Skip to main content
  • Archivaris
  • 342

Speuren naar milieuactivisten

CICI officieel van start

Het Centraal Informatie en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten, kortweg CICI, moet voor een periode van tenminste twee jaar informatie verzamelen over het verzet tegen grote infrastructurele projecten. Het CICI is een samenwerkingsproject van acht politieregio's en wisselt informatie uit met de BVD. CICI heeft vergaande bevoegdheden en richt zich bepaald niet alleen op 'radicale' actievoerders. Op 1 januari ging het coördinatiepunt formeel van start.

door Erik Timmerman (Buro Jansen & Janssen) en Louis Sévèke (OBIV), is eerder gepubliceerd in de Ravage van 4 februari jongstleden.

Op 15 oktober 1999 verscheen in De Telegraaf een artikel met als titel 'Politieteam bundelt data eco-activisten'. De krant had de hand weten te leggen op een brief van de korpschefs Van Hoorn (Den Bosch) en Poelert (Nijmegen) aan hun collega's uit de Raad van Hoofdcommissarissen. Van Hoorn is portefeuillehouder Regionale Inlichtingendienst (RID) van die Raad. In de brief wordt een pleidooi gehouden voor het opzetten van een Centraal Informatie en Coördinatiepunt Infrastructurele Projecten, kortweg CICI; dat CICI zou worden opgezet in nauwe samenspraak met de BVD. Voor OBIV was dit reden voor een rondje bellen in politieland: 'mogen wij die brief ook'. Het antwoord was 'nee', de brief was vertrouwelijk en blijkbaar gelekt naar de pers. Dan maar de officiële weg bewandeld. OBIV benaderde parlementariërs en gemeenteraadsleden met het verzoek vragen te stellen aan de minister van Binnenlandse Zaken en de burgemeester van Nijmegen. Buro Jansen & Janssen vroeg, met de Wet Openbaarheid van bestuur in de hand, alsnog de stukken op.

Een snuffelstage in Engeland
Voor een reconstructie van het ontstaan van 'CICI' duiken we in de geschiedenis. In NN #197, van 17 november 1995, verscheen een artikel onder de titel 'Waaghalzen in boomhutten'. Het is een verslag van twee Nederlandse actievoerders die, in de zomer van dat jaar, zijn afgereisd naar een actiekamp in Zuid-Wales, waar geprotesteerd
wordt tegen milieuvernietiging door open mijnbouw. In NN wordt verslag gedaan over het in Zuid-Wales en op andere plekken in Engeland gehanteerde concept van Non-Violent Direct Action.
Zoals bekend wordt de NN niet alleen door actievoerders gelezen. De Nijmeegse RID-baas Herman Oolbekkink leest het verslag ook en schrikt zich een hoedje. Met name door een vergelijking die de actievoerders trekken met grote infrastructurele projecten die in Nederland op stapel staan. Oolbekkink schrijft later: 'En wat nu, vroeg ik me af. De actiedoelen [Betuwelijn, verlenging A73, Knooppunt Arnhem-Nijmegen - OBIV/J&J] liggen voor een groot deel in onze regio. Wachten we nu maar af wat er op ons af gaat komen. Of is het zaak dat wij als politie ons - net als de actievoerders - gaan oriënteren op wat er ons boven het hoofd hangt'. Oolbekkink koos voor het laatste en reisde af naar een actiegebied in Engeland, waar geprotesteerd werd tegen de aanleg van een stuk autoweg. In een verslag in het personeelsblad van de Nijmeegse politie, Gazet, verhaalt hij over boomhutten, tunnels, vastgeketende actievoerders én de hoge kosten die het optreden tegen dergelijke acties met zich meebrengt. Gelukkig, zo stelt Oolbekkink vast, zijn de Engelse travellers voorlopig nog wel even zoet in eigen land, 'zodat het niet te verwachten is dat zij de Noordzee zullen oversteken'. Maar, zo sluit hij zijn reisverslag af: Als het Nederlandse activisten lukt deze actievormen hier in te voeren en ze er voldoende mensen warm voor krijgen, dan kan de politie de borst nat maken. Wellicht
is de tijd voor de politie en bestuur rijp om zich eens te bezinnen op dit fenomeen, de actiewereld gaat ons al voor'.

Het verslag van Oolbekkink verscheen in mei 1996 en leidde tot vragen van het Groenen-raadslid Danen aan de burgemeester van Nijmegen. Die burgemeester, toen: 'Er is dus geen sprake van een visie dat nader onderzoek naar de milieubewegingen noodzakelijk is'. Het reisje van Oolbekkink moest meer als een snuffelstage in het buitenland gezien worden. De milieubeweging als zodanig behoorde, volgens de burgemeester, dan ook niet tot de werkvelden van de RID. Ondertussen ging Herman Oolbekkink's nieuwe geesteskindje nog even de ijskast in. Daar kwam het weer uit toen, toen tussen april 1998 en maart 1999, verschillende panden werden gekraakt op het Betuwelijntraject. In de actielijst, die bij het werkplan voor CICI is gevoegd zijn al die kraakacties terug te vinden. Hier en daar worden nog bijzonderheden gegeven: De Boze Wolf is nog steeds in gebruik en er wordt regelmatig vergaderd, een pand in Vuuren werd door de eigenaar middels een knokploeg ontruimd, in Meteren is een permanent actiekamp gevestigd.

