Heya Den Bosch
de Gebraden Eend (15)
Vanwege de prinselijke parade op Koninginnedag, rekende mijn vriendin mij boos voor, dat wij na iedere gebraden eend een kilo waren aangekomen, en dat een kwartaal Oblomov spelen, ook niet echt hielp en een parade met ons embonpoint geen gezicht was, werkelijk geen gezicht. 'Tot nader order vliegverbod,' beet ze, 'ga je meelopen met Ton Rombouts, anders kom je er niet meer in. Basta, dan blijft de deur van mijn slaapkamer gesloten.' Ja zei ze, 'je gaat. Ik mocht draven in de polder. Of zweten in de waterbuffer op Zuid waar de koninklijken gaan spelevaren, of golfen, waven op de Haverlei mocht niet, zei ze maar wel gymnastieken onder het raam van Jan van Heiningen, of na een stevige wandeling wildplassen in de Moerputten, ver weg van iedere verontruste CDA'er.Nou ja, streek ze over haar hart, rennen bij de Maasboulevard en Jetty Eugster (CDA) bezoeken mag ook, net als paardrijden in Cromvoirt of wat dan ook. Wat dan ook mag ook'. 'Ook?' vroeg ik verbaasd. 'Of voetballen, voetballen in de wijk,' onderbrak tante Agaath. 'Ja,' zei mijn vriendin, 'je mag wat mij betreft met de jeugd gaan knallen in een parkje of keeperen bij FC. Jouw lijf stopt menige bal.' 'Bij FC Den Bosch?' stak ik mijn elleboog vakkundig tussen de ribben van Augustijn die vuil lachte, 'An me hoela.' Augustijn vloekte 'aspergesteker', een Nederlands woord dat hij vlekkeloos kan uitspreken. Hij stelde mij hijgend voor vier maanden te gaan wonen in een oude caravan, onder de rook van een grote varkensstal, met Brabantse modder voor de deur. 'Ach,' wimpelde ik zijn aanbod grootmoedig af, 'voor modder vooraan mijn deur, behoef ik niet naar Schijndel te reizen, naar Bavel te wandelen of een ander frisruikend dorp met één miljoen varkens en dertig caravans met Polen te bezoeken. Een ritje naar het Emmaplein in de Den Bosch volstaat.
Augustinus Warschewa! Want op het hoofdkantoor van het Brabants Dagblad spelen ze graag met modder. En gooien ermee doen ze ook. 'Dat wisten we al,' mengde Agaath zich brutaal in het gesprek. 'Neen, het is geen verrassing,' dook ik naar voren, want ik wilde het initiatief nu eens niet verliezen, 'want wij - sloeg ik mij op de borst - vatten weleens een pint met een morrende journalist.' 'Maar nu weet de stad het dus ook, is de buitenwacht weer eens beter geïnformeerd, en niet door spookambtenaren, Gert. Maar het is de krant zelf die de vertoornde uitgever van het sportboek Heya Den Bosch aan het woord liet.' 'Misschien eindigt het nog met een echte stammenoorlog op de redactie?' lachte Agaath vals. Want ze houdt van knokpartijtjes. 'En dat allemaal vanwege Heya Den Bosch?' vroeg mijn vriendin en pleiter verbaasd. Yes,' zei ik, want Jos van de Ven schreef een oncollegiale recensie, waarop uitgeverij Adriaan Heinen een heel boze brief naar de krant stuurde. Waarom, vroeg men zich af, schreef Jos van de Ven een nare recensie over het boek van zijn collega's Henk Mees, Henri van der Steen e.a., alsof men altijd aardig moet zijn tegen collega's? Ja, waarom moet dat als mensen onzin verkopen of slecht werk leveren, of...?
