Scheet (002)
dinsdag 24 januari-2006
Zoals gezegd, veel ophef deze week over het bericht in de Telegraaf dat de AIVD een uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar Mink Kok. In 2002, in het hoofdstuk "Verboden vruchten" van het boek Snuffelstaat heeft Buro Jansen & Janssen al uitgebreid aandacht geschonken aan deze zaak. Destijds was er reeds een groot vermoeden van betrokkenheid van de AIVD/RID bij het onderzoek. Zo werd tijdens het process van Mink Kok duidelijk dat zijn organizer was gekraakt door de RID, dat zijn vingerafdrukken waren opgevraagd op papier van de RID en dat een oud-RID er was opgenomen in het onderzoeksteam van de politie.
Het eerdere proces kan met de nieuwe onthullingen nog een vreemd staartje krijgen. Tijdens dat proces bleek dat de toenmalige procureur-generaal De Wijkerslooth alle informatie die Mink Kok had doorgegeven aan officier van justitie Fred Teeven (waarmee hij een deal had gesloten) had doorgegeven aan de BVD. In de deal met Teeven had Mink Kok nu juist bedongen dat de informatie niet aan derden mocht worden doorgespeeld. Mink Kok was bang voor een afrekening van het criminele milieu. Nadat de Haagse rechtbank Mink Koks verzoek had gehonoreerd ging de staat in hoger beroep en op 9 september 2001 bepaalde het Haagse gerechtshof dat de BVD de gegevens niet hoefde te vernietigen. De motivatie komt na het lekken van het MIKADO-onderzoek naar de Telegraaf wel in een ander daglicht te staan: het aan de BVD doorgeven van de informatie over de gesprekken van Mink Kok met Teeven kan voor Kok geen groter gevaar opleveren. "Door de bijzondere positie van de BVD in ons staatsbestel en de in de WIV geregelde geheimhoudingsverplichting van diens ambtenaren wordt het gevaar voor verdere verspreiding van de door K. verstrekte informatie in voldoende mate ingedamd."