KFD (aflevering 7)
Kenikkenie Fried Duck voorheen de gebraden eend
een produktie van Klutskoek.nl
Redactionele mededeling vooraf: vanwege het vertrek van Arnold M. Meijer naar het buitenland, hebben wij Klutskoek.nl produkties gevraagd de vrijgekomen ruimte haastig op te vullen. Met deze wisseling van de wacht verandert het formaat van deze reeks. Als Prince TAFKAP mag heten, "the artist formerly known as prince", mogen wij ons zelf KFD dopen. We geven dan nu het woord aan Daphne Klutskoek, IJsbrand van Klunen en hun gasten.
"Daphne, een mens moet met zijn tijd meegaan, net als die dekselse Jan Peter." "Je hebt gelijk IJsbrand, eerst komt ons kapsel aan de beurt, van zedige bloempotrand naar vlot zijwaarts geveegd, jongen. Ja, al kost ons dat een lieve duit bij Hoepelman, IJsbrand. En als deze ingreep geslaagd is, Daphne, en je hebt gelijk, bij voorkeur bij Hoepelman waar wij om onduidelijke redenen geen korting vangen(!) terwijl wij toch van de pers zijn, hullen we ons in een nieuw grijs maatpak, antraciet Bill rock-a-roll vijftig." "De fifties zijn in, net als de seventies, nee, dat vinden de mensen niet saai." "Ja, IJsbrand, ook wij van Kleintje geven net als Jan Peter aandacht aan een nieuw imago." "We gaan dus voor haute couture die we overigens graag vervangen door een slappe vuilniszak van plastic of modieuzer van het model jute-lichtecru." "Met enige opdruk en dat afgezet met biezen van treurig bruin." "Beslist Daphne, de zogenaamde 'zorglook'. "We ronden dit complet af met een paar oude legerlaarzen." Goed, het mag er dan wel niet uitzien lezers, maar we kunnen als nieuwe armen zo altijd nog wat fijne schoppies links en rechts verkopen net als onze Julius (zie aflevering zes van de eend die niemand kent, de ken-ik-nie eend). "IJsbrand, Knopen en verstelgarnituur, hebben we niet in voorraad, maar zullen 'terzijnertijd' bezorgd worden." "Ja, Daphne, dat belooft Jan Peter als hij van de kiezer tenminste zijn eerste ingrepen mag vergoeden als bedreigd specialist." "Van bitter naar zoet, heeft hij beloofd, IJsbrand, en de partijleden geloven hem - ze stonden te juichen als blijde kinderen bij de partijvergadering." "Nou ja, Daphne, zo her en der. Er was in de zaal nog wel een snotteraar te vinden, hoor. Hij kon zich als partijlid het pak bestuurlijk slaag nog maar wat goed herinneren." "Ja, IJsbrand, het zilverpapier smaakte helemaal niet lekker." "Dat verzekerde hij ons lezers, kijkers. Gert breng eens koffie."
"We ontvingen een email van een ontevreden CDA-lid. Lezen we het voor Daphne?' "Vooruit IJsbrand, daar gaat hij dan." "Eerst krijg je als oppassend cda-lid, en brave burger die nergens keutels laat vallen, en de koningin schier eindeloos vereert, ja, dat sprookje mag nog jaren duren, Daphne, een pot heerlijke zure bommen voorgeschoteld." "Van die groenverse zomerkoninkjes?" "Heerlijk." "Even tussen haakjes, Gert, wat vind jij daarvan?" "Verderlezen, Ijsbrand." "Hier gaat hij dan, Daphne, waar was ik ook al weer gebleven. Oh, hier.