CICI gelanceerd
Tijdens een vergadering van enkele leden van de Raad van Hoofdcommissarissen, op 31 maart 1999, wordt dan CICI gelanceerd. Het betreft een Nijmeegs initiatief. In een brief van 5 juli 1999 van de Nijmeegse korpschef aan de minister van Binnenlandse Zaken wordt ook deze de nodige vrees aangepraat. In de brief wordt er op gewezen dat Nederland aan de vooravond staat van enkele grote infrastructurele werken, waaronder de HSL-lijn, Betuwelijn en de uitbreiding van Schiphol. Vervolgens wordt een schrikbeeld van verzet geschetst. Verwezen wordt naar het verzet in Engeland en Japan (!) tegen vergelijkbare projecten. De projecten zijn zeer omstreden, de actiegroepen zeer actief en spannen zich zeer in om tot grote verhinderingen te komen. Zij zijn dan ook zeer goed georganiseerd en hebben zeer effectieve technieken ontwikkeld om het de uitvoerders zeer moeilijk te maken. In Engeland hebben deze fenomenen zich tenslotte fors voorgedaan. De actievoerders ketenen zich vast hoog in bomen, zij graven zich in een ingewikkeld net van ondergrondse gangen. Hierop zijn veel varianten denkbaar. Deze superlatieven leiden tot een angstwekkende conclusie voor de Nederlandse situatie: 'Niet alleen is er werk van actievoerders te verwachten, maar ook van de lokale bevolking. Preparatie vanuit de politie in het belang van de openbare orde, is dan ook van groot belang.' En: 'Dit klemt temeer, nu in de politieregio Gelderland-Zuid zich signalen voordoen, die erop kunnen wijzen dat ook bij de genoemde infrastructurele werken acties zullen komen. Zo zijn er verschillende woningen gekraakt op het Betuwetraject door actievoerders. Zij zijn bezig een goede relatie op te bouwen met de lokale bevolking en er zijn signalen dat men aan het graven is' Een geluk bij een ongeluk is nog, aldus de Nijmeegse korpschef, dat onze grondstructuur zich voor dat laatste minder leent dan die in Engeland.
Aan de op 31 maart gehouden vergadering werd deelgenomen door de korpschefs van de acht politieregio's, waar één van de grote infrastructurele werken doorheen gaat: Gelderland-Zuid, Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland (noordtak Betuwelijn), Zuid-Holland-Zuid, Rotterdam Rijnmond (Betuwelijn), Kennemerland, Hollands-Midden en Midden- en West-Brabant (HSL). Daarnaast namen deel: de directeur Democratische Rechtsorde van de BVD, drs E. Akerboom, en een teamleider; de directeur van het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP) i.v.m. ME-training en - last but not least - Herman Oolbekkink, als deskundige. Door twee politiemensen uit Engeland werd een presentatie gehouden met videobeelden. Ook de BVD hield een voordracht: over milieuactivisme met een visie op de toekomst, speciaal gericht op acties tegen de Betuwelijn. Tenslotte werd uitvoerig stilgestaan bij het belang van informatie-inwinning en analyse. De presentaties hadden effect. De vergadering besloot immers unaniem dat er, gezien de veelheid van regio's en de (inter)nationale organisatiegraad van de actievoerders, op landelijk niveau actie geboden was. Het initiatief blijft in Nijmegen, de centrumgemeente van de regiopolitie Gelderland-Zuid. Vanuit de politie in die stad zal
in nauw overleg met de BVD, het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de NS een plan van aanpak gemaakt gaan worden met als aandachtspunten: het landelijk inwinnen, verzamelen, verwerken, bewerken en analyseren van relevante informatie en het opzetten van een coördinatiepunt in de regio Gelderland-Zuid.

Het werkplan
In het werkplan voor CICI wordt vastgesteld dat de opportuniteit van politie/RID-aandacht voor het verzet tegen de Betuwelijn in de maanden juni tot en met oktober 1999 alleen maar toegenomen is. Zowel de parlementaire discussie over, als de (buiten)parlementaire acties tegen die lijn zouden zijn opgelaaid door het besluit van minister Netelenbos de noordtak te schrappen. De verschillende politiekorpsen zijn hun samenwerking dan ook al gestart en er is een 'bottom-up contact' ontstaan met de bouwcombinatie NS-VWS bouwondernemingen. De actie die tot een dag stillegging van de bouwwerkzaamheden bij het Sophiatracé leidde heeft - zo wordt terzijde opgemerkt - volgens de projectleiding Betuweroute een schade van