Skip to main content
  • Archivaris
  • 427

Geeuwhongerende gieren

In Kleintje Muurkrant nummer 425 schreven we een stukje met als titel "rondcircelende gieren". Daarin was de rode draad dat de staat nog maar moeilijk kan ingrijpen in de geeuwhonger naar geld en winsten van een kleine kaste superrijke mensen en de door hen gecontroleerde ondernemingen. Regulerende maatregelen om te voorkomen dat het beurscasino zichzelf failliet speelt worden niet genomen. Sterker nog, de hebbende klasse wordt op kosten van de belastingbetaler geplezierd. Er lijkt paniek uitgebroken te zijn bij de grote banken, vooral in de Verenigde Staten en in Europa. Nog een paar maanden geleden las je in alle financiële rubrieken in alle bladen dat economische adviseurs en financiële specialisten erop aandrongen om serieus weerwerk te bieden aan de dreigende inflatie. Het instrument hiertegen is het verhogen van de rente waardoor het iets moeilijker wordt om op te grote voet te leven, je zorgt ervoor dat mensen niet zo gemakkelijk torenhoge schulden kunnen maken. De wankelende stapel stenen dreigt nu om te vallen. De huizenprijzen in de Verenigde Staten dalen momenteel heftig, in Engeland hangt het erom en hier in Nederland "zeggen ze" dat ie niet daalt maar ziet iedereen toch de oplopende hoeveelheid "te koop" bordjes... Dus is feitelijk een rentestijging noodzakelijk, al is het alleen maar om de neiging om goedkope hypotheken aan te gaan de kop in te drukken. Maar nee, de FED verlaagt de rente, uitsluitend bedoelt als signaal, als een symbolische maatregel om aan de rijken dezer aarde duidelijk te maken dat de hogepriesters van het geld in de Verenigde Staten de boel serieus nemen. Wel maatregelen nemen om de rijken te beschermen maar niet om de rest te helpen. Dus... de kosten van levensonderhoud gaan omhoog. Maar ach, welke rijkaard maakt zich daar nog zorgen om?
Uiteraard werkt dit alles maar tijdelijk. Iedereen die de moeite neemt rationeel rond om zich/haar heen te kijken ziet toch dat de torenhoge dubbele schuld die de Verenigde Staten heeft (zowel giga-tekorten op de betalingsbalans als een enorm begrotingstekort) ervoor zal zorgen dat de kunstmatig gecreëerde economische voorspoed voorbij is. De tijd van meer-meer-meer & nog meer lijkt definitief voorbij. De resultaten van de maatregelen die nu genomen worden (renteverlaging, miljarden-steun en schuldsaneringen) komen rechtstreeks in de zakken van daghandelaren en speculanten terecht. En maar roepen dat het met de economie goed gaat... Ook hier in Nederland - prinsjesdagdebatten - gaat het over "geweldige economische voorspoed", maar het is onheilspellende stilte voor de storm, dreiging voor de aanval. Bovendien blijkt dat veel van de "collateral debt obligations" niet verkocht zijn aan Amerikaanse banken en pensioenfondsen, maar aan de rest van de wereld. Daar zit nu de pijn, in Duitsland, Engeland, China en de olielanden (en wie weet waar in Nederland?). Veel financiële instellingen hebben waardepapieren gekocht die nu naar alle waarschijnlijkheid slechts 10 dollarcent per dollar waard zijn, en die 10 dollarcent is inmiddels al aardig wat minder waard dan aan het begin van september jongstleden. De gangbare omgangsvormen in de huidige uitbuitcultuur zijn helder. Zorg voor het ontwijken van belastingen, draag bij aan het afschaffen van de rechten van werknemers, zorg voor permanent geklaag over te hoge lonen en belastingen in het land waar men actief is. Ga nonchalant om met wat 'niet mag', verneuk anderen als je er zelf beter van wordt (en dus rijker, meer status, hogere bonus). Dat zijn de omgangsvormen, andere vormen zijn voor watjes en losers. Wij dus... het is allemaal niet zo heel erg, het is verschrikkelijk!

