Octopussy (023)
20 maart 2003
Het kantoor van de in deze kolommen ineens tot bloei gekomen mr. A.E. Toenbreker heeft volgens ingewijden niet alleen de belangen behartigd van John Mieremet, de via Willem Endstra investerende ex-enforcer van Klaas Bruinsma, maar ook van een andere kleurrijke figuur in de Amsterdamse scene: Bertus Lüske. Een tot vastgoedspeculant verworden oud-bokser, die al tientallen jaren via het inzetten van knokploegen de achterkant van zijn gelijk probeert te etaleren tegenover de kraakbeweging in Amsterdam. Zijn laatste spectaculaire, maar mislukte overval pleegde hij op het culturele kraakproject op het ADM-terrein in Amsterdam-West. Maar onze aandacht gaat ditmaal uit naar een net zo afschrikwekkende raid van zo’n twintig jaar daarvoor. In de nacht van 12 op 13 oktober 1982 werd de Luyk ontruimd door een knokploeg onder leiding van sportschoolhouder Jan Plas. Diens naam zou drie jaar later verbonden raken met de kidnap van Gijs van Dam junior, die in december 2002 opnieuw door het noodlot werd getroffen toen een aantal kogels hem veroordeelde tot een vegetatief bestaan. De Luyk-actie van Plas en zijn meer dan twintig assistenten - toegerust met ludieke breekijzers en gespijkerde honkbalknuppels - vond plaats ten behoeve van de eveneens aanwezige huiseigenaar Lüske, die bij die gelegenheid zijn overproductie aan adrenaline aanschouwelijk maakte met het wegwerpen van vuilnisbakken Geüniformeerde wetshandhavers verschenen op hun gemak pas anderhalf uur later bij het pand. Twee van hen werden binnengelaten en er onstond direct een sfeertje van ouwe jongens krentenbrood. Een van de agenten riep zelfs amicaal tegen een lid van de kernploeg van Plas: “Hééé, Helsloot, jij ook hier?”. Tot zover het verslag van een ooggetuige. Nou zullen er zonder twijfel heel wat Helslootjes in Nederland rondlopen. Maar gek hè, in dit verband denken we toch meteen terug aan de in onze visie redelijk stevig met mr. A.E. Toenbreker verbonden meneer Helsloot uit aflevering 19. Want een ding is zeker: dit Amsterdamse wereldje is maar klein. En wordt de laatste jaren steeds maar kleiner. Daarom blijven wij de vinger aan de knekelige pols houden. Stay tuned.