Tegen de kwakzalvers
Geneesheer Renckens kwaakt weer wild om zich heen in Kleintje Muurkrant nummer 418. Zoals de aanval op de twintowers George Debbayu en consorten mooi uitkwam, kwam de dood drie weken eerder van Sylvia Millecam voor dit antikwak exponent kennelijk òòk als door de God van Bush geroepen.
door Theo Jonkhart
Door extreem orthodoxe medici opgehitst, stortten de massaal gemobiliseerde media zich als een tsunami over dit tragisch sterfgeval. Sylvia Millecam was niet alleen doodziek van haar ziekte maar evenzeer van de reguliere medische bollebozen die het allemaal net zo goed menen te weten als Renckens. De door de pers verzonnen regels zoals "slachtoffer geworden van niets ontziende kwakzalvers" en "In handen gevallen van gewetenloze oplichters" moeten hem stellig kortstondig hebben opgemonterd. Op laffe wijze werd haar dood door de Inspectie voor Volksgezondheid en Renckens met trawanten volledig toegedicht aan het hele spectrum van alternatieve genezers en mevrouw Jomanda. Door haar rug naar de academisch gevormde officieel erkende genezers te keren had Sylvia haar kans op genezing door de handen laten glippen was en is nog steeds hun krankzinnig betoog. Over waaruit het succes van zo'n genezing dan had moeten bestaan ben ik na vijf jaar nog steeds in het ongewisse.
Voor de duizenden andere aan kanker bezweken al dan niet bekende Nederlanders bestonden er in ieder geval géén succesvolle reguliere therapieën. Dat Sylvia zich tot de door de regulieren verketterde alternatieven (lees: concurrentie) wendde heeft alles te maken met die regulieren zelf. Die presteerden het namelijk om op kwakzalveriaanse wijze een niet moeilijk te bestrijden infectie bij haar vader ten onrechte te diagnostiseren als kanker. Niet lang na een volslagen nutteloze toxische chemotherapie bezweek haar vader dan ook. Dat iemand, door zo'n ernstige medische misser wijs geworden, zich niet in de door Renckens bejubelde monopoliewet van Thorbecke tot stand gekomen medische slangenkuil begeeft is volkomen begrijpelijk. Deze door de staat erkende kwakzalvers die haar vader de dood hebben ingejaagd zijn vreemd genoeg nooit door de Inspectie voor Volksgezondheid bij justitie voorgedragen en modderen onbestreft verder. Ook Renckens en zijn geleerde club houden zich stil. Doden uit het reguliere rijk zijn vele malen minder dood. Ophitserij door de zich zelf censurerende massamedia in de richting van deze reguliere onverlaten is begrijpelijkerwijs ook uitgebleven. Zinloze, overbodige en dodelijke ingrepen zijn in het officieel erkende reguliere universum aan de orde van de dag en worden afgedaan als "onvoorziene medische complicaties".
In de publiciteitsdrang van sprookjesschrijver en verteller Renckens word ik hierover echter nooit iets gewaar. Dat is toch vreemd voor deze Donquichot die zich op de borst klopt dat hij alle kwakzalverij wil uitroeien. Alleen goedwillende andersdenkenden diep kwetsen, verdacht maken, ongebreideld schofferen en natrappen draagt hij hoog in het vaandel. Ook kwaakt hij en zijn sekte nooit over de vier- tot vijfhonderd doden die jaarlijks -alleen al in ons land- vallen door het langdurig en middellang gebruik van goedgekeurde pijnstillers en ontstekingsremmers, de beruchte NSAID's. Bekende hier verkrijgbare strijdmiddelen uit die categorie zijn onder andere Diclofenac, Ibuprofen en Naproxen. Ook hoor ik hem nimmer verongelijkt kwaken over de doodsoorzaak "vermijdbare fouten" die alleen al in de VS met 98.000 doden op de vijfde plaats staat. Zou dit in verhouding in ons land veel anders zijn? Nooit en te nimmer iets over de tenminste 40 doden veroorzaakt door de cholesterolverlager Baycol. Niets over de honderd doden door de bloeddrukverlager Posicor en ook geen letter over het antibioticum Tequin, waarbij de teller maar op 20 doden is blijven steken. Nee, want ophef en oprechte smart over die duizenden goedgekeurde doden passen niet in Renckens reguliere steegje. Alleen kwaken over een achtergelaten verwoestend spoor in publieke opinie, wetgeving en verzekeringspolissen. Over waar dat spoor precies uit bestaat blijft hij stil. Alleen wat citeren uit een boek van K. van het Reve en dat misbruiken voor zijn eigen ongelijk. Wel voortdurend jammeren over beroepsgenoten wier reguliere doktersjas hen ontgroeid is en verder kijken dan hun stetoscoop lang is. Wel krokodillentranen met tuiten om Sylvia.
Natuurlijk niet om haar dood, maar om de alternatieve sector zonder onderscheid des persoons weer eens over een kam te scheren en de grond in te kunnen trappen. Sylvia kennende ben ik er van overtuigd dat ze in "Ook dat nog" op de haar magnifieke wijze zeker ook met hem de vloer zou hebben aangeveegd.
Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 419, 14 december 2006