Skip to main content

De deze week in drie delen uitgezonden documentaire De Villamoord laat zien hoe een zogenoemde tunnelvisie het onderzoek van de politie in de weg kan staan. De moord op een vrouw in Arnhem, in september 1998, werd een groep mannen van Turks-Nederlandse afkomst in de schoenen geschoven. Hun veroordeling was het gevolg van abominabel technisch onderzoek, gebrekkige getuigenverhoren en het voor de rechter verdonkeremanen van de verklaring van een informant. Het heeft er ruim twintig jaar na het drama alles van weg dat de veroordeling van de ‘daders’ voor politie en justitie prioriteit had: dat er zich alleen nog maar een misdaad hoefde aan te dienen om ze voor jaren achter de tralies te krijgen. Er is in de voor het verdere verloop ervan duvelsbelangrijke beginfase van het onderzoek de vraag gesteld ‘whodunnit’, en niet ‘wat is er eigenlijk gebeurd?’. Concreet: waarom is de rol van de enige ooggetuige, de vrouw die claimde dat ook op haar geschoten was, niet nader onderzocht?

De Villamoord is een knauw voor het rechtsgevoel. Nog erger is het feit dat zij deel uitmaakt van zo langzamerhand een flinke serie. Die begon, halverwege de negentiger jaren, bij de Puttense moordzaak. In die zaak zaten twee broers zeven jaar onterecht vast voor de moord op de stewardesse Christel Ambrosius. In 2000 vond de Schiedammer parkmoord plaats, op de tienjarige Nienke Kleiss. Een man zat voor die daad vier jaar, voordat ze door een ander werd bekend. Rond dezelfde tijd begon de Deventer moordzaak te spelen, inmiddels de langstlopende uit de geschiedenis van het Nederlands strafrecht. Voor de moord op de weduwe Wittenberg heeft de beoogde dader twaalf jaar in hechtenis gezeten. Toen een paar maand geleden in het nieuws kwam dat politie en justitie op grote schaal gefraudeerd hebben met geurhonden, heeft de man -in wiens zaak bewijs via geurhonden van doorslaggevend gewicht was- de staat aangeklaagd. In 2003 volgde de onterechte veroordeling van Lucia de Berk, de ‘gifmoordenares’ die zeven jaar zat voor evenzovele moorden terwijl er aan het eind van haar lijdensweg moest worden vastgesteld dat er geen enkel misdrijf had plaatsgevonden.

Op vijftien november 2005 werd in Nijmegen Louis Sévèke vermoord. Hij genoot landelijke bekendheid als onderzoeker van geheime diensten. Zijn gewelddadige dood wekte dan ook veel onrust, vooral toen de zoektocht naar de dader of daders heel lang niets leek op te leveren. Eind maart 2007 werd de 38-jarige Marcel Teunissen in hechtenis genomen. Hij werd gezocht voor een aantal bankovervallen en legde volgens een politieverklaring een bekentenis af in de zaak-Sévèke. Het motief voor de moord zou mogelijk wraak zijn geweest. Teunissen en Sévèke kenden elkaar uit de kraaksien, en Sévèke zou Teunissen ervan hebben verdacht een infiltrant te zijn en Teunissen weggewerkt te hebben uit de beweging. Volgens familieleden van Sévèke was de toedracht anders. Zij stellen dat Teunissen vertrok naar aanleiding van een discussie over het verlaten van kraakpanden in ruil voor geld van de eigenaars. Teunissen, die daar voorstander van was, verliet volgens de familie het kraakpand uit onvrede over de uitkomst van de discussie. Op 7 maart 2008 werd Teunissen veroordeeld tot levenslang. Een zware straf die volgens de rechter noodzakelijk was wegens de kans op herhaling. Teunissen was volledig toerekeningsvatbaar verklaard en kwam zodoende niet in aanmerking voor TBS. Behalve voor de moord op Sévèke werd Teunissen ook veroordeeld voor zeven bankovervallen, vier bomaanslagen en een poging daartoe. Hij is niet tegen de uitspraak in beroep gegaan.

Van Teunissen is sindsdien weinig meer vernomen. Maar vrij snel na zijn veroordeling gaf hij een interview waarin hij de moord ontkende en aangaf dat hij zich door zijn advocaat in de steek gelaten voelde. In deze serie wordt de vraag gesteld waarom Teunissen niet in beroep ging maar wel al vrij snel terugkwam van zijn bekentenis. En waarom het sindsdien zo stil rond Teunissen en de zaak-Sévèke is geworden …

(JoopFinland)

  • Datum: .

Een zonderling op een eiland kopte De Groene Amsterdammer van zes april 2007 boven een artikel van Koen Haegen. Via vraaggesprekken met mensen die Marcel Teunissen hebben meegemaakt, wordt deze in het stuk neergezet als een teruggetrokken man die niet eens samen met de anderen van zijn woongroep placht te eten. Een beeld dat ‘niet strookt met het idee van een infiltrant. Die moet immers contacten leggen, biertjes drinken met activisten in de kroeg en zich aansluiten bij politieke groepen’ (1).

Klopt dat beeld van de infiltrant? Moet die zich opdringen aan de omgeving waaruit hij inlichtingen wil peuren? Het is een vraag waarmee Louis Sévèke zelf zich intensief heeft bezig gehouden. We zullen in deze serie zijn uitgebreide onderzoek naar inlichtingendiensten de revue laten passeren. Sévèke schreef, deels samen met anderen, twee boeken (2). Tevens liet hij een kloeke verzameling artikelen en notities na, onder andere voor Buro Jansen en Janssen.

Aan de laatste instantie -die al dertig jaar ondezoek verricht naar doen en laten van politie, justitie en inlichtingendiensten in Nederland en Europa- per email de vraag van hierboven gesteld:

‘Hallo, in een serie die wij wijden aan de moord op Louis Sévèke stuiten wij op het beeld van de veroordeelde moordenaar Marcel Teunissen als een teruggetrokken figuur. Dit beeld wordt in de msm vervolgens gebruikt om geruchten te ontzenuwen als zou Teunissen een infiltrant kunnen zijn geweest. Hebben jullie de ervaring dat een infiltrant altijd een actief optredende, zeg maar zich voorzichtig opdringende figuur moet zijn?

Of kan het ook andersom? We herinneren ons bijvoorbeeld het geval-Peter Siebelt, dat jullie buro heeft onthuld. Die ouwe kranten-ophaler was toch een mens van weinig woorden? (3)

We zijn benieuwd naar jullie ervaringen in dezen.

De redactie van Kleintje Muurkrant’

(JoopFinland)

(1) https://www.groene.nl/artikel/een-zonderling-op-een-eiland
(2) De tragiek van een geheime dienst(Nijmegen, Uitgeverij Ravijn, 1990) Operatie Homerus(Breda, Uitgeverij Papieren Tijger, 1998)
(3) Peter Siebelt distilleerde uit een oudpapier-opruimactie in diverse kraak- en actiepanden de stof waaruit hij boeken schreef als Eco Nostra. Het netwerk achter Volkert van der Graaf en RaRa, wie ben ik?

  • Datum: .

‘Wij hebben nooit een psychologische schets gegeven van een infiltrant of informant. Incidenteel misschien wel, maar dat ging dan over het individu, zoals bij Paul Kraaijer.’ Aldus het antwoord van Buro Jansen en Janssen op de vraag of het haar bekend is dat Marcel Teunissen, die veroordeeld werd voor de moord op Louis Sévèke, een stil en teruggetrokken persoon zou zijn.

‘Ik weet niet waar het beeld van Marcel Teunissen op gebaseerd is’, zo geeft de zegsman van het onderzoekscollectief aan. ‘Wij herkennen hem daar niet in, maar daar valt in onze ogen niets uit te concluderen. Het leidt vooral af en belemmert een gedegen analyse. Karakterisering of psychologisering helpt niet bij het doen van goed onderzoek. Het zorgt eerder voor mist en misplaatste duiding. Goed onderzoek betekent dat je de gangen van een persoon moet nagaan.’

‘Stil of luidruchtig is daarbij niet relevant. Adrian Franks maakt dat duidelijk. Zijn verhaal maakt duidelijk dat ook het doel van de infiltratie een belangrijke rol speelt. Paul Oosterbeek was misschien niet luidruchtig op de manier van Cees van Lieshout, maar voor sommigen was van Lieshout ook een bescheiden karakter.’

Het mailtje van Buro J&J geeft, behalve een duidelijke mening over de berichtgeving rond Teunissen in de msm, een kort overzicht van bekende infiltranten in de ’beweging’.

Paul Oosterbeek was de krantenjongen van Algemene Beveiligings Consultants BV, die in de vorige aflevering de revue passeerde. Zijn knapste staaltje infiltratiewerk vond in 1988 plaats bij het Shipping Research, dat illegale olietransporten naar het Apartheidsregime in Zuid-Afrika volgde. Op de website van Ravage staat een uitgebreid dossier uit 1994 over hem (1).

Paul Kraaijer maakte geen geheim van zijn journalistieke roots. Hij kwam in 2011 luidruchtig uit de kast als spion voor de AIVD. De Telegraaf en Nieuwsuur boden hem een podium, de NVJ (journalistenvakbond) keurde zijn gedrag af. Buro J&J plaatste vooral twijfels bij zijn verhalen, deed inderdaad uitgebreid onderzoek naar zijn geestesgesteldheid.

Adrian Franks infiltreerde in opdracht van multinationals vanuit Frankrijk dierenrechtengroepen en de milieubeweging. Op de site van Buro J&J staat het ‘Verslag van een speurtocht’ naar de gangen van Franks. Saillant: jaren later duikt zijn moeder nog eens op, als directrice van een bedrijfje dat informatie uit de antimilitaristische sien verkoopt.

Met Cees (Paul Moussault noemt hem in zijn boeken consequent Caesar) van Lieshout zijn we terug bij Sévèke. Van Lieshout, die tussen 1978 en 1990 voor de BVD, de voorganger van de AIVD, werkte, is de hoofdfiguur uit het boek ‘Operatie Homerus’. Na de moord op Sévèke was van Lieshout een van de eerste verdachten.

(JoopFinland)

(1)  Link bevat ook sappig verhaal over ABC-directeur Peter Siebelt (zie aflevering 2), die zichzelf toen nog niet als schrijver had ontdekt...

  • Datum: .

Hoe lag Nederland er eigenlijk bij in de herfst van 2005? Met andere woorden: tegen welke culturele, sociale en politieke achtergrond vond de moord op Sévèke plaats? Er waren drie dingen gaande die we bijna vijftien jaar nadien even van wat stof moeten ontdoen.

De Schipholbrand, van 27 oktober van dat jaar. Op het terrein van het voormalige vrachtgebouw op Schiphol-Oost was een prefab gevangenis voor afgewezen asielzoekers neergezet. De (derde!) brand in het ding eiste elf dodelijke slachtoffers, en tientallen gewonden. De ramp deed de discussie over ‘illegalen’ fel oplaaien. Een man die ervan werd beschuldigd dat hij de brand veroorzaakt zou hebben, zat drie jaar vast voordat hij werd vrijgesproken. In de nasleep van de Schipholbrand traden twee ministers af (die voor Justitie en die voor Volkshuisvesting) en ook de burgemeester van Haarlemmermeer pakte zijn biezen. Louis Sévèke was nauw betrokken bij de organisatie van een protestmars naar aanleiding van de Schipholbrand die op 17 november, twee dagen nadat hij doodgeschoten werd, door Nijmegen moest trekken.

De poster-actie tegen Verdonk. De minister voor Vreemdelingenzaken, Rita Verdonk, trad niet af na de gebeurtenissen op Schiphol-Oost. Tegen haar xenofobe beleid werd een actie op touw gezet waarbij op een poster de volgende tekst verscheen: Reisbureau Rita, arrestatie-deportatie-crematie, Adequaat tot het bittere einde. De politie was ook in het Nijmeegse zeer bezig met het verwijderen en in beslag nemen van de posters. In De Grote Broek, het pand van waaruit Sévèke op 15 november naar huis liep toen hij werd vermoord, had men een paar dagen daarvoor een politie-inval in verband met de poster meegemaakt.

Het optuigen van toezicht op het onderzoek door politie en justitie, de zogenoemde Tegenspraak.
In de eerste aflevering van deze serie besteedden we kort aandacht aan een aantal justitiële dwalingen. Vooral naar aanleiding van wat de geschiedenis is ingegaan als de ‘Schiedammer Parkmoord’, waarvoor iemand vier jaar onschuldig vast zat, was men op de hoede voor de ‘tunnelvisie’. Voorkomen moest worden dat bij verhoor en forensisch onderzoek scenario’s op oneigenlijke gronden werden uitgesloten. Bij het onderzoek naar de moord op Sévèke moest de Nijmeegse politie haar eigen onderzoek onderzoeken, en kwam er daarom een externe commissie die ‘tegenspraak’ organiseerde. Samenstelling en werkwijze van deze externe controlleurs gaf tijdens het onderzoek veel strubbelingen, waarop we nog zullen terugkomen. Ook in de kringen van Sévèke werden er vanaf het begin veel vragen bij het onderzoek gesteld. Buro Jansen&Janssen bood de familie van het slachtoffer aan om zelf onderzoek te verrichten en op die manier de ‘tegenspraak’ eventueel van tegenspraak te kunnen voorzien. Maar tot verbazing van de zegsmens van het buro werd dit aanbod afgeslagen… (*)

(*) De Gelderlander, 31 december 2005

(JoopFinland)

  • Datum: .