Hier gaat hij dan: En je komt naast vreemde luitjes als Pim Fortuyn, Hammerstein en Spong te zitten." "Gezellig, IJsbrand." "Ssstt ik ben bezig... als CDA-lid kom je te zitten naast die homo's, terwijl Jan Peter toch tegen het homohuwelijk heeft gestemd verzekerde hij een groep koranstudenten in Indonezië (ja Indonezië met een z,
lezers, want zo klinkt dat in onze oren). En je stelt, schrijft dat partijlid verder, Daphne, je stelt je als partijbaron op, en dan hoor je dat Spong zijn levensgezel en lief (met de m van mannelijk) heeft willen voorstellen aan sympathieke staatshoofden als Chirac en Bush
die een broertje dood hebben aan flikkers. Als lid van de werkgroep een plus een is je eetlust dan goed bedorven, schrijft ons dit slapgeworden CDA-lid Daphne. En dan krijgt hij, als getergd lid, nog als sappig nagerecht een schaal uitjes met gekruide zalm te stillen. Die voedzame doch bittere maaltijd wordt in de fik gestoken door Gerrit, en afgeblusd met een sausje van JIppieJeePee, een romig kwakje vervaardigd met zeeuwse tulpenbollen. Dat is genieten. Daphne? "IJsbrand, ik ben sprakeloos, en dat zal Wouter Bos ook zijn, wij smikkelen daar niet van." "Neen die partijbaron ook niet na de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Het pluche dat ze verloren hebben, daar kunnen ze een textielhandel mee vullen, IJsbrand. Daar kunnen ze het Bossche provinciehuis mee volkleven, alsof het muggenpapier is." "Dat is een echt verhaal, IJsbrand." "Hier heb ik nog een reactie, Daphne, een lezer wil dat we nieuwe gordijnen bezorgen bij Hoes. Met een motiefje van mevrouw Salentijn-Brinkman. "Ja en? Ijsbrand? Ik ga
ze niet voor U naaien." "Ik vind, Daphne dat Onno als hooggedelegeerd bestuurder van Essent." "En als gedupeerde.." "Neen, Daphne als gedeputeerde. Neemt mij niet kwalijk, als gedupeerde van dit kabinet, zijn wij.." "Gert Uw aandacht er bij, alstublieft, een zakje met ijs want onze IJsbrand is even de kluts kwijt. Het komt door al die prijsverhoging en stijgende elektriciteitsrekeningen, zeg ik altijd."
"Hoe is het ons verontruste partijlid tijdens de bijeenkomst in Leeuwarden vergaan, IJsbrand?" "Op een gegeven moment, Daphne, schieten twee verontruste kaderleden, suppoosten of iets dergelijks naar voren, ze voeren die man snikkend door een zijdeur af." "En dat terwijl een accordeonist Jan Peter als kanjer roemt." "En zo is het maar net, IJsbrand." "Daphne, op een nulletje meer of minder komt het niet hier niet aan." "Zolang de stroom maar naar uw huisje lekt, IJsbrand." "En wij Jan Peter mogen bewonderen, Daphne." "Precies, IJsbrand. "We hebben hier nog een mailtje van een partijlid uit de categorie oud en trouw. Hij zegt nog altijd zeer enthousiast te zijn ondanks al dat rare bochtenwerk, dat geslinger, dat hamwangen draaien tijdens dolle ritjes, en dat ritselen achter de politieke ritssluiting. Papperlapap. Hij zal niet afhaken, IJsbrand. Dat belooft Jan Peter - met Gods hulp." "Dan liever de lucht, Daphne." "Want Jan Peter is een kanjer, een man van staal." "Een man van staal?" "Ja, en een die door de partij een warme wind zal blazen, een soort föhn of haarkap, model jaren zestig of zo." "Want na het bitter komt het zoet?" "Dat moet, Daphne, want er wordt gemord." "JP wil het niet geloven. IJsbrand." "Oh neen, hij heeft anders zijn kapsel veranderd." "Hij draagt ook een andere bril en is geen tovenaarsleerling meer, we laten Zweinensteen dus voortaan links liggen." "Ja JP is ons liever dan Harry. Hapklaar uit 'Terug naar
Oegstgeest.' "Hoezo, IJsbrand. Dat wil ook een allerbraafste kok uit Den Haag van u horen, IJsbrand?" "Suiker naar de tafel, daar gaat het om, Daphne." "En nu krijgt U allen een zoet mondje, lezers." "Dat is de oplossing, IJsbrand." "Ja, de suikerpot is altijd onze eerste noodstop, Daphne. Loopt het uit de hand, vallen er dikke, aangetekende brieven in uw bus, en dreigt men u met een proces, vooruit zet de suikerpot op tafel. Vinger omhoog en likken, dopen en smeren. Dolle pret, Daphne. Dat is iets voor een schilderij met religieuze afmetingen, zeg ik u, Suiker en Smarties. A la Leonardo, IJsbrand?" "Met een zoete Jan Peter tussen twaalf suikerbietentelers." "Waaronder Aart Jan?" Ja, samen vormen ze een hapklare verrassing zonder melkchocolade die toch zoet is. En voor dat smikkelend gezelschap, ze lachen alsof ze van melkchocolaatjes smullen, laten we een tafel schilderen met volkse suikerdopers. Het gaat hier om een kunstwerk dat het beste haalt uit Rembrandt, Van Gogh en Jan Peter, en omdat het een afbeelding van een suikerfeest wil zijn, is dat ook tegelijkertijd heel multicultureel. Ze zijn dus reuzeblij in Indonezië. Jan Peter was namelijk van meet af aan al tegen het homohuwelijk gekant, al gelooft hij er als premier nu
onverkort in, rechtdoorzee, want hij is een man van staal. Eerst staat hij stram en dan strekt hij de wapenen, een echte CDA'er dus. Zo een van ja maar tenee, en als het nee is en wij toch eigenlijk voor zijn mogen we heel tevreden zijn, zeker nu we mogen gaan bouwen en wat kilometers asfalt gaan leggen. Kortom: dit schilderij is suikerzoet hoezee. Nee? Daphne, het is een ode aan al die kilometers asfalt, al die grote bruggenbouwers en viaductenleggers op de achtergrond van ons politiek. En tenslotte als symbolische zweepje laten we een paar hondjes op de voorgrond schilderen, hondjes op zijn
hondjes. Ze heten Yab en Yum."
