Skip to main content
  • Archivaris
  • 340

Shall we meet again?

In radicaallinkse kringen wordt al langere tijd gemord over het gebrek aan samenhorigheid en perspectief. Acties worden gekenmerkt door een lage opkomst, terwijl vaak dezelfde mensen eraan deelnemen. Het is nooit te laat om een discussie aan te zwengelen over de wenselijkheid om onszelf weer te organiseren en nieuwe mensen te enthousiasmeren. De vraag is echter hoe? Alex van Veen, betrokken bij het driewekelijkse blad Ravage uit Amsterdam, gooit een kiezel in het water, in de veronderstelling dat er kringen zullen volgen.

Door Alex van Veen

Het overgebleven actieve deel van de actiegeneratie uit de jaren tachtig, dat deels voor zichzelf arbeidsplaatsen heeft gecreëerd in de vorm van ideële self-supporting organisaties, is ontevreden. Voor hen heeft de sterke kraakbeweging van weleer plaatsgemaakt voor een diversiteit aan actiescenes wiens daadkracht en maatschappelijke relevantie gering is. Actievoerders van nu daarentegen hebben geen boodschap aan de verhalen dat het ooit beter is geweest. Geef ze eens ongelijk.
Desondanks zou het zowel voor de huidige actiegeneratie als de ogenschijnlijk ingeslapen jaren tachtig organisaties zinvol kunnen zijn om stil te staan bij de vraag hoe we elkanders functioneren en ervaringen beter op elkaar af kunnen stemmen. Om samen hardop na te denken over baanbrekende initiatieven waarmee we nieuwe (jonge) mensen bij de reeds bestaande activiteiten kunnen betrekken. Immers, zou het niet mooi zijn indien er weer een productief actienetwerk ontstaat, een broeinest voor creativiteit en maatschappelijke vernieuwingsdrang?

Versplintering
We hebben het vooral aan een vrij goed gestructureerde kraakbeweging te danken dat er in de jaren tachtig zoveel mogelijk was op het terrein van het radicaallinkse activisme. Er ontstonden honderden initiatieven op tal van maatschappelijke terreinen die gretig gebruik maakten van een redelijk georganiseerd netwerk. En, laten we dat vooral niet vergeten, er was een groot potentieel aan activisten waaruit geput kon worden. Of we nu vijf personen nodig hadden voor de aanslag, of honderd voor de bezetting. Er kon veel, er gebeurde meer. De jaren negentig werden vooral gekenmerkt door een vergaande versplintering, een forse inkrimping en lichte vergrijzing (met alle respect!) van de actiebeweging. Verder bleken de belangrijkste politieke partijen elkaar prima te kunnen vinden ter rechterzijde van het midden. Mede hierdoor zijn begrippen als linkse en rechtse politiek vervaagd, werd hartstochtelijk idealisme overspoeld door een golf van kil materialisme en verloor solidariteit het van het egoïsme. De jeugd van nu wil maar al te graag aan de slag binnen het arbeidssysteem. De in het algemeen positief ingestelde en in het gareel lopende schoolverlater beschouwt milieuactivisten en krakers als losers, omdat deze zich in hun ogen bezighouden met activiteiten in de marge. Dat maken de media hen immers wijs. Het grootste deel van de jeugd gelooft in en werkt naarstig aan een toekomst waarin carrière, geld en fun als belangrijkste targets fungeren. Feit is dat we nu, aanbeland op de drempel van 2000, als radicaallinks vrijwel nergens meer op de politieke landkaart staan. Op wat geïsoleerde prachtgroeperingen na, die onze reputatie van "we zijn er nog!" hoog houden. Al deze actiegroepen hebben gemeenschappelijk dat hun initiatieven ondersteund en uitgevoerd worden door een kleine groep mensen. Een aantal van deze mensen tref je ook aan bij acties op andere terreinen. Zij doen aan kruisbestuiving.

