Skip to main content
  • Archivaris
  • 395

De Doos van Pandora (000)

"Komen die enge mannen ook naar onze school?", vraagt de zevenjarige Nadia uit Sint Petersburg aan haar moeder, wanneer ze op de televisie de beelden van de gijzelingsactie in het Noordossetische stadje Beslan ziet. Haar moeder antwoordt ontkennend, maar toch gaat Nadia de volgende morgen met bonzend hart naar school... Van leren komt niet veel die dag.

door Bas van der Plas

Aan reality-TV is er geen gebrek op de wereld. Je vraagt je af waarom er nog spektakelfilms worden gemaakt in Hollywood. De tijd van de rampenfilms hebben we wel gehad, het is nu de tijd voor de rampenjournaals en de rampenactualiteitenrubrieken. Sinds Hij in het Witte Huis de doos van Pandora opende is er geen houden meer aan. Bebaarde hoofdrolspelers met kalasjnikovs bevolken de televisieschermen, huilende moeders zijn de tegenspeelsters. Als figuranten zijn er de ontploffende bussen, de brandende auto's, spontaan uiteenvallende vliegtuigen, en de honderden kinderen, die volgens de burgerlijke Arbeidswetgeving nog niet de wettelijke leeftijd hebben, maar toch in de rug mogen worden geschoten... met echte kogels! Da's pas reality.
Sinds Hij in het Witte Huis de doos van Pandora heeft geopend en bepaald heeft wie goed is en wie slecht leven we in een andere wereld. Vroegere vijanden werden bondgenoten en nadat vroegere bondgenoten van wapens werden voorzien noemde men hen vijanden. Ach, Hij heeft zo zijn willekeuren en grillen wanneer het gaat om het op de juiste wijze dienen van de oliebaronnen en oorlogshitsers. "Let maar even niet op hem," zou ik bijna willen zeggen, maar dat is onmogelijk.
Reality-TV brengt hem ongevraagd de woonkamer binnen wanneer hij weer eens iets vijandigs over de vijand of iets vriendelijks over de vriend moet zeggen. De doos van Pandora staat onder handbereik: men is gewaarschuwd! Bij de vrienden staat de doos met complimenten en steunbetuigingen, bij de vijand zijn ze de dozen handgranaten aan het tellen. Maar beide groepen zijn als de dood (ha, da's pas een cynische uitdrukking: Zijn als de Dood...) voor de doos van Pandora.

mensenrechten
Vladimir Vladimirovitsj had ook zo zijn dozen met vrienden en vijanden. De oude, al wat dementerende alcoholist Boris Nikolajevitsj had hem op tijd aan de macht gebracht. In de bureaulade van de oude Boris vond Vladimir nog een doos waarop met beverig handschrift 'vijanden' stond geschreven. In het cyrillisch natuurlijk. Maar de slimme geheime agenten van Uncle Bill, de voorloper van Uncle George, wisten zo ook wel wie er werden bedoeld. "Nee, geen oorlog op de Kaukasus, dat is in strijd met de internationale mensenrechtenverdragen", zei Bill in het Witte Huis, al spoedig nagepapagaaid door de diverse 'leiders' in de Europese hoofdsteden. Maar Vladimir Vladimirovitsj stuurde een divisie, nog een divisie, een tankcolonne, infanterie, cavalerie, vliegmachines, pantserwagens, weer zes divisies, bommenwerpers, en de Russische belastingbetalers maar plezier hebben van hun roebels en kopeken met elke avond die reality-TV beelden, die helaas toch wat gecensureerd moesten worden toen er wat al teveel cavaleristen, infanteristen, piloten en tankpersoneel begon te sneuvelen. "Mensenrechten," riepen het Witte Huis en haar Europese schoothondjes nog steeds keer op keer. "Terroristen," antwoordde Vladimir weer keer op keer.
Toen Uncle Bill weg was en Uncle George zijn intrek had genomen in het optrekje in Washington en het kalenderblaadje van de 10e voor 11 september verwisselde realiseerde hij zich dat Vladimir gelijk had. De Grootschender van de Mensenrechten van het Tsjetsjeense Volk werd tot bondgenoot in de strijd tegen het Internationale Kwaad (kijk eens in de spiegel als je durft...).

bestrijding
Vladimir werd al snel geleerd hoe je je internationaal politiek correct dient te gedragen. Dus toen Uncle George op bezoek kwam, en de sluipschutters op alle daken van Sint Petersburg lagen en het 'gewone volk' de toegang tot de eigen stad werd ontzegd, boog Vladimir de rug, zakte door de knieën en begon tergend langzaam de lederen schoenen van Uncle George te likken tot ze weer als nieuw glanzend leken. De vertederde Uncle George streelde met zijn hand over de weinige bij Vladimir nog resterende haren en met een brok in de keel herinnerde hoe zich hoe de oude ('God hebben zijn dementerende ziel') Uncle Ronald het nog over het Evil Empire had gehad, dat nu als een vage schim in de geschiedenis was verdwenen. Een aandoenlijk tafereeltje dat bij het thuisfront al gauw de vraag deed rijzen wanneer de Russische olie- en gasreserves beschikbaar zouden komen voor de wereldmarkt. Wall Street steeg. De internationale moraal daalde. En vanaf dat moment werden de in camouflagekleding gestoken bebaarde mannen vaste hoofdrolspelers op de Russische beeldbuizen, alleen werden zij bij de aftiteling (in het cyrillisch natuurlijk, maar de slimme geheime agenten van Uncle George wisten wie er werden bedoeld en knikten instemmig) 'kakkerlakken' genoemd.
En in de Russische Federatie begon de anti-kakkerlakkencampagne. Skinheads in de grote steden hielpen vast een handje mee door alles wat er als kakkerlak uitzag te molesteren, ook de politieagenten vroegen de kakkerlakken continu om hun papieren en verblijfsstatussen en zo leerde het Russische volk hoe men kakkerlakken bestrijdt! De vrienden van Uncle George en Uncle George zelf bleven bemoedigende steunbetuigingen sturen, en de internationale solidariteit van kakkerlakkenbestrijders bereikte grote hoogten.

