Octopussy (479)
donderdag 10 januari-2013
Het is net advocaat van Zwarte Kip. Het komt heel traag op de plek waar je het hebben wil. En dan hebben we het over het verhaal rond de stenenstapel van de in 1987 onverwachts naar de bovenste verdieping verhuisde Willem Schumacher. Samen met zijn levenlange gabber was ie voor de oorlog al begonnen met stapelen en ging daarmee na vijf bewogen jaren onverdroten verder.
In 1964 hing hij een testament in elkaar. Niet dat hem wat mankeerde, maar je weet maar nooit. Koters waren er niet, dus zijn echtgenote zou bij Willems overlijden de hele reut erven. Mocht zij tussentijds onverhoopt overlijden dan verhuisde diezelfde reut naar zijn gap cq. diens twee jonge telgen van het manlijke geslacht. De betrokkenen zetten hun krabbels, de boys hun duimafdruk. Dat was in ieder geval dat.
Mevrouw Schumacher-Kramer, Willems echtgenote, verwisselde al in de jaren zeventig het tijdelijke met het eeuwige, dus Willems gap bevond zich daarna testamentair gezien in de frontloge. Het contact tussen de twee ouwe vossen was summier. De een zat in Zwitserland, de ander achter de duinen en mocht er wat zijn dan belden ze elkaar. Via de vaste lijn. Debieltjes waren er nog niet, laat staan de mogelijkheid om te mailen, te skypen of sociaal te vingeren. De enige keer dat ze elkaar zagen was tegen het einde van het jaar als Willem met zijn Mercedes op zijn gemakkie naar Nederland zoefde.
No sweat, tot in 1985 bij notaris Hazenberg de Stichting Schumacher-Kramer in de hengsels werd gehangen. Zonder dat Willems gap daarvan op de hoogte werd gesteld. Was het de bedoeling, dat die stichting alleen het beheer zou voeren over de bezittingen van Willem of was het een listig humanitair opzetje om ze over te nemen als de niet meer zo piep zijnde Willem de pijp uit zou gaan? Weten we (nog) niet. En hoe Willems handtekening onderaan de papierwinkel terecht is gekomen ook (nog) niet. Een ding is zeker: Willem heeft nooit aan zijn bloedgabber verteld, dat ie een stichting op de wereld had gezet. En daar zit op zijn minst een odeurtje aan.
Eind 1987. Willem slaakte zijn laatste snik na een zeer kortstondige ziekte, waar chirurgijn Co Greep blijkbaar niets tegenover kon stellen (1). Opnieuw werd zijn erfopvolger niet op de hoogte gesteld. Weliswaar kon die in de periode die volgde geen contact met Willem krijgen, maar administratief liep alles gewoon door, dus van ongerustheid was nog geen sprake. Dat kwam pas later, na vruchteloze telefoontjes en onbeantwoorde brieven. Pas in december 1989 kwam hij erachter hoe de vork in de steel zat en wie met die vork aan het prikken was geslagen. Tot zelfs in Zwitserland toe (2). Ome Jaap Kroonenberg! Hij kreeg de tijd niet om nog naar de bijl te grijpen. In juni 1990 overleed hij plotseling. Waaraan is nog steeds niet officieel vastgesteld. Van zijn bezittingen was niet veel over. Hij zou zijn panden hebben verkocht via zogenaamde boedelvolmachten. Maar wie goed kijkt mag enige twijfel hebben over de echtheid van zijn handtekening. Zijn erven zouden momenteel op zoek zijn naar het oorspronkelijke testament van Willem Schumacher dat in 1964 door hen beduimeld werd. Jammer nou, dat berust bij het centraal testamentenregister en je mag daar alleen een testament opvragen als je een bloedrelatie hebt met de betrokken overledene. Dead end street zou je zeggen. Maar als je een koe een drone geeft kan ie misschien toch ooit nog eens een haas vangen. Niets is meer onmogelijk. Stay tuned.
(1) Zie aflevering 459 dd. 7 september 2012.
(2) Zie aflevering 476 dd. 21 december 2012.