Skip to main content
  • Archivaris
  • 337

Hoe echt is de vrede van Barak?

De vreugde was groot in Israël nadat Ehud Barak daar eerder dit jaar tot premier werd verkozen. Bij menigeen wekte hij direct de indruk van een heldhaftige ex-militair die zich voortaan in ging zetten om een duurzame vrede met de Palestijnse bevolking en de Arabische wereld te bereiken.

door Peter Edel

Dat Barak er in geslaagd is om dit beeld te genereren, komt vooral door zijn opponent bij de verkiezingen. Want tegenover een aan lager wal geraakte havik als Netanyahu, die er tijdens zijn regeren alles aan deed om een toenadering tot de Palestijnen te voorkomen, kostte het Barak natuurlijk geen enkele moeite om zich voor te doen als een vredesengel. Dat laatste neemt echter niet weg dat er in de Israëlische pers verschillende gebeurtenissen omtrent de militaire loopbaan van Barak zijn beschreven die in de verste verte niet met het streven naar vrede te maken hebben. Veel eerder komt hij hier over als een regelrechte hardliner, die met groot gemak naar agressieve maatregelen grijpt. Uit dezelfde berichten blijkt verder dat Barak er, als onvervalste socialistische zionist, geen bezwaar tegen heeft om via bedrog de werkelijke aard van zijn intenties te verhullen. Verder is er in de Israëlische pers op gewezen dat de tijdens de verkiezingscampagne voorgespiegelde status van Barak als militaire held, zeker niet al te serieus genomen moet worden.

jonge generaal
Tijdens de oorlog in Libanon in 1982, was Ehud Barak de jongste generaal in het Israëlische leger. Hij is daar altijd een beschermeling geweest van Ariel Sharon, die tijdens de oorlog in Libanon nog generaal was. Destijds schreef Barak een memorandum aan Sharon, dat onlangs in Israël is opgedoken na uit een dossier te zijn gevallen dat op weg was naar een archief. Uit de woorden die Barak hier aan Sharon richtte, blijkt niet alleen zijn enthousiasme voor verdere Israëlische agressie, maar ook zijn bereidheid om in dit verband alles en iedereen te misleiden.
Volgens de toenmalige opvattingen van Barak was een aanval op Libanon niet voldoende om het gestelde doel - dat wil zeggen: het voorkomen van Palestijnse beschietingen op Israël - te bereiken. Daartoe was het volgens hem noodzakelijk dat Israël daarnaast ook nog eens tot een gedeeltelijke bezettingsactie van Syrië over zou gaan. Barak stelde aan Sharon voor om in eerste instantie luchtaanvallen uit te voeren op Syrische raketinstallaties in Libanon, omdat deze de geloofwaardigheid van Israëls militaire overheersing volgens hem hadden aangetast. Daarna wilde hij ook raketinstallaties op Syrische grondgebied aanvallen. Uiteindelijk leek het Barak geen slecht idee om via een grootschalige militaire bliksemactie, via Libanon of de zuidelijke Golan vlakte, het Syrische leger een gevoelige slag toe te brengen.
In zijn memorandum aan Sharon was Barak zich bewust van de gevolgen die een oorlog met Syrië op dat moment had kunnen hebben. Zo achtte hij het niet uitgesloten dat de oorlog tussen Iran en Irak er door tot een einde zou komen en dat het vredesproces met Egypte in gevaar was gekomen. Maar dergelijke 'onduidelijke gevaren' stelden volgens Barak niets voor vergeleken met de economische en politieke problemen waarmee Israël in zijn opinie geconfronteerd zou worden als de joodse staat geen oorlog tegen Syrië begon. Mede omdat Barak er zich maar al te bewust van was dat een aanval op Syrië bij veel landen niet in de smaak zou vallen, stelde hij een serie maatregelen aan Sharon voor, aan de hand waarvan de aanvalsplannen tot op het laatste moment geheim zouden blijven. De Amerikanen moesten volgens de toenmalige plannen van de nieuwe Israëlische premier om de tuin geleid worden via een "uiterst complexe en delicate voorafgaande discussie, waarbij onder geen beding de werkelijke aard van onze intenties zou worden prijsgegeven." Ten aanzien van andere internationale machtsfactoren en de Arabische wereld verwachtte Barak dat een bliksemactie binnen 24 uur Israël in staat zou stellen tot het creëren van een rookgordijn. Een effectieve tegenactie vanuit de Arabische wereld kon zo volgens hem voorkomen worden. Bovendien verwachtte Barak dat de internationale gemeenschap onder dergelijke omstandigheden eerder bereid zou zijn om de nieuw ontstane situatie te accepteren.
Wat betreft de bezwaren die vanuit de Israëlische bevolking waren te verwachten tegen een actie in Syrië, verwachtte Barak dat het beste gewacht kon worden tot een moment waarop de omstandigheden ideaal waren tot een algemene consensus op dit punt. Verder verwachtte hij ook in dit verband veel van een volledige geheimhouding tot op het allerlaatste moment. Protesten vanuit de bevolking zouden daardoor pas ontstaan op een moment dat de bliksemactie feitelijk al voor het grootste deel voorbij was.
In zijn memorandum aan Ariel Sharon schreef Barak verder dat het plan ook geheim moest worden gehouden voor verschillende politieke figuren. Maar wie hij daar precies mee bedoelde blijft onduidelijk. Ook het Israëlische leger hoefde volgens Barak tot op het laatste moment niets te weten van de aanval op Syrië, zoals die hem in 1982 voor ogen stond. Slechts vijf of zes officieren hoefden op de hoogte te zijn van het plan om tot een volledige uitwerking ervan te kunnen komen. Voorbereidingen voor een dergelijke actie konden volgens Barak doeltreffend gecamoufleerd worden door ze voor te doen als militaire oefeningen zonder een specifiek doel.

