Skip to main content
  • Archivaris
  • 401

Referendum Europese Grondwet

Het referendum over de Europese Grondwet in juni kan uitgroeien tot een belangrijke politieke krachtmeting. Dan moeten links en de globaliseringsbeweging het thema wel oppakken en er een brede en dynamische campagne van maken, die zich niet beperkt tot de gebruikelijke kring van activisten. De belangrijkste uitdaging daarbij is om de onvrede onder brede lagen van de bevolking te mobiliseren.

door Willem Bos

Het project van de Europese Grondwet heeft vooral een propagandistische bedoeling. Het is er op gericht om het imago van de Europese Unie op te poetsen en het een schijn van democratie te verschaffen. Dat is hard nodig, want na een halve eeuw `Europa van boven' associëren burgers de EU vooral met de belangen van het bedrijfsleven, verstikkende bureaucratie en torenhoge declaraties. Een democratische facelift is geen overbodige luxe.
Inhoudelijk legt de Grondwet voornamelijk het in de afgelopen jaren ontwikkelde beleid vast: neoliberaal, militaristisch en ondemocratisch. Daarnaast moet zij zorgen voor de noodzakelijke stroomlijning van de Unie, die nu uit 25 leden bestaat en in de nabije toekomst nog meer leden zal omvatten.

Strijd op twee fronten
Het landelijke referendum moet de aanvaarding van de Grondwet door Nederland extra cachet geven. Voor de eerste keer kan de kiezer zich over Europa uitspreken. Het is uiteraard wel de bedoeling dat de kiezer zich dan vóór de Grondwet uitspreekt. Voor het geval de meerderheid van de kiezers iets anders zou willen, hebben de voorstanders in de regering en daarbuiten een heel arsenaal aan trucs en middelen tot hun beschikking. Toch betekent dit niet dat de uitslag van het referendum bij voorbaat vaststaat. Er is van alles mogelijk. De populariteit van Europa neemt gestaag af. Bovendien zijn de belangrijkste voorvechters van de Grondwet, de regering Balkenende in het bijzonder, niet bij iedereen geliefd. Als het referendum echt gaat leven kan het een interessante krachtmeting worden.
Als we het strijdtoneel overzien levert dat het volgende beeld op. Van de politieke partijen zijn alleen de SP, de LPF, Wilders en de kleine christelijke partijen tegen de Grondwet. De regeringspartijen, PvdA en GroenLinks zijn voor. Ook de werkgeversorganisaties, de vakbeweging en grote delen van de milieubeweging steunen de Grondwet. Voor het kabinet en de regeringspartijen staat veel op het spel. Met een overwinning van het nee zullen zij zware averij oplopen. Ook voor PvdA en GroenLinks zal een `nee' serieuze problemen opleveren. Vooral
als dat nee het gevolg is van, of samengaat met, een duidelijke mobilisatie tegen het kabinet en het kabinetsbeleid.
In het nee-kamp spelen verschillende belangen. De kleine christelijke partijen zijn zowel tegen de grondwet als tegen het referendum. Zij roepen hun achterban op om nee te stemmen, maar voor hen is het hele referendum maar van beperkt belang. Anders ligt dat voor de uiterst rechtse vleugel van de parlementaire politiek. Wilders zal het referendum aangrijpen om zich met zijn anti-Turkije verhaal te profileren.
Het is dus de vraag wie in het nee-kamp het meest effectief de (potentiële) onvrede weet te mobiliseren en zijn stempel op de nee-campagne kan zetten. Wordt dat een campagne met een nationalistische en anti-islam inslag, of juist een internationalistisch verhaal waarin centraal staat dat een ander Europa mogelijk is? Een belangrijke uitdaging voor links en de globaliseringsbeweging.

