Ombudsman wilde Felix Rhodius niet ondervragen
door Ton Biesemaat
Felix Rhodius was ten tijde van de ontstane rel na de HP/De Tijd publicaties van prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn directeur van het Kabinet der Koningin. In die functie zette hij de BVD in om meer te weten te komen over Edwin. Hij passeerde daarbij opzettelijk de minister van Binnenlandse Zaken. Felix Rhodius speelt ook een rol in het recente rapport van de Nationale ombudsman over deze affaire. Hij is uiteindelijk door de ombudsman gehoord. Het gaat dan niet over zijn bemoeienis om inlichtingendiensten, buiten de officiële procedures om, in te schakelen voor de privébelangen van de familie Van Amsberg. Waar hij over gehoord werd was zijn eventuele bemoeienis bij het wegwerken van Edwin de Roy van Zuydewijn uit Bouwfonds. Voor de goede verstaander blijkt uit het rapport dat de ombudsman helemaal niet Felix Rhodius wilde ondervragen.
Chronologie
Door middel van brieven op 6 en 12 mei 2009 (1) probeerde Balkenende druk uit te oefenen op de Nationale ombudsman om Felix Rhodius niet te laten horen. Het Kabinet der Koningin was volgens het Ministerie van Algemene Zaken geen overheidsorgaan en de ombudsman kon daarom Rhodius niet ondervragen. Op 20 mei 2009 stuurde de ombudsman een brief terug aan Balkenende dat hij het Kabinet der Koningin toch beschouwde te vallen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Algemene Zaken. Derhalve vallend onder de bevoegdheid van de ombudsman om te onderzoeken. Maar tegelijk meldde de ombudsman dat hij geen reden zag om Felix Rhodius op te roepen. Dat zal Balkenende als muziek in de oren hebben geklonken. Op 18 november 2009 meldden de media dat het rapport van de ombudsman over Edwin de Roy van Zuydewijn vertraagd was. Voor Pro Republica een reden om op 13 januari 2010 met de Nationale ombudsman te telefoneren en te vragen naar de reden van de vertraging. De woordvoerder van de Nationale ombudsman verwees ons naar punt 19 op bladzijde 16 van het rapport. Daar staat de reden van de vertraging omschreven. De Roy van Zuydewijns raadsman gaf aan dat niet alle getuigen bij het verslag van bevindingen waren gehoord. En wie was een zeer belangrijke getuige die begin december 2009 nog niet was gehoord? Inderdaad, Felix Rhodius.
Even pas op de plaats! Balkenende stuurt in mei 2009 twee brieven naar de ombudsman dat Rhodius van het Kabinet der Koningin niet gehoord mag worden. Wat doet die ombudsman tot en met begin december 2009? Inderdaad: niet Felix Rhodius horen. Pas na druk van De Roy van Zuydewijns raadsman wordt uiteindelijk Felix Rhodius gehoord. Het lijkt er op dat de ombudsman, ondanks dat hij het Kabinet der Koningin als een overheidsorgaan beschouwde, toch conform de intentie van de brieven van Balkenende handelde om Rhodius niet te horen. Pas na druk van De Roy van Zuydewijn, die later de brieven van Balkenende aan de ombudsman over het Kabinet der Koningin naar buiten bracht, werd Rhodius op 3 december 2009 gehoord. Inzake Felix Rhodius laadt de ombudsman de schijn op zich dat hij, omdat hij Rhodius niet had gehoord, zich onderwierp aan Balkenendes Ministerie van Algemene Zaken. Feitelijk dwong De Roy van Zuydewijn de ombudsman Felix Rhodius te horen. Als het aan de ombudsman had gelegen dan had hij Rhodius nooit gehoord.
Maar waarom zag de ombudsman geen reden in zijn schrijven van 20 mei 2009 aan Balkenende om Felix Rhodius te horen? Zijn motief was dat de informatie die Balkenende had gegeven over de contacten tussen Felix Rhodius en het Bouwfonds vooralsnog geen reden was om Rhodius te horen. Balkenende voert in zijn brief van 6 mei 2009 aan dat er op zijn Ministerie van Algemene Zaken geen documenten liggen over de bemoeienis van Felix Rhodius met het Bouwfonds inzake Edwin de Roy van Zuydewijn. Blijkbaar reden genoeg voor de ombudsman om Balkenende op zijn blauwe ogen te geloven.
De klachten die de ombudsman behandelde waren het wippen van Edwin bij het Bouwfonds en het mislopen van inkomsten in een reclamecampagne. Die had de ombudsman er uitgepikt uit een uitgebreid verslag dat De Roy van Zuydewijn op papier had gezet. Dat verslag had volgens de ombudsman betrekking op de vermeende manipulaties van de Van Amsbergers en niet op de overheid. Wederom een prachtig voorbeeld van de chaotische mix waarin de Van Amsbergers als een vis in het water hun macht uitoefenen. Die macht wordt perfect geïllustreerd door Felix Rhodius die de geheime diensten als BVD (Binnenlandse Veiligheids Dienst, tegenwoordige benaming is AIVD) en DKDB (Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging) buiten de rechtmatige procedures om inschakelde om informatie in te winnen over Edwin. Het was logisch geweest dat de ombudsman dat onderwerp er had uitgelicht om te onderzoeken. Hoe een overheidsorgaan als de BVD door de Van Amsbergers werd misbruikt. Maar liever verhoorde de ombudsman Felix Rhodius helemaal niet. Pas toen hij niet anders meer kon deed hij dat over het onschuldiger onderwerp Bouwfonds. En Felix Rhodius mocht de boel bij elkaar verzinnen.