Ik wil maar zeggen de fiducie in dat boekje Heya Den Bosch is in ieder geval niet groot. Want we kwamen het al tegen op een website met antieke boeken (antiquebook.com), waar het voor dertien dollar werd aangeboden. Alsof ze in Paris, USA, enige interesse zullen hebben in het wel een wee van FC Den Bosch. Heya Den Bosch gaat wel over antiek, het is een boek over vroeger toen er nog minder in de stad gebeurde dan nu, maar het leven goed was. Maar laten we niet teveel morren, we moeten wat liters azijn voor de volgende afleveringen bewaren. Heya is een voetbalhistorieboek en daar past juichen bij, en hossen en vlaggen en vendelen, en een goede rel. Nou ja dat belooft niet veel te worden. Het is immers een boek over FC Den Bosch. En FC Den Bosch is een club die regelmatig een jaar hoog mag spelen om vervolgens het verlies een jaar en een verdieping lager te incasseren. Het lijkt een ludiek spel en we halen op dit punt Jos van de Ven goedkeurend aan: 'De profclub is (nog) niet historisch, hooguit hilarisch.' Gelijk heeft Jos. FC Den Bosch is een act, een kermisvoorstelling, en meer niet. Want, en we citeren Jos van de Ven maar weer: 'waarom lukt het een professionele voetbalorganisatie in de hoofdstad van Brabant niet, om uit de financiële problemen te geraken en te blijven? En waarom is Den Bosch geen voetbalstad?' Waarom niet, meisjes en andere lezers? We staan nu voor een meerkeuze vraag; a. omdat ze niet kunnen voetballen; b. omdat ze een slechte trainer hebben?; of c. een bestuur bezit dat alles van skyboxen weet maar niets van gras?
Lastige vragen. En dat terwijl psycholoog Jan Schouten voorzitter is geweest van de club. Jan Schouten ja, die medezeggenschapsgoeroe, en oprichter en directeur van de Schouten en Nelissengroep voor training, opleiding, coaching, advies, implementatie en begeleiding. Een mondvol voor een bedrijf dat door een zachte jongen groot werd gemaakt. "Resultaten met mensen" is een van de slogans waar de groep Schouten & Nelissen mee werft. Daarbij richten ze zich, zeggen ze, op de verbetering van de "performance" van individuele mensen die werkzaam zijn in arbeidsorganisaties, als leidinggevende, stafmedewerker of "gewoon" operationeel medewerker.' Een overtuigd Fortuynist en zakenman vatte dit verhaal over performance in onze aanwezigheid samen met 'Ach joh, dat is alleen maar geitenwollensokkengelul.' Na deze uitbarsting vroegen we ons af of deze kapitalist niet helemaal ongelijk had? Ik weet het niet, dacht ik eerst. Aan de andere kant, je zou toch denken dat met Jan Schouten als voorzitter aan het roer van het Bossche voetbal men 'effectiever gedrag' had kunnen verwachten? Winnen is effectief gedrag. En dat beweert ook Schouten want alleen effectiever gedrag leidt 'tot betere resultaten'. Tot winnen dus. En hij kan zijn eigen club niet laten winnen. 'Laten we niet vervelend worden,' zei mijn vriendin. Goed, zei ik, want Schouten wil zelf ook wel nuanceren: Hij vindt zegt hij, 'dat psychologische inbreng beschouwd dient te worden als een opzichzelfstaande belangrijke waarde, een waarde die niet afleidbaar is van economische waarden.' 'Hoera, klinkt dat niet mooi, vriendin?' 'Echt geitenwollensokkengeneuzel,' mopperde Agaath als kapitalist met een zwak voor het Fortuynisme. 'Nou,' zei ik, 'ik weet het niet of dat geitenwollensokken is, het mag in ieder geval veel geld kosten. Gratis doen ze het niet bij Schouten en Nelissen, tante, hun adviezen kosten geld. En zijn politiek ook heel aanvaardbaar, dus hoog. En het levert tevens stress op. Stress, want Jan Schouten is groot geworden door stress.' 'Zeker,' beaamde mijn vriendin, 'hij werd groot door het organiseren van assertiviteitscursussen, en het leren geven en incasseren van kritiek. Ons kantoor is bij hem langs geweest voor zo'n cursus.' 'Welnu,' schoof ik wijs naar voren, 'dat is dan een cursus waarvoor hij de uitgever van Heya Den Bosch maar eens moet opgeven, die man moet hoog nodig kritiek leren incasseren.