In de vorige aflevering van deze serie werd stilgestaan bij de culturele, sociale en politieke achtergrond van de moord op Sévèke. In dit deel aandacht voor de discussie in juridische kringen die toen plaats vond. Immers, Marcel Teunissen werd op de kop af twaalf jaar geleden tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. En levenslang betekende toen nog echt levenslang. ‘(In Nederland) verlaat je bij veroordeling tot levenslang de cel pas tussen zes plankjes’, aldus de Nijmeegse hoogleraar strafrecht Peter Tak, in De Gelderlander van 7 maart 2008.

De veroordeling van Teunissen paste in een trend. Gedurende een halve eeuw, tussen 1946 en 1997, werd het zwaartse vonnis tien keer uitgesproken. Maar in de tien jaar daarna verdriedubbelde dit aantal. Advocaat Wim Anker gold in 2008 als specialist in levenslang en was de enige die een databank bijhield over die straf. Hij heeft het in het stuk in De Gelderlander over de discrepantie tussen de steeds zwaardere vonnissen en de afname van het aantal levensdelicten. Anker is dan al jarenlang pleitbezorger voor het in geval van levenslang na vijftien jaar opnieuw beoordelen van het geval.

Want ‘mensen veranderen in de gevangenis’, gaf ook Tak aan. ‘Men wordt wijzer of komt zelfs geheel tot inkeer.’ Hij beschrijft in het interview de praktijk in buurlanden. Onderzoek in Duitsland leert dat vervroegde vrijlating daar niet tot grote problemen leidt: ‘De strafbehoefte van de maatschappij blijkt dan te zijn weggesleten.’ Drie weken na de veroordeling van Teunissen zal er een denktank van verontruste juristen worden gevormd. Men wil de strafmaat op de politieke agenda. De toenmalige staatssecretaris Albayrak heeft de hakken in het zand gezet. Levenslang in de dan toegepaste vorm is volgens haar ‘een inherent onderdeel van ons sanctiestelsel’.

Twaalf jaar later is er weinig tot niets veranderd. Een paar tot de zwaarste sanctie veroordeelden hebben geprobeerd om de Hoge Raad te laten uitspreken dat de Nederlandse staat in hun geval Europese verdragen schendt. Maar die staat kon repliceren dat de tot levenslang veroordeelde een verzoek tot gratie kan indienen. Gratie werd tot 1970 in meer dan tachtig procent van de aanvragen toegekend, daarna nog maar drie keer. NB: in de tolerante jaren 1970 werd geen enkele keer levenslang uitgesproken…

In het geval van Teunissen luidde het vonnis levenslang omdat volgens de rechters de kans op herhaling van het strafbaar feit groot was. Teunissen werd als ten tijde van de moord volledig toerekeningsvatbaar beoordeeld. Dit wekte de nodige bevreemding. Omdat het door de rechtbank vastgestelde motief voor de moord -wraak wegens de uitstoting van de dader uit de Nijmeegse kraakbeweging, eind jaren 1990- volgens menigeen toch alleen door een behoorlijk gestoorde persoon kon zijn gekoesterd...

(JoopFinland)

  • Datum: .

Op de plaats delict herinnert niets meer aan de gebeurtenissen van bijna vijftien jaar geleden.

Boven de Mariënburg torent nog steeds de radiomast die in de kinderfantasie van april 1970 zoveel weghad van de Apollo 13 die volgens de berichtgeving op de autoradio in nood verkeerde. En ergens achter het koffiehuis dat nu op het pleintje staat, was de werkplaats van fietsenmaker Jakobs. De Van Broeckhuysenstraat en in het verlengde daarvan de Van Welderenstraat glooien nog net als een halve eeuw geleden zachtjes naar beneden. Maar voor de jongen die in het koffiehuis serveert zijn de zeventiger jaren geschiedenis, en ook de naam Sévèke zegt hem niets.

De linkerzijde van de Van Broeckhuysenstraat wordt gedomineerd door een enorm monumentaal pand. Zou het het voormalig kraakpand De Grote Broek zijn? Nee, het huisvest de Albert Heyn. Ertegenover zit een boekhandel die zo oud is dat ie twee namen heeft. De eigenaar antwoordt op de vraag of De Grote Broek er nog is: ‘Ja, helaas wel. Maar vier deuren van ons vandaan.’ Dat met Sévèke was volgens hem ‘een raar geval’ en hij wil er verder ‘niets over kwijt’.

De Grote Broek is dus vrij klein. Een pui met verrassend veel doorzichtig glas, erachter lege tafels en stoelen. Ook de toegangsdeur is goeddeels van glas. Een handgeschreven bordje met Gesloten hangt op ooghoogte. Voor hoelang blijft onduidelijk. Tussen de posters op de vensters hangt er eentje van Your Local Pirates, het bandje van Joke Kaviaar en Peter Storm. Dus er is nog wel leven in het gebouw…

De Van Welderenstraat is vooral veel smaller dan uit de krantefoto’s van 2005 naar voren komt. De twee of drie woonlagen boven de winkels op de begane grond moeten op die novemberavond toch veel meer getuigen hebben gehuisvest dan de tien of twintig voorbijgangers die volgens de politie op dat moment door de straat liepen?

De Eilbrachtstraat is een onooglijk doorloopje naar de volgende parallelstraat. Hij heeft net als die boekwinkel twee namen. Alleen het ikonische fietsenrek staat er nog steeds.

De vluchtroute is ideaal. Reeds in de Van Welderenstraat zuigt het Centraal Station van de stad aan bijna alle voetgangers. De anonieme meute heeft en had haast, keek naar de grote klok boven het spooremplacement...

(JoopFinland)

  • Datum: .

De trieste gebeurtenis van 15 november 2005 was voor tenminste twee dagbladcolumnisten en voor een bekend literator aanleiding zichzelf onder de aandacht te brengen.

Gerrit Komrij schreef in die tijd de reeks columns onder de naam Gouden Woorden achterop het NRC. De gouden woorden in de afleveringvan 22 december lijken vooral Franse woorden. De columnist heeft het niet één maar twee keer over raison d’être.Eerst in verband met de door de omgeving van het slachtoffer afgekondigde en gehuldigde mediastilte. Een paar alinea’s verder met betrekking tot het door Komrij veronderstelde ‘geloof in samenzweringen (…) van radicaal links’.
Politie heet voor Komrij politie, de binnenlandse veiligheidsdienst binnenlandse veiiligheidsdienst. De intimi en medestanders van Sévèke krijgen echter de volle laag. Zij zijn achtereenvolgens ‘vrienden van Louis‘, dus tussen aanhalingstekens, ‘strijdmakkers van zijn fanatieke clubje’, ‘Nijmegens oproer-kraaiers’, ‘Nijmeegse fundamentalisten’, ‘Nijmegens Gideonsbende’, ‘Nijmeegse revolutionairen’ en ‘het clubje’.

De raison d’être van Sylvain Ephimenco was in 2005 dezelfde als vandaag. De immigrant van Frans-Algerijnse komaf basht in Trouw wekelijks zijn lotgenoten. De columns van Ephimenco worden gekenmerkt door een pijnlijk gebrek aan feitenkennis, en door onverbloemde steun voor de meest rabiate uitingen van geborneerdheid in het algemeen en xenofobie in het bijzonder.
In zijn bijdrage Zwijgen en controle in zaak-Sévèke van 31 december 2005 heeft de columnist het over 16 in plaats van 15 november, en wordt het slachtoffer gelinkt aan de ‘gewelddadige ondervraging’ van infiltranten in de kraakbeweging en aan ‘Kedichem’. Ephimenco vindt in navolging van Komrij zwijgzame activisten niet kies of voorzichtig maar verdacht: ‘de wetten van de Omerta worden in het krakerswereldje goed nageleefd.’

‘Krakers fascineren A. F. Th.’, aldus De Gelderlander van 15 augustus 2007. De broodschrijver A. F. Th. van der Heijden uit Geldrop -Adrie voor zijn vrouw, Albert in zijn boeken- heeft daarvoor twee keer over de kraakbeweging geschreven. De Slag om de Blauwbrug gaat over een junk die verzeild raakt in de Kroningsrellen van 30 april 1980. Advocaat van de hanen gaat al helemaal niet meer over krakers maar tracteert de lezer op een drankzuchtige versie van Henk Kersting, de advocaat van de in 1985 vermoorde Hans Kok.
Aanleiding voor het artikel in de provinciale krant is het plan van de gevierde schrijver om een boek te gaan wijden aan de moord in de stad waar hij ooit studeerde: De Oprotpremie. Op een foto bij het stuk komt de auteur uit het Nijmeegs Centraal Station, zijn lange jas zwiert open langs zijn aanzienlijke buik. Op de plek van de moord ‘(merkt) de stilstaande man niets van de aandacht die hij trekt’. Nog een citaat: ‘Met de Nijmeegse kraakbeweging had hij indertijd niets. In Amsterdam woonde hij zeven jaar in een kraakpand, maar altijd voelde hij ‘zich meer toeschouwer dan deelnemer’’…

(JoopFinland)

  • Datum: .

In de dagen meteen na de aanslag haalden een paar ooggetuigenverslagen de media. De Volkskrant liet op 18 november 2005 Ramon Rambeaux aan het woord. Rambeaux woonde volgens het blad aan de Van Welderenstraat precies tegenover waar die kruist met de Eilbrachtstraat, dus op nog geen tien meter afstand van de plaats delict.

‘Ik zag een man die heel rustig zijn sporttas dichtritste, rustig een paar passen zette en toen begon te rennen. Hij had een soort rood windjack aan en -ik kon dat van boven goed zien- hij had kort, gemilimeterd haar.’

Opvallend in Rambeaux’ verklaring was dat hij daar waar andere ooggetuigen bloed uit het hoofd van het slachtoffer hadden zien stromen, gewag maakte van twee ‘grote, rode vlekken’ op de borst van Sévèke.

Nog opvallender is dat deze ooggetuige zich in het interviewtje ontpopte als een vuurwapendeskundige. Rambeaux nam de feitelijke schietpartij niet waar maar werd gealarmeerd door twee knallen, waarna hij uit zijn raam keek.

De knallen waren volgens hem ‘niet van een pistool -die zou ik herkennen- maar meer alsof er strijkers werden afgestoken.’ En vanwege de door hem geconstateerde bloedende borstwonden stelde hij vast: ‘Alsof er gebruikgemaakt is van een afgezaagd jachtgeweer.’

Onderzoek naar het soort wapen dat bij een aanslag is gebruikt kan informatie opleveren over of die aanslag lang van tevoren is gepland of juist min of meer in haast is gebeurd. Regel nummer één onder experts luidt: gebruik van een vuurwapen is niet aan te bevelen voor een sluipmoordenaar.

Deze conclusie staat in een rapport met de naam A Study of Assassination. Een studie naar de sluipmoord, gepubliceerd in 1997 onder auspiciën van de CIA. In negentien bladzijden krijgt de raadpleger een handleiding in de organisatie van een aanslag *).

Het gebruik van een vuurwapen bij een sluipmoord wordt feitelijk ontraden voor de CIA-mensen. Een expert kan honderd procent effectief moorden met pistool of revolver, maar experts zijn dungezaaid. Een handvuurwapen vereist het juiste kaliber munitie en een zeer korte afstand tot het slachtoffer. Het object moet ook minstens drie maal worden geraakt.

Afgaande op de aanwijzingen in A Study of Assassination was de moordenaar van Sévèke een amateur, omdat hij een vuurwapen gebruikte en daarmee slechts twee keer schoot. Onderzoek naar de door hem eventueel gebruikte vluchtweg kan dat beeld bevestigen.

Echter: achter het optreden van een amateur met een ogenschijnlijk beperkt inzicht in waar hij mee bezig was, kan een organisatie schuilgaan die wel degelijk professioneel van opzet was en een amateur inzette voor het vuile werk…

*) Het rapport komt ter sprake in het hoofdstuk Studie in sluipmoord uit het boek Stieg Larssons erfenis, in 2018 uitgebracht door de Zweedse onderzoeksjournalist Jan Stocklassa. Stieg Larsson zou later beroemd worden als schrijver van misdaadromans maar was in de jaren tachtig en negentig als journalist bezig om extreem-rechts in Zweden in kaart te brengen, en -daarmee in verband- de moord op ‘s lands premier Olof Palme te onderzoeken.

(JoopFinland)

  • Datum: .

Enkele dagen na de dodelijke aanslag geeft het onderzoeksteam een daderprofiel aan de media. Hierin staat een ‘blanke man met kort haar en in het bezit van een blauwe en/of rode sporttas’. Deze zou zijn gevlucht via de Eilbrachtstraat en de Vlaamsegas, richting Molenstraat.

Volgens de in de vorige aflevering van deze serie geïntroduceerde ‘handleiding’ voor aanslagplegers in dienst van de CIA, A Study of Assassination,vertelt de vermoedelijke vluchtroute veel over de mate van voorbereiding en tevens betrokkenheid van een verdachte.

Centraal bij onderzoek naar een vermeende vluchtroute staat de vraag of die van tevoren was uitgestippeld door de dader. Met andere woorden: was ze de kortste weg uit de aandacht van mogelijke getuigen van de aanslag?

Waar was de door getuigen aangewezen schutter die avond na de aan hem toegeschreven daad naar op weg? Stond er in de na de steegachtige Eilbrachtstraat en Vlaamsegas brede en goed bereikbare Molenstraat een vluchtauto voor hem gereed?

