Onze milde kant (004)
Soms kun je als nonvaleur en uitvreter je geluk niet op in deze wereld. Om iets preciezer te zijn, eens in de tien jaar.
Zolang is het al weer geleden dat we de jongens en meisjes van het succes en de substance in hun paniek mochten zien dobberen. Heerlijk, die beelden van door het noodlot als een lepeltje kromgebogen mannetjes op Wall Street. En die verhalen van en vooral over ze. Hoe de een nog daags voor de crash hypotheken had gesleten in eeen trailerpark in Massachusetts, en de ander met voorkennis van de jongste dag die er aan zat te komen heel zijn money had omgezet in schilderijtjes van Andy Warhol.
De voortekenen kunnen bedriegen maar het heeft er toch desalniettemin veel van weg dat we aan het begin van de krach staan. Weer is met geld alleen maar meer geld gemaakt, en nog steeds is er geen paal en perk gesteld aan belastingvlucht en luchtverkoperij. En dus zien we ze weer, de trillende neusvleugels en hysterische oogjes van over rust en kalmte orerende beleggingsadviseurs, en dus horen we ze weer, de verhalen over dat het om tijdelijk ongerief gaat. Plus de waarschuwing of zo mag je het natuurlijk ook noemen, het dreigement dat niemand, ook niet de grootste nonvaleur en uitvreter, hierom mag lachen of leedvermaak koesteren, want we lijden er allemaal onder en gaan er allen onder lijden.
Goeie raad: ga es lekker in je oude plunje op hullie hun favoriete terras zitten. Besteed voor een keertje je uitkering van een hele maand aan de te gekke koffie die ze daar tappen, en vraag een van die zitters of je zijn krant straks mag lenen. Vervolgens ga je zitten glimlachen. Gewoon, op de manier waarop zij dat doen op de televisie, in hun reclames, in hun talkprogramma’s en tijdens hun polletieke toespraken. Een grijns van oor tot oor. Laat je maar lekker in je in tien jaar niet verzorgde gebit kijken. Zet er een zonnebril bij op, nog beter. Je zult de enige zijn. Voor een keer de winnaar. Geniet van hun getergde blikken, van de drift waarmee ze op hun ipods tegen elkaar tekeer gaan.
Het mooist is natuurlijk wanneer eentje zo onnozel is om te vragen waarom je je zo tevreden voelt. Doe dan aanvankelijk of je het niet goed gehoord hebt, zodat de gekwelde toeschouwer de vraag moet herhalen. Pas wanneer ook zijn collega’s aan het tafeltje naast jullie gehoord hebben wat er gevraagd wordt, zeg je dat je niks hebt en dus ook niks kunt verliezen. Smuk het nog een beetje op. Gooi er achteraan van ‘ik ben de vleesgeworden win-win-situatie’, of ‘ik kan je alles lenen behalve dat waar jij nu in jouw penibele situatie iets aan hebt’. En geniet ervan zolang je maar kunt. Want ook koude koffie is goed te drinken... (gvd)