En dit geheel in het kader van Schoutens eigen onbetaalbare filosofie: 'ik ben mijn eigen pad gegaan' (sic). Mensen, lezers, een nieuw lied is geboren, zeg ik maar. En niet alleen dat, beweert Jan Schouten ook nog wijs geworden op het eigen pad, maar: 'deel uitmakend van een stroming en deel uitmakend van een heel fijne groep mensen is het begonnen met mijn verzet tegen ginnegapperij, over de vraag waarom we ons als psychologen toch zouden bemoeien met stress: iedereen heeft stress, klets niet. Nu is het gemeengoed je daarmee bezig te houden. Dat is een belangrijke waardeverschuiving. Leve de stress. Volgens mij deugt deze filosofie niet, Gert. Is dat nu wetenschap of psychologisch gezwatel, gewoon een poldermodel naar het voorbeeld van de koffiekrans? 'Neen,' zei Augustijn die iedere Eend beter Nederlands leert, 'es geeft niet. Want so lange die bal maar rond ist en ze die in dat doel van de tegenstander knallen ist es gut.' 'Maar FC Den Bosch boekt geen blijvende resultaten,' wierp ik tegen. 'Wat maakt het uit?' vroeg mijn vriendin die niet van voetballen houdt. 'Niets,' zei ik, 'en dat vindt ook diezelfde Jan Schouten als trainer en bedrijfskundig psycholoog, want 'alles is tenslotte niet met geld meetbaar, en je moet het 'zelf doormaken', het is 'een continue workshop'. En yep, dat levert weleens rare taferelen op Agaath. Maar om dat te snappen moeten we weer naar een ander antwoord van Jan Schouten. 'Als je mij vraagt,' zegt meester Jan, 'naar de theorie of de school waarvan ik het meest heb geleerd: ik ben van huis uit gedragstherapeut en Rogeriaan. Die combinatie is voor veel mensen moeilijk te begrijpen, maar het klopt wel. Ik kan namelijk beide kanten op: ik kan gewoon meegaan en ik kan organiseren.' Het is net voetbal, dachten we toen we dat lazen. Als je niet naar voren holt, dan blijf je er toch achter aan hollen (de bal) en verdedig je het doel vooraan, of maak je gebruik van de buitenspelregel en neem je tenslotte winst. En verlies is ook winst want het is een continue workshop. Nogal wiedes dat je club blijft verliezen.
Maar laten we niet doorhollen, want daardoor bezorgen we het voetbal nog een slechtere naam. Dat laten we liever aan FC Den Bosch over. Er is misschien een andere verklaring voor deze miserie en die ligt in het verleden van Jan Schouten meent een supporter na het leven van de recensie van Jos van de Ven. Die schrijft in zijn stukje: 'Nee, het verhaal van Schouten begint met een onbegrepen uiteenzetting van de stamboom van de familie om vervolgens een lofzang te zijn op de bon vivant uit Zaltbommel. Schouten mag zelfs zeggen dat bij hem vijandschap nooit langer dan een halfuur duurt. Uit eigen ervaring weet ik dat hij mij als sportverslaggever van het Brabants Dagblad na een hem ongevallig stuk weken niet bekeek. Net even te gemakkelijk opgeschreven. Net zo gemakkelijk en ronduit schofferend - wederom Van der Steen - om oud-voorzitter Theo Heijmans als simpel van geest weg te zetten.' De krant lag nog niet op de stenen vloer bij Adriaan Heinen of de fiolen werden over Jos van de Ven uitgestort. We vonden dat behoorlijk overtrokken, zei ik, en volgens ons kunnen ze niet lezen bij de uitgeverij Heinen. Schouten lijkt ons een veel toffere vent. Hij stelde namelijk zelf, kalm, in een interview met loopbaan.nl: 'Dat ik toen niet in de wereld van de bedrijfskunde ben gebleven, heeft met mij persoonlijk te maken. Ik had ook kunnen blijven, maar ik ben een door passie gedreven man en mijn passie heeft duidelijk te maken met dat enorm veel mensen zichzelf voortdurend achterstellen.' Je kunt veel zeggen over Jos van de Ven, maar die wilt zich niet achterstellen, en uitgever Adriaan Heinen wil ook niet dat dit hem overkomt. En dit alles conform de filosofie van Jan Schouten.
