De Brusselse Connectie (007)
vrijdag 16 mei-2003
Nee hoor. Niks. Geen antwoord van het NATO-hoofdkwartier op onze mail van 7 mei jl. inzake luitenant-kolonel Matser (zie aflevering 6). Hadden we eerlijk gezegd ook niet verwacht. Zo naïef zijn we nou ook weer niet. Tuurlijk, die jongens en meisjes in Brussel zijn er op papier wel voor het verdedigen van onze democratie. Maar ze hebben in wezen net zoveel met democratie op als een prins met een SS-opleiding. Vooral als het om beantwoorden van vragen gaat die betrekking hebben op iemand uit hun eigen kring die naar het zich laat aanzien tot zijn stars and stripes verwikkeld is in een internationale witwasoperatie van drugsgeld. En die mogelijk niet de enige was binnen Robertsons club van sabelrammelaars. Dat het protectievirus zich ook een weg heeft gebaand naar het Nederlandse justitieel apparaat moge blijken uit de nauwelijks subtiel te noemen pogingen van het Openbaar Ministerie om de zaak tegen Matser zowel te compartimentiseren als te minimaliseren. Of in gewone mensentaal: de zaak in kleinere porties op te splitsen en Matser vervolgens te beschuldigen van iets lulligs als valsheid in geschrifte. Om het risico te vermijden dat ie bij een al te heftige douw zijn doos van Pandora openkrikt en de hele stinkende inhoud naar buiten komt. Bijvoorbeeld over de rol van zijn Roemeense partner Ovidio Tender maar vooral die van Halliburton, de naar de CIA en drugsaffaires riekende melkkoe van Dick Cheney. De affaire rond Matser en zijn Roemeens-Colombiaanse wasserette is de zoveelste aanwijzing dat deze grootonderneming het aftappen van parallelle geldstromen niet schuwt. En dat zij daarbij niet alleen de assistentie inroept van de CIA maar ook van het Amerikaanse militaire apparaat en zelfs figuren binnen de NAVO. Meestal via haar dochteronderneming KBR en soms via een joint venture. Bijvoorbeeld met de uit 1931 stammende Vinnell Corporation, die voor een deel eigendom is van de o zo gezellige Carlyle Group (zie Royalty, aflevering 5 van 1 mei jl.). Stay tuned.