Skip to main content
  • Archivaris
  • 384

vragen na de ontruiming van de Aanslag

kraken versus kopen

Met pijn in hart heb ik vrijdag 3 oktober staan toekijken hoe 'De Aanslag' zijn laatste uren inging en in de dagen erna de slopers hun werk deden. Het Haagse bolwerk ligt er na 23 jaar open en gewond bij. Een stuk geschiedenis gaat verloren. Hoe vindt het zijn voortgang?

door Hans de Bruin

De Blauwe Aanslag werd gekraakt in december 1980. De jaren waarin de kraakbeweging zijn hoogtepunt kende. Duizenden kraakpanden in het hele land, groot en klein. Niet allemaal even politiek qua uitstraling, maar de grote bolwerken die één voor één in onze handen vielen maakten de weg vrij voor een bloeiende en strijdbare woon-werkcultuur. De Aanslag was voor Den Haag het hart van die tegencultuur. Een pand waar doelbewust werd gekozen voor een open functie en niet alleen voor een bestaan als woonpand. Manifestaties, muziek, discussies, verzamel- en aanlooppunt voor en na demonstraties: in de beschikbare zalen van de Aanslag bruiste Den Haag. Mede door de aanwezigheid van vele bedrijfjes met een publieke functie: het vegetarische restaurant, de actiedrukkerij, de linkse boekhandel, de Koerdische Bieb. De Aanslag was en leefde politiek.
Nadat midden jaren negentig het sloopbesluit viel in de gemeenteraad terwille van een omstreden wegverbreding is er via juridische procedures geprobeerd om dit besluit aan te vechten. Het is niet gelukt. Nadat de eerste procedures verloren waren werd een tweede lijn ingezet: onderhandelen met de gemeente over vervangende ruimte. Ondanks groot wantrouwen van de kant van de bewoners en gebruikers van de Aanslag bleek toch dat er binnen het College van B&W wel het bewustzijn aanwezig was om iets vervangends aan te bieden - hoewel dit alternatief natuurlijk ook een extra drukmiddel voor de ontruiming werd. En uiteindelijk werd er (ook alweer drie jaar geleden) een akkoord bereikt over een nieuw, groot oud schoolgebouw op de rand van het centrum dat gekocht kon worden van de gemeente Den Haag, waarbij ze ook met geld over de brug kwamen voor de noodzakelijke verbouwingen. Zou dit de nieuwe Aanslag zijn? Dat was de grote vraag.

Binnen de Aanslaggemeenschap leidde dit akkoord tot een scheuring. Een belangrijk deel van de bewoners en zeker de bedrijfjes wilde wel akkoord gaan met deze deal. Een kleiner deel was het er niet mee eens. Kraken was een principieel uitgangspunt: een ander gebouw en zeker kopen was uit den boze. Rond deze standpunten ontstond een probleem. Naar buiten toe wilden beide groepen voorkomen dat we tegen elkaar uitgespeeld zouden worden, naar binnen toe moest een uitweg gezocht worden hoe we met dit tegenstrijdige principe moesten omgaan. Waren de vertrekkers verraders? Waren de blijvers principiële warhoofden? Het definitieve 'hoogtepunt' in deze discussie werd bereikt op de dag van de ontruiming. In het pand een aantal 'blijvers' met wat steun uit het land. Bij de politieafzettingen zwierven de 'vertrekkers' met een bezwaard gemoed rusteloos rond om toe te zien hoe het pand uiteindelijk toch met de nodige romantische glorie van bivakmutsen en brandende barricades ten onder ging. Ik hoor bij de 'vertrekkers', maar eerlijk is eerlijk, het gaf ook wel een goed gevoel om te zien dat mensen zich toch lieten gelden. Het hoorde bij de geschiedenis van de Aanslag en als het niet was gebeurd was het ook niet goed geweest.
Maar politiek is het niet te verkopen. Geen Hagenaar begrijpt waarom je een goed akkoord sluit met de gemeente en dat je dan toch tot het uiterste door blijft gaan met het verzet tegen de sloop. Als je er nooit gewoond of gewerkt hebt zul je dat waarschijnlijk ook nooit begrijpen. Alleen insiders kennen de emoties die dit oproept. Daarom begrijp ik de 'blijvers' wel, maar ik ben het niet met ze eens. En wat was het meer dan oprisping van een 'radicalere' kraakbeweging? En wat gaan de ontruimden nu doen, want mee naar het nieuwe gebouw gaan ze niet? Het gros van deze groep zal straks gaan rondzwerven naar nieuwe kraakpanden met de wetenschap dat het inmiddels praktisch onmogelijk is geworden om panden nog langdurig te kraken. Een moeizaam perspectief.

