Skip to main content

Het schaduwcommando van de prins (004)

14 januari 2000

In de jaren zeventig en tachtig stond Slobodan Mitric (alias Karate Bob) te boek als een gevaarlijke crimineel. Het Kleintje onthulde in het eerste deel van dit verhaal dat hij desondanks uiterst aktief was voor een in het geheim opererende groep onder leiding van Hans Teengs Gerritsen. Een vriend door dik en dun van prins Bernhard. Onze poging om een wat duidelijker beeld van deze groep te krijgen, bracht ons terug naar de Menten-affaire en de sinistere rol van voormalig Abwehr-agent Michael graaf Soltikov in het leven van de familie Zur Lippe Biesterfeld.

door Jan Portein

Soltikov had een niet gering aandeel bij het in Kleintje Muurkrant nummer 339 al vermelde oprollen van de Pools/Franse spionagegroep van Jurek Sosnovski in februari 1934. Deze Abwehr-operatie stond onder leiding van Kptlt. Richard Protze (alias Onkel Richard), die ook verantwoordelijk was voor het "omdraaien" van Sosnovski's rechterhand kolonel Alexei Pantchoulidzew, de levensgezel van prins Bernhard's moeder. Protze was een oude vriend van admiraal Wilhelm Canaris, die begin 1935 het roer van de Abwehr overnam. Op dat moment was de gezamenlijke operatie van de Abwehr-afdeling III F en NW 7 om prins Bernhard aan de Nederlandse kroonprinses te koppelen al enige tijd onderweg. Hoe belangrijk Canaris cs. deze liaison vonden bleek begin 1937. Kort na het huwelijk van hun "asset" met Juliana vestigde Protze, de nestor van de Abwehr IIIF, zich op de Bloemcamplaan 36 in Wassenaar. Later zou hij verhuizen naar een luxe villa aan de Wittenburgerweg 22. In het bijbehorend tuinhuisje bewaarde hij relikwieën die herinnerden aan de grote successen uit zijn roemruchte Abwehrcarriëre, waaronder het Englandspiel. En volgens getuigen hingen in de hal van het huis portretten van Wilhelmina, Juliana en Bernhard. Zo gefocust was hij op zijn laatste grote opdracht.

