 1899: "Nu heb ik voor eenigen tijd aan deze leden van den beuzelenden stand gevraagd: "waarvan zij leven?" En zoo vraag ik nu aan u, leden van den werkenden stand "waarvoor gij werkt?" En net als zij zeggen: "wij leven van geld", zo zegt gij: "wij werken voor geld". Maar dat is onzin, gij werkt niet voor geld, maar voor de menschen die u geld geven, voor ieder die u geld geeft, voor dien werkt gij. Voor ieder, voor schurk en schoft, even hard, even bereidwilligh. Vindt gij 't een genoeglijk bestaan, op die manier? Merkt ge dat ge in de ketens zit? Voelt ge de boeien knellen? De menschen, die niet tot den werkenden stand behooren, hebben 't meeste geld. En in plaats van voor elkander te werken, werkt gij bij voorkeur voor de beuzelaars. Hoe zit dat? Wat is het ideaal voor den werkman? Voor den 'rijkdom' te werken, daarbij is 't meeste te verdienen. In plaats van een veracht, verstooten mensch te zijn, een verschoppeling van de maatschappij, is de beuzelaar het midden, de spil waar alles om draait. Hoe zit dat? Tegenover beuzelen staat nuttig-werkzaam zijn. Maar wat nuttige werkzaamheid is, daar kan men lang over kibbelen. De een zal bijvoorbeeld het bouwen van een pantserschip nuttig werk noemen, de ander noemt het beuzelen. Gij, niet-bezitters, zijt gedwongen te werken voor de bezitters, of gij wilt of niet. Uw vrijheid is een wassen neus, het staat u alleen vrij te verhongeren, wanneer ge weigert toe te stemmen in de voorwaarden die de bezitter u stelt. Zoo zijn uw ketens gesmeed. Gij kunt u niet bevrijden door dom en grof geweld, door drukte en geschreeuw. Niet werk staken, integendeel. Maar niet meer voor de heeren werken, maar voor elkander. Niet meer werken voor de beuzelaars, maar werken voor de werkers.
Werkers! Werkt voor elkander! Coöpereeren, samenwerken, en niet concurreeren, tegenwerken.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 308, april 1997