Tsunami van parlement-ariërs (003)
woensdag 4 april-2007
Het partijbestuur van de Socialistische Partij was niet blij met de publicatie in Het Parool van 16 maart 1995. Landelijk secretaris Tiny Kox reageerde bliksemsnel met het op 20 maart 1995 geplaatste Modder gooien naar de SP uit politieke afgunst. Kox opent met de mededeling niemand het recht op een eigen mening te misgunnen, maar wanneer die mening wordt gelardeerd met halve waarheden, hele leugens en regelrechte onzin en bovendien publiek wordt gemaakt, dan kan dat niet onweersproken blijven. Om vervolgens met behulp van halve waarheden, hele leugens en regelrechte onzin nog vermeerderd met enkele grofheden de kritische ex-partijgenoot het recht op een eigen mening wel degelijk te misgunnen op een wijze die in de weken daarna tot woedende reacties op de opiniepagina van Het Parool leidde.
Tiny Kox: Als SP komen we waar mogelijk met concrete voorstellen om de integratie van migranten daadwerkelijk te verbeteren en spanningen in bij voorbeeld de oude wijken van de grote steden te verminderen. Juist als er géén verkiezingen zijn, gaan we het gesprek aan met de mensen, autochtonen en allochtonen. Lees nog eens in het vorige parlement-ariërs-Actueeltje hoe Haags SP-hotemetoot Yvonne Visser namens de partijbonzen braaf meedeelde dat het onderwerp racisme van landelijk niveau is en dat het dus aan plaatselijke SP-afdelingen verboden is om mee te doen aan discussies daarover. En in de al eerder aangehaalde brochure Je vrienden kies je zelf uit 1994 benoemde het Haagse Woningbedrijf zogeheten integratiegesprekken waaraan latere (prominente) SPers deelnamen als zéér racistisch, wat werd bevestigd door de toenmalige voorzitter van het wijkberaad in een wijk waar zulke gesprekken plaatsvonden.
Het is ronduit een gotspe van Kox wanneer hij het vorenstaande citaat durft te vervolgen met: Steeds meer mensen weten voor die aanpak waardering op te brengen, omdat die juist níet is gericht op korte-termijn-succesjes, zoals electoraal gewin. Dat is ook één van de bezwaren die binnen de SP leven tegen de aanpak van Bolkestein en zijn VVD. Een gotspe, want was het niet Jan Marijnissen die in Vrij Nederland van 17 juni 1995 niet alleen verklaarde: Je zult mij nooit horen zeggen dat ik links ben, maar ook, over de SP-nota Gastarbeid en kapitaal uit 1983: (...) Om eerlijk te zijn: ik ben er trots op dat wij ver voor Bolkestein, maar dan ook heel erg ver voor Bolkestein, dit onderwerp als eerste op de agenda hebben gezet. We hebben met die nota niet doorgezet. We zijn geweken, terwijl we hadden moeten doorzetten. We hadden moeten uitleggen wat we bedoelden, persconferenties moeten geven. Ik heb ook gezegd: laten we er maar mee ophouden want hier valt niet tegen op te roeien. Ik heb gezegd: jongens, we moeten eerst in de Kamer zitten en een platform hebben waar we op een samenhangende manier ons hele verhaal kunnen houden. Hij is er zeker niet anders over gaan denken, het VN-interview staat integraal op zijn website. Jan Marijnissen zít nu in de Kamer, hij hééft zijn platform en wat hij bedoelt met: We hadden moeten doorzetten, daarvan hebben we het afgelopen weekend nog pas een heel klein voorproefje gekregen. Prettig zal het allemaal niet worden, want als de naam van de kritische ex-partijgenoot die een eigen mening niet misgund wordt in het VN-interview valt, komt de immer zo aimabele SP-voorman in zijn reactie niet verder dan het uiterst inhoudelijk opsteken van zijn middelvinger gevolgd door zes vervloekingen in evenzoveel regels. Verbaal knap, neergeschreven zelfs bijna literair overkomend, maar van politiek fatsoenlijk onderbouwde kracht en veel goeds voor de toekomst getuigt zoiets geenszins.