Was verdachte de steegjes ingerend om zich ongezien ergens van zijn wapen te kunnen ontdoen? Was hij via de steegjes en de Molenstraat op weg naar het centraal station van Nijmegen? Of stuitte het onderzoeksteam hier op de laatste mogelijkheid: wist verdachte niet goed welke richting hij uit moest?

De kortste weg naar het Nijmeegse centraal station vanaf de plaats delict is die via de Van Welderenstraat en Molenstraat. Is verdachte met de trein naar dat station gekomen dan is hij in dit scenario als het ware op zijn schreden teruggekeerd.

Tussen Eilbrachtstraat en Vlaamsegas ligt de Tweede Walstraat. Ook die leidt naar de Molenstraat. Mogelijk wilde verdachte herkenning in de door hem eerder aangedane Van Welderenstraat voorkomen. Maar waarom koos hij dan niet voor afslaan via de Tweede Walstraat?

De Vlaamsegas was in 2005 een beruchte steeg, vanwege de handel in drugs. Daarom hing het straatje vol met bewakingscamera’s. Waarom zou de dader een groot risico genomen hebben om op een beveiligingscamera vastgelegd te worden?

Zijn keuze voor de risicovolle Vlaamsegas doet de vraag rijzen of de dader goed wist wat hij deed. Was hij een amateur, die op een donkere avond in november feitelijk een beetje verdwaalde in de Nijmeegse binnenstad?

Of heeft het onderzoeksteam het vanaf het begin bij het verkeerde eind: zou haar speurwerk niet zozeer om de vermeende schutter moeten draaien maar om mogelijke handlangers van die schutter. Werd de man in de Molenstraat opgewacht door een vluchtauto?

In de getuigenverklaringen van omstanders in en bewoners van de Van Welderenstraat zingen verhalen rond over minstens twee auto’s die op het moment van de aanslag de aandacht trokken. De ene auto reed stapvoets voorbij terwijl het slachtoffer werd aangevallen.

De andere auto hield even na negenen op de Van Welderenstraat stil. Van de twee inzittenden stapte er eentje uit, om onmiddellijk weer in te stappen nadat in de straat het eerste schot had weerklonken. Waarop de auto wegreed.

Nog eens: met het toespitsen van een onderzoek op een dader die door omstanders en omwonenden als schutter wordt beleefd, neemt men een risico. Wat als die vermeende dader een ‘patsy’ is? Iemand die op het moment suprème ter plekke is, maar dan als bliksemafleider…?

(JoopFinland)

  • Datum: .

De Vlaamsegas vormde in 2005 het episch centrum van de Nijmeegse drugssien en daarom hingen er in het steegje in totaal vier bewakingscamera’s. Nadat het onderzoekteam bekendmaakte ‘de man met de sporttas’ te beschouwen als verdachte en de Vlaamsegas als onderdeel van ‘s mans vluchtroute, werd er met spanning gewacht op de analyse van de beelden die de camera’s de avond van de vijftiende november gemaakt hadden.

Gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot die analyse zei een woordvoerder van het onderzoeksteam op 18 november: ‘Digitale bronnen veranderen niet, getuigenverklaringen wel’. Met die bewering verklaarde hij waarom het Bamboe-team prioriteit gaf aan het optekenen van ooggetuigeverslagen van omwonenden en voorbijgangers.

Op 1 december kwam het dagblad De Gelderlander met het nieuws dat de Nijmeegse politie geen bruikbare beelden had van de verdachte, omdat de kwaliteit van de twee politiecamera’s te slecht was. En op de wel goed afleesbare videobanden van de twee camera’s die een coffeeshop had opgehangen, was geen man met een sporttas te zien.

De krant was uit eigen onderzoek te weten gekomen dat de twee camera’s van de politie verouderd waren. ‘Een van de politiecamera’s kan de schutter slechts op de rug hebben gefilmd. De andere camera, die zijn gezicht zou hebben kunnen opnemen, hangt in een vreemde hoek. Het apparaat staat niet op de straat gericht, maar op de straatverlichting.’

Van bewakingscamera’s worden wonderen verwacht, gaven door de krant geinterviewde deskundigen aan. Veelal ten onrechte. Met beelden heb je nog niet veel in handen. Het systeem moet goed en regelmatig onderhouden worden. En de operator van het systeem moet weten in welke camera hij op welk moment kijkt.

Het onderzoek van De Gelderlander leidde tot een verhit debat van de Nijmeegse gemeenteraad met burgemeester Ter Horst. Onbeantwoord blijft echter de vraag wat er eigenlijk op die camerabeelden van 15 november 2005 rond de klok van negen wél te zien was...

(JoopFinland)

  • Datum: .

In wat er van het politieonderzoek direct na de aanslag naar buiten komt, ontbreekt informatie over het wapen en de munitie die gebruikt werd. Een belangrijke lacune, omdat kennis over moordwapen en de soort en het kaliber van de afgevuurde kogels iets kan vertellen over het min of meer geplande karakter van de aanslag, dus over het min of meer professionele karakter ervan.

De schutter vuurde tweemaal, waarvan de laatste keer van zeer korte afstand. Het eerste schot trof het slachtoffer in de rug. Van welke afstand? Hoeveel letsel veroorzaakte dit schot? Een enkel schot en een slachtoffer dat daarna op de grond valt, bieden geen garantie dat het slachtoffer niet zal overleven. Het feit dat de dader weloverwogen op enige tientallen centimeters een tweede schot op borst of hoofd afvuurde, impliceert dat hij of zij een professional moet zijn geweest.

Welke kogels werden bij de aanslag gebruikt? Waren het ‘gewone’, dat wil zeggen half gemantelde kogels, of volledig gemantelde? Volledig gemantelde munitie gaat door muren en metaal, maar heeft als nadeel dat ze recht door een menselijk lichaam kan gaan, dus zonder het dodelijk te verwonden. Gewone, half gemantelde kogels richten een ravage in een lichaam aan. Een dader die niet meer dan twee schoten afvuurt en daartoe volledig gemantelde munitie gebruikt, neemt een groot risico.

Verschillende getuigeverklaringen gaan over ‘twee luide knallen’ in de overigens ook bepaald niet verlaten Van Welderenstraat. Een klein handwapen met een lager geluidsniveau is makkelijker te hanteren. Daarmee kunnen meerdere schoten worden afgevuurd, zodat de dader zekerder kan zijn van zijn of haar zaak, en minder snel de aandacht trekt. Een schutter die precies wist wat te doen, zou ook het gebruik van een geluidsdemper hebben overwogen.

Tot zover de verslaggeving in deze serie over wat er de eerste maanden na de aanslag openbaar werd gemaakt met betrekking tot het onderzoek. In het vervolg van deze serie zal ‘de man met de sporttas’ even gelaten worden voor wat ie is. De plaats delict wordt echter nog niet verlaten: er zijn die auto’s die zijn gezien terwijl ze in de buurt van de aanslag stilhouden of langsrijden…

(JoopFinland)

  • Datum: .

In de eerste ooggetuigeverslagen van de aanslag speelt een rode Opel Vectra van het bouwjaar 1992-93 een rol. Vlak voor er in de Van Welderenstraat schoten klonken stond deze auto geparkeerd voor het perceel nummer 110. Er zaten twee mannen in, van wie er eentje uitstapte seconden voordat het eerste schot klonk, zo’n dertig meter verderop aan de overkant van de straat. Volgens de getuige(n?) stapte de man na de schoten snel weer in en reed de auto weg.

In welke richting deze ‘rode Opel’ wegreed is niet bekend geworden. Ook de rijrichting van enige andere auto’s die op het moment van de aanslag de T-kruising Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat passeerden is niet bekend, of niet bekend gemaakt. Het gaat daarbij om een Mercedes, en een Volkswagen. De Volkswagen is misschien alleen maar voorbijgereden. Maar ook uit de voorbijrijdende Mercedes zou tijdens de aanslag een man zijn uitgestapt en meteen weer ingestapt. De oudere man zou zijn vergezeld door een jonge, blonde vrouw.

Met het verstrijken van de tijd na de vijftiende november wordt het beeld alleen maar diffuser. Merk en kleur van de betreffende auto’s kunnen niet worden bevestigd. En de uit- en meteen weer instappende man kan dus zowel uit de voorbijrijdende Mercedes als de geparkeerd staande Vectra zijn gekomen. Op 25 november laat het onderzoeksteam aan het dagblad De Gelderlander weten dat ‘de inzittenden van in totaal drie auto’s zich nu allemaal hebben gemeld’. Maar op 23 februari 2007, dus vijftien maanden na deze mededeling, meldt de politie dat de rode Opel Vectra niet is getraceerd.

In een interview in Vrij Nederland (6 december 2005) zegt Ed Bruinvis, vriend en collega van Sévèke, dat hij meteen naar de politie gebeld heeft toen de recherche bekend had gemaakt dat men op zoek was naar de inzittenden van een auto die ten tijde van de aanslag op de plaats delict uit- en meteen weer in die auto zouden zijn gestapt. ‘Het bleek dat een van de mannen mank liep. Ik heb ze laten weten dat Cees van Lieshout ook mank loopt’.

(JoopFinland)

  • Datum: .

Ed Bruinvis kent Cees van Lieshout (in de artistieke sien gebruikte de man de voornaam Caesar) uit het RVF, het Rood Verzetsfront. Het RVF was in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw in de kijker van binnenlandse en buitenlandse veiligheidsdiensten vanwege haar openlijk beleden solidariteit met revolutionair-linkse groepen in landen als (West-)Duitsland, België, Frankrijk, Italië en Japan. Volgens inlichtingendiensten zou het RVF er zorg voor dragen dat Nederland een veilige haven voor de gezochte leden van deze groepen was.

Voordat hij voor de voorloper van de AIVD, de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), in het RVF infiltreerde deed Van Lieshout dienst als criminele informant voor de politie. Volgens het principe boeven-vangt-men-met-boeven hield de man die in drugs en -naar verluidt- in kinderporno had gehandeld zich nog steeds op in kringen van kleine en grotere criminelen, en speelde informatie over zijn collega’s door aan zijn baas. Dit vond vooral plaats in en rond Nijmegen, en wel in de jaren rond 1975.

Vanaf 1977 werd Van Lieshout gerund door de BVD en ingezet als agent-provocateur, eerst dus in het RVF en vanaf 1982 in ‘de beweging’. Een agent-provocateur neemt niet alleen deel aan subversieve acties maar lokt deze ook uit. Van Lieshout zou zich met name bezondigd hebben aan het verschaffen van wapens, en aan het vervaardigen van bommen. “De beweging’, ook wel ‘buitenparlementaire beweging’, is de benaming die in de jaren tachtig gegeven werd aan het geheel van groepen en groepjes die zich bezighielden met onder veel meer anti-militarisme, kraken, anti-racisme, anti-kernenergie en strijd voor een schoner milieu.

Van Lieshout wist zich een positie te verschaffen in deze groepen omdat hij minstens drie dingen meebracht waaraan ‘de beweging’ een chronisch gebrek had. De man had een rijbewijs, beschikte over geld, en was gefascineerd door geweld. Van Lieshout was niet alleen mobiel en bemiddeld maar vooral een ‘heavo’, zoals dat toen heette. In de ‘eeuwige’ discussie binnen de links-radicale beweging over het al dan niet toepassen van -hoeveel en welk soort van- geweld, roerde hij de trom ten faveure van dat geweld.

In ieder geval binnen het RVF bezorgde zijn positiebepaling ten aanzien van het gebruik van geweld Van Lieshout een centrale rol in de organisatie. Het RVF had een fysiek hoofdkwartier in Drenthe en daar werd Van Lieshout lang de hand boven het hoofd gehouden. Ed Bruinvis herinnert zich hoe hij pas nadat hij ‘Drenthe’ vertelde over de plannen van Van Lieshout om het RVF middels drugshandel van geld te gaan voorzien, gehoor kreeg voor zijn bezwaren tegen de man. De wedijver binnen de organisatie tussen ‘heavo’s’ en ‘softies’ is een rode draad in de ‘reconstructie’ die Paul Moussault heeft geschreven over het RVF (1).

Aan de werkzaamheden van Van Lieshout binnen radicaal-links komt een abrupt einde in 1990, na de publicatie van het boekje De Tragiek van een Geheime Dienst. In het werkje worden de personalia van agenten van de Nijmeegse PID (plaatselijke BVD) aan de openbaarheid prijsgegeven (2). Van Lieshouit neemt de wijk naar Kreta, maar wordt gedwongen naar Nederland terug te keren als zijn uitkering van de ziektewet wordt stopgezet. Hier pleegt hij twee roofovervallen, wordt gepakt en zit een gevangenisstraf uit.

Begin 1993 doet Van Lieshout tegenover journalist Martin Gommers van De Gelderlander zijn beklag over de BVD. Als “Rob Kamphuis” hekelt hij zijn voormalige broodheer vanwege het ontbreken van een “sociaal plan” voor ex-werknemers (3). Op brede schaal herkennen mensen die in de beweging met hem van doen hebben gehad Cees van Lieshout in het relaas van “Kamphuis”. De man keert terug naar Kreta, maar onder de naam Onderzoeksburo Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (OBIV) doen Louis Sévèke, Frank Schoenmaeckers en Ed Bruinvis jarenlang onderzoek naar Operatie Homerus, zoals de werkzaamheid van Van Lieshout door de BVD werd genoemd. In 1998 verschijnt van hun hand het gelijknamige boek (4).