"Gert, wij van de produktiemaatschappij Klutskoek.nl zijn het daar helemaal mee eens en gaan Jan Peter vragen om zijn portretrecht voor deze goede zaak éénmaal af te staan." "Wat zegt U Gert? U heeft een briefje?" Drs. A.M. Meijer geniet op kosten van zijn suikertante Agaath S. van het mooie weer in Antibes en verlustigt zich met zijn ogen aan het jonge meisjesvlees zolang zijn advocaat in Amsterdam
haar mantelpakjes strijkt..." "Wat een suikerfeest aan zijn zwembad, IJsbrand." "Na het bitter komt het zoet?" "Je moet het niet te moeilijk willen maken, IJsbrand." "Wij van produktiemaatschappij Klutskoek geven altijd toe, Dahpne. Lezers, U krijgt van ons altijd gelijk, moet U weten. Onmiddellijk stemmen we met uw bezwaren in als de produkten
van klutskoek u niet smaken." "We zullen dus hardnekkig toegeven en ontkennen dat het bitter moet smaken. We doen er, als firma, alles aan om de klagers die bij ons aankloppen te gerieven." "We gaan op onze beurse knieën, we buigen ons diep in het Bossche stof, en duiken zelfs juichend in de vieze Bossche riolen." "Ja, IJsbrand?" "En verkopen laffe sprookjes en paapse aflaten als het moet, desnoods willen we met verlof van de bisschop aan 'ons raad' zitplaatsen verpanden aan die paradijselijke tafel vol gouden bordjes met rijstebrij, vermengd met suiker en rozijnen, en we willen daarbij
zweren dat men dit pluch met eeuwige garantie koopt en geniet. Swuanghai."
"Ja, het slaat nergens op die kreet." "Dahpne? Je wilt toch wat als je zoete broodjes verkoopt?" "En het leven bitter smaakt, zo is het maar net." "Maar om terug te keren naar de CDA-meeting in Fryslan." "Een accordeonist zong uit volle borst, en drapeerde wat slappe lauwerkransen om Jan Peters nek. Het ging over kanjers, en mannen van staal die voor meer warmte gaan zorgen." "Koud en warm dus ineen, IJsbrand." "Ja, het lijkt wel een vorm van moeraskoorts, Daphne." "Neen toch, IJsbrand, want hij is een kanjer." "Gert wat wilt U
kwijt?" "De Van Dale biedt de nieuwsgierige lezers drie kanjers aan, Daphne en IJsbrand. "Een kanjer dat is een type dat uitmunt. Een. En twee: dat is een gladde vis of een heel grote appel." "Een zalm dus, IJsbrand." "Of een vrucht, Daphne." "Zonder Gerrit maar met Eva, Gert." "Of een knoerhard schot, kinderen." "Wie van de drie, wie van de drie, Daphne en IJsbrand?" "Nou, IJsbrand" een stille demonstrant achterin de Leeuwardense zaal bracht naar voren, en die man had hoge
nood, want hij hield zijn handen tegen zijn edele delen aangeperst dat het niet goed zat. Hij zei: "ik voel me door u tegen mijn gristelijke carillon aangeschopt. Dat zei hij." "Van bimbam en nooit meer eieren, Gert?" "Ja, dat was geen Haagse Bluf, Daphne." "Neen, klutskoek, jongen." "Papperlapap, Gert. "Voordat we goed en wel een speld tussen het bitter hebben gestoken, Daphne, wordt het verhaal weer afgekapt." Hoezo? "Nou, die de geschopte steen des aanstoots is
zoetjes door twee kleerkasten naar de wc achter de garderobe
geloodst." "Ach zo.." "Het lot kan dus verkeren. En dat zegt onze Oostduitse freelancer Bodo, die zich duidelijk herinnert dat zijn oom IM was, in modo grosso of zoiets." Hij zegt altijd dat ie 'so sien lastiche neefjes placht ab zu voeren.' Wat ons weer van bitter bij zoet brengt, want na het lastige komt het voeren, IJsbrand."