Tegenstellingen
Ik heb die tegenstelling tussen de principiëlen en de realo's nooit begrepen. Het is al een oude discussie. In de jaren tachtig kenden we al de discussienota: "Kraken of Grutten", waarin deze tegenstelling al aan de orde werd gesteld door de hardliners van de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Alleen al de benaming "grutten" gaf op een scherpe manier aan waar de angel lag. De bedrijfjes werden binnen deze visie als niet veel meer gezien dan een stel kruideniers waarmee geen straatrevolutie te maken viel. In de praktijk was het in wezen anders want in de woon-werkcultuur bloeide een heel scala aan bedrijfjes op. Mensen die op hun eigen alternatieve manier hun brood gingen verdienen. Die bedrijven gaven onze tegencultuur juist een extra dimensie waarmee we een werkelijk alternatief lieten zien voor de kapitalistische consumptiemaatschappij. Tegelijkertijd kregen de mensen uit die bedrijven wel andere zakelijke belangen en namen inderdaad ook sneller politieke compromisstandpunten in. Daar zit een paradox.
Ook in de Aanslag werd met name die tegenstelling zichtbaar. Verhuizen naar een nieuw, onzeker kraakpand was met name voor de bedrijfjes geen optie. Om vele plausibele redenen. Het verhuizen van een bedrijf kost bijvoorbeeld gewoon veel geld. Je stelt ook andere eisen aan de entourage, het is geen vooruitzicht om voortdurend opnieuw te moeten beginnen. Als bedrijf heb je continuïteit nodig. Het was dus nogal logisch dat met name de bedrijfjes het voorstel van de gemeente omarmden, omdat het een verder perspectief bood. En is daar wat mis mee?

Volgens de principiëlen wel. Het argument is natuurlijk dat je je conformeert aan de overheid. En dat is ook zo. Als we nu naar het nieuwe pand van de Aanslag kijken dan zien we dat er aan veel regeltjes van de overheid moet worden voldaan. Brandveiligheid bijvoorbeeld. Heel frustrerend, maar tegelijkertijd is het ook niet allemaal slecht. Het moet in ieder geval zeker niet verward moeten met een strijdbare of zelfs revolutionaire houding als dat soort regels alleen maar worden gezien als onderdrukkend, want in de kern is dat meer een soort superliberale houding.

Een belangrijke leuze van de kraakbeweging was vaak dat "ideeën niet ontruimd kunnen worden". En daar gaat het uiteindelijk om. Om de inhoud. De politieke inhoud. In de Nederlandse kraakbeweging werd het een dogma dat de "beweging" alleen kon functioneren in gekraakte panden. Dat die panden veelal vroeg of laat ontruimd zouden worden werd alleen gezien als het bewijs van een onderdrukkend systeem en zelden als het verlies van een eigen infrastructuur. Het netwerk van kraakpanden vormde in de jaren tachtig een geweldige infrastructuur, waar de "beweging" zichzelf kon vormgeven en uitstraling kreeg en daarmee politiek kon mobiliseren. Maar die infrastructuur werd tegelijkertijd zelden gezien als iets wat je vast moest houden. De cyclus kraken-ontruimen heeft een sterk masochistisch en demotiverend karakter. Waarom was kopen van je kraakpand altijd zo'n omstreden begrip in Nederland, terwijl in bijvoorbeeld Duitsland het kopen van panden al begin jaren tachtig als een politiek middel werd gezien. Stel je voor dat we alle grote kraakpanden uit de jaren tachtig allemaal zelf hadden kunnen kopen en dus nu nog steeds in zelfbeheer hadden kunnen hebben. Het verklaart volgens mij voor een deel waarom de radicale beweging zo is gemarginaliseerd in de jaren negentig. Als kraakpanden als bestaansvoorwaarde worden gezien, dan hef je je eigen bestaansrecht op door het op ontruimingen te laten aankomen en met een wetgeving die kraken steeds moeilijker maakte zou je verwachten dat er op geanticipeerd werd door de functie van kraken te herzien vanuit het politieke perspectief. En in die zin hadden diegenen die toch aanstuurden op een ontruiming van de Aanslag en tegen het alternatief waren geen gelijk. Ze waren dubbele verliezers: ze verloren hun pand en ze verloren de politieke steun die de Aanslag lang onder veel Hagenaars had opgebouwd.

En er zijn inmiddels wel voorbeelden waarin anders is gehandeld. Een goed voorbeeld is de koop van "Vrankrijk" in Amsterdam en de "ACU" in Utrecht. Ook een voorbeeld als de "Paap" in DenBosch, die weliswaar huren, maar toch hun uitstraling hebben behouden is belangrijk.
Ook de oude Blauwe Aanslag had behouden kunnen blijven. We kunnen het wel nu als een soort verdienste gaan beschouwen dat we het pand 23 jaar lang hebben kunnen behouden, maar ook hier hield het dus op. Al in 1984 en later heb ik in onderandere "de Zwarte" pleidooien gehouden om de Aanslag te kopen, het is er nooit van gekomen omdat de wil er niet was. Ik ben nu wel tevreden dat het nieuwe pand wel eigendom wordt en daarmee een nieuwe stabiele factor kan worden in Den Haag. Of het dat ook wordt zal afhangen van de "ideeën". Dat met de ontruiming van de Aanslag niet ook de ideeën zijn verdwenen zal moeten worden waargemaakt door de groep die het nieuwe pand zijn functie zal gaan geven. Niet alleen wonen en werken, maar ook: manifestaties, muziek, discussies, en een verzamel- en aanlooppunt voor en na demonstraties. Het pand biedt alle mogelijkheden voor iets nieuws.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 384, 24 oktober 2003