el pueblo unido...
Een explosietje bij een bushalte aan de rand van Moskou werd door de reality-TV afgedaan als 'vandalisme'. Een aantal uren later echter werd het 'de ouverture tot een daad van terreur' toen twee vliegtuigen tijdens de vlucht spontaan uiteen spatten. Een keur van deskundigen kwam op reality vertellen dat hier kakkerlakken achter zaten. Twee auto's ontploften bij een Moskous metrostation. En een school in Beslan werd gegijzeld. Hoewel Vladimir Vladimirovitsj nog in de besloten eenzaamheid van zijn presidentiële werkkamer met alle macht (en dat is niet gering bij een president die judo en karate kent) getracht had de deksel weer op de doos te krijgen, lukte hem dat evenmin als het Uncle George gelukt was.
Nadat de brokstukken van de vliegtuigen waren neergekomen en de doden geteld was er een dag van rouw in de Russische Federatie. De verbitterde Vladimir zei dat er maatregelen zouden komen. Nadat de brokstukken van de school in Beslan waren neergehaald waren er twee dagen van rouw in de Russische Federatie. Een verbitterde Vladimir zei dat er maatregelen zouden komen. De week erna werd ieder die er als kakkerlak uitzag naar de papieren gevraagd, werd gefouilleerd, en Vladimir zei dat een verenigd volk het beste wapen tegen het terrorisme is (el pueblo unido jamas sera vencido... riepen de linksen in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Hadden ze dan toch gelijk?).
Vliegtuigen vol dozen met steunbetuigingen uit Uncle George's privécollectie landden op de Moskouse luchthaven, vliegtuigen, waarvan de piloten nog maar net konden voorkomen dat ze in botsing kwamen met de toestellen vol dozen met steunbetuigingen uit de collecties in Londen, Parijs, Rome en wat er nog meer aan 'assen van solidariteit' in de Europese Unie bestaat. O, dat die Bernard Bot wat botte opmerkingen maakte ging ook niet ongemerkt voorbij, het vulde weer een gaatje in een reality-TV.

naar school
"Mama, komen die enge mannen ook bij ons op school," vraagt de zevenjarige Nadia uit Sint Petersburg aan haar moeder. Mannen in camouflagekleding die met bebloede kinderen naar auto's rennen vullen de beeldschermen. Daar staat hij, een grote, ruwe man, die eruitziet of hij in een klap twintig kakkerlakken kan doden. Een met vlekken besmeurd camouflagepak heeft hij aan. Aan de linkerschouder hangt quasi nonchalant een kalasjnikov, aan de broekriem zijn handgranaten en een groot mes bevestigd. In zijn armen draagt de grote ruwe man een kind, een meisje van een jaar of zeven, het had onze Nadia uit het begin kunnen zijn. De grote, ruwe man met de gespierde armen waarin hij het kind draagt wordt omringd door snikkende vrouwen, die met de zoom van hun lange rok of met de versleten mouw van het vest de ogen afvegen, maar het is een strijd als tegen een lawine die van het Kaukasusgebergte komt afgerold. De tranen blijven stromen. Dan zakt de rug van de grote, ruwe man in het camouflagepak, zijn schouders komen naar voren, de kalasjnikov valt bijna op de grond. Hij klemt zijn kaken op elkaar, drukt het kind tegen zich aan dat een minuut geleden het leven heeft gelaten. Ook zijn ooghoeken volgen het voorbeeld van dat van de vrouwen... Een lawine van de Kaukasus is niet te stuiten.
In het Witte Huis opende Hij de doos van Pandora. In het Kremlin werd de doos van de oude Boris geopend. Er zullen nog vele ruwe, grote mannen komen die met hun gespierde armen fragiele kinderen tegen zich aandrukken. Ook als die kinderen de volgende dag niet meer naar school hoeven... gewoon, omdat ze dood zijn.

(ter nagedachtenis aan de kinderen van Beslan)

Meer over de achtergronden van het gijzelingsdrama in Beslan en over de situatie in de Noord-Kaukasus is te lezen in het boek "Kavkaz, bebloede schoonheid aan de Russische Zuidgrens", dat is verschenen bij uitgeverij Papieren Tijger Breda (www.papierentijger.org)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 395, 24 september 2004

 

de doos van pandora