Valt er nog verder wat nieuws te vertellen? Zijn er nog andere mededelingen? Gert?
"We vroegen dr. Ton Kappelhof om commentaar en ook Bert Loper van het Overijssels Historisch centrum, maar geen antwoord." "Geen antwoord?" "Geen antwoord, dat is dus een echt KFD-geval. Een kenniknie eend die we wel even zullen laten stoven. "Redacteur, ligt er nog iets anders op uw bureau?"
"Laten we dan nu deze avond gezellig afsluiten met wat Beerenburgers en een Frysk café induiken met dat verontruste CDA-lid die verklaart daar op zijn vrouw te willen wachten, zolang ze een fan is van Jan Peter. Een vrouw van stavast, IJsbrand. Zuur en zoet." "Ja Daphne, wij eten dus augurken met suiker en tulpenbollen met caramel?" "Zo zal alles weer goed komen, IJsbrand." "En wordt het CDA weer een warme partij?" "Ja, JP is ook geen Harry meer. Hij is geen jongen meer van tita-toveren. Hij is een Archie, een man van blinkend staal, IJsbrand. En wie dat niet voldoende gepantserd vindt, Daphne, die moet maar gaan stemmen op Rita of op Rutte." "Rutte is dat niet die jongen van die heerlijke diepvriesmaaltijden en die kroketjes, IJsbrand?" Je bedoelt... "Ja, dat Limlandse meisje met dat rare hoedje. Je hebt gelijk, Daphne. En het gaat om een product dat naar lieve lezers en meer smaakt, een vurrona." "Nou voor mij geen spinazie met vurrona-kroketjes meer, IJsbrand. Ik moet die Rutte-ulletjes niet meer. Wat zegt U, Gert? "Maar koud in de mond laten glijden en bijten?" "Bah, bah, dat is vies, mijnheer."
"Andere suggesties zijn welkom. Nee, nou dan is dit einde. Wat zegt u Gert, nog enige afsluitende woorden. Onze correspondent in Antibes wilt het woord tot ons richten?" "Arnold uit Antibes. Vooruit."
"Gohjanpieterdozie, het is niet waar, hè", riep de glazenwasser op zijn ladder en tuimelde haast naar beneden. Ach jee, het had niet veel gescheeld of ik had Apeldoorn moeten bellen, of mijn tante Agaath. Of Ad van Poppel die boos naar Frank heeft gekeken en daarna haastig is verdampt. Van Poppels laatste stand- of rustplaats is de gemeente Bergeijk. Zijn huidig adres is een Yorrick, een koningsclown. Ad keek er boos naar onze sympathieke Frank. Dom, dat was heel dom van Ad, want dan kun je het wel schieten. En niet alleen
in Brabant. Van Poppel woont dus nu heel stilletjes in de gemeente Biggenwaard. Ja, hij heeft geleerd dat varkens hun geld in goud waard zijn - dat wil zeggen in Brabant. Het leven is hier mooier als dat men denkt, lezers. Men kan hier niet zomaar wedijveren met alle spelingen van het lot die verdomd bizar kunnen zijn - vinden ook Agaath en mijn pleiter." En de glazenwasser die omhoog is opgekrabbeld, doet er een
schepje bovenop. "Van Poppel," zegt hij, "is best een aardige kerel." "Nou, ik wil dat wel geloven, lezers. En niet omdat hij Natwassser heet." "Mijn overgrootbetva," zei die Natwasser ook nog op vertrouwelijke toon, "heeft de ruiten van het Catshuis nog gewassen.." Stilte. Oorverdovende stilte. "Nou, dat is heel bijzonder," knikte ik geïnteresseerd. "Natwasser, een nazaat van u, zal dus nog eens premier van Nederland worden?, monterde ik die man op." "Waarom? vroeg hij mij met verbijsterde ogen? Het leek alsof hij het op het Bossche provinciehuis zwaar hoorde donderen" zo ergens in
de buurt van de antichambre waar Hanja haar pensioen nijver afwacht. "Nou," legde ik uit, "Uw betoverva was glazenwasser in Den Haag en omdat een en twee drie is, en vier en vier acht, en als je daar weer drie en vijf van aftrekt, blijf je tenslotte met een nul zitten, kan het niet missen, als Jan Peter premier kan worden kan uw nageslacht dat ook."