(1) Rood Verzetsfront. Aanzetten tot stadsguerilla in Nederland – een reconstructie / Paul Moussault & Jan Lust. - Breda: Uitgeverij Papieren Tijger, 2009 &
Het Rood Verzetsfront in het vizier van de geheime dienst / Paul Moussault & Barbara Sahakian. - Brede: Uitgeverij Papieren Tijger, 2018
(2) De Tragiek van een Geheime Dienst / anonieme auteurs. - Amsterdam: Uitgeverij Ravijn, 1990
(3) Ontredderde BVD-er pleegt overvallen. Van psychische begeleiding undercover-agenten komt niets terecht. In: De Gelderlander van 30 januari 1993
(4) Operatie Homerus. Spioneren voor de BVD/ Onderzoeksburo Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (OBIV). - Breda: Uitgeverij Papieren Tijger, 1998

(JoopFinland)

  • Datum: .

Ruim een half jaar na de aanslag, op 25 juli 2006, tast het Bamboe-onderzoeksteam dat op de zaak is gezet, nog steeds in het duister over de mens(en) achter twee internet-alii.

Linke Loetje heeft op 6 december 2006 een bericht achtergelaten op de website die vrienden en familie van het slachtoffer hebben opgezet. In het bericht wordt aangegeven dat de verzender een belangrijke tip heeft voor de onderzoekers van de moord, drie weken daarvoor. De beheerders van de site roepen het alias op om contact op te nemen. Desgevraagd kunnen zij hem of haar anonimitiet naar de autoriteiten garanderen. Maar van Linke Loetje wordt niets meer vernomen.

Het tweede alias luidt Edmund Dantes. John Schoorl schrijft in de Volkskrant van 7 augustus 2006 het volgende:

De politie kreeg dertien tips over deze mysterieuze figuur, maar het merendeel was onbruikbaar en heeft geen waarde voor het achterhalen van de identiteit van deze persoon. Onder de naam ‘Edmund Dantes’ probeerde iemand vorig jaar meerdere keren contact te krijgen met de Nijmeegse activist, die in de avond van 15 november 2005 werd vermoord. Hij stuurde mails vanuit Belgie en Nederland.. Enkele weken voor de moord zocht hij nog contact en wilde hij Sévèke ontmoeten, maar liet niets meer van zich horen toen Sévèke tot twee keer toe had gereageerd.
Van de dertien tips die de politie binnenkreeg gingen er tien over de andere betekenis die de naam Edmund Dantes heeft. Maar die kende de politie al. Het is namelijk de
(verbasterde, JF) naam van een beroemde literaire figuur. In het uit 1844 stammende boek De Graaf van Monte Christo, geschreven door de Franse auteur Alexandre Dumas, speelt Dantes de hoofdrol.’

Het Nijmeegse uitgeversduo Wijnand en Perry Wijnand Pierik (Aspekt), publiceert boeken van de auteur Vincent Dumas. Deze boeken zijn door Perry Wijnand Pierik zelf geschreven. Naar dat feit verwijzen niet alleen de boektitels, die naadloos aansluiten bij het overige oeuvre van PWP. Ook deze reactie van een koper van een ‘Vincent Dumas’ op bol.com onthult de identiteit van de schrijver:

Nijmegen, Nederland, 14 april 2006

Ik had verwacht dat ik hier in de geest van de moordenaar zou kunnen kijken en dat er ook echt psycologische uiteenzettingen in zouden staan. Maar nee! Wat zonde van mijn geld, dit is voor de zoveelste keer dat Perry Pierik onder één van zijn niet te tellen aantal schuilnamen probeert om iets te verkopen! Of je nou de naam Vincent Dumas neemt, of Percy, Dennis, Monica de Bruyn (om maar even een paar namen te noemen die Pierik 'gebruikt'), het is allemaal prut wat hij uitgeeft! Wat ik juist in zo'n boek verwacht is diepgang en niet een boekje van amper honderd pagina's. Je kunt nog zo veel namen aannemen als je wilt, maar als je niet kunt schrijven dan kun je het niet en daarom denk ik beter dat een échte kenner eens een boek schrijft over figuren als de Duitse kannibaal. Ik blijf des ondanks trouw klant van Bol, want 99,9 procent van wat Bol verkoopt is namelijk wél de moeite waard! Dit boek bevat totaal niets.‘

Uitgeverij Aspekt geeft in Nederland en Vlaanderen boeken van extreemrechtse auteurs uit, en de jonge Pierik is in direct verband gebracht met groepen en groepjes in de uiterst rechtse en neo-nazistische hoek. In de artikelenserie Uitgeverij Suspect elders op deze site, leest het:

Als we de website Maroc.NL mogen geloven -en waarom zouden we dat niet doen?- was hij "in Woerden en Utrecht actief voor het fascistische Jongeren Front Nederland (JFN)" De site baseert haar bewering op een uitspraak van wijlen NVU-voorman Joop Glimmerveen, uit 1995. In zijn blad Volkse Waarnemer (ja hoor, dat vinden ook wij verdacht veel lijken op Völkische Beobachter, destijds het lijfblad van de NSDAP) windt Glimmerveen zich op over een artikel in de Haagse Courant.
Het relaas is geschreven door Perry, in samenwerking met Marcel Reijmerink. De twee beschuldigen rechts-radicalen van de moord in Frankrijk op twee onderzoekers naar extreem-rechts. Uit rancune gooit Glimmerveen het Mitgliedschaft van Pierik in de ring. Kun je zeggen dat rancune niet de beste Specsavers oplevert. Maar zelfs een Glimmerveen zal toch niet zonder daarbij goed na te denken aan Jan en alleman een verleden in de eigen gelederen toeschrijven?’

Op de geciteerde website geeft de jonge Pierik toe dat hij leider Mordaunt van de JFN heeft ontmoet. De uitgever doet het voorkomen alsof het genoegen geheel aan de kant van Mordaunt was. Op de vraag of een beruchte NSB-er in Twente familie van hem was, geeft hij ook een ontwijkend antwoord.

(JoopFinland)

  • Datum: .

Eind maart 2006 kondigt het Bamboeteam aan dat het ‘Project Plaats Delict’ is afgesloten. De rechercheurs hebben volgens eigen zeggen op grond van ‘uitgebreid technisch onderzoek’ en ‘honderden’ getuigeverklaringen een beeld gekregen van wat zich op 15 november van het jaar daarvoor rond negen uur ‘s avonds op en rond de T-kruising Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat heeft afgespeeld. 

Het resultaat van het nachtelijke sporenonderzoek op de plaats delict -een man is er door twee schoten om het leven gebracht en de vermoedelijke dader van de aanslag lijkt gevlucht te zijn via een belendende steeg- komt onder druk te staan door het door de rechercheurs laten verrichten van eenzelfde onderzoek maar dan twee volle etmalen later en tweehonderd meter verder, op vrijdag 18 november op de hoek van het plein schuin tegenover het kraakpand De Grote Broek. Een onderzoekslijn houdt het voor mogelijk dat het slachtoffer dat even voor negenen uit dat pand de Van Welderenstraat is ingelopen op weg naar huis, op het plein is opgewacht door de dader of een medeplichtige van de dader. 

Het late tijdstip van dit technisch onderzoek valt alleen te begrijpen indien men op die vrijdag niet gezocht heeft naar sporen van wie of wat zich daar dinsdagavond heeft gevonden maar naar iets van vlak voor dat onderzoek. Aanleiding voor zo’n onderzoek op dat tijdstip op die plaats zou een getuigeverklaring kunnen zijn. Op 21 maart 2006 verstuurt de politie drieduizend sms-jes, aan alle mobiele telefoonnummers die op 15 november 2005 tussen half negen en half tien ‘s avonds in het centrum van Nijmegen zijn geregistreerd. In het tekstbericht verzoekt de afzender om op de website van de politie een vragenlijst te checken. Uit de vragenlijst blijkt de politie nog op zoek te zijn naar ruim tien mogelijke getuigen.

Twee van de gezochte getuigen worden door de politie 01 en 02 genoemd. Het betreft twee mannen die twee weken voor de moord De Grote Broek bezochten. Uit de vragenlijst:

Een door de politie gehoorde persoon hoorde zaterdag 29 oktober twee mannen (onbekende getuigen 01 en 02) over Louis Sévèke praten. De twee mannen kwamen die dag tussen 15.00 en 17.00 uur uit het pand met de naam ‘De Grote Broek’ in de Van Broeckhuysenstraat. Een van de mannen stelt aan de door ons gehoorde persoon de vraag: ‘Jij kent Louis toch goed? Hij is toch die advocaat die krakers helpt?’ Zo begon het gesprek tussen de door de politie gehoorde persoon met deze twee mannen, waarbij een van de mannen zegt uit Venray (geboorteplaats slachtoffer, JF) te komen. Een van hen heeft ook een kartonnen doos, ter grootte van een dik boek, in zijn hand. De mannen gebruikten een oude, rode personenauto, lijkend op een Opel Rekord model eind jaren ‘80. Bij het wegrijden maakte deze auto een ronkend en laag geluid.

De politie vraagt: bent (of kent) u een van deze twee mannen die op zaterdag 29 oktober 2005 tussen 15.00 en 17.00 uur over Louis Sévèke sprak? Neem dan contact op met de politie. Meld bij ieder contact in wie u zich herkent (of wie u kent): onbekende getuige 01 of onbekende getuige 02.’

(JoopFinland)

  • Datum: .

Vijftien november 2006 verjaart de aanslag en is het duidelijk dat het onderzoek van het Bamboe-team op dood spoor is beland. Het werk van de Nijmeegse politie dreigt de status ‘slapend’ te krijgen. Zonder arrestatie en een verdachte zal het onderzoek ook niet aan een onderzoek kunnen worden onderworpen.

Die waarschuwing is afkomstig van Floris Tas. Deze jurist is door de intimi van het slachtoffer gevraagd om de positie van ‘monitor’ in te gaan nemen. Want het rechercheteam heeft bij aanvang van haar werkzaamheden weliswaar ingestemd met de vorming van een zogenoemd tegenspraakteam, maar omdat dit ook uit politiemensen bestaat willen de mensen rond Sévèke dat bij het onderzoek ook iemand aanschuift die wel een achtergrond in het strafrecht heeft maar geen betrokkenheid bij het politiewerk.

De ene partij ziet Tas -die Sévèke heeft gekend uit hoofde van de juridische praktijk- als bruggehoofd tussen nabestaanden en Bamboe-team. Men vreest in die kringen dat de politie aan bepaalde scenario’s geen of onvoldoende aandacht besteed heeft en te lang naar een motief voor de daad in de relatiesfeer heeft gezocht. Men vreest dat het werk van Sévèke -het onderzoek naar en het bijstaan van slachtoffers van inlichtingendiensten- in het onderzoek tot dan toe niet de aandacht heeft gekregen die het zou moeten krijgen.

De andere partij echter heeft bezwaren tegen de politieke gezindheid van Tas -hij is lid van Groen Links- en vreest dat bij toevoeging van een ‘extern’ lid aan hun team gevoelige informatie verkregen uit hun onderzoek in de openbaarheid zou kunnen komen. De ‘monitor’ – in de ons omringende landen een gangbare toevoeging aan forensisch onderzoek (1) – komt er niet, en het rechercheteam gaat afgeslankt van 31 tot 18 leden het jaar 2007 in.

Een jaar recherche heeft maar een paar antwoorden opgeleverd, en op de meest pregnante vragen geen enkel licht geworpen:

Was de ‘man met de sporttas’ de gezochte schutter? Wie waren de inzittenden van de bordeauxrode Opel Vectra bouwjaar 92-93 die ten tijde van de aanslag geparkeerd stond voor de Van Welderenstraat nummer 110 en nadat de eerste knal was gehoord wegreed? Waarom trok deze auto -geparkeerd ter hoogte van de Van Arksteestraat, dus op behoorlijke afstand van de plaats delict – dusdanig de aandacht van getuigen dat men zag dat een van de twee inzittenden even de auto verliet voordat die eerste knal klonk? Brandden van de auto reeds de koplampen terwijl deze nog geparkeerd stond? Zou een buitenlands kenteken niet in het geheugen van de getuige gegrifd zijn?

Wat was de precieze inhoud van een getuigenverklaring volgens welke twee mannen – van wie tenminste eentje afkomstig uit Venray, de geboorteplaats van het slachtoffer – twee weken voor de moord in het kraakpand De Grote Broek op bezoek waren en na het verlaten van dat pand van de getuige de bevestiging wilden dat hij Sévèke kende?

Hoeveel mensen kunnen dinsdagavond 15 november 2005 om negen uur getuige zijn geweest van de gebeurtenissen op de hoek Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat? Het onderzoeksteam zocht een jaar na dato nog steeds naar twaalf getuigen: mensen die door andere getuigen op of rond de plaats delict waren gezien. Er is een foto van die plek, precies een jaar nadien (3). Om negen uur verzamelden zich toen vijfhonderd mensen om het slachtoffer te herdenken. Onder de geringe straatverlichting zijn geen gezichten in de menigte te onderscheiden. Het is droog weer, zodat men niet schuilgaat onder een paraplu of capuchon. Een jaar daarvoor miezerde het, bij een temperatuur van vier graden …

(1) Aldus Roger Vleugels (onderzoeker van inlichtingendiensten) in een interview in Ravage, 16 december 2005
(2) Meting op het weerstation Deelen: http://projects.knmi.nl/klimatologie/daggegevens/index.cgi
(3) https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/herdenkingswandeling-naar-moordplek-seveke~b40b2d37/

(JoopFinland)

  • Datum: .

Ter gelegenheid van de vijftiende verjaardag van de aanslag pakt De Gelderlander uit met een verhaal van Henk Gerrits. Hij was in 2007 de rechercheur die ‘het beste de verdachte van een politiek beladen moordzaak kan verhoren’.