Tiny en Alexei
Soltikov vertrok na afloop van de zaak-Sosnovski naar Parijs om aan de Sorbonne zijn rechtenstudie voort te zetten. Een paar jaar later verhuisde hij naar Oxford. Daar maakte hij ondermeer kennis met Roland Walter Fuhrop. Deze veel jongere medestudent was in 1917 in een Brits concentratiekamp in India geboren. Zijn vader had de pech Duitser te zijn en dat was voor de Britten, die het in India toen nog voor het zeggen hadden, voldoende geweest om hem samen met zijn vrouw en zijn twee andere zoons achter prikkeldraad te deponeren. Oorlog is oorlog. Het vormde voor Fuhrop sr. echter geen enkel beletsel om zich met zijn Brits/Nederlandse vrouw en zijn drie kinderen na de Eerste Wereldoorlog toch in Engeland te vestigen en een pakketdienst in het leven te roepen tussen Hamburg en Londen. Na een bescheiden beginperiode kwam senior handen tekort en huurde daarom die van zijn twee oudste jongens in. Zijn derde, Roland, ging naar Oxford. Maar ook hij liet af en toe zijn handen wapperen in de zaak van zijn vader. In die periode leerde de jongste Fuhrop dus Soltikov kennen, die buiten zijn studie er wat bij schnabbelde als vertegenwoordiger van een producent van exclusieve Duitse limousines. Een solide cover voor de Abwehr-Sonderführer die dankzij deze nieuwe, zorgvuldig gekweekte relatie over een eigen perfect geëquipeerde verbinding met Hitler-Duitsland kon beschikken. Maar de Britse veiligheidsagenten waren niet op de achterkant van hun gleufhoed gevallen. Zij wisten wie Soltikov was en zetten hem in 1939 het land uit. De graaf keerde terug naar Duitsland en vestigde zich opnieuw in Berlijn. Volgens Britse bronnen verbleef hij in die tijd echter ook regelmatig in een pied-à-terre in Kaldenkirchen, net over de Nederlandse grens bij Venlo. Daar was het westelijk verdeelcentrum van de Reichspost gevestigd waar ook het brief- en pakjesverkeer uit de westeuropese landen werden behandeld. Of langs die weg de verbinding met Fuhrop, die na de oorlog zijn naam zou veranderen in Tiny Rowland en furore zou maken als internationaal zakentycoon, verder in stand werd gehouden vermeldt de historie niet. Mocht dat wel zo zijn dan duurde het in ieder geval niet lang. Na het uitbreken van de oorlog namen Fuhrop's twee oudste zoons dienst bij de Wehrmacht en verdween de jongste opnieuw achter prikkeldraad. Ditmaal in Ierland. Hoe dit ook zij, vanaf diezelfde tijd fungeerde de toen volledig in de Abwehr opgenomen Soltikov naar eigen zeggen tot aan het eind van de oorlog wel als postale trait-d'union tussen prins "Observator" Bernhard en diens op het familielandgoed Reckenwalde achtergebleven moeder Armgard met haar Abwehrsecondant Alexei Pantchoulidzew . De inhoud van de prinselijke correspondentie had voor een deel betrekking op een plan dat door Pantchoulidzew na de gezamenlijke Poolse veldtocht van de Wehrmacht en de SS-roedels was ontwikkeld. Zonder twijfel in samenspraak met Bernhard. Het plan had de codenaam 3 F gekregen en hield in dat Nederland zich niet gewapenderhand zou verzetten als Duitsland zijn invloedssfeer wenste uit te breiden tot aan de Noordzee. En dat na die geruisloze overname prins Bernhard met Juliana aan zijn zijde als Hitler's Reichsstatthalter zou fungeren. Daarmee zouden de Nederlandse havens en vliegvelden als belangrijke peilers van de Nederlandse economie intact blijven. Terwijl binnen die constructie bovendien het bijvoorbeeld rijk aan olie zijnde Nederlands-Indië de facto onder Duits gezag zou komen te staan en zo in ieder geval behoed zou worden voor een eventuele Japanse bezetting. Een optie die in politiek-Berlijn als uiterst aangenaam werd ervaren maar ook in politiek-Den Haag aanhang genoot. Met name in de "inner circle" (samengesteld uit minister-president De Geer, minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens en minister van Oorlog Dijxhoorn) van het in augustus 1939 aangetreden kabinet. De neiging tot deze oplossing werd versterkt door de alarmerende berichten van de Nederlandse militaire attaché in de Duitse hoofdstad, majoor G.J. Sas, die een paar weken na Hitler's operatie in Polen met eigen ogen de resultaten van de slachtpartij had mogen aanschouwen. Onder begeleiding van zijn "vriend" kolonel H. Oster, de rechterhand van Abwehrchef Canaris. De bedoeling was duidelijk. Daarna "verraadde" Oster de voordurend opschuivende datums van de ophanden zijnde Duitse inval aan Sas en verschafte deze op zijn beurt aan Oster de nodige gegevens over het Nederlandse defensieapparaat. Voor wat hoort wat. Zeker in dit soort business . Het voordeel voor de Abwehr was tweeledig. De dienst was via deze verbinding namelijk niet alleen in de gelegenheid om gevoelige informatie over de Nederlandse strijdkrachten en de militaire planning te verwerven, maar ook om de druk te verhogen en het plan van Pantchoulidzew en Bernhard door de Haagse strotten te wringen. Er was één probleem. Bernhard durfde het plan niet te ondertekenen. Hij was bang dat zijn voorgenomen greep naar de macht voortijdig zou uitlekken en dat hij dan gelyncht zou worden. Niettemin bleef hij op het terrein van geruisloze overnames buitengewoon aktief voor de Abwehr.

