Skip to main content

De Brusselse Connectie (014)

17 januari 2017

maandag 21 juli-2003
Volgens ons was het van meet af aan duidelijk dat luitenant-kolonel Willem Matser betrokken was bij het op grote schaal witwassen van drugsgeld. Tot nu toe stonden wij met die mening praktisch alleen. Maar dankzij een begin 1998 vrijwillig afgelegde verklaring van de door Justitie beschermde kroongetuige NN in de nasleep van de IRT-affaire verwachten wij toch meer medestanders te krijgen. Vooral omdat we de Italiaan Pietro Fedino, die vorig jaar met Matser in contact trad om in ieder geval een driehonderd miljoen dollar uit Bogota wit te wassen, nu wat beter kunnen uitlichten. Een paar citaten uit de verklaring van NN:
“Voor Etienne [Urka] werken een aantal mensen. Ik noem er enkelen: Gregory, Dirk en Pietro Fedino... Fedino is een goede klant van Etienne. Hij is meer handelaar in drugs. … U moet het zo zien: Etienne is de baas. Gregory en Dick werken voor Etienne. Zij hebben ook wel weer hun eigen handel. Fedino is zoals ik al zei meer de handelaar. Alledrie gaan regelmatig naar Colombia. Fedino uiteraard niet meer want hij zit nog langer vast dan Etienne”.
Dat laatste viel erg mee. Althans voor de inmiddels 63-jarige Siciliaan. Hij zou in 1993 betrokken zijn geweest bij de verkoop van 100 kilo coke bij onze oosterburen. En dat mocht niet. In 1995 verscheen zijn naam op de internationale opsporingslijst en werd hij vrij vlot door de Nederlandse politie aan het haakje geslagen. Hij werd overgeleverd aan de Duitse justitie en kreeg uiteindelijk 3 ½ jaar aan zijn pantalon. Daar zat ie maar zeventien maanden van uit omdat in hogere instantie de bewijzen als nogal magertjes werden beoordeeld. In hoeverre hij in de jaren tachtig al een rol van enige betekenis heeft gespeeld in het zich rap ontwikkelende Nederlandse wereldje van het avontuurlijke geld is de vraag. Hoewel hij wel in de eerste helft van de jaren tachtig drie maanden het gezelligheidsgehalte van de Bijlmerbajes mocht testen wegens vermeende betrokkenheid bij een valse dollar-affaire. Tussen 1986 en 1990 was hij actief in Venezuela. Daarna vestigde hij zich weer in Nederland en raakte kennelijk verzeild in de belangensfeer van de erven Bruinsma. Hij werd een grote jongen en kende alle ins en outs op dit gebied. In die context is het op zijn minst merkwaardig dat hij in de loop van vorig jaar plompverloren rechtstreeks contact zocht met de in Brussel verblijvende Matser. Dan moet hij zich toch op vertrouwd terrein hebben gevoeld. Het sterkt ons in ieder geval in de overtuiging dat het contact tussen Fedino en Matser van vroegere datum is. Mogelijk dat de eerdere 15 tot twintig pogingen van Matser om een stel uiterst interessante stortingsbewijzen te gelde te maken uit dat boeiende contact voortkwamen. Dat niemand binnen het NAVO-hoofdkwartier daarvan heeft geweten lijkt ons niet aannemelijk. Als de voortekenen niet bedriegen gaan we een leuke tijd tegemoet. Stay tuned.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
17 januari 2017
De Brusselse Connectie