Het relaas van Gerrits wordt interessant waar hij de verdachte Marcel Teunissen vraagt naar het wapen waarmee deze de moord zou hebben gepleegd:

,,Hoe zag het wapen er uit?, vroeg ik. Marcel beschreef een afgezaagde loop. Inderdaad, dat had hij uit de media kunnen hebben. Waarmee schoot je dan?, was de vervolgvraag. Toen vertelde hij twee verschillende jachtpatronen te hebben gebruikt: als eerste een schot grove hagel om Seveke tot stilstand te dwingen en één om zijn karwei af te maken. Dat wás ultieme daderinformatie. Alleen de teamleiding was op de hoogte welk soort munitie er was gebruikt. Wij, de hoorders, wisten het niet! Alleen de dader kon het weten.’’

Eerder in deze serie kwam het boekje A Study of Assassination voorbij, waarin de CIA aangeeft hoe een liquidatie het best in zijn werk kan gaan. Het gebruik van de door de verdachte genoemde munitie en hoe deze af te schieten staat daarin vermeld.

Opsporing, arrestatie en veroordeling van Teunissen waren de dood in de pot voor het onderzoek. 16 maart 2007. De moordenaar van Louis wordt in Barcelona in de kuif gegrepen. (…)Ook makkelijk: hij hield een dagboek bij’, zoals het destijds in KM werd geformuleerd.

Waar bleef meer informatie over de twee mannen met een oude Opel Kadett die twee weken voor de moord de Grote Broek bezochten en daarna aan een blijkbaar door het Bamboeteam gehoorde getuige vroegen of deze Sévèke goed kende?

En wat was de rol van de twee mannen in een Opel Vectra die rond het tijdstip van de aanslag de aandacht trok omdat hij met draaiende motor op een invalidenparkeerplaats in de Van Welderenstraat werd gezet en weer wegreed nadat de bijrijder even was uitgestapt en in de richting van de plaats delict was gelopen?

(JoopFinland)

  • Datum: .

Februari 2007 wordt de beslissende maand in dit dossier. In een uitzending van het programma Opsporing verzocht(1) heeft de recherche van politiedistrict Midden Noord een aantal onopgeloste bankroven onder de aandacht gebracht. Zij krijgt een reactie van een echtpaar uit Wijchen: in de uitgezonden camerabeelden en de beschrijving van de vermoedelijke dader herkent het stel hun zoon. Tegen de 38-jarige verdachte die is ingeschreven in Rotterdam, in Antwerpen een woning huurt maar zijn laatste verblijfplaats in Spanje had, wordt een Europees Arrestatie Bevel (EAB) uitgevaardigd.

De ouders verstrekken aan Midden Noord de door hun zoon aan hen in bewaring gegeven sleutels van twee kluizen in Rotterdam die door de vermoedelijke bankrover zijn gehuurd. In de opslagruimte treft men materiaal voor het maken van zware explosieven aan. Tevens stuit men er op spullen die in verband kunnen worden gebracht met de zaak-Sévèke. Het gaat daarbij volgens de politie niet om het wapen, en onbekend blijft of er sprake is van de vondst van de sporttas die volgens ooggetuigen toebehoorde aan de waarschijnlijke aanslagpleger.

Wel spreekt de recherche over een notebook. Het draagbare computertje zou twee manuscripten bevatten, met als titels respectievelijk Het leven van een buitenstaanderen Bedankt en tot ziens. In deze documenten eist verdachte de verantwoordelijkheid op voor bomaaanslagen -aanvankelijk geclaimd door het Earth Liberation Front- bij het Franse consulaat in oktober 1995 en het hoofdkantoor van BASF, in april 1996, en allebei in Arnhem. En beschrijft hij hoe hij in de negentiger jaren in de Nijmeegse kraaksien verdacht werd gemaakt. Uit het geschrevene blijkt dat hij op de avond van 15 november 2005 in Nijmegen was, en het notebook bevat documentatie over de moord in de vorm van kranteknipsels.

Midden Holland deelt haar vondst met het Bamboeteam, en op 21 februari kondigt men in Nijmegen aan dat de zoektocht naar de twee mannen in een Opel Vectra die rond het tijdstip van de moord de aandacht trok, zonder resultaat wordt afgesloten. Het ligt in de lijn der verwachting dat rond die tijd ook een andere onderzoekslijn wordt losgelaten.

De laatste mensen die Louis Sévèke op de avond van zijn dood hebben gesproken, zaten met hem in een vergadering in de Grote Broek. Aan te nemen valt dat de recherche op 16 november 2005 deze mensen als eersten heeft willen horen. Onder deze getuigen zal degene zijn geweest die vertelt dat op zaterdag 29 oktober twee mannen de Grote Broek hebben bezocht en met hem over Louis Sévèke hebben gesproken, voor de onderzoekers aanleiding om zo laat als de vrijdag na de aanslag nog een uitgebreid sporenonderzoek rond de Grote Broek te verrichten.

Rond deze datum zal dus ook de bijeenkomst plaats hebben gevonden waarover Henk Gerrits repte in het recente interview met deze ‘verhoorder van de verdachte van een politiek beladen moordzaak’ (2). Waarna in de eerste week van maart het EAB wordt uitgebreid met de verdenking van betrokkenheid bij de moord op Sévèke.

(JoopFinland)

(1) uitgezonden op 24 januari van dat jaar, besteedde (opnieuw) aandacht aan bankovervallen in Breda en Leiden, gepleegd op 9 maart 2006 en 22 december 2006.
(2) Zie de vorige aflevering van deze serie.

  • Datum: .

In februari 2007 wordt het onderzoek naar de aanslag stopgezet, een jaar later staat Marcel Teunissen ervoor terecht en wordt veroordeeld tot levenslang. Actieblad Ravage doet verslag van de rechtszitting onder het kopje Ongerijmdheden in strafzaak moordenaarSévèke. Immers: ‘Niet alle feiten zijn door de media openbaar gemaakt’.

Het grootste vraagteken wordt in het artikel geplaatst achter de vijf bomaanslagen in Arnhem en Nijmegen in 1994-1996 die Teunissen ten laste worden gelegd en die hij heeft bekend. Experts hebben gewezen op de professionaliteit van de gebruikte springladingen. Deze zouden enkel door militairen worden gebruikt. Tevens bevat het dossier van het rechercheteam dat destijds achter de dader(s) aanzat -ook op de burelen van Ravage- minstens twee getuigenverklaringen die reppen over meerdere mensen die op de plaats delict verdacht gedrag vertoonden.

Naast de explosieven bevatten de door Teunissen gehuurde kluizen in Rotterdam twee versies van een door hem geschreven manuscript en een door Sévèke ondertekende rouwkaart. Het manuscript wordt door het OM gezien als ondersteunend bewijs voor Teunissens schuld. De door het slachtoffer ondertekende rouwkaart wordt ook genoemd in een artikel inde Volkskrant. Daarin wordt de kaart die Teunissen ontving naar aanleiding van de dood van een vriendin als bewijs aangevoerd voor het feit dat dader en slachtoffer meer dan oppervlakkige kennissen waren geweest.

De vragen die de herkomst van de explosieven en de rouwkaart oproepen zijn exemplarisch voor de vele andere kwesties die tijdens de rechtszitting tegen Teunissen niet beantwoord worden. Zelfs de toedracht van de aanslag op 15 november 2005 wordt niet helder. In de ene versie heeft Teunissen zijn slachtoffer op zijn aanwezigheid attent gemaakt alvorens op hem te schieten, in de andere zijn zij elkaar tegengekomen en heeft Teunissen zich omgedraaid om de ander vervolgens twee keer in de rug te schieten. In de ene versie gooit Teunissen het gebruikte wapen in de Maas in Rotterdam, in de andere in de Schelde, bij Antwerpen.

De verslaggever van Ravage lijkt er niet mee te zitten. Men kan volgens hem hoogstens de vraag stellen waarom de ‘ziekelijke achterdocht’ van Teunissen ‘in het Pieter Baan Centrum niet is ontdekt’. Hij heeft het over de banaliteit van het kwaad nadat hij heeft geconcludeerd dat ‘het weinig met politiek of idealen te maken heeft’. De journalist noemt zich Keesjemaduraatje, een pseudoniem van Kees Broer. Die heeft zich al eerder uitgelaten over de affaire Sévèke/Teunissen, maar dan in het degelijke dagblad Trouw. In een stuk onder de titel En toen moest het grootkapitaal eraan geloven kwam hij tot een soortgelijke slotsom: ‘De kraakbeweging veranderde in de loop der jaren van een idealistische actiegroep tegen woningnood in een sectarische, gewelddadige beweging’...

(JoopFinland)

  • Datum: .

Was Marcel Teunissen, de tot levenslang veroordeelde dader van de moord, een bekende van de politie? Tijdens de rechtszitting wordt duidelijk dat hij eind jaren negentig een strafblad heeft gekregen wegens autodiefstal. Maar er is meer.

In haar editie van 4 april 2007 ‘onthult’ het weekblad Nieuwe Revu dat de naam van verdachte Teunissen ‘reeds opduikt in oude politiedossiers van midden jaren tachtig’. En dat nog wel als mogelijk lid van RaRa. Het artikel rept van een door de recherche aangelegde groslijst met daarop ook ‘de naam van de dan pas 18-jarige Marcel T.’ In een later stadium wordt deze lijst ingedikt en verdwijnt Teunissen, samen met vele anderen, uit het blikveld van de speurders, maar de auteur van het relaas, Stan de Jong, concludeert dat Teunissen ‘al in 1986 tot de hardcore scene van de Nijmeegse actiebeweging hoorde’ en dat het dus ‘wel heel onwaarschijnlijk (is dat Sévèke) en hij slechts vage bekenden zouden zijn geweest.’ (1)

Tevens is daar de niet-gespeelde verbazing van Henk Gerrits. De al eens in deze serie opgevoerde rechercheur (2) kan in het interview met De Gelderlander er ook na dertien jaar nog niet over uit: ‘Hij leek als twee druppels water op de compositietekening. Dat leek wel een pasfoto.’ Op deze plastische manier beschrijft Gerrits het moment waarop Marcel Teunissen voor het eerst de verhoorkamer werd binnengebracht.

De eerste twintig afleveringen in deze reconstructie van de moord op Louis Sévèke zijn goeddeels gebaseerd geweest op de knipselmap die Ed Bruinvis destijds heeft aangelegd en verspreid (3). Hij besloot zijn werk aldus:

‘Met dit 15e nummer in de serie Info’s over Louis hebben we als Doca vanaf november 2005 de zoektocht gevolgd en geprobeerd een bijdrage te leveren aan de oplossing door de landelijke berichtgeving weer te geven, te analyseren en zodanig te indexeren dat de gegevens voor een ieder die dat wil bruikbaar zijn voor eigen onderzoek. Nu de dader is veroordeeld en ‘de zaak’ voor de media althans als afgesloten wordt beschouwd, is dit voorlopig het laatste nummer. Mocht er echter aanleiding toe zijn, dan zal de serie meteen worden voortgezet.’

Deze serie ziet in de vragen die de figuur van Marcel Teunissen heeft opgeroepen voldoende aanleiding om de speurtocht te vervolgen.

(1) Stan de Jong: Moordenaar Sévèke was in beeld als RaRa-lid, Nieuwe Revu 4 april 2007
(2) Zie aflevering 17 van deze serie, 16 november 2020
(3) Documentatie van de berichtgeving rond de moord op Louis Sévèke op 15 november 2005 te Nijmegen, Stichting Dokumentatiecentrum Arnhem

(JoopFinland)

  • Datum: .

Marcel Teunissen publiceerde in 2006 een zelfbeschrijving op Lulu.com. Het ruim honderdvijftig pagina’s tellende manuscript droeg de titel ‘Thank you, see ya!’,en verscheen onder een schuilnaam: Carter McCoy. Carter ‘Doc’ McCoy is de hoofdrol in de film The Getaway.McCoy is een bankrover en revolverheld die zijn halve leven op de vlucht is voor politie en collega-criminelen. De enige die hij vertrouwt is zijn vrouw, Carol, en samen met haar begint hij uiteindelijk van een miljoenenbuit een nieuw leven.

Het online-boek van Teunissen werd in december 2006 ‘besproken’ op een engelstalig internetplatform voor amateurchemici. Ene ‘Chris’ schreef onder het hoofdje ‘book about explosives’: ‘I recently bought this book at Lulu called 'Thank you, see ya!' from an author calling himself Carter McCoy. It's about a bankrobbery, hookers and explosives. He claims it's 'True Crime' but I have my doubts. In the chapter he's talking about explosives e.g. he tells he's making them himself. So far, so good. But then he goes on about this liquid explosive with 'ping-pong balls as indispensible ingredient' and he tells he used to log in to the Explosives and Weapons Forum under the name of McCauley. Could this all be true or is it bullshit?’

Deze post was de eerste van ‘Chris’ op het platform, en hij zou er maar vier publiceren. De overige drie dateerden van 14 en 15 maart 2007, en de laatste luidde: ‘Do you guys only read sciencebooks? There's more to life, you know. Like sex, drugs and rock'n roll. But Hey, if you're not interested, you're not interested. I just thought some of you might be. Of course this is a site about science, but there's actually some science involved, believe it or not. That's why I posted it here. I know I'm stupid, but not that stupid. But most is about booze and hookers of course, I must give you that. Anyway, some bankrobbers do write books. Look it up!’