'Dat is toch mooi,' zei ik nog tegen Gert, 'dat journalist Jos van de Ven zich niet liet achterstellen, en weet wat assertief zijn inhoudt.' 'Opkomen voor jezelf.' antwoordde Gert die graag bezwaarschriften schrijft en daarvoor onlangs in de Telegraaf werd gehekeld en door lezers tot het werkkamp veroordeeld. Maar laat ik niet afdwalen, het was volgens ons verstandiger geweest als Jos aan Jan Schouten een doos met repen chocola had gestuurd toen hij niet wilde kijken. Want, zegt diezelfde grote jongen, ondernemer Jan Schouten: 'Mijn rode draad bestaat grofweg uit vier delen. Het eerste is dat ik alleen maar te interesseren ben voor dingen die ik belangrijk vind. Dat komt heel obstinaat en eigenzinnig over, maar mensen die mij beter kennen, weten dat ik meegaand ben en eigenlijk met een reepje chocola ben te vangen.' Heel mooi, en daar schuilt een boodschap achter. Want hoe vangt men tegenstanders, mep je de vliegen die rond je hoofd zoemen, of vertel je die jongen van FC Den Bosch even waar het doel werkelijk ligt? Simpel: je brengt een doos chocola mee. Kortom: zegt het met Kwatta en zeg dan 'winnen mannen'. Huh, mijnheer de uitgever Heinen: misschien laat Jos zich ook lijmen met chocola? Wat volgens ons weer een onderwerp is voor een nieuw boek te verschijnen bij dezelfde uitgever: 'Chocolade zonder brokken. Of 'repen in je bek anders sta je voor gek', dit om te voorkomen dat het echt mis gaat. En niet alleen met het voetbal. Want niet alleen de bal is rond. Maar 'de makke van FC Den Bosch' is wel, dat als het erop 'aankomt, het vaak misgaat'. Haha, net de stad, meenden we toen we dat lazen in Jos artikel. Er gaat ook zoveel mis, al willen ze dat niet weten, net de uitgever Heinen, en het hardop zeggen willen ze dat al evenmin, want dat is oncollegiaal.
Daarom hebben we spookambtenaren als informant, en zijn we afhankelijk van spookvelletjes, en voormalige gemeenteraadsleden die beloofden een stukje over het verleden te gaan schrijven, maar wachten. Waarop, vrienden? Komaan, zeggen we, kom op met dat beloofde stuk! Maar het kan nog wel even duren, want de politieke verhoudingen in de stad zijn inmiddels zo dat ieder Politbureau en centraal comité zich
in de handen zou wrijven. CDA, PvdA, VVD en Groen-Links in hetzelfde college, en de schamele rest erbuiten. In het betaald voetbal zou geen enkele scheidsrechter deze situatie gedogen, menen we. Men zou in zo'n geval spreken van vals spel. En nu we het over vals hebben, los van het spel van de oppositie, springen we even over naar een andere tak, een tak waar stof op zit. Die tak heet namelijk katoen, Inke Katoen.
Inke is leraar Nederlands en antropoloog. Ook is ze raadslid voor de PvdA en wil zich 'overal tegenaan bemoeien'. Ze wil er ook voor zorgen dat politiek iets gezellig krijgt. Nou, daar is ze wonderwel in geslaagd tijdens de laatste vrouwendag in onze stad. Het verslag van deze bijeenkomst danken we aan de krant. We waren namelijk zelf niet uitgenodigd als man en bleven dus mokkend in Amsterdam bij tante Agaath die onze stemming verbeterde door een lunch aan te bieden in een voorname uitspanning met uitzicht op het Leidse plein. Maar het was heel gezellig op de vrouwendag in Den Bosch, tijdens de bijeenkomst in het bestuurscentrum waar boeddhistische kleurtjes schitterden en belletjes rinkelden, en fraaie volzinnen werden uitgesproken, en veel bemoedigende woorden herhaald. Kortom voor vrouwen die willen besturen ging het paradijs even op het stadhuis open. En de 'raadsleden' waren het volmondig eens 'en de 'wethouders' bleken zelfs aan de voorbereiding van de voorstellen te hebben meegewerkt.' En het was allemaal spel, benadrukte 'burgemeester' Joep Baartmans.