Ook Eelco Brinkman en Jan van Vlijmen (2) werden pas begin december 2009 gehoord door de ombudsman nadat de raadsman van De Roy van Zuydewijn daar na het verslag van bevindingen van half november 2009 op had aangedrongen. Die personen waren blijkbaar voor de ombudsman ook niet interessant. Voor ons zijn het juist twee hoofdrolspelers naast Felix Rhodius. Volgens De Roy van Zuydewijn zette Felix Rhodius Eelco Brinkman in om hem te lozen bij het Bouwfonds.
Wie is wie in het rapport van de ombudsman
M = Eelco Brinkman, CDA-regent en commissariatenverzamelaar
K = Felix Rhodius, destijds directeur van het Kabinet der Koningin die wederrechterlijk opdrachten gaf aan de geheime diensten om Edwin de Roy van Zuydewijn na te trekken.
Z = Jan van Vlijmen, directeur van Bouwfonds en verdachte in de grootscheepse vastgoedfraude rondom hoofdzakelijk het Philips pensioenfonds.
Nu moesten Rhodius en regent Brinkman toch nog met de billen bloot bij de ombudsman. Vooral de relaties tussen Rhodius, Brinkman en Jan van Vlijmen, de hoofdrolspeler in de grootste vastgoedfraude uit de geschiedenis, moesten niet al te bekend worden.
Dus wat zegt Jan Van Vlijmen in het rapport: ja hoor, ik heb het gehad met Brinkman over De Roy van Zuydewijn. En ja hoor, ik ken Felix Rhodius want ik heb in 1992 mijn woning verkocht aan hem. In 1999 of 2000 is Rhodius nog eens gezellig langs geweest bij mij. Maar echt, ik heb nooit met Rhodius over De Roy van Zuydewijn gesproken. En echt waar, ik heb nooit met Brinkman besproken dat De Roy van Zuydewijn bij Bouwfonds er weggewerkt moest worden. Dat Felix Rhodius' broer nog in de tuinmanswoning op zijn landgoed woonde, zoals De Volkskrant berichtte, vergat Van Vlijmen te melden aan de ombudsman. Dan wordt het lachen op bladzijde 21 van het rapport waar Eelco Brinkman verklaart: ... dat ik de heer Z niet ken.... Heeft de invloedrijke CDA'er hier last van geheugenverlies of kunnen we verdachte Van Vlijmen nimmer meer vertrouwen?
Felix Rhodius spreekt!
Op bladzijde 22 is Felix Rhodius aan het woord. Die had inderdaad Eelco Brinkman ingeschakeld om eens te informeren wat voor rare snuiter die Edwin de Roy van Zuydewijn wel niet was. Maar echt niet met het doel om De Roy van Zuydewijn weg te werken bij het Bouwfonds. Op bladzijde 21 zegt Rhodius dat hij Brinkman in februari 2001 heeft gesproken. Hij zegt opvallend genoeg niets over het contact tussen Van Vlijmen en Brinkman. Hij ontkent niet dat er geen contact is geweest, wat volgens Brinkman juist het geval zou zijn. Rhodius doet het op bladzijde 22 van het rapport ook voorkomen of het tot de taken van de directeur van het Kabinet der Koningin behoort om als speurneus, geheim agent of rechercheur op te treden. Van de ombudsman horen we daar geen kritische noot over. Wel moet Rhodius bekennen dat hij inderdaad in 1992 zijn ouderlijk huis aan Jan van Vlijmen verkocht. Maar de laatste keer dat hij met Jan van Vlijmen in contact was dateerde van 1993. Althans dat dacht hij. Echt niet zoals Z beweert in 1999 of 2000. Want Brinkman en Rhodius willen liever niet al te veel met Van Vlijmen geassocieerd worden. Dat zijn broer dus op het landgoed van Van Vlijmen woonde wordt ook maar niet gemeld door Rhodius. Felix Rhodius besluit zijn verhoor met de volgende grap over het sneuvelen van De Roy van Zuydewijn bij het Bouwfonds. Het was voor alle partijen beter indien verzoeker een goede baan zou hebben. Het motief ontbreekt en de middelen ook. Het Bouwfonds bepaalt immers zelf wel met wie het samenwerkt of niet. Wij hebben hard gelachen om het rapport van de ombudsman.
(1)Zie het rapport van de Ombudsman en de brieven van Balkenende op de website www.prorepublica.nl/
(2)Zie het prachtige boek De Vastgoedfraude, miljoenenzwendel aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven geschreven door Vasco van der Boon & Gerben van der Marel en verschenen bij Nieuw Amsterdam Uitgevers eind 2009.
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 433, 12 februari 2010