Een mooi moment om een bewerking over te nemen van het eerste hoofdstuk van het recent door Willem Middelkoop uitgebrachte boek "Als de dollar valt. Wat bankiers en politici u niet kunnen, durven of willen vertellen".

Als de dollar valt

Sinds wanneer is de dollar de wereldreservemunt?
Toen de Verenigde Staten in 1944 zeker wisten dat ze als overwinnaars uit de Tweede Wereldoorlog tevoorschijn zouden komen, besloten ze dat het tijd was om daar optimaal van te gaan profiteren, ze konden hun wil opleggen aan een groot deel van de wereld. In kleine kring was besloten de rest van de wereld een nieuw geldsysteem te verkopen dat de VS voor tientallen jaren een enorme voorsprong zou geven. Tot 1940 was de Amerikaanse economie vooral intern gericht, maar nu waren Amerikaanse bedrijven klaar om te gaan profiteren van de wereldmarkten. De ministers van financiën uit vrijwel alle toonaangevende landen van de wereld werden in Bretton Woods, een Amerikaans conferentieoord in de bossen van Mount Washington, New Hampshire, uitgenodigd voor een congres over een nieuw financieel systeem. Daar werd afgesproken dat alle nationale valuta voortaan gedekt zouden worden door de dollar in plaats van goud. Het dollarsysteem werd 'verkocht' door te beloven dat de dollar door andere landen altijd omgeruild kon worden voor goud. De dollar werd 'as good as gold'. Sindsdien worden alle grondstoffen in dollars verhandeld. Alle landen moeten dus dollars kopen om uiteindelijk die grondstoffen te kunnen kopen. Hierdoor is er een permanente vraag naar dollars ontstaan, die ook nog eens de nationale valuta van andere landen dekt. Vroeger speelde goud deze rol. Wereldwijd bestaat hierdoor inmiddels rond 65 procent van al het geld in de centrale bankkluizen, de nationale reserves, uit dollars. Sommige schattingen gaan ervan uit dat inmiddels ook onze pensioenpremies voor ongeveer 30 procent in dollars zijn belegd. Hierdoor kregen de Verenigde Staten een enorm dominante positie in de wereld, omdat zij als enige die dollar vrijwel gratis kunnen drukken, terwijl iedereen hem moest kopen om grondstoffen te kunnen kopen.
In 1944 ging iedereen dus akkoord en de dollar werd de officiële wereldreservemunt. Daarnaast werden het Internationaal Monetair Fonds (imf) en de Wereldbank opgericht.

Wie mag de dollar drukken?
De Amerikaanse grondwet stelt expliciet dat de overheid het geld munt, maar sinds 1913 is dit privilege overgeheveld naar de commerciële banken. Dollars worden sindsdien op veel plaatsen in de wereld gedrukt, maar formeel mogen alleen de VS dollars drukken. Om preciezer te zijn, sinds de Federal Reserve Act van 1913 mag alleen de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed), dollars creëren. De Federal Reserve heeft dus het monopolie op het drukken van de dollar. Zelfs de Amerikaanse regering moet geld bij de centrale bank lenen om de begrotingstekorten te financieren. De rente over al deze schulden levert een groot deel van de winst voor deze banken. Wie de dollars mag drukken, heeft dus de feitelijke macht.