Explosives and Weapons Forum heette officieel roguesci.com, kwam in 1998 in de lucht en werd in 2009 gesloten. Minstens twee van haar deelnemers zijn om het leven gekomen, een van hen Petri Gerdt die in 2002 ook zes andere mensen opblies in een voorstad van Helsinki. De schuilnaam McCauley verwijst naar Neil McCauley, een figuur uit een andere favoriete film van Teunissen: Heat. Analoog aan McCoy is McCauley iemand die overal mee wegkomt, vooral door in niemand zijn vertrouwen te stellen.

Ook op een duitstalige internetsitewerd in die tijd gerefereerd aan het werk van Teunissen. In januari 2007 schreef ene ‘thomasw’ dat hij niet eerder zulke goede beschrijvingen van bankovervallen had gezien. Overigens achtte de recensent Teunissen meer bekwaam in het bankroven dan in het schrijven. Een week nadien postte ‘thomasw’ opnieuw naar aanleiding van ‘Thank you, see ya!’ Hij had de uitzending van het televisieprogramma Opsporing verzochtgezien waarin een bankrover werd gezocht die na elke daad riep ‘Bedankt en tot ziens!’

(JoopFinland)

  • Datum: .

Het echtpaar Doc en Carol McCoy eindigt aan de goede kant van de streep. Dat wil zeggen: niet als law abiding citizens maar in Mexico, met de volle buit van een bankroof. In de film The Getaway (originele versie van Sam Peckinpah uit 1972) moet Carol (gespeeld door Ali McGraw) de liefde van haar man (Steve McQueen) terugwinnen omdat ze zijn voorlopige vrijlating uit de gevangenis heeft bevorderd door zich aan de man die daarover moest beslissen beschikbaar te stellen.

Carol McCoy is een volwaardige partner in crime, in Heat (uit 1995) worden de vrouwen daarentegen categorisch bedrogen. Bankrover Neil McCauley verkiest wraak boven de vrijheid. McCauley (Robert de Niro) is samen met zijn liefde onderweg naar een nieuw leven in Nieuw-Zeeland. Hij heeft een beslissende voorsprong genomen op zijn tegenspeler Vincent Hanna (Al Pacino) van de LAPD maar wil toch nog afrekenen met de man die hem en zijn bende heeft verraden.

In een eerder stadium is de verrader aan McCauley ontsnapt. Bij zijn eerste beroving met diens bende opende hij onnodig het vuur. Later in de film ontpopt de verrader zich tevens als een seriemoordenaar die het op prostituees voorzien heeft. McCauley executeert hem maar komt vervolgens zelf om in een duel met Hanna.

Marcel Teunissen heeft als zijn motief voor de moord in Nijmegen wraak aangegeven. Tevens heeft hij voor levenslange hechtenis gekozen in plaats van voor een hoger beroep dat hem een geringere vrijheidsstraf zou hebben kunnen opleveren. Wraak boven vrijheid lijkt in het leven van Teunissen – voor zover hij daarvan aan de buitenwereld een beeld wil geven – een Leitmotiv.

Echter, waar de gebeurtenissen in ‘Heat’ zich in een tijdsspanne van enkele weken lijken af te spelen, daar heeft de wraak van Teunissen een heel decennium in beslag genomen. En waar McCauley uiteindelijk sneuvelt als een door zijn tegenstander gerespecteerde en door zijn geliefde betreurde man, daar schreef Teunissen op dat hij het licht aan de einder niet meer zag.

(JoopFinland)

  • Datum: .

In 2012 richtte de toen 44-jarige Marcel Teunissen een website in met de ondertitel Hoe ik het liet gebeuren zonder het gedaan te hebben. Er is ‘boven de vouw’ geen aanduiding van wanneer de site voor het laatst is bijgewerkt. Maar op het gedeelte Gevangenisherinneringen van een ex-anarchistis copyright per 2014 geclaimd. De homepage heet Bedankt en tot ziens!Er is tevens een link naar een deel dat heet Waarom de zaak-Sévèke over moet en ‘De Afrekening’. Uit dit gedeelte van de site wordt in het vervolg geciteerd, tenzij anders aangegeven.

Teunissen vindt dat de zaak tegen hem over moet omdat ‘ik bij de zaak betrokken ben, maar niet de dodelijke schoten heb gelost. Ik heb het wapen geleverd en de munitie, en het was de bedoeling dat het slachtoffer ontvoerd zou worden. Toen de dodelijke schoten vielen, zat ik in een auto in de Piersonstraat te wachten op nadere instructies.’(...)’(Wie de schoten dan wel heeft gelost en wat er dan wel is gebeurd) is na te lezen in De Afrekening.’ Het relaas De Afrekening omvat honderd pagina’s en krijgt op de site de ondertitel Het ware verhaal mee.

Teunissen citeert bij aanvang William James en Lee Harvey Oswald. De Amerikaanse psycholoog James beweerde: ‘If no one turned round when we entered, answered when we spoke, or minded what we did, but if every person we met 'cut us dead,' and acted as if we were non-existing things, a kind of rage and impotent despair would ere long well up in us, from which the cruellest bodily tortures would be a relief; for these would make us feel that, however bad might be our plight, we had not sunk to such a depth as to be unworthy of attention at all.’ (William James, The Principles of Psychology, Chapter X)

Lee Harvey Oswald beweerde na zijn arrestatie als verdachte van de moord op president Kennedy: ‘No, they are taking me in because of the fact that I lived in the Soviet Union. I'm just a patsy!’ (A JFK Assassination Glossary, NYT, 26 oktober 2017). De term ‘patsy’ kwam in deze serie eerder ter sprake. In aflevering 9 leest het: ‘Met het toespitsen van een onderzoek op een dader die door omstanders en omwonenden als schutter wordt beleefd, neemt men een risico. Wat als die vermeende dader een ‘patsy’ is? Iemand die op het moment suprème ter plekke is, maar dan als bliksemafleider…?’ Teunissen geeft aan het begin van zijn relaas meteen aan in die rol te willen kruipen …

(JoopFinland)

  • Datum: .

Aan Marcel Teunissen is geen schrijver verloren gegaan. Dat is meteen ook de enige conclusie die men uit het relaas Bedankt en tot ziens! kan trekken.

Bedankt en tot ziens! (1) is een belediging voor de lezer. Vijfenzeventig A-viertjes vol halve en kromme zinnen, grammaticale fouten en haperende dialogen. En met flinterdunne analyses van politiek en maatschappij, hinderlijk vaak van het Ik ben geen racist maar-gehalte.

Nog eens: wie aan de hand van dit verhaal de beweegredenen van Marcel Teunissen wil duiden bezondigt zich aan pure speculatie. ‘Karakterisering of psychologisering helpt niet bij het doen van goed onderzoek. Het zorgt eerder voor mist en misplaatste duiding. Goed onderzoek betekent dat je de gangen van een persoon moet nagaan.’ Aldus Buro Jansen en Janssen in aflevering 3 van deze serie.

Een in het verhaal genoemde naam verdient verder onderzoek. Ene Chris passeerde in deze serie al eens de revue. In deel 21 las het: ‘Het online-boek van Teunissen werd in december 2006 ‘besproken’ op een engelstalig internetplatform voor amateurchemici. Ene ‘Chris’ schreef onder het hoofdje ‘book about explosives’: ‘I recently bought this book at Lulu called 'Thank you, see ya!' from an author calling himself Carter McCoy. It's about a bankrobbery, hookers and explosives. He claims it's 'True Crime' but I have my doubts. In the chapter he's talking about explosives e.g. he tells he's making them himself. So far, so good. But then he goes on about this liquid explosive with 'ping-pong balls as indispensible ingredient' and he tells he used to log in to the Explosives and Weapons Forum under the name of McCauley. Could this all be true or is it bullshit?’

Chris blijkt een alias van de auteur van het book on explosives. Niet alleen op dat forum -daags voor de arrestatie van Teunissen in Barcelona schrijft Chris daar: ‘Do you guys only read sciencebooks? There's more to life, you know. Like sex, drugs and rock'n roll. But Hey, if you're not interested, you're not interested. I just thought some of you might be. Of course this is a site about science, but there's actually some science involved, believe it or not. That's why I posted it here. I know I'm stupid, but not that stupid. But most is about booze and hookers of course, I must give you that. Anyway, some bankrobbers do write books. Look it up!’- maar ook in de -latere- nedertlandstalige versie van dat book In Bedankt en tot ziens! krijgt Chris zelfs een achternaam (2).

Maar er is ook een echte Chris, van vlees en bloed. ‘Ik heb al geen vrienden meer gehad sinds de middelbare school. Behalve Chris dan. Chris… Die goeie kameraad. Pfff…’ Dat is de Chris die in het Nijmeegse kraakcafe De Bijstand in tegenstelling tot de andere aanwezigen wel een naam krijgt (3):
‘Meteen schiet me de conversatie met Chris te binnen. Deze kroeg. Dit tafeltje. Vorige week. ‘Weet je wat ze met verraders doen in Colombia?’ ‘Nou?’ ‘Daar lig je zo zonder pardon met een paar kogels door je kop langs de kant van de weg.’ ‘Zo!’ Ik had het een vreemd onderwerp gevonden maar er niets achter gezocht. Net zomin toen de vraag gesteld werd: Weet je hoe je een lijk kunt laten verdwijnen zonder een spoor achter te laten?’ Ook al had hij mij met priemende ogen aangekeken. Ik had het maar geschaard onder ‘leuke’ weetjes, iets voor de ruige versie van Triviant. Het is ook Chris geweest waarmee ik de afgelopen jaren soms tot in de late uurtjes politieke discussies heb gevoerd. Hij is daarom niet alleen op de hoogte van mijn politieke overtuiging maar weet ook dat ik het niet alleen bij woorden gelaten heb. Geen woorden maar daden, dat was het motto. Eigenlijk weet hij te veel. Maar Chris heeft me ook een beetje geïntroduceerd in de scene. Nam me mee naar het eetcafé, de kroeg, punkconcerten en kraakpanden. Weer schiet me een Triviant-vraag te binnen. ‘Weet je hoe het bij de Maffia gaat als je een fout maakt?’ Nog voordat ik antwoord kon geven kreeg ik te horen: ‘Dan wordt je doodgeschoten door diegene die jou heeft binnengehaald.’

(1) http://hetverhaalvanmarcelteunissen.nl/Bedankt-en-tot-ziens/. Voor een gefatsoeneerde versie, met witregels en paginanummering, zie https://toandfrom.net/appendix.htm. Ter herinnering: in de eerste aflevering van deze serie wordt gerefereerd aan een interview met de veroordeelde Teunissen in Panorama. Een deel van Het Verhaal is in 2012 blijkbaar verschenen in dat blad, als het resultaat van een briefwisseling tussen Teunissen en de journalist Martijn Haas. Zie hier de aankondiging maar de beloofde pdf is verdwenen.
(2) ‘In het weekend ben ik daarom steevast te vinden in het Internetcafé op het Raadhuisplein om onder aliassen als Neil McCauley, Chris Shiherlis, Tyler Durden of Carter McCoy ervaringen uit te wisselen met andere explosievenfanaten op het Weapons&Explosives Forum.’
(3) Valt op dat de -verzonnen- namen van prostituees wel worden vermeld, maar de mensen in de Nijmeegse sien -die veelal ook alleen onder een voor- of bijnaam bekend zijn- als iemand worden aangeduid.

(JoopFinland)

  • Datum: .

De raadsvrouw heeft het voor haar client uitgetekend. Boven haar inschatting van de tijd die Marcel Teunissen zou moeten zitten bij een veroordeling tot TBS, staat een ruwe schets van het resultaat van het autopsierapport (1). Bij het slachtoffer zijn schotwonden vastgesteld in rug, borst en hals, terwijl verdachte heeft verklaard dat hij Sévèke twee keer in de rug heeft geraakt.

Bénédicte Ficq twijfelt aan de bekentenis die haar client heeft afgelegd. Niet alleen heeft ze vragen bij het technisch onderzoek (2), ze zal tijdens de rechtszitting ook twee andere kwesties aankaarten. Waarom is het jachtgeweer met afgezaagde loop dat Teunissen volgens zijn zeggen deels in de Maas en deels in de Schelde zou hebben gegooid, nooit gevonden? En wie is de man met de sporttas die op de avond van de moord op het perron van station Nijmegen op camerabeelden is vastgelegd? Want hij vertoont geen gelijkenis met Teunissen.

In de Epiloog van Gevangenisherinneringen van een ex-anarchist, deel III (april 2014) lift Teunissen mee op de verdediging van Ficq: ‘De rechters hebben me tot de zwaarst mogelijke straf in Nederland (en zelfs Europa) veroordeeld, terwijl er ook nog eens geen spatje bewijs is. Er ligt alleen een bekentenis. Een bekentenis die bovendien op cruciale punten niet klopt met de feiten.’

Teunissen wilde geen terbeschikkingstelling, hij wil serieus genomen worden. Dat is de rode draad van Gevangenisherinneringen. In het lange relaas vol zelfrechtvaardiging worden wel enkele namen en antecedenten ingevuld.

Collega’s van Teunissen bij boekhandel Assata waren Iwan van Duren (3), en Marianne Docters van Leeuwen, de vriendin die een eind aan haar leven maakte – een gebeurtenis die Teunissen de (mede?) door Sévèke ondertekende rouwkaart opleverde. De Chris die hem in de Nijmeegse kraaksien binnengeleid zou hebben, is ene Chris A(nthonio?). Chris A. en Marianne waren volgens Teunissen bevriend met zowel de informanten Dave Nobel en Marlon (ook wel Mies) Asters als met Suzanne Huurman, die bij de ontmaskering van in ieder geval Nobel een grote rol speelde.