Bernhard en Leopold
Begin november 1939 zag het er even serieus naar uit dat de Tweede Wereldoorlog zijn "phoney"-karakter zou verliezen . In de nacht van 6 op 7 november kwamen koning Leopold van België en zijn stafchef, de zeer pro-Duitse generaal Raoul van Overstraeten, dan ook naar Den Haag voor spoedoverleg met koningin Wilhelmina en prins Bernhard. Bij die gelegenheid zou de prins volgens diens moeder tegen Leopold hebben gezegd: "Midden november rukken de Duitsers binnen. Neem een besluit: vecht of geef zonder strijd de havens en vliegvelden over, de tijd dringt". In hoeverre de toch al van de Duitse overwinning overtuigd zijnde Belgische koning door de uitspraken van onze "Observator" is beïnvloed zal misschien ooit in deze eeuw nog eens uit stoffige dossiers worden opgevist. Maar opvallend is wel dat de vorst der Belgen niet lang daarna de voormalige socialistische voorman Hendrik de Man op pad stuurde met een geheim plan dat werd gesteund door de top van het Belgische militaire apparaat en het Belgische bankwezen. Het plan behelsde de vorming van een Belgisch militair bewind na een soepele Duitse machtsovername. De leiding ervan zou berusten bij koning Leopold die op zou treden als Gauleiter i.c. Hitler's vertegenwoordiger in Brussel . Statthalter, Gauleiter, what's in a name? Vooral onder invloed van Frans/Britse diplomatieke druk en militair-strategische voorbereidingsactiviteiten kwam van deze geruisloze Duitse overnameplannen echter niets terecht. In tegenstelling tot Bernhard bleef Leopold waar hij was toen in mei 1940 Hitler's tanks en vliegtuigen de Lage Landen nog platter maakten dan ze al waren. Hij zou een paar jaar lang als nutteloze marionet fungeren en na de oorlog de rekening gepresenteerd krijgen voor zijn lafhartig gedrag.

Met Bernhard liep het anders. Nadat hij zijn schoonmoeder en zijn vrouw en kinderen in Londen had gedropt keerde hij op initiatief van jonkheer H.F.L.K. van Vredenburch, een topambtenaar van Van Kleffen's ministerie van Buitenlandse Zaken, naar Nederland terug . Op het oog een onderneming die net zoveel nut had als het uitbaten van een ijssalon op Nova Zembla en die door Wilhelmina categorisch zou zijn verboden. Maar in het licht van het plan 3 F was het een logische stap. Het aanstellen van een Statthalter die inmiddels de poten had genomen naar Londen zou voor Berlijn immers ondenkbaar zijn. Dwars tegen de richting Duinkerken vluchtende meute van burgers en militairen in reed de prins dan ook met de moed der wanhoop in gezelschap van koningin Wilhelmina's adjudant kolonel Phaff (!) en Van Vredenburch naar Sluis in Zeeuws-Vlaanderen. Met wie hij vandaaruit contact heeft proberen te zoeken in verband met 3 F is onbekend, maar door de toenemende chaos zal het kwartje niet gevallen zijn. Het trio repte zich vervolgens naar Parijs, waar de prins via zijn oude inlichtingennetwerk wellicht alsnog verbinding hoopte te maken. Het mocht niet baten en het trio keerde na een paar dagen onverrichterzake naar Londen terug. In de maanden daarop werden door het défaitistische kabinet De Geer nog verschillende pogingen ondernomen om tot een separate vrede met Hitler-Duitsland te komen . Bij één daarvan zou Soltikov betrokken zijn geweest. Hij was volgens zijn eigen relaas in de zomer van 1940 door de Abwehr samen met Pantchoulidzew naar Zwitserland gezonden om met een vertegenwoordiger van de Nederlandse regering opnieuw te onderhandelen over het stadhouderschap van Bernhard. Mogelijk was die vertegenwoordiger wederom jonkheer Van Vredenburch die in diezelfde zomer door Spanje, Portugal en het nog niet bezette deel van Frankrijk rondbanjerde om in opdracht van de Nederlandse regering steunpunten aan te leggen voor Nederlandse vluchtroutes. Onder dat mom bracht hij echter ook een paar dagen in Zwitserland door en over dat verblijf is altijd een diep stilzwijgen bewaard.
Op 24 april 1942, toen de Russen de Duitsers een halt hadden toegeroepen, het linkse verzet in Nederland steeds driester optrad en in Nederlands-Indië de Japanse vlag was gehesen, zou Bernhard tijdens een verblijf in Washington het stadhouderplan van Pantchoulidzew weer uit de ijskast hebben opgediept. Op die datum zou hij volgens een aantal artikelen in de Nederlandse pers een schrijven naar Berlijn hebben gezonden waarin hij aan de Führer liet weten graag als diens Statthalter te willen fungeren en Nederland in nationaal-socialistische zin willen te besturen. Ondertekend en wel. En opnieuw stond Nederland bij deze vrijage niet alleen. Er zijn aanwijzingen dat men in kringen van de Belgische regering in Londen in diezelfde periode evenmin afkerig was van een vergelijk met de Duitse bezetters en koning Leopold . Het liep allemaal even anders.