Hoe is de Federal Reserve ontstaan?
Onder aanvoering van John Pierpont Morgan, de grondlegger van JP Morgan, werd in 1912 in het geheim vergaderd op zijn privé-eiland Jekyll Island. Een zevental topbankiers reisde naar het eiland met een privérijtuig van een bevriende politicus. De tocht moest strikt geheim blijven en daarom werden alleen voornamen gebruikt. De aanwezigen waren afkomstig uit de rijkste Amerikaanse bankiersfamilies en de Rockefeller groep. Ook de Europese bankiershuizen Rothschild en Warburg waren vertegenwoordigd. Samen bezaten deze bankiers maar liefst 25 procent van alle wereldwijde bezittingen. Ze bespraken hoe ze het monopolie over de dollarcreatie naar zich toe konden trekken door een centrale bank op te richten naar Europees model, maar dit idee aan publiek en politiek te verkopen als een overheidsoperatie. Daarom moest een betrouwbare naam worden bedacht: The Federal Reserve. Hoewel de naam Federale Reserve anders doet vermoeden, is de bank geen eigendom van de staat maar privébezit van een aantal grote banken. Het Federal Reserve System is in 1913 ingesteld na hervormingen in het bankensysteem door eerdere financiële crises. De commerciële banken wilden bescherming, structuur en hulp in de vorm van zelfregulering. President Wilson wilde dat de federale overheid zeggenschap zou krijgen in het kapitaal. Zo werd een compromis gesloten en kwam men uit op een stelsel van twaalf regionale Federal Reserve Banks, dat de banken in die regio zelf zouden runnen.

Hoe werd het plan aan politici en publiek verkocht?
Via bevriende politici werd het plan door de Amerikaanse Senaat en het Huis van Afgevaardigden geloodst. Senatoren werden ingeschakeld om collega's te overtuigen en op kerstavond 1913 werd gestemd over het Federal Reserve System. De stemming over de Federal Reserve Act was bewust op die avond gepland, zodat veel volksvertegenwoordigers niet aanwezig zouden zijn en daardoor niet tegen konden stemmen.
Vooral onder democraten bestond grote weerstand tegen het plan. Congresleden die wel aanwezig waren, bleken vaak niet goed op de hoogte van de precieze gevolgen van het Federal Reserve System. De bankiers hadden bewust een voor politici moeilijk te begrijpen systeem bedacht, zodat de echte bedoelingen gemaskeerd konden blijven. Het plan slaagde en door het aannemen van deze wet kregen de bankiers de beschikking over alle bankreserves in het hele land. Uit de voorpaginaverhalen de dag erna viel nergens op te maken dat er een nieuwe centrale bank zou worden opgezet. Om het publiek ervan te doordringen dat er sprake was van een nieuw overheidsorgaan werd lang nagedacht over de juiste naam. In de plannen werd niet gesproken over een nieuwe centrale bank, dat woord kwam nergens voor. Het wetsvoorstel dat werd gepresenteerd sprak over het bundelen van de afzonderlijke bankreserves in het Federal Reserve System. Door het woord 'Federal' te gebruiken klonk het alsof het hier om een overheidsinstantie ging, een beeld dat bewust werd nagestreefd. Daarom was er in het plan sprake van een federatie van autonome districten. Op die manier werd bovendien de aandacht afgeleid van de feitelijke concentratie van macht bij de bankiers uit New York.

Hoe kan een centrale bank privébezit zijn?
Vroeger waren centrale banken in handen van rijke banken (lees particulieren). Pas in de loop van de twintigste eeuw kwamen de meeste centrale banken in handen van de overheid. Nog steeds is 100 procent van de Zwitserse centrale bank en 50 procent van de Belgische centrale bank in handen van private aandeelhouders. Wie wil kan er morgen een aandeel in kopen. Dat kan bij de Federal Reserve niet. Hier zijn de aandelen in handen van vooral de commerciële banken op Wall Street. Eigenlijk is de Amerikaanse Federal Reserve dus niet een stelsel van centrale banken, maar een stelsel van commerciële banken dat zich voordoet als nationale bank.

"Als de dollar valt. Wat bankiers en politici u niet kunnen, durven of willen vertellen" / Willem Middelkoop. - Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2007

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 427, 5 oktober 2007