Skip to main content

De moord op Louis Sévèke (008)

21 april 2020

In de dagen meteen na de aanslag haalden een paar ooggetuigenverslagen de media. De Volkskrant liet op 18 november 2005 Ramon Rambeaux aan het woord. Rambeaux woonde volgens het blad aan de Van Welderenstraat precies tegenover waar die kruist met de Eilbrachtstraat, dus op nog geen tien meter afstand van de plaats delict.

‘Ik zag een man die heel rustig zijn sporttas dichtritste, rustig een paar passen zette en toen begon te rennen. Hij had een soort rood windjack aan en -ik kon dat van boven goed zien- hij had kort, gemilimeterd haar.’

Opvallend in Rambeaux’ verklaring was dat hij daar waar andere ooggetuigen bloed uit het hoofd van het slachtoffer hadden zien stromen, gewag maakte van twee ‘grote, rode vlekken’ op de borst van Sévèke.

Nog opvallender is dat deze ooggetuige zich in het interviewtje ontpopte als een vuurwapendeskundige. Rambeaux nam de feitelijke schietpartij niet waar maar werd gealarmeerd door twee knallen, waarna hij uit zijn raam keek.

De knallen waren volgens hem ‘niet van een pistool -die zou ik herkennen- maar meer alsof er strijkers werden afgestoken.’ En vanwege de door hem geconstateerde bloedende borstwonden stelde hij vast: ‘Alsof er gebruikgemaakt is van een afgezaagd jachtgeweer.’

Onderzoek naar het soort wapen dat bij een aanslag is gebruikt kan informatie opleveren over of die aanslag lang van tevoren is gepland of juist min of meer in haast is gebeurd. Regel nummer één onder experts luidt: gebruik van een vuurwapen is niet aan te bevelen voor een sluipmoordenaar.

Deze conclusie staat in een rapport met de naam A Study of Assassination. Een studie naar de sluipmoord, gepubliceerd in 1997 onder auspiciën van de CIA. In negentien bladzijden krijgt de raadpleger een handleiding in de organisatie van een aanslag *).

Het gebruik van een vuurwapen bij een sluipmoord wordt feitelijk ontraden voor de CIA-mensen. Een expert kan honderd procent effectief moorden met pistool of revolver, maar experts zijn dungezaaid. Een handvuurwapen vereist het juiste kaliber munitie en een zeer korte afstand tot het slachtoffer. Het object moet ook minstens drie maal worden geraakt.

Afgaande op de aanwijzingen in A Study of Assassination was de moordenaar van Sévèke een amateur, omdat hij een vuurwapen gebruikte en daarmee slechts twee keer schoot. Onderzoek naar de door hem eventueel gebruikte vluchtweg kan dat beeld bevestigen.

Echter: achter het optreden van een amateur met een ogenschijnlijk beperkt inzicht in waar hij mee bezig was, kan een organisatie schuilgaan die wel degelijk professioneel van opzet was en een amateur inzette voor het vuile werk…

*) Het rapport komt ter sprake in het hoofdstuk Studie in sluipmoord uit het boek Stieg Larssons erfenis, in 2018 uitgebracht door de Zweedse onderzoeksjournalist Jan Stocklassa. Stieg Larsson zou later beroemd worden als schrijver van misdaadromans maar was in de jaren tachtig en negentig als journalist bezig om extreem-rechts in Zweden in kaart te brengen, en -daarmee in verband- de moord op ‘s lands premier Olof Palme te onderzoeken.

(JoopFinland)

Klik hier om uw reactie toe te voegen
21 april 2020
De moord op Louis Sévèke