Grondwet Nee
Het Comité Grondwet Nee pleit voor een progressieve nee-stem: nee tegen deze Grondwet omdat een ander en beter Europa mogelijk is. Het comité is bedoeld als een kristallisatiepunt, een vertrekpunt van waaruit activisten in allerlei bewegingen met het thema aan de slag kunnen. Want het is natuurlijk nodig dat een werkelijk brede beweging tegen de Grondwet ontstaat. Een beweging die vertrekt vanuit allerlei activistische groepen, maar zich richt op veel bredere lagen van de bevolking.
Deze campagne geeft allerlei organisaties en groepen binnen links en de globaliseringsbeweging een mogelijkheid om uit het relatieve isolement te geraken en met bredere lagen van de bevolking in contact te komen. De belangrijkste uitdaging zal zijn het perspectief van `een ander Europa is mogelijk' te vertalen naar grote groepen kiezers. Voor heel veel mensen is en blijft Europa een ver-van-hun-bed-show. De onvrede met de afbraak van de verzorgingsstaat en allerlei andere aspecten van de neoliberale globalisering wordt niet automatisch in verband gebracht met Europa. Laat staan dat die onvrede zich als vanzelf uitdrukt in een stem tegen deze grondwet. Zelfs als mensen de Grondwet weinig soeps vinden, betekent dat niet dat ze ook de moeite nemen om daadwerkelijk tegen te gaan stemmen.

Herkansing
Dat zal alleen massaal gebeuren als een sfeer ontstaat waarin mensen het gevoel hebben dat het referendum dé gelegenheid is om eindelijk eens te laten horen wat zij van dit Europa vinden. Hetzelfde gevoel waaruit ook de succesvolle acties in het najaar zijn ontstaan, met als hoogtepunt de demonstratie op 2 oktober naar het Museumplein. Daar staat tegenover dat het grote probleem bij de acties van het najaar was dat ze geen politieke vertaling kregen. Het leidde tot nieuwe onderhandelingen en het zogenaamde Museumplein-akkoord waarin een groot deel van de oorspronkelijke eisen van tafel verdween. Het uiteindelijke resultaat was een verslechtering ten opzichte van de oorspronkelijke situatie.
Aan de ene kant liet 2 oktober dus zien wat de kracht en de mogelijkheden zijn van een beweging tegen het kabinetsbeleid. Aan de andere kant legde het ook de beperkingen bloot van een beweging gericht op directe eisen, die niet overgaat in werkelijk politieke actie.
Het interessante van het Grondwetreferendum is dat dit bij voorbaat een politiek gebeuren is. De kiezers wordt gevraagd zich uit te spreken over het politieke project van Europa, en daarmee impliciet over het hele neoliberale project waar we nu al jaren de wrange vruchten van plukken. Het referendum biedt daarmee een unieke mogelijkheid om, met meer dan een half jaar vertraging, alsnog de politieke vertaling van 2 oktober te worden.

Waarom wij tegen zijn
Het belangrijkste argument van de voorstanders van de Grondwet is dat het een verbetering is ten opzichte van de huidige situatie. Maar daar gaat het niet om. De Europese eenwording is al een halve eeuw een bureaucratisch proces dat van bovenaf wordt opgelegd, waarop de invloed van de bevolking nihil is. Deze grondwet breekt daar niet mee. Met het aannemen van de Grondwet wordt die situatie voor lange tijd vastgelegd. Daar komt bij dat in deze Grondwet ook het inhoudelijke beleid van de Unie bezegeld wordt. Twee voorbeelden:
* Artikel 3 van de grondwet bepaalt dat de economie van Europa gebaseerd moet zijn op vrije, onvervalste concurrentie. Zo'n economisch model leidt tot lagere lonen, slechtere arbeidsomstandigheden en afbraak van publieke voorzieningen. Het is ook schadelijk voor het milieu en het welzijn van dieren.
* Artikel 41 verplicht lidstaten hun militaire capaciteiten geleidelijk te versterken. Er wordt een Europees leger opgericht dat overal ter wereld `preventief' oorlog moet kunnen voeren.

Een "ja" voor de grondwet zal een democratische doorstart van Europa, en een socialer, groener en vreedzamer beleid, voor lange tijd onmogelijk maken.

Wat kun jij doen?
Overtuigd dat deze grondwet niet moet worden aangenomen?
* blijf dan niet thuis met het referendum maar stem nee
* onderteken het manifest op www.grondwetnee.org
* help mee handtekeningen te verzamelen voor het manifest
* organiseer in je eigen woonplaats of voor je eigen organisatie een debat over de Europese Grondwet. Het Comité Grondwet Nee kan desgewenst zorgen voor een deskundige inleider
* help mee campagnemateriaal te verspreiden
* ondersteun het comité financieel.
* kijk op www.grondwetnee.org

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 401, 8 april 2005