Vanzelfsprekend is het moeilijk om de denkbeelden van Barak in 1982 als een indicatie te zien voor zijn huidige intenties. Het is niet onvoorstelbaar dat hij als jonge generaal, via een wild plan dat op zich nooit realistisch kon worden, probeerde indruk te maken op de door hem bewonderde Ariel Sharon. Dat laatste zegt op zich niets over zijn huidige opvattingen. Wat echter vooral in het oog sprong in zijn memorandum uit 1982 aan Sharon, was de bereidheid van Barak om in het kader van een aanval op Syrië vrijwel alles en iedereen - inclusief zijn eigen achterban - te misleiden. Strikt genomen is dat bepaald geen beste eigenschap voor een politicus, al is dit ook in Israël zeker geen reden waarom politiek succes uit zal blijven. Verder had hij bij de verkiezingen het geluk om Netanyahu als tegenstander te treffen. Onder de heersende omstandigheden kon niemand van Netanyahu verliezen, zo gehaat als die man zich in Israël heeft weten te maken. Toch zijn er karrevrachten aan propagandamiddelen door de Arbeiderspartij aangewend om de nare karaktertrekjes van Barak onder tafel te houden in de periode voorafgaand aan de verkiezingen. Het memorandum aan Sharon was daarbij zeker niet het enige dat verhuld moest blijven. Hetzelfde geldt voor andere gebeurtenissen rond Barak waar hij nou niet bepaald als een vredesengel naar voren komt. Zoals zijn idee om een atoombom op Irak te gooien tijdens de Golfoorlog. Dat hij toen door de Likud havik Shamir op andere gedachten moest worden gebracht, spreekt boekdelen over de opvattingen van Barak.