"Ach, mijnheer," schudde Natwasser zijn moede hoofd, "wat een echte vent tegenwoordig al niet moet doen om de aandacht van die lui in DenHaag te trekken?" "Een fontein neerzetten," stelde ik voor, "of een actiecomité oprichten, of rijden in een bus met het konterfeitsel van Bartje, of uw fijne achterkant naar zaal draaien zoals Jetty. Neen, dat zegt U
niets, mijnheer, U weet niets van Jetty van Bouwenjetje? U beledigt mij Natwasser, u bent geen kenner. U kent Bartjes busportret ook al niet, mijnheer? Foei, Natwasser, waar houdt u zich in Godsnaam mee bezig? Ach u wilt liever staren naar dat verlegen meisje in de rode trui. Hoe heet het wicht ook al weer? Aardig om te zien, en ook veel leuker als Bartje. Vind ik ook. Op de bus was Bartje trouwens een zee van pukkeltjes. Ik zei nog tegen Diogenes, "Ernst," zei ik, beste kerel, in de bus lijkt Bartje goeddeels opgelost. HIj lijkt niet meer
dan.. lucht." "Geen vuiltje aan de lucht," knikte Ernst. "Alleen maar stippeltjes," hernam ik. "En dat vond die arme Evelien ook die geen lid meer wilde zijn van Bartjes clubje." "Dat is," antwoordde Ernst, "misschien maar goed ook. Maar misschien ook wel niet. Wanneer we de zaak nu eens van meerdere kanten bekijken, en evalueren?", stelde hij
voor. "Je hebt gelijk," zei ik, "en om senator Ed aan te halen, onze raadsheer, bijzitter, onderlegger en doorploeger: "Nu dat station is gepasseerd acht de CDA-fractie het nuttig dat enige lijn wordt gebracht in toekomstige ontwikkelingen. Dat kan beginnen met een uitnodiging aan de minister dat hij, als hij ooit weer met een wijziging van deze regeling komt in de memorie van toelichting wat inhoudelijker beschouwingen neerlegt dan het ene velletje dat thans is gevoegd bij het stuk dat het uitgangspunt bevat: er moet meer opbrengst komen.." Er moet dus meer opbrengst komen. Kunt U dat goed
volgen? Gert, Ernst, Janneke Jippiejee? Natwasser loerde me leep aan toen ik uit de maidenspeech van senator Ed voorlas. "Ik nam hem bij zijn lurven," zei hij. "Ik zie wel dat U
niet veel in CDA-kringen verkeerd, maar om verder te reizen met de bus van Bartje, een juffrouw van de busdienst heeft mij omstandig uitgelegd dat men voor stippeltjes heeft gekozen om de reizigers niet te beangstigen en ze niet het zicht op de werkelijkheid te benemen. Dat zei ze, letterlijk tegen mij, ja, Daphne en IJsbrand. Wat heel moeilijk is, vind ik, omdat de meesten sowieso met hun hoofd in de wolken lopen of gediplomeerd dagdromer zijn." "Stel je voor," kwaakte
ik verder, "geblindeerde bussen. Neen, dat zou niet goed vallen bij het grote publiek. Het publiek zoudt eens mogen denken dat ze naar de veemarkt worden gebracht, naar Artis, Burgers dierenpark of de Apenheul."
