Onze milde kant (017)
Thierry Baudet de Slingeraar is erg. En Blok is van de Vindicat Voor Doordrinkers en minister en dus dubbel erg. Maar het ergst is Spinvis.
Want die behoort tot de opgevers. Tot de lui die beter zouden kunnen weten en het ook wel hebben geweten. Want kijk, zo´n Baudet is uiteindelijk gewoon een vereenzaamde snieker die zich het slachtoffer waant van de mensen die met ietsje meer brille in het leven staan. En zo´n Blok een omhooggevallen boekhouder. Maar Spinvis heeft vlammende liedteksten geschreven, en die op een manier te horen gebracht waarvan je dacht van tjonge, wat kunnen sommige mensen toch een fenomenale draai aan de dingen geven. Een kunner dus.
Maar vorige week stond er in de NRC een interview met deze Spinvis, dat hem helemaal in gruzelementen deed vallen. De kunner zei dat hij steeds milder werd. Wij van de milde kant natuurlijk meteen de oren gespitst, want over mildheid menen wij alles te weten. Een sympathisant? Loste de musicus en poeet hier al zijn beloftes in? Ging Spinvis hier in het krantje van Slapend Nederland het begrip mildheid munten op een wijze die in deze eeuw niet meer gebeterd zou gaan worden? Had Spinvis de toverformule gevonden waarmee het misselijkmakende woord mildheid definitief van al haar aantrekkingskracht zou worden ontdaan en voor immer en immer in de categrorie vloekwoorden zou worden geschoven?
Neen.
Spinvis gaf het op. Had het al opgegeven. Trapte op zijn eigen staart. Zette zichzelf te kijk als de zoveelste clown in het wereldje van kunst en amusement die niet achter zijn eigen kunst en amusement kan blijven staan maar daarop kotst. Zichzelf uitkotst, over onze gympies. Wat een aandachtsjunk! Trok geen zak over zijn hoofd, bleef niet sjekkiesrollend op een bankje in het park zitten, vertrok niet naar Swaziland om daar een B&B te beginnen, neen, hij kotste van zichzelf en zich over ons uit. Had ons daarbij nodig. Ook daarbij.
Hoe het in zijn werk ging, dat kotsen? Meneer had ooit een liedtekst geschreven, en die tekst was nu niet meer goed en die zou hij nu niet meer schrijven en ook niet meer ten gehore brengen. Het gaat om de heerlijke strofe van de strekking Ik reed laatst een fietser dood maar ik heb het niemand verteld, of iets in die trant. Prachtige tekst, een van zijn mooiste, en ten gehore gebracht op een manier die je de tranen in de ogen doet schieten. Vindt de milde meneer Spinvis echter niet meer passen in zijn oeuvre. Hij ´zou nu niet meer zo´n tekst schrijven´, verklaarde hij tegen de gretige journalist met het brilletje van twee keer een modaal maandinkomen en een decennium in de financiele wereld op zijn CV.
Er zijn meer teksten van Spinvis die ook de doorgewinterde milde ziel doen watertanden. What about Ik maak nooit een zin af maar en dan komt er nog iets? Kan die ook niet meer? Gaat die ook in het bakje not done slash haattekst slash moeten we elkaar hier in het mooie Nederland niet meer aandoen slash ik zing alleen nog samen met de marinierskapel en voor de jongens die zich laten uitzenden naar Swaziland? Nog zo´n uitspraak van de gewezen woordkunstenaar, over Theo van Gogh, dat die ´niet op tijd de mildheid heeft toegelaten´. Auw auw auw en o, o. o. Wat zijn killer Van Gogh niet heeft kunnen aandoen dat doet Spinvis hier, in de verkeerde krant, op het verkeerde tijdstip. Spinvis heeft daarvoor geen mes met een briefje nodig, hij zet gewoon zijn ponem op Greetopdebeek of hoe ze ook allemaal maar heten die veelschrijvers, en mengt zich onder hen. Om in ze op te lossen. De opgever. De lul... (gvd)