Curieus zijn de briefwisselingen die Teunissen in detentie opzette met Kees Broer en A. F. Th. Van der Heijden. In het Nederlands taalgebied kijkt men nog immer reikhalzend uit naar het verschijnen van ‘De Oprotpremie’, het boek dat A. F. Th. over de zaak-Sévèke toezegde te zullen schrijven (4). Wat niet is kan nog komen natuurlijk…

Kees Broer heeft indertijd verslag van de rechtszitting gedaan. In Trouw verscheen enkele dagen daarvoor van zijn hand En toen moest het grootkapitaal eraan geloven. Voor Ravage schreef hij onder het pseudoniem Keesjemaduraatje het stuk Ongerijmdheden in strafzaak moordenaar Sévèke (5). In een brief van 6 juni 2009 maakt Teunissen een einde aan de correspondentie. Dit gaat gepaard aan het verwijt dat Broer samenwerkt met de onderzoekburo’s OBIV en Jansen&Janssen: ‘Je laatste brief doet vermoeden dat je onder of boven Duyvendak staat. Je schrijft tenslotte dat je hem niet alleen gekend hebt maar ook dat je ooit informatie over mensen aan hem doorgaf a la Jansen&Janssen.’

Broer schijnt tijdens de rechtszitting trouwens ook de wrevel van uitgerekend de sympathisanten van het slachtoffer (en dus OBIV en J&J) te hebben opgewekt. Theunissen schrijft hierover aan hem: ‘Dus ik geef je ook gewoon gelijk als je zegt dat ik heel lang kan zoeken naar bewijzen dat het OBIV of J&J mij bespioneerd hebben. (Waarom neem je het trouwens zo voor ze op? Werd je niet door hun bedreigd op de publieke tribune bij het proces? Of is dat een toneelstukje om de onderlinge verbanden verborgen te houden?)’ (Brief geciteerd in Gevangenisherinneringen, hoofdstuk 6.2.1: Bijlagen Wantrouwen)

Ook Henk van Gelder, journalist van het dagblad De Gelderlander die de zaak tegen Teunissen heeft verslagen, wordt door hem letterlijk geciteerd: ‘Een bericht dat de krant niet heeft gehaald is het feit dat ze (mensen van en rond de Persgroep Sévèke) een andere arrestant in de zaak hebben opgewacht. De man lijkt op de compositietekening en liep daar met een sporttas. Deze man hebben we opgespoord en hij smeekte me het bericht uit de krant te houden.’(6)

Enkele van de vele vragen die dit oproept:
– waar heeft de journalist deze bewering geuit?
– wat is er bekend over een ‘andere arrestant’ in de zaak-Sévèke?
– hoe wist de Persgroep Sévèke van het bestaan van deze arrestant?

Vier juli 2007, bij de opening van het proces tegen Teunissen, leest het aan het slot van het artikel Was Marcel T uit op meer afrekeningen in Nijmeegse kraakbeweging? op het platform devrije.nl: ‘Na de moord woonde Marcel T in Barcelona. In 2006 schreef hij dat er daar opnieuw geruchten over hem de ronde deden.’ De bewering komt uit het requisitoir van de aanklager, en is waarschijnlijk gebaseerd op het dagboek dat Teunissen zou hebben bijgehouden (7). In de volgende aflevering van deze reconstructie een blik in dit dagboek...

(1) Zie: https://www.toandfrom.net/assets/Teunissen%20afb16.jpg
(2) Zij is van mening dat Teunissen de daderinformatie die hij bij de verhoren geeft, opgedaan kan hebben uit de media.
(3) Voor een interview met de huidige voetbaljournalist: https://www.defeijenoorder.nl/2017/02/01/van-kraakpand-naar-kuip/ De namen van Marianne Docters van Leeuwen en Chris A(nthonio?) komen uit het verhoor, hem afgenomen door de Nijmeegse politie en afgedrukt in Gevangenisherinneringen, hoofdstuk 6.2.1: Het Wantrouwen Bijlage
(4) Zie ook aflevering 7 van deze serie.
(5) Zie ook aflevering 19 van deze serie.
(6) Gevangenisherinneringen: hoofdstuk 6.2.1: Het Wantrouwen Bijlagen
(7) Gevangenisherinneringen: Bijlage 14 bij hoofdstuk 2

(JoopFinland)

  • Datum: .

Wil de echte Marcel T opstaan? De lezer van www.het verhaalvanmarcelteunissen.nl ontkomt niet aan het gevoel dat hij naar een aflevering van de legendarische televisiequiz ‘Wie van de drie?’ heeft gekeken. Waarin niemand de juiste kandidaat heeft geraden.

‘De Afrekening’ sluit de leessessie op de site af. Ook chronologisch. Een precies tijdstip van verschijning is niet bekend maar het ligt in ieder geval na april 2014, wanneer ‘Gevangenisherinneringen van een ex-anarchist’ wordt gepubliceerd.

‘De Afrekening’ bevat de intrekking van een bekentenis. De auteur is niet tot die bekentenis gedwongen maar heeft direct na zijn arrestatie besloten zijn schuld te verzinnen om hiermee zijn status tussen medegevangenen te verhogen, strafvermindering te krijgen, en bescherming tegen de omgeving van het slachtoffer.

‘De Afrekening’ bevat ook de introductie van een partner in crime. Ene ‘Mike’ spoort de auteur begin 2005 op in Antwerpen, overtuigt hem ervan dat zijn gangen nauwkeurig gevolgd worden en deelt met hem een aversie tegen mensen uit ‘de beweging’ in Nijmegen.

‘Mike’ verdwijnt weer even snel uit het relaas als hij erin gekomen is. Ter afsluiting van zijn verhaal presenteert de auteur ons een cliffhanger.Hij krijgt in de gevangenis de beschikking over een artikel in De Gelderlander en een foto. De foto shockeert hem (1).

Van een perfecte liquidatie -de auteur van ‘De Afrekening’ somt de technische (=voor veroordeling doorslaggevende) bewijzen die de officier van justitie niet kan overleggen op- verandert de aanslag door de samenwerking met ‘Mike’ in een mislukking.

Maar is doorheen de honderden bladzijden tekst die op naam van Marcel Teunissen gepubliceerd zijn al heel moeilijk op te maken wat er in diens bekentenis op 15 november 2005 in Nijmegen zou hebben plaatsgevonden – de ‘ware toedracht’ is zo mogelijk nog schimmiger.

Bij de lezer beklijft het gevoel van twijfel dat ook de raadsvrouw van Teunissen tijdens het proces heeft: de informatie waarover haar client beschikt kan door hem vergaard zijn uit de artikelen in de media, Teunissen lijkt niet te beschikken over ontegenzeggelijke dader-informatie.

Behalve ‘Mike’ duikt ook ‘Stefan’ op in ‘De Afrekening’. Gelukkig voor de lezer -en voor ‘Stefan’- biedt een interview (2) uitkomst. Een Nederlands echtpaar in Spanje herkent daarin de gearresteerde verdachte als de ‘rustige en aardige’ man die klusjes voor hen opknapte.

Wie van de drie…? Er lijkt sprake van tenminste twee versies van Marcel Teunissen. De timide boekenwurm uit dat interview en uit de getuigenverklaring van Iwan van Duren (afl. 25) is moeilijk te verenigen met de videootjeskijkende drinkebroer die bordelen en nachtclubs frequenteert.

(1) In Agenten gehoord in moordzaakSévèke’ schrijft Paul Bolwerk een jaar na de moord over het onderzoek door het Bamboeteam naar de eventuele betrokkenheid van ex-PIDers bij de zaak. De foto’s bij de webversie van het artikel sluiten zo op het oog nauwelijks aan bij het onderwerp, de foto waarvan in ‘De Afrekening’ wordt gerept hoort mogelijk in het dossier waarover de auteur de beschikking heeft gekregen.
(2) In De Telegraaf, voorjaar 2007

(JoopFinland)

  • Datum: .

Oproep: wie heeft of heeft gehad/ kent iemand die heeft of heeft gehad het ‘herinneringsboekje’ van Marianne Docters van Leeuwen? Dit boekje werd begin januari 1999 na de dood van M. Docters van Leeuwen (1969-1999) samengesteld door en/of ondertekend door Louis Sévèke en Hilde Janssen.

Het herinneringsboekje werd -vergezeld van een aanbevelingsbrief en een uitnodiging voor de begrafenis- in januari 2007 aangetroffen in een boedelkluis in Rotterdam die was gehuurd door verdachte Marcel Teunissen.

Deze vondst ging daarna in het onderzoek naar de betrokkenheid van Teunissen een eigen leven leiden: in de media -en wellicht ook in het politie-onderzoek- werd ‘de rouwkaart’ gezien als aanwijzing voor een meer dan oppervlakkige bekendheid van het slachtoffer met Teunissen.

In haar getuigenisverklaring van april 2007 geeft Suzanne Schuurmans aan dat het boekje en het begeleidend schrijven ‘iets van 400’ keer zijn verstuurd, ‘naar aanleiding van het adressenboekje en de spullen van Marianne. Verder kwamen er namen naar voren door anderen die Marianne toen ook kenden’.

Wij zijn benieuwd naar inhoud van boekje en brief, naar de band tussen ontvanger en overledene en naar de relatie tussen ontvanger en Louis Sévèke.

(JoopFinland)

  • Datum: .

Het team ‘Vlinder’ van de politieregio Hollands Midden onderzoekt een aantal bankroven en krijgt januari 2007 toestemming om twee kluizen van boedelopslag ‘Shurgard’ in Rotterdam te openen.

(Bronnen: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2017 en 2018 en getuigeverklaring Theun Smulders) De onderzoekers vinden in opslagbox 3308 een rode map, met daarin documenten die betrekking hebben op de aan- en verkoopperikelen mbt het Nijmeegse kraakpand Krisus, rond de eeuwwisseling. Getuige Smulders legt in april 2007 meer documenten mbt deze kwestie over.

(Bron: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2080) Het rechercheteam treft in opslagbox 3307 een blauwe map aan, met daarin een dokument met de titel ‘Het leven van een buitenstaander. Het leven is een eenmansguerilla’ (1).

(Bronnen: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2081 en getuigeverklaring Suzanne Schuurmans) De blauwe map in opslagbox 3307 bevat tevens het mede door het slachtoffer ondertekende herdenkingsboekje van Marianne Docters-Van Leeuwen (2).

(Bron: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2082) Het Bamboeteam neemt op 22 februari 2007 de zaak over van Team ‘Vlinder’. Van het dokument ‘Het leven van een buitenstaander’ lijkt een tweede -electronische- versie te bestaan, op een notebook. Deze minicomputer wordt aangetroffen in een rugzak in opslagbox 3308. Op de titelpagina van deze laptopversie leest het ‘Eerste (klad)versie: zomer 2005 tweede versie/laatste hoofdstuk: zomer 2006’. De Microsoft Works-bestanden zijn het meest opgeslagen in de periodes medio mei 2005 en september, oktober 2006.

(Bron: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2083) Het dokument in de laptop is in vergelijking met de papieren versie uit de andere opslagbox uitgebreid met de hoofdstukken: ‘Dit geheel terzijde’, ‘Revenge is a dish best served in cold’, en ‘Een zinloze herhaling van zetten’. Ook eindigt de tweede alinea van het hoofdstuk ‘De aftiteling-Afrekening’ in de twee versies op verschillende wijze. In de electronische versie luidt die: ‘Ook simpel zat’, in de papieren: ‘Maar zonder happy end komt er voor de aftiteling nog een afrekening’. In de versie op het notebook wordt aan betreffend hoofdstuk een korte beschrijving van De graaf van Monte Christo toegevoegd, dit relaas ontbreekt in het dokument uit de blauwe map.

(Bron: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2083) ‘Tussen een pak Xerox printerpapier’ wordt in box 3307 nog een versie van ‘Het leven van een buitenstaander’ aangetroffen. Deze blijkt voor wat betreft inhoud identiek aan de in naastgelegen box gevonden electronische versie.

(Bron: Zaaksdossier A: Moord/doodslag Louis SEVEKE 2086) Behalve ‘Het leven van een buitenstaander’ werd op het notebook in de rugzak in box 3308 een dokument met de naam ‘Bedankt en tot ziens! True crime/True love’ gevonden. Dit dokument was ook opgeslagen op een CD-rom, aangetroffen in dezelfde opslagbox (3).

De vraag rijst waarom het Team ‘Vlinder’ noch de notebook-versie van ‘Het leven van een buitenstaander’ in box 3308 noch de uitdraai van die electronische versie in box 3307 zou hebben aangetroffen. Navraag bij de firma ‘Shurgard’ leert trouwens dat hun klanten destijds voor twee boxen twee verschillende sleutels kregen aangereikt.

(1) Staat (gedeeltelijk) als laatste hoofdstuk (12) van ‘Gevangenisherinneringen van een ex-anarchist. Deel III’ op de website hetverhaalvanmarcelteunissen.nl
(2) Zie ook deel 27 van deze serie
(3) Zie ook deel 24 van deze serie

(JoopFinland)

  • Datum: .

Binnenkort verschijnt dit dossier ook op mijn website, inclusief deze serie. In afwachting daarvan hier een overzicht -en waar mogelijk correctie- van verwijzingen naar het internet die niet meer werken.

In aflevering 2:
Onder het artikel Een zonderling op een eiland van Koen Haegens staat de link naar zijn artikel Tatort Nijmegen.Dat stuk staat tegenwoordig onder https://www.groene.nl/artikel/tatort-nijmegen.