"Ik moet er niet aan denken, IJsbrand." "Neen, Daphne. Hoor je het al: Apen te koop. Hallo, apen en onnozele schapen te koop?" "Arnold?" Fijn dat je me weer het woord geeft IJsbrand: "hamsters en knaagdieren, ratten tegen zachte prijsjes, hier te hebben. Koop een hebbedingetje, iets als een wezel, Daphne, zeg ik maar. Leeuwen, die hebben ze hier niet in het Groeneboswoud. Leeuwen rijden niet met de bus of de trein, die koetsieren voornam op de bok van een Bentley, in een Mercedus of een Audi. Om niet te hoeven genieten van al die jeugdige ledematen die in iedere windrichting steken. Ja, Gert, U
zult als wankele senior, en dat duurt niet lang meer, met uw looprek een busreisje willen maken. Eerst struikelt U tegen het grijnzende gebit van Bartje aan dat achterop de bus is geplakt, en niet met tandpasta werd gepoets, en daarna moet U zich langs een kinderwagen wringen met brutale keinders die geen woord Nederlands verstaan, om vervolgens belaagd te worden door scholieren die u de weg versperren met hun lange poten, of u met een brutaal ledemaat de weg versperren. Met hun tijgervoetje of hyena-handje gunnen ze U geen zeteltje. Dat grut ligt daar maar lui in de schappen, de bips brutaal omhoog gestoken. Nu houd ik wel van leuke vrouwenbipsjes, Daphne, mijn advocaat bijvoorbeeld die heeft een bipsje om van te smullen, maar de busbips is meestal niet om aan te zien." "Arnold?" "Werkelijk niet. Ik bedoel het is een akelige beenderzak, een bips die hongert naar gezond eten, een bips die wil snoepen of om aandacht bedelt, een bips die aan de blote boven broekrand te zien, ongewassen is." "Bah, Arnold, een bips die vuil is." "Ja, Daphne, en ook ruikt, of bedorven is door onkuisheid en luiheid, een uitgezakte bips dus. Ja, ge ziet het lezers, ik ben een kenner dank zij de verrichtingen van onze jeugd in de bussen van de BBA, Connexion en Hermes. Ik heb tenminste al een stelling voor mijn proefschrift in de bus gesprokkeld, IJsbrand, Wie geen bips heeft om aan te zien die kan maar beter zijn bips niet een ander onder zijn fijngevoelige neus wrijven. Kijkt, ik zie het nieuwe college niet zijn bips in de bus omhoog steken, en Frank die zal dat al helemaal niet doen. Kom nou, een Konick of Konink-in die troont op zijn zetel, de bips gewikkeld in zijdezacht, kostbaar hermelijn, net als onze vorstin. Mijnheer Natwasser, wat kost mij deze wasbeurt? Vijftien euro. Dat valt mee."
Neen, zuchtte de ramenwasser, het leven valt niet mee. "Ach, zei ik, u heeft gelijk, u bent geen directeur van een geprivatiseerde instelling of een elektriciteitsmaatschappij, kabelfirma's vangen ook heel aardig. Zoiets wil zeker helpen als het water aan uw financiële lippen staat. En wanneer U uzelf en uw vrouwtje echt uit de financiële branding van dit kabinet wilt redden, dan moet u snel vakbondslid worden. Die zitten, na hun werkzame leven, hoog en droog als commissaris of districtsbestuurder van een groter meer, of zijn plots bevordert tot een genie dat uitblinkt in watermanagement.
Een ziekenfonds dat vangt ook heel behoorlijk, Natwasser. Dat is zogezegd een wijnkelder voor oudpolitici en voormalig vakbondsbestuurders. Ja, het loopt echt storm als er een vacature in zo'n bestuur ontstaat. Een bank dat toucheert ook aardig, meent tante Agaath die de burelen van Mees en Hope goed kent en bij van Lanschot een rekening courante heeft. Ze geniet ook enig ontspannen krediet bij Fortis. Ja die Agaath zit altijd vooraan tijdens het kerstconcert in de Bossche SintJan, wat een veel aangenamer onderwerp is dan de beleggingsmaatschappijen van politici en juristen en tanga's die het behaarde reuzel aan onze blik onttrekken. Yabbie, yumyum.
