Nie Wieder
Het is inmiddels 2006, en mijn zoontje is zo onderhand in staat tot kritische vragen.
`Pap?'
`Ja jongen?'
`Wat deed jij toen het oorlog was?'
De langgevreesde vraag, het moest er eens van komen.
`Joegoslavië, bedoel je?'
`Eh, nee. Ik bedoelde eigenlijk de oorlog tegen de asielzoekers. De "illegalen"-deportatie. We hadden het erover bij geschiedenis. Is het echt waar dat hier vroeger mensen van over de hele wereld rondliepen?'
Even voel ik een koude rilling over mijn rug lopen. Illegalen, wat klinkt dat woord nu akelig.
`Ja, zoon,' antwoord ik hem. `Vroeger was het hier kleurrijk. Je hoorde allerlei talen op straat, we hadden gracieuze voetballers, exotische eettentjes, zwoele muziek...'
Het joch haalt me bruut uit mijn overpeinzingen.
`Daar gaat het nou niet om. Waarom is het veránderd? Jullie waren toch allemaal van de Nie wieder-generatie?'
Ik kan een vermoeide zucht niet onderdrukken.
`Ja..., het schijnt. Achteraf kun je daar om lachen. Voor jou is het nu makkelijker te oordelen dan voor de meesten toen.'
`Ach, lul toch niet, pa. Je gaat me toch niet vertellen dat jullie toentertijd zo'n Schmitz niet doorhadden hè? Het was zo duidelijk!'
`Voor mij wel, ja. Maar de meesten keken er toch heel anders tegenaan. Het ging eigenlijk heel geleidelijk, stapje voor stapje. De stapjes waren vaak zo klein dat het de moeite niet waard leek om ertegen in opstand te komen. En raakte men eens op grote schaal verontwaardigd, dan werd een voorstel weer ingetrokken om het later alsnog in te voeren. De ene keer was het het onmogelijk maken van gezinshereniging. Of het afschaffen van hoger beroep. Of de identificatieplicht. Of...'
`En dat noem jij kleine stapjes?' Hij weet zijn spot maar nauwelijks te onderdrukken. `En de koppelingswet dan? Of die Iraniërs die werden uitgezet terwijl iedereen wist dat ze ten dode waren opgeschreven? Die Roemeen die werd "afgeplakt"? Dat was toch allemaal in jouw tijd?'
IK kom niet verder dan te zeggen: `Ik baalde er ook van, zoon. Ik was ook geschokt. Maar ik kreeg het niemand duidelijk gemaakt.'
`Maar zo moeilijk kan dat toch niet geweest zijn? Neem nou die koppelingswet. Die "illegalen" kregen dus geen onderwijs of gezondheidszorg meer. Toch?'
`Daar kwam het wel op neer, ja.'
`Nou, dat bedoel ik. Waarom deed jullie dat niet direct denken aan de jodenster? Jullie waren toch zo begaan met die Tweede Wereldoorlog? Zo geschokt dat joden toen niet meer in de zwembaden mochten? Hoe kan je dan zelf de "illegalen" uit de ziekenhuizen weren?'
`Iedereen die dat verband legde, werd uitgelachen. Iedereen riep dat die zaken niks met elkaar te maken hadden. De mensen bleven in mei dan ook gewoon een bloemenkrans leggen om de bevrijding te vieren.'
`Ja, de bevrijding van het land door illegalen, zeker.'
`O, gaan we cynisch worden? Dan hoeft het voor mij niet meer, hoor. Papa stond aan de goede kant, neem dat van me aan. Er wilde gewoon niemand luisteren. Ik kon niet op tegen de stroom regeringspropaganda. De ene keer riepen ze dat het geld op was, en dat ons sociaal zekerheidsstelsel onder druk kwam te staan. Dan weer zeiden ze dat de huisvestingsproblemen allemaal aan de "illegalen" te wijten waren. Een andere keer hadden ze het erover dat alle moskeeën in de drugshandel zaten. Dat veel buitenlanders crimineel waren. Of dat ze ziektes met zich meebrachten. Soms werd er gewezen op het buitenland, zo van: als wij niet met de buurlanden meegaan, dan lopen we uit de pas en worden onze problemen nog veel groter. De politici bleven maar hameren op "de stromen vluchtelingen" die ons land zouden overspoelen. En overstromingen, dat heeft in dit land altijd nogal gevoelig gelegen.'
Mijn zoon blijft me aankijken met een verbaasde blik. `Maar extreem-rechts dan?
Dáár kon toch geen misverstand over bestaan?'
`Dat zou je nu denken, ja,' zeg ik, nu ook niet zonder verbittering in mijn stem. `Maar het lukte ze toch. Alweer: geleidelijk. Dan weer mochten ze in de krant schrijven dat ze eigenlijk nette mensen waren, dan weer mochten ze over straat marcheren.'
`Zwolle '96,' reageerde hij gevat.
`Precies, jongen. Zwolle '96 was het begin. En stapje voor stapje marcheerden ze verder. En wat je ook niet mag vergeten: de andere partijen begonnen de ideeën van extreem-rechts over te nemen. Ze zeiden dan dat dat goed was, dat ze daar extreem-rechts de wind mee uit de zeilen namen. Of ze zeiden: we moeten wel hard zijn tegen de illegalen, anders spelen we extreem-rechts in de kaart.'
`Extreem-rechts, dat waren ze volgens mij zelf,' reageert hij schamper.
`Ja, zo kijken we daar nu tegenaan. Toentertijd zagen de meesten dat niet. Of ze wilden het niet zien. Ze keken liever naar De 5 uur-show, deden aan new age en werkten aan zichzelf. Ze aten cholesterolverlagende yoghurt en maakten zich druk over de vraag op welk kanaal het voetballen werd uitgezonden. Voetbal met Finidi, Kanu, Ronaldo...'
En voor de tweede keer zou ik weggedroomd zijn, als mijn zoon mij niet abrupt wekte. `Maar wat ondernám je nou eigenlijk om de mensen wakker te schudden?'
Ik probeer de vraag te ontwijken. `De mensen waren niet wakker te schudden jongen. Asielzoekers gingen in hongerstaking, naaiden hun lippen dicht, gingen tekeer... Maar ze zaten opgeborgen in centra waar niemand ze kon zien. En wie ze wel kon zien, zei ijskoud dat ze niet dankbaar genoeg waren.'
`Dat vroeg ik niet. Wat dééd je?'
`Eh, ik maakte me druk. Ik was vaak boos en bezorgd in die tijd. Ik schreef een stukje in Kleintje muurkrant.'
Verder doe ik er beschaamd het zwijgen toe. Mijn zoon lijkt ook nogal teleurgesteld in papa's bescheiden verzetsrol, maar zijn verbazing wint het van zijn teleurstelling?'
`En zo'n Bolkestein dan? Hoe kan het dat zelfs h