Het Tze'elim incident
Tijdens de campagne van Barak werd vooral de nadruk gelegd op de heldhaftigheid die hem tijdens zijn militaire loopbaan zou hebben gekenmerkt. Daarom werd bijvoorbeeld sterk de nadruk gelegd op zijn aandeel in de bevrijdingsactie die het Israëlische leger eind jaren zeventig in Entebbe uitvoerde. Dat de heldenstatus van Barak hevig in twijfel is getrokken, naar aanleiding van het zogenaamde Tze'elim incident, was waarschijnlijk één van de zaken die in de periode voorafgaand aan de verkiezingen angstvallig buiten beschouwing werd gelaten door zijn campagneleiders. Deze affaire was dan ook een potentieel kruitvat, vooral waar het op de integriteit van Barak aan kwam. Het Tze'elim incident vond op 5 november 1992 plaats, tijdens militaire oefeningen in de Negev woestijn. Het Israëlische leger trof daar voorbereidingen voor een uiterst geheim plan: het vermoorden van Sadam Hoessein. Samen met drie andere hoge officieren was Barak hierbij als bevelhebber van de Israëlische strijdkrachten aanwezig. Hij was er getuige van hoe tijdens de oefeningen per ongeluk een raket werd afgevuurd, ten gevolg waarvan vijf soldaten om het leven kwamen en zes andere gewond raakten. Dit ongeluk heeft Barak vooral jaren achtervolgd omdat hij zich volgens getuigen destijds zo snel mogelijk uit de voeten maakte. Dat de gewonden vervolgens niet vervoerd konden worden omdat Barak in aller haast per helikopter van Tze'elim vervoerd moest worden, werd door velen in Israël niet begrepen. Het incident deed dan ook ernstig afbreuk aan zijn reputatie van militaire held. Maar daar bleef het niet bij, want direct na het Tze'elim incident begon Barak met een serie handelingen, die in hun frauduleuze karakter sterk terug doen denken aan de voorstellen die hij in 1982 aan Ariel Sharon deed. Toen de evacuatie van gewonden in Tze'elim nog volop aan de gang was, werd volgens berichten in de Israëlische pers al bevel gegeven tot het verwijderen van bewijsstukken die belastend voor Barak konden worden. Korte tijd later begonnen er bovendien documenten uit dossiers rond Tze'elim te verdwijnen, die licht hadden kunnen werpen op het gedrag van de nieuwe Israëlische premier naar aanleiding van het noodlottig ongeluk bij Tze'elim.
Het meest opmerkelijke was wel dat hoge militairen, die naast Barak aanwezig waren bij het Tze'elim incident, in de daarop volgende periode opmerkelijke promoties begonnen te maken. Eén van hen, Amiram Levin werd bevorderd tot generaal en kreeg later het bevel over de Israëlische strijdkrachten in Noord Israël. Een ander, Shaul Mofaz, werd generaal om vervolgens het bevel te krijgen over de Israëlische strijdkrachten in Zuid Israël. De promotie van de laatstgenoemde was vooral opmerkelijk omdat hij de contactpersoon vormde tussen de generale staf en de commissie die het Tze'elim incident onderzocht. Naast Levin en Mofaz kregen ook andere militairen die tot de kring van medewerkers van Barak behoorden en aanwezig waren in Tze'elim, een opmerkelijke promotie. Het behoeft waarschijnlijk geen betoog dat geen van hen ooit een verklaring heeft afgelegd die nadelig voor hem was. Maar de machtige militaire arm van Barak strekte nog verder. In de Israëlische pers is het zelfs ter sprake gebracht dat de rechters, die zitting hadden tijdens een zitting van de krijgsraad in Israël in verband met het Tze'elim incident, eveneens afkomstig waren uit Barak's kring van getrouwen.
De door Barak genomen maatregelen bleken achteraf effectief. Want uiteindelijk werd hij vrij gesproken van alle beschuldigingen in verband met het Tze'elim incident. Vervolgens werd ook het verhullen van essentiële gegevens door de Israëlische legertop, door verschillende kanten naar het land der fabelen verwezen. Maar met dat laatste is lang niet iedereen het eens in Israël. Voor de aldaar woonachtige professor, publicist en mensenrechtenactivist Israel Shahak, zijn deze beschuldigingen tegen Barak zonder meer terecht. Volgens hem vond er wel degelijk een samenzwering plaats om de gedragingen van Barak naar aanleiding van het Tze'elim incident te verhullen. Een interessant terzijde bij dit alles is dat de rol van Barak in Tze'elim wel eens bepalend kan zijn geweest voor de loop van de geschiedenis. Want het is zeer wel voorstelbaar dat het incident met Barak er indertijd toe bijdroeg dat de Israëlische leiders afzagen van het plan om Sadam Hoessein te vermoorden. Tot wat voor een situatie het had geleid als de Irakese dictator destijds wel was vermoord door Israël, valt achteraf met geen mogelijkheid te overzien. Maar dat het tot een rigoureuze verschuiving van de politieke verhoudingen in het Midden Oosten had geleid, lijkt zonder meer waarschijnlijk.