Tussen haakjes, een keer is het concert mijn tante Agaath heel bitter tegen gevallen, Daphne en IJsbrand. Kwam ze zwaaiend met haar paraplu mijn gang ingelopen, omdat dat wicht van de KRO, die juffrouw Witzwietsje de haute finance en de hoogdoorluchtige aanwezigen verzocht nog een keertje ten behoeve van de opname te klappen. "Alsof we ordinaire clacqeurs waren," beet tante Agaath mij diep gegriefd toe." "Ach, lieve Aagje," zei ik, "ik zag zelfs achter in de kerk de nekken gloeien in de kerk. Frank Houben kuchte, terwijl
Ton Rombouts aandachtig Gods oog bestudeerde." "Hij luisterde
misschien naar die helikopter," verontschuldigde onze Poolse
handelsreiziger uit de vorige aflevering die niet helemaal bij is. "Ton iest namelijk ons Wunderkiend uit Boxtel." "Goed, hij hoorde dus een helikopter in de verte, bij de Graafseweg waar de politie van het helikopterview genoot terwijl de stenen door de lucht vlogen en het Sint Jozef in de fik werd gestoken. Hoe het ook zij, Tante Agaath was furieus na dat verplichte klappen - en Daphne - dat was het laatste
jaar dat de roomsen het kerstconcert mochten verzorgen." "Dat is dan wel zo rustig, Arnold." "Ook voor de andere genodigden, IJsbrand? Die niet al te ver van de bisschop afzitten?" "Arnold?" "Ze zaten daar fijn te glimmen tussen die al die andere edele piepers en politiek veredelde teelgewassen. Uhh ik bedoel die andere hogere piepel." De glazenwasser keek me aan alsof ik met een zakje bintjes op de schouders uit Coudewater en Reinier van Arkel was ontsnapt. "U bent..." zocht hij voorzichtig naar woorden, want je wilt je klanten
in deze tijd van moordende concurrentie niet al te snel verliezen aan rondschuimende Pool of Roemenen, zo loonslaaf uit Boekarest die bij Donatus een paspoortstempeltje gaat halen, "U bent.." "Ja, wat ben ik?," daagde ik hem uit. "Wat ben ik. Heb U wat?" Suspense, lezers. Cliffhanger. Nu zou er dus tumult moeten uitbreken, gestommel en geschrei. Maar Natwasser zweeg. Hij wilde over acht weken terugkomen. "Wat maakt het uit," morde hij bij mijn deur. "Ja, pas op," zei ik, "idioten en circusberen beschikken over de gave van
bilocatie."
De glazenpoetser keek verweesd naar zijn emmer, en vroeg een bonnetje, want met intellectuelen valt niet te praten, hadden zijn keurige ouders hem van jongsafaan geleerd. Je moet je eigen ruiten niet ingooien, zeiden ze tegen de jeugdige Natwasser toen hij zijn ladder in de maatschappij voorzichtig omhoogrichtte.. Ruiten kunnen namelijk breken en dat is pijnlijk, heel pijnlijk. Nu is dat inzicht niet tot de lagere standen beperkt gebleven. Mevrouw Monique Houben van Lanschot verklaarde franck en vrijlijk (neen niet tegenover ons, want wij kijken te brutaal naar de Brabants hoogmogendheden): "Dat de zwakkeren, in de maatschappij meer dan zijn gewone aandacht hebben, blijkt uit een anekdote. Op een dag dat er bij een allochtoon in de buurt de ruiten waren ingegooid ging mijn
man er de volgende dag op bezoek. Alsof hij zich persoonlijk wilde verontschuldigen wat de Nederlanders die man hadden aangedaan." "Och wat is dat goed van hem, wat goed van die aardige man, van die geheim-persoonlijke-kamerheer van onze vorstin. Zo'n voornaam man, is Franck. Hij gaat zijn verontschuldigingen aanbieden alsof hijzelf een
kei door de ruitjes van het Potgieterhof had gegooid. Niet te geloven, Daphne, alsof hij eigenhandig 'buurman go home' op de gevel had geschreven." "Dat is toch geweldig, IJsbrand?" "Nou ja, ik zie hem geen kei gooien naar het hoofd van een of andere delegatie. Ik vind dat een hele kunst te doen alsof je zelf die steen hebt gegooid, terwijl de dienstwagen met chauffeur wacht en de vaste motoragent met een lucifer tussen zijn tanden staat te peuteren. Hupsakee, ruitje stuk gooien en dan ga je je sympathieke verontschuldigingen aanbieden. Franks verontschuldigingen waren dus heel sympathiek, en op zijn plaats, al zijn die Somaliërs na al deze hoogmogende aandacht tenslotte toch maar naar Engeland verhuisd.
Daphne en IJsbrand van Klutskoek.nl
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 413, 12 mei 2006