Ja nogal wiedes, als het niet was geweest dan hadden ze zich minstens achtergesteld gevoeld, en had men zich opgegeven voor een assertiviteitstraining bij Jan Schouten. Nu was dat gelukkig niet nodig, want het was spel met een buitengewoon serieuze achtergrond. Er werd serieus gepleit voor een Turks badhuis, een hamam voor Turkse vrouwen. We vinden dat eerlijk gezegd een griezelige ontwikkeling. Een badhuis allee, maar geen aparte religieuze of etnische bouwsels voor Turken, Marokkanen, Surinamers, Nederlanders, Polen en Roemenen, geen kraan voor een bepaalde etnische groep die toevallig in deze gemeente woont. Uit zo'n kraan komt volgens ons geen zuiver water. Trouwens, die vrouwen gaan maar douchen in het bestuurscentrum of baden in het Sportiom, een initiatief dat Libema zeker zal verheugen. Meer klanten brengen altijd meer geld in het laatje. En de Oosterplas voldoet ook, net als de IJzeren vrouw, de Zuiderplas, en het IJzeren kind is ook nat. Democratisch nat, en open zonder etnisch kleurtje of hokjes met het opschrift 'gereserveerd voor volksgroep die of dat'. Badpak aan dus en springen. Inke geef ze van katoen. Goed, niet iedereen houdt van deze pluk. Maar het moet gezegd, Inke is vief en fantastisch. Omdat het een vrouw is die zich overal mee moeit, denken we, en dat vooral als het een hoog multicultureel karakter heeft en levensbeschouwelijk is.
Niet dat alles haar wil lukken. Moeien heeft ook een keerzijde. Want Inke moeide zich met Laborel en raakte (ondanks Bartjes zeven ton) haar baan kwijt.
Ze was dus niet een van die FTE's die na het faillissement mee mochten verhuizen naar de commerciële bv in Oss. Zo zie je maar weer, dachten we, dat moeien gevaarlijk is en niet altijd helpt. Zo'n rode lastpost met boeddhistische belletjes en serieuze spelletjes die is veel te zwaar op de hand moeten ze in Oss gedacht hebben. Inke komt overigens niet onbeslagen ten ijs. Ze is afgestudeerd humaniste, heel proper en progressief, en wil graag docente levensbeschouwing worden. We denken dat ze dat wil om al die allochtone mannen en vrouwen te vertellen dat het anders is, als dat ze nu als geboren conservatief menen dat het hoort te zijn. Ze is tenslotte niet voor niets bestuurslid van de stichting Humanitas die een andere god als die van Bart en Jet aanbidt, maar niet minder fel en vroom als het op moeien aankomt. Inke Katoen lobbyt, vooral bij de politiek. Bij wethouder Bart bijvoorbeeld als oppervormingswerker. Ze is ook betrokken bij de school voor vrijwilligers van Humanitas. Deze vrijwilligers, legt Inke uit in het blad HOV, krijgen scholing in het computerhuis van de Gestelsebuurt. Humanitas betaalt voor het gebruik van de ruimte. Ha, dachten we, het lijkt wel de gemeente die ook een raar contract heeft met The Factory. Stichting Humanitas heeft overigens het computerhuis in de Gestelse Buurt geadopteerd. In 2004 kon het computerhuis nog draaien met subsidie van de gemeente maar daarna zou Humanitas ervoor zorgen dat het geld binnenkomt, beloofde Inke. Het is volgens ons niet gelukt. Maar Bart is nooit te beroerd om geld bij te passen, zien we. Computerhuis, the Factory, Laborel, een klets en de portemonnee van Bart gaat open. Leuke jongen, arriba, arriba. Hee, Bart maak eens een girootje naar kleintje over. En het mag meer zijn dan een jaarabonnement. Vandaag nog alsjeblieft, Bart.
Arnold, secretaris van de vereniging voor armlastige maar weerbare revolutionairen met rijke tantes.
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 423, 11 mei 2007