Het Maatschappelijk Onverstand (030)
Het betoog van historicus Gert Oostindie over de slavernij, in ‘t joodse online magazine De Vrijdagavond (1), begint met een nuchtere opsomming van hoe men eertijds én vandaag de dag naar de geschiedenis van slavernij en de wrede misstanden van het kolonialisme wordt gekeken. Maar met zijn bewering: “Dat aanzienlijke segmenten van de nationale elites economisch en politiek eeuwenlang betrokken waren bij het kolonialisme, dat is duidelijk. Maar in hoeverre dat ook geldt voor de lagere klassen, is vooralsnog een open vraag” verbind hij ineens twee dingen, de directe betrokkenheid en winst van de politieke en economische elite van Nederland eertijds, én de vooralsnog volgens hem onbepaalde medeplichtigheid van de lagere klassen in de steden en op ’t platteland met betrekking tot de slavernij. Daarmee introduceert hij in de discussie over slavernij, onuitgesproken het idee van een collectieve schuld, een schuld die wij Nederlanders blijkbaar van ons af willen schudden. Los van het gegeven dat er pas in ethische en juridische zin sprake is van schuld wanneer mensen nawijsbaar passief of actief deel hebben genomen en voordeel hebben gehad van illegale handelingen. Voor latere generaties bestaat juridisch in principe die schuld niet, ethisch en moreel in zekere zin wel, met betrekking tot hoe kijken we nu aan tegen die gruwelijke wantoestanden? Bijvoorbeeld de betrokkenheid van de Oranjes bij de slavenhandel en de uitbuiting van de Koloniën was heel lang géén onderwerp van gesprek. Dat in 2002 bijvoorbeeld overheid en elite, (incl. Willem-Alexander), de VOC (2) nog roemde en prees als boegbeeld van Nederlands Gouden Eeuw, zegt genoeg. Het kostte nog eens ruim 20 jaar voor Willem-Alexander als koning excuses aanbood voor de slavernij die zijn voorzaten pleegde; excuses voor de roof en plunder op de eigen bevolking, de tot slaaf-gemaakte en-of uitgemoorde indigene bevolking (3), en later de wrede uitbuiting van de koelies in Nederlands Indië is blijkbaar momenteel niet zo urgent? Wie als Gert Oostindie de aanzet maakt de schuld van de slavernij collectief onpersoonlijk door te reiken naar de huidige generatie en tegelijk een korte directe lijn doortrekt tussen hedendaagse vormen van racisme en kolonialisme en slavernij, collectiveert blind schuld. Door dat kleine zinnetje over de mogelijke betrokkenheid van de lagere klassen ontspoord Gert Oostindie, misschien onbedoeld, niet alleen in een ideologische stellingname, maar suggereert hij tevens dat er een gebrek bestaat aan algemene kennis op het gebied van sociaal-economische geschiedenis van Nederland. Wie de sociale geschiedenis van Nederland kent vanaf de 15e eeuw, weet hoe bar en boos werd omgegaan met de lagere klassen. Dat in tijden van oorlog iedereen de pineut was, de mensen in de ‘bevrijdde dorpen’ rondom Den Bosch, werden na de verovering overgeleverd aan dagen van plunderingen, moord en verkrachting door de huurlingen van Frederik-Hendrik, dat was slechts gewoonterecht of oorlogsrecht in die tijd. Dan is zo’n vraagstelling over de ‘lagere klassen’ inhoudsloos en tendentieus. Temeer als je beseft dat nadat Lodewijk de XIV Nederland militair en economisch 'n kopje kleiner had gemaakt, grote delen en steden Nederland een armenhuis werden, en dat bleef tot ver in de 19e eeuw, de mensen waren bezig met overleven. Wie dan als Gert Oostindie praat over de open vraag van betrokkenheid en voordeel van de lagere klassen bij de slavenhandel en snedig refereert naar de passagierslijsten naar Indië, maakt een kardinale fout, dat was na de afschaffing van de slavernij, dat was aan ’t einde van de 19e en vooral in de 20e eeuw. Voor een historicus is Oostindie wel erg onbekend met het toch redelijk bekende sociaal-economische gegeven dat de uitzichtloosheid van de armoede, mensen onderandere richting Indië deden varen in de hoop op een beter bestaan. Zijn ‘lagere klassen’ arm gehouden uit hoofde van de protestantse moraal, en uit armoede weggedreven naar onderandere Nederlands-Indië en Amerika, dan in principe medeplichtig aan de slavernij? Die toen al niet meer bestond en toen vervangen was door het koelie-systeem. Tevens vraag ik me af waarom er in de huidige publieke discussie over slavernij, steeds wordt gezwegen of slechts kort eenzijdig wordt aangetipt, dat er sprake was van ‘handel’? Slaven werden gekocht op de Afrikaanse westkust van Afrikaanse slavenhandelaren of via arabische slavenhandelaren; bijvoorbeeld de Ashanti verhandelde slaven en werden door de wapens die ze daardoor kregen militair superieur met als gevolg meer oorlogen en verslaving van de omringende volkeren. De koningen van Dahomey stuurden roof-expedities naar de hun omringende landen om mensen te vangen en als slaaf te verkopen aan de Europeanen (4). Wie een grondige revisie van de geschiedenis wenst, moet zich tevens richten op de Afrikaanse cultuur voor de komst van de Europeanen (5), alsmede de slavenroute naar Arabië, India en verder (6). Dat een evenwichtige geschiedschrijving zolang op zich heeft laat wachten is niet waar, het gebruikelijke materialisme en de gebrekkige interesse en betekenis van andere culturen is typisch voor de handelsgeest van ’t Nederlands-calvinisme en liberale populisme. Er was en is genoeg van alles te vinden en te lezen (7) over de ware aard en de gevolgen van de slavernij (8). Je moet ‘t alleen wel zelf zoeken en lezen, wachten op de dominee en de koning werkt niet meer.
Het was dag, het was nacht, en de zoveelste dag van onverstand...
(1) https://devrijdagavond.com/2023/06/28/nieuws/waarheidsvinding-engagement-en-meerstemmigheid/#comment-1330
(2) https://www.historischnieuwsblad.nl/voc-herdenking-ontloopt-iedere-controverse/
(3) https://historiek.net/feesten-voor-de-voc/141564/
(4) https://www.bbc.co.uk/bitesize/guides/zqv7hyc/revision/6
(5) https://understandingslavery.com/themes/africa-before-transatlantic-enslavement/
(6) https://www.reggiebaay.nl/Daar-werd-wat-gruwelijks-verricht/
(7) https://denbosch.hostedwise.nl/wise-apps/catalog/7399/detail/wise/649982?offset=0&qs=Een%20Zeeuws%20slavenschip&search_in=iets&state=search
(8) https://slaveryandjustice.brown.edu/report