Stilstand
Wat er vandaag de dag wordt ondernomen is het voortborduren op actievormen en -doelen uit het verleden, waar op zich niks mis mee is. Het zijn vooral de acties van de antimilitaristen/vredesactivisten (kernwapens, defensie, oorlogen), de anti-imperialisten/kapitalisten (Verenigd Europa, MAI/WTO) en de krakers die in dit kader de boventoon voeren. Relatief nieuw zijn de acties van Groen Front! (Afrikahaven, Betuwelijn), de anti-autoactiviteiten (Autolozen, D'Omtrapper, Spookrijder bijvoorbeeld) en het recente radicale dierenactivisme. Je kunt niet stellen dat bovengenoemde initiatieven groeien, dat er een aanzuigende werking vanuit gaat. Er wordt voor de acties gemobiliseerd via de geijkte kanalen: actiebladen en -radio's, pamfletten, elektronische mailinglists en mond-op-mond briefing. Soms wordt het middel actieposter nog wel eens toegepast, maar sinds de meeste steden een plakverbod hebben ingesteld lijkt dit openbare middel nagenoeg uit het straatbeeld verdwenen te zijn. Het water waarin naar medestanders wordt gevist is ondiep en wordt nauwelijks ververst. Het is dan ook logisch dat je meestal dezelfde mensen aantreft bij acties. De laatste tien jaar stonden ook in het teken van een vergaande specialisering en professionalisering van de in de jaren tachtig ontstane informatie-/onderzoeks-/actiegroepen, allen op hun eigen terrein. Slechts incidenteel werden er kortstondige verbindingen aangegaan, maar dan moest het ook écht nodig zijn. Of het gebeurde toevalligerwijze, zoals ten tijde van de Eurotop in Amsterdam. In grote lijnen kun je stellen dat veel van dit soort schijnbaar ingeslapen clubs eigenlijk niet zoveel behoefte hebben of bereidheid tonen om met hun actiecollega's van weleer op structurele basis samen te gaan werken. Het individualisme heeft ook hier z'n sporen nagelaten. We hebben elkaar niet meer zo nodig. De actiegroepen van vandaag kunnen nog steeds bij veel van deze informatiegroepen terecht, maar voor het overige is er sprake van een (generatie)kloof.

De moderne mens
Gelet op de huidige tijdgeest en tentoon gespreide passiviteit ziet het er niet naar uit dat de kraakbeweging zichzelf binnen afzienbare tijd transformeert van subcultuur tot sociale buurtstrijd. Er zullen andere wegen ingeslagen moeten worden om mogelijkheden te scheppen voor een breed maatschappelijk revolutionair elan. Er moet iets nieuws worden ontwikkeld, rekening houdend met de wensen van de moderne mens. En die vindt zichzelf niet links noch rechts. De moderne mens is wars van schreeuwerige actiegroepen die het weliswaar goed menen maar het meestal beter denken te weten. De moderne mens wenst zich niet te binden, of het nu om politieke partijen gaat of om maatschappelijke (belangen)organisaties. De moderne mens is hooguit donateur en gelooft nauwelijks meer in ideologieën. Laat staan dat hij of zij weet wat een ideologie is. Waar koop je dat? Toch is het beslist niet zo dat het individu van nu volledig gedepolitiseerd is en geen greintje maatschappelijke betrokkenheid bezit. Enkel, men uit de geëngageerdheid op een vrijblijvende veelal onzichtbare manier. Middels donaties, abonnementen, koopgedrag, levenshouding, etc. Echter, een deel van deze mensen wil wel degelijk iets ondernemen, maar men weet niet hoe, met wie en wat. Deze twijfelaars zouden we bij onze activiteiten moeten zien te betrekken. De vraag is hoe?
In een stad als Amsterdam kun je weliswaar op tal van plaatsen terecht voor het maatschappelijke debat of de info-/video avond, maar overal hangt wel een prijskaartje aan vast. Instellingen als De Balie, Felix Meritis en de Rode Hoed organiseren vrijwel dagelijks politieke debatten, maar die zijn vooral gericht op een parlementair en elitair ingesteld publiek waarvan verder niets wordt verwacht. Laat de panelleden maar lullen. Een avondje Balie is een avondje uit, waar de bezoeker zichzelf keurig een toegangsbewijs aanschaft. Naast deze gevestigde instellingen organiseren tal van politieke, anarchistische en autonome organisaties debatten en info-avonden, die echter vooral zijn bedoeld voor de achterban. Van de bezoeker van dergelijke bijeenkomsten wordt al snel verlangd dat hij of zij lid is van de betreffende organisatie of deelneemt aan hun activiteiten. Daarnaast is er sprake van een haperend acceptatiegedrag: de niet-kraker voelt zich onprettig op een krakersavond en de autonoom voelt zich ongewenst op de avond van de politieke jongerenorganisatie. De sterke politieke kleur van het café of de zaal weerhoudt velen ervan dit soort bijeenkomsten te bezoeken. De angst om ingepalmd te worden.