seculiere democratie
Aanvankelijk waren er berichten dat Barak binnen de Arbeiderspartij geen voorstander was geweest van Rabin's vredesproces en leek het er even op dat hij de lijn van Netanyahu door ging trekken. In de eerste maanden van zijn premierschap bleek echter al dat Barak door wil gaan met de realisering van Rabin's plannen om, via het argument van autonomie, de controle over de Palestijnse gebieden aan de PLO over te dragen. De akkoorden die Israël kort na zijn aantreden met de Palestijnse autoriteiten heeft gesloten wijzen dat uit. Barak heeft daarmee eens te meer het imago van de vredesengel weten te verwerven, maar evenals met de oorspronkelijke plannen van Rabin, blijft het de vraag wat de meeste Palestijnen hiermee zullen opschieten. Niet veel, valt te vrezen, zolang Israël er op toe blijft zien dat democratisering binnen hun gemeenschap wordt tegengegaan en schurken van de PLO de macht in handen krijgen. Het vredesproces kan in zijn huidige vorm dan ook nooit tot een definitieve oplossing leiden. Zolang Israël een joodse staat is, blijft het karakter van apartheid immers gehandhaafd. Er is wat dit betreft maar één alternatief en dat is de vestiging van een seculiere democratie in Israël, die openstaat voor alle inwoners. Zoals de kaarten er nu voor liggen zijn de deuren van de Knesset immers uitsluitend geopend voor politieke stromingen die accepteren dat Israël een exclusief joodse staat is. Een seculiere democratie zal door de ultra nationalisten in de achterban van Barak (maar zeker ook de ultra religieuze Israëliërs), zonder meer geïnterpreteerd worden als de "vernietiging van Israël", zoals die jaren achtereen door extreme Arabische organisaties is gepropageerd. Een dergelijke ommezwaai betekent echter zeker niet dat het joden onmogelijk wordt gemaakt om in Israël te wonen, verre van dat. Er zijn niet voor niets zoveel joden binnen en buiten Israël die zich voor een dergelijke verandering hebben uitgesproken. Waar het wel op neer komt is dat Israël, als de zionistische ideologie eenmaal overboord is gegooid, het land wordt van de mensen die er wonen. Ook de Palestijnen zullen dan hun volledige rechten krijgen. Dit laatste stuit wellicht op grote religieuze bezwaren, maar vanuit een rationeel- en vooral humanitair perspectief, spreekt het vanzelf dat geen mens bezwaar kan hebben tegen een ontwikkeling die de levensomstandigheden van zo velen zou verbeteren. Er is in deze wereld geen plaats meer voor apartheid. In Zuid-Afrika is dit verwerpelijke racistische systeem al overboord gezet; hopelijk zal Israël in de toekomst dezelfde weg inslaan. Het valt echter zeer te betwijfelen of dit tijdens de regeerperiode van Ehud Barak plaats zal gaan vinden. Want alle fraