Grenzen tussen "links" en "vaag"
Met groeiende ergernis volg ik de discussies in het Kleintje omtrent theosofie en dergelijke. Met name het gebabbel van 'specialist' De Tollenaere begint me zoetjesaan flink op de zenuwen te werken. Niet dat ik hem inzake theosofie en de huidige New Age fundamenteel met hem van mening zou verschillen, integendeel zelfs. Maar bijvoorbeeld ook in De Groene blijft De Tollenaere hangen op historisch geneuzel voor de freaks en wat plat venijn zonder enige nuance.
Ook ik heb me in verband met mijn studie bezig gehouden met theosofie en de honderdenéén andere profeten rond de eeuwwisseling. In dat verband werd ook ik geconfronteerd met een aantal op z'n minst irriterende kwesties en problemen die historisch, maar ook actueel relevant zijn. Aan sommige daarvan is in 't Kleintje tot dusverre echter geen aandacht besteed.
De vaststelling bijvoorbeeld, dat de Steiners en de Blavatsky's rond 1890 racistisch waren kan op zichzelf geen reden zijn om hun 'sofietjes als zodanig te verwerpen. Noch het seksisme van Proudhon, noch het antisemitisme van Bakunin, om nog maar te zwijgen van de eugenetische fantasieën van onze Domela zijn ooit aanleiding geweest om het anarchisme ter discussie te stellen. Waarom ook? Mag ik geen condooms halen bij het Rutgershuis omdat Jan Rutgers een racist was, zoals ook Aletta Jacobs en Wilhelmina 'Dolle Mina' Drucker dat in die dagen waren? Moeten al die kindertjes uit de scene van hun schooltjes weg als bekend wordt dat Maria Montessorie een raciste en bovendien fanatiek theosofe was?
De eis, dat 'sofen zich tot hun geschiedenis leren te verhouden, is gerechtvaardigd, maar hetzelfde geldt natuurlijk ook voor ons materialisten. Dan blijkt niet alleen dat het linkse en links-liberale gedachtengoed rond 1900 doortrokken was van racisme (Kautsky, Van Houten), dan blijkt bovendien dat de New Age van toen vooral door bemiddeling van de jeugd- en de vrouwenbeweging zeer dicht in de buurt kwam van wat toen zoal voor 'links' kon doorgaan. Het maatschappijmodel waarmee Steiner in 1918 in Duitsland een beroemdheid werd, had niet alleen de schijn heel 'links' te zijn, het was ook feitelijk een occulte, deels op Stirner geënte 'hertaling' van een plan van Kropotkin. En juist in Nederland, waar het socialisme sterk religieus gekleurd is geweest - en gebleven - waren verbindingen tussen links en de New Age tot in de jaren dertig maar ook daarna nog heel normaal (denk maar aan de AJC).
Om niet op mijn beurt bij historisch geleuter te blijven: ook nu is de afstand tussen New Age en voorheen: 'de beweging' niet zo groot als wel wordt gesuggereerd. Op het niveau van de theorie of wat daar voor door moet gaan komt bij beide een aantal vergelijkbare motieven naar voren. En laten we er eerlijk over zijn: ook op het niveau van het persoonlijke is er best veel 'overlap'. In de bio-winkel op de hoek haakt iedereen, 'links' en 'vaag', naar een meer of minder uitgewerkte kritiek op de moderne (techno-)wetenschap en de westerse vorm van samenleven, ondersteunt een 'politiek' van de daad en het alledaagse en zoekt naar een moeizame balans tussen het individuele en het collectieve.
Dat de gemiddelde New Agerster wat het laatste betreft neigt naar zelfverafgoding en voor het overige haar heil zoekt bij vaagheid, Führertypen en - opnieuw! - de biologie, is natuurlijk meer dan zorgwekkend. Dat moet ook aan de kaak gesteld blijven worden, meer nog zelfs dan nu. Maar in plaats van alleen pretentieuze vingertjes te heffen zou links er goed aan doen zichzelf en de ander wat wezenlijke vragen te stellen.
Wie, wat voor 'n mensen zijn het, die met open ogen grenzen stellen aan hun kritische denkvermogen, en waarom juist zij? Heeft of is links een antwoord op die verkleutering of is eerder het omgekeerde waar? Zijn er inderdaad wel duidelijke grenzen te trekken tussen 'links' en 'vaag', ook in de kaders van de milieu-, de vrouwen-, de vredesbeweging? Zo ja, waar liggen die grenzen dan precies? Zo nee, wat is er dan wellicht ook 'vaag', mytisch, mystisch en mystificerend in het denken en doen van de linkse beweging?
Om de toekomst niet definitief aan de intuïtie en het 'positieve denken' van de blanke middenklasse over te laten, zal links expliciet in moeten gaan op vragen als deze. Ik geef toe dat het in dit geval erg moeilijk is, maar 't is soms slim om je tegenstanders serieus te nemen, al was het maar als (sociaal-economisch) verschijnsel. Producenten van een nieuwe linkse theorie of praktijk zullen zich er bovendien rekenschap van moeten geven dat iedere potentiële consument daar anno nu blijkbaar iets van praktische en emotionele 'zin' in moet kunnen vinden. Alleen een duidelijk en duidelijk afgebakend links alternatief, dat serieus en tegelijk wervend is, mag hopen het gevecht tegen 'vaag' frontaal en op bredere schaal te kunnen voeren. Zolang dat niet uitgeformuleerd is blijft het roepen vanuit de achterhoede.
allie
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 308, april 1997