Zur Lippe - Soltikov: 0 -1
Net als bij de affaire rond King Kong moesten na de oorlog om begrijpelijke redenen ook bij de kwestie 3F loodgieters aan het werk om lekkages te voorkomen. Zo werd een Nederlandse Abwehragent die beweerde over een copie van de brief uit 1942 te beschikken in Fort Blauwkapel opgesloten en geroosterd door een Brits/Nederlands debriefingteam van in totaal 22 man. Zijn vroegere Duitse Abwehrmentor werd zelfs naar Nederland gehaald om hem te bewerken. Maar vergeefs. Hoewel hij ruim en breed de doodstraf had verdiend, ondermeer voor zijn formidabele aandeel bij het Englandspiel, werd hij in 1953 al op vrije voeten gesteld en verdween in de vergetelheid.
Tussen 3 april en 1 mei 1946 verbleef ook de oude Richard Protze in Blauwkapel. In hoeverre zijn debriefing serieus valt te nemen is de vraag. Op 25 juli schreef hij vanuit zijn woonplaats Schönberg in Sleeswijk Holstein aan één van zijn Nederlandse ondervragers, de BNV-er Hein Siedenburg, een vriendelijk bedankbriefje voor de voortreffelijke manier waarop hij en zijn vrouw in Nederland waren behandeld en de uitstekende begeleiding bij hun terugkeer naar huis. Dat ruikt op zijn minst naar een fris boeketje deals.
Een groter probleem vormde Michael graaf Soltikov, die zich in het naoorlogse Duitsland in de journalistiek had gestort. Om hem tijdelijk uit de roulatie en in ieder geval monddood te krijgen beschuldigde de familie Zur Lippe Biesterfeld de schrijvende graaf ervan tijdens de oorlog verantwoordelijk te zijn geweest voor de executies van de gerenommeerde Duitse diplomaat Albrecht graaf Von Bernstorff en van de jonge officier Ewald von Kleist. Tijdens het proces versus Soltikov in München bleef van beide beschuldigingen geen spaan heel. Von Kleist bleek zelfs nog in leven te zijn. De graaf ondernam na zijn vrijspraak onmiddellijk een tegenaanval en wist langs gerechterlijke weg een financiële genoegdoening wegens smaad af te dwingen. Prinses Armgard zegde toe 100.000 gulden naar de rekening van Soltikov over te zullen hevelen zodra zij een herstelbetaling zou hebben ontvangen voor haar landgoed, dat na de oorlog in Poolse handen was overgegaan. Op aandringen van Konrad Adenauer, Duitsland's eerste na-oorlogse Bondskanselier, beloofde graaf Soltikov op zijn beurt niets over de Abwehrconnecties van de familie Zur Lippe en de operatie 3 F naar buiten te brengen vóór het aftreden van koningin Juliana. Dat Soltikov goed beslagen ten ijs wilde komen als die gelegenheid zich in de toekomst mocht voordoen, laat zich raden. Drie van zijn vroegere superieuren bij de Abwehr (Rohleder, Von Bentivegni en Von Brandenstein) bleken begin 1956 op zijn verzoek bereid om schriftelijk te verklaren dat het plan 3 F wel degelijk had bestaan en dat het door Canaris als een uiterst serieuze optie was beschouwd. Zoals afgesproken zou Soltikov deze formidabele bom niet voor Juliana's abdicatie tot ontploffing brengen. Maar dat hij in datzelfde jaar al bijna de lont kon aansteken, zal hij nauwelijks hebben verwacht. Toen werd namelijk de affaire rond de op Soestdijk actief zijnde gebedsgenezeres Greet Hofmans via Der Spiegel en de Daily Express aan het rollen gebracht door een oude bekende van zowel Bernhard als Soltikov: Sefton Delmer. Langs die weg probeerden Berhard en diens moeder, geassisteerd door KVP-leider Romme Juliana als niet helemaal fris weg te stoppen in de Ursula-kliniek van dokter Ed Hoelen in Wassenaar .
Met in het nabije verschiet de abdicatie van Juliana. Een riskante onderneming, maar wellicht waren de Zur Lippes van oordeel dat Soltikov's vuurwerk weinig kwaad kon als zij eenmaal de koninklijke lakens uitdeelden. Het op Warmelo uitgebroede plan mislukte en Soltikov moest wachten tot het midden van de jaren zeventig voor hij opnieuw naar de lucifers kon grijpen.
Toen kwamen parallel aan elkaar de Lockheed-affaire en een nieuwe versie van de zaak-Menten tot leven. En keren we terug naar waar we begonnen: de rol van Karate Bob.