In 3:
De huidige link naar het dossier over infiltrant Paul Oosterbeek op Ravageluidt http://www.ravagedigitaal.org/1994/164/Mol_in_solidari164.htm

In 14:
De link naar de passage over een mogelijke verwantschap van Perry Pierik aan een Twentse NSBer werkt niet meer.

In 16:
De link (noot 2) naar de dagmeting van de weergegevens van het KNMI werkt niet meer. Die naar (noot 3) het verhaal over de herdenkingswandeling werkt nog wel maar de bewuste foto (een totaalshot van de vijfhonderdkoppige menigte) is niet meer te zien.

In 17:
De link naar het puntige commentaar op de vondst van het dagboek verwijst natuurlijk niet naar een deeltje van deze serie maar naar dit artikel uit 2007 in Kleintje Muurkrant

In 21:
De verwijzing naar het commentaar van ‘thomasw’ op het boek van Teunissen staat op een duitstalige website en niet in een artikel in de Volkskrant...

In 22:
De link naar The Getaway in YouTube werkt inmiddels helaas mogelijk niet meer of zit achter een inlog.

In 23:
De website van/over Marcel Teunissen is niet meer zichtbaar. De URL bestaat echter nog wel en de site is te vinden op de Wayback Machine: https://web.archive.org/web/20230128173204/https://hetverhaalvanmarcelteunissen.nl/

Ook de site die familie en vrienden van Sévèke over het slachtoffer inrichtten (www.louisseveke.nl) is stuk of gehackt : tot voor kort prijkte hierop een foto van Sévèke. Van deze site is geen URL voor het internetarchief bewaard gebleven.

In 24:
De ‘gefatsoeneerde versie’ van de teksten op de site van/over Teunissen verschijnen dus binnen afzienbare tijd opnieuw op mijn website. ‘Het betoog van een killer’, de aankondiging van het artikel over en met Teunissen dat eind 2012 in Panorama verscheen, staat onder de link https://panorama.nl/artikel/240002/hoe-marcel-teunissen-doorgaat-met-levenslang.html

(… enneh … het ‘episch centrum’ in de aanhef van aflevering tien moet natuurlijk epicentrum zijn, maar dat wisten we allemaal al …)

(JoopFinland)

  • Datum: .

Kees Broer bedient zich van de schuilnaam Keesjemaduraatje, naar de naam van de straat in Amsterdam-Oost waar hij een tijdje kraakte. Zijn stuk over de zaak-Teunissen in het activistische blad Ravage (zie aflevering 19 van deze serie) schreef hij onder dat pseudoniem.

Andere bezoekers van de rechtszaak tegen Teunissen hebben het blog gevolgd dat Broer sinds de moord onder zijn schuilnaam bijhoudt. Over de confrontatie op de publieke tribune schreef Broer -als Broer- in Trouw het artikel Kom niet te dicht in mijn buurt (zie ook afl.25 uit deze serie).

Zowel qua inhoud als qua toon hebben de beweringen van de blogger over moord en slachtoffer het niveau van Peter Siebelt (zie ook afl. 2 van deze serie). De pijlen worden vooral gericht op de toenmalige top van GroenLinks (Wijnand Duijvendak, Mirjam en Peer de Rijk).

In wilde vaart koppelt Broer in zijn blog-onder-pseudoniem Sévèke meteen (16 november 2005) aan de moordenaar van Pim Fortuyn, aan die van Theo van Gogh (18 november), en aan ‘Kedichem’ (22 november).

In de stroom speculaties is die van eventuele betrokkenheid van vrienden en sympathisanten van het slachtoffer bij de aanslag prominent. Bij de oproep uit deze kring nabestaanden tot voorzichtigheid (er loopt immers een schutter vrij rond) stelt Broer de wel erg simpele vraag: wat is er te verbergen?

Melig vraagje aan Broer: waarom verscheen er op 15 november geen bijdrage op Keesjemaduraatje…?

JoopFinland

  • Datum: .

Een stijlbreuk in deze serie, want met zulke temperaturen in september kun je moeilijk de wereld serieus blijven nemen, en Kees Broer al helemaal niet. Dus even weg van de zakelijke aanpak voor een intermezzo in hemdsmouwen.

Ik worstel me momenteel door het blog van Broer, keesjemaduraatje.blogspot.com. Want als iemand er reclame voor maakt dat ie ‘in Trouw een verslag over de rechtszaak’ tegen Marcel Teunissen heeft geschreven (zie het commentaar van Broer onder aflevering 19 van deze serie) en als iemand Teunissen tijdens diens detentie in ieder geval heeft geschreven en misschien zelfs bezocht (zie afl 25), dan verwacht je in dat blog daarvan de neerslag.

Maar ik ben nu in het blog in jaargang 2008 en ik ben niets tegengekomen dat toen niet ook bij het grote publiek al bekend was. Wel stuitte ik op het volgende verslag van Broer van een bezoekje aan het Fort van Sjakoo. Leest en lacht U zich met mij een deuk!

Fort van Sjakoo

Door Keesjemaduraatje
Veel mensen vragen zich af of de krakers alleen maar in de Jaren Tachtig zo druk waren en of dat ze nu veel rustiger zijn. Ik was toch in Amsterdam en liep toevallig langs de krakersboekhandel Fort van Sjakoo (echt waar) en dacht: "Kom ik ga eens binnen kijken". Er zijn drie Duitse bladen die alleen in de linkse boekhandel te verkrijgen zijn en die ik graag wil lezen. Dat zijn JungleWorld, Bahamas en Konkret. Ik heb er hier al vaker over geschreven. Alle drie bladen zijn zowel links als pro-Israël. Hoe is het mogelijk, maar het bestaat.

Ik zag wel Kleintje Muurkrant, Buiten de Orde en een boek over Ulrike Meinhof liggen, maar geen van de gezochte Duitse tijdschriften. Ik liep verder de winkel in en vroeg de verkoper waar ze lagen. Hij keek in een map en zag dat ze twee jaar geleden nog wel verkocht werden, maar nu niet meer. Ik vroeg waarom niet? Ja, dat was moeilijk en op dinsdag is er iemand die wel veel van de tijdschriften afweet enzo. "Hoe heet die?" vroeg ik. "Dat mag ik niet zeggen"
Opvallend was wel, dat beide verkopers Engels-talig waren en heel weinig van de "sociale beweging" afwisten. De eerste verkoper vertelde dat hij wel sociologie gestudeerd had, maar dat hij pas nu in Amsterdam met politiek was begonnen.
"Waar heb je gestudeerd?" vroeg ik. "In Canada, maar ik vind dat je wel veel vraagt."
"Jij mag aan mij ook vragen stellen en ik zal ze naar waarheid beantwoorden", probeerde ik nog. Maar dat viel ook niet zo goed.
Ik heb een "Kleintje Muurkrant" gekocht en ben weer weggegaan.

Hahaaa! Betalen voor het Kleintje … Zouden die Forters van dienst na verloop van tijd de bezoeker herkend hebben als zijnde majoor Kees en gedacht hebben: laat die maar lekker van zijn in de IT-bisnis gemaakte geld betalen voor de muurkrant? Heerlijk toch?

(JoopFinland)

  • Datum: .

Een bron die anoniem wil blijven heeft begin 2018 gesproken met de voor de moord tot levenslang veroordeelde Marcel Teunissen.

Teunissen heeft twee jaar daarvoor, in de zomer van 2016, bij een notaris een verklaring neergelegd waarin hij zijn bekentenis intrekt. De bekentenis -feitelijk de enige grond waarop de man is veroordeeld- houdt in dat Teunissen Sévèke op 15 november 2005 in Nijmegen met voorbedachte rade om het leven heeft gebracht.

Tijdens het gesprek ontkent Teunissen niet dat hij bij de moord betrokken is geweest, maar wel dat hij de schutter was. Hij werkte samen met ene Mike aan een plan om Sévèke te ontvoeren (1).

Deze Mike benaderde hem begin 2005 voor het eerst in een Antwerpse kroeg. Mike en diens handlanger(s) -de moord werd volgens Teunissen uitgevoerd door één of twee mannen die hij nooit heeft gezien of ontmoet- droegen Sévèke na dat hij islamisten zou verdedigen. Teunissen wilde het slachtoffer uithoren over het ‘geval-Dave Nobel’ (2).

Teunissen geeft in het gesprek toe dat hij Mike heeft voorzien van een geweer en munitie. Ook heeft hij gedurende 2005 Sévèke via email benaderd om te weten te komen of die nog in Nijmegen was.

Ten tijde van de aanslag zaten Teunissen en Mike in de Nijmeegse Piersonstraat in een wachtende auto en volgden via een portofoon wat er op de kruising Van Welderenstraat-Eilbrachtstraat gebeurde. Toen hij schoten hoorde was Teunissen in paniek geraakt maar had hij uit de auto kunnen ontsnappen.

Volgens eigen zeggen heeft Teunissen in de Antwerpse kroeg tientallen ontmoetingen met Mike gehad. Maar hij kan de man alleen vaag beschrijven als iemand die iets in het leger of bij de politie had kunnen zijn. Hoewel Mike behoorlijk wat van hem afweet en aangeeft in Nijmegen te hebben geleefd, komt Teunissen geen gemeenschappelijke kennissen op het spoor. Onze bron heeft in 2018 de betreffende bar bezocht maar daar leeft geen herinnering aan Teunissen of Mike.

Tijdens het gesprek geeft Teunissen als één van de redenen voor zijn nu ingetrokken bekentenis aan dat hij gevangenisstraf verkoos boven de wraakzucht van Mike en zijn handlanger(s). Maar in de zomer van 2006 zou hij bij een verblijf in Antwerpen toch weer een tafel in ‘hun’ kroeg met Mike gedeeld hebben...

(1) Zie ook aflevering 26 van deze serie.
(2) Dave Nobel was in de tachtiger jaren van de vorige eeuw voor de inlichtingendiensten actief in de kraakbeweging en werd volgens hemzelf als zodanig ontmaskerd in een gewelddadige sessie in een Nijmeegse kelder waarover Sévèke de regie zou hebben gevoerd (zie ook dit artikel).

(JoopFinland)

  • Datum: .

Het onderzoeksteam van de politie verdacht aanvankelijk Eric Jan Quakkelsteijn van de moord. Quakkelsteijn beroofde in de jaren negentig Grenswisselkantoren in de regio Rotterdam. In 2001 wist hij te ontkomen uit de zwaarbewaakte gevangenis De Schie. In 2007 kwam hij weer vast te zitten en werd veroordeeld tot veertien jaar cel.

Quakkelsteijn gebruikte bij zijn daden veel en grof geweld en raakte zelf bij zijn eerste arrestatie in 1999 gewond in een vuurgevecht met de politie. In de tijdsspanne 2003-2005 verzond hij tientallen kogel- en poederbrieven aan onder meer het Openbaar Ministerie en Shell. Nadat bij toeval een schuilplaats van hem werd ontdekt vond men aanwijzingen dat hij aanslagen voorbereidde op onder meer doelen in de Botlek en op een Prinsjesdag.

In mei 2007 kon Quakkelsteijn voor de tweede keer worden aangehouden, bij een winkeldiefstal in Arnhem. In de bossen bij die plaats stuit men drie jaar later op kampeerspullen, kleding, en kopieën van Quakkelsteijn's strafdossier. In maart 2010 werd tegen hem zestien jaar gevangenisstraf geëist voor onder meer het voorbereiden van terroristische aanslagen op doelen in het Botlekgebied en bij de rechtbank in Rotterdam.

De rechtbank legde hem nogmaals twaalf jaar cel op, het Haagse gerechtshof maakte daar in hoger beroep op 31 oktober 2012 tien jaar cel en zes maanden van. Quakkelsteijn in sinds 2021 weer op vrije voeten. Tijdens zijn detentie in Vught was hij betrokken bij de geruchtmakende vechtpartij tussen Mohammed Bouyeri en een medegedetineerde in 2011. Zie daarvoor het artikel ‘Mohammed B slaat door’ in VN van destijds, of dit artikel in Het Parool.

Over de in 2006 gevonden Rotterdamse schuilplaats van Quakkelsteijn berichtte het journaille destijds dat het om de woning van rechts-extremisten ging: ‘Een sinds december 2001 voortvluchtige en volgens justitie zeer gevaarlijke overvaller hield zich schuil in de woning van twee rechts-extremistische skinheads in de Rotterdamse Tarwewijk.De Nationale Recherche deed vorige week een inval in de bewuste woning in de Boelstraat. Dat gebeurde nadat de beide skinheads een man van allochtone afkomst op straat en zonder aanleiding zouden hebben bedreigd met een pistool, mes en boksbeugel.
Bij toeval stuitte justitie bij het doorzoeken van de woning op de verblijfplaats van de overvaller, vermoedelijk de zolder.
(…) In de woning van de skinheads werden vorige week behalve wapens ook grondstoffen gevonden voor het vervaardigen van explosieven. Daarnaast werden rechts-extremistische documenten en boeken alsmede andere racistische uitingen aangetroffen. Voor zover nu bekend waren de twee verdachten niet aangesloten bij een rechts-extremistische groepering. Politie en justitie hebben hun hele huis leeggehaald.’ (Uit: Trouw van 27 september 2006)*

(JoopFinland)

* zie ook deze post op GeenStijl, dit artikel uit de Volkskrant en zie ook dit artikel op Dutch Multimedia en dit verhaal op de website van de regionale publieke omroep Rijnmond.

  • Datum: .