Actiecentrum
Er zou een ruimte in de stad moeten ontstaan waar zowel de moderne mens als de activist zich thuis voelt. Een ontmoetingsplek zonder duidelijke politieke kleur, waar je zomaar binnen kunt lopen om informatie in te winnen over een onderwerp waar jij geïnteresseerd in bent. Daarnaast biedt de ruimte jou de mogelijkheid dat je er mensen ontmoet die acties organiseren rondom het specifieke thema waar jouw interesse naar uit gaat. En, hetgeen het trefpunt bijzonder maakt, er wordt aan de hand van de gratis verstrekte informatie steevast een actie georganiseerd! Ik stel me zo voor dat er in Amsterdam, maar mogelijk ook in andere steden, een trefpunt ontstaat waar ervaren actiegroepen hun veelal bijzondere kijk op de samenleving etaleren. Het actiecentrum, laten we het voorlopig Speerpunt noemen, zal bij voorkeur moeten worden opgezet in een bestaand laagdrempelig gebouw, dat niet direct aan een bepaalde politieke stroming kan worden gelieerd. Daarnaast moet het een goedkope ruimte zijn, omdat een entreebewijs een hindernis kan vormen. In dit actiecentrum wordt een keer in de maand op zaterdagmiddag een bijeenkomst gehouden. Voor de pauze 'open microfoon', waar stedelijke en lokale belangen-/actiegroepen hun woordje kunnen doen. Na de pauze wordt het hoofdthema behandeld. Dit aan de hand van sprekers en audiovisuele middelen. Het maandelijkse thema zou bij voorkeur redelijk in de markt moeten liggen. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan over de autoloze zondag, de uitbreiding van Schiphol, DNA, de wapenhandel naar Indonesië, de daklozenproblematiek, uitzetting van vluchtelingen, gentech voedsel of de bio-industrie. De bezoeker van dit soort bijeenkomsten krijgt na afloop een gratis infopakketje mee naar huis dat basisinformatie over het behandelde onderwerp bevat, maar ook adressen en info van actiegroepen die zich op dit terrein begeven. Maar, en dit maakt een gang naar het trefpunt extra interessant, er wordt ook iedere maand een actie georganiseerd rondom het thema van de maand. Mocht je op een zaterdagmiddag een bijeenkomst bijwonen over de uitbreiding van Schiphol, dan kun je op eenvoudige wijze betrokken raken bij een picketline voor een reisbureau een week later. Voor mensen die nog nooit actie gevoerd hebben al een hele uitdaging. Daarnaast bezit actiecentrum Speerpunt een uitgebreide (politieke) leeshoek en een rek met talloze folders die onder meer betrekking hebben op de belangen-/actiegroepen die de bewuste middag hun zegje hebben kunnen doen dankzij de open microfoon. Verder is er een bar en een restaurant, een plek waar ook de doorgewinterde activist terecht kan om (oude) collega's te treffen, maar ook om nieuwe gezichten te ontmoeten. Het zou ideaal zijn als er ook in andere steden vergelijkbare centra ontstaan, zodat we gelijktijdig hetzelfde thema kunnen behandelen én bestrijden.

Some sunny day
De maandelijkse bijeenkomsten en acties kunnen het beste worden voorbereid door een coördinatiegroep van het centrum, die contact sluit met een actiegroep of maatschappelijke organisatie welke zich met het bewuste thema bezighouden. De acties dienen bij voorkeur laagdrempelig te zijn, aangezien je er vanuit mag gaan dat er veel mensen meedoen die geen actie-ervaring hebben. Om de stadsbevolking op een goede manier tijdig op de hoogte te brengen van de themabijeenkomsten, zal er op inventieve wijze gemobiliseerd moeten worden. Te denken valt aan het verspreiden van flyers en posters op de daarvoor aangewezen momenten (discussiebijeenkomsten, manifestaties, demonstraties, concerten, cafees) en plekken, oproepen in stadsbladen en op lokale tv-zenders. Daarnaast dient het centrum er zorg voor te dragen dat het regelmatig de publiciteit haalt. Het trefpunt functioneert pas goed zodra er het een bruisend centrum wordt van ervaren activisten, sociaal bevlogen nieuwelingen en andere politiek geïnteresseerden. De combinatie van laagdrempelig, ongedwongen (er wordt niets van jou verwacht, je kunt zo weer de deur uitlopen) en de kick dat je op vrijblijvende wijze met activisten en hun activiteiten in aanraking kunt komen, maakt een bezoekje aan het trefpunt aantrekkelijk. Spannend zelfs. Daarnaast vormt het een uitgelezen kans voor al die clubs die nu los van elkaar opereren, op een ongedwongen wijze weer iets nader tot elkaar te brengen. Als we in de opzet slagen, is er tevens een grote kans dat er vanuit de bezoekersgroep mensen zijn die zich aan zullen sluiten bij bestaande actiegroepen. Verder zou het centrum kunnen gaan fungeren als plek waar je op snelle wijze mensen kunt mobiliseren voor acties die niet vanuit het trefpunt worden opgezet. In Amsterdam worden momenteel de eerste voorbereidingen getroffen om een dergelijk actiecentrum als hierboven geschetst op te gaan zetten. Veel zal afhangen van de bereidwilligheid en gelijkgezindheid van een kleine groep mensen die het initiatief zal moeten uitwerken. Mogelijk dat er ook in andere steden een project als dit opgezet kan worden. Maar zien de mensen wel wat in het idee? Zijn er wellicht andere mogelijkheden om een nieuw en groeiend actienetwerk op te richten? Ben benieuwd naar de kringen in het water.

De woeste stroom wordt haar wildheid verweten
Dat de bedding haar daartoe dwingt, wordt vergeten

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 340, 14 januari 2000