Noten.
1. De spionagetak van IG Farben. Zie ook Kleintje 339.
2. Belangrijke burgerinformanten kregen bij de Abwehr de officieuze titel Sonderführer.
3. Soltikov frequenteerde vaak dezelfde feesten als Sefton Delmer die ten opzichte van de Britse geheime dienst dezelfde positie innam als Soltikov ten opzichte van de Abwehr. Soltikov trad op als getuige in het proces tegen Sosnovski. Dat kan Delmer nauwelijks zijn ontgaan.
4. Zie Kleintje 339.
5. Idem.
6. 3 F stond voor "Drei Frauen": Wilhelmina, Juliana en Armgard.
7. Sas' voorganger in Berlijn, kapitein Hasselman, deed hetzelfde (zie Het Parool 29 augustus 1992). Sas werd tijdens de oorlog voor alle zekerheid veilig weggestopt in Canada waar hij opgezadeld werd met de beveiliging van prinses Juliana en haar kroost.
8. Daags na de Duitse inval in Polen begin september 1939 verklaarden Frankrijk en Engeland de oorlog aan Hitler. Maar pas in mei 1940 werd het menens. De tussenliggende periode werd betiteld als "Phoney-war" ofwel schijnoorlog.
9. Zie "De mooiste jaren van een generatie" van Walter de Bock, Berchem: uitgeverij EPO, 1982.
10. Van Kleffens was de vroegere secretaris van Shell-Führer Deterding, die zowel met Bernhard als Pieter Menten te maken had gehad (zie Kleintje 339).
11. Bijvoorbeeld via KLM-direkteur Plesman en de Nederlandse gezant in Istanbul, Visser.
12. Zie bijvoorbeeld het artikel "Oerwoud vol tegenstrijdigheden" van Henk de Mari in De Telegraaf 22 januari 1977.
13. Zie "De mooiste jaren van een generatie" van Walter de Bock, Berchem: uitgeverij EPO, 1982.
14. Samen met Kortenhorst betrokken bij de Remaco- en Mentenaffaire. Zie Kleintje Muurkrant 339.
15. Na de oorlog wist Hoelen de van oorlogsmisdaden verdachte Pieter Menten een tijdlang uit de gevangenis te houden door hem psychisch niet in orde te verklaren en hem te laten verzorgen in de Ursula-kliniek.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 340, 14 januari 2000

Klik hier om uw reactie toe te voegen
14 januari 2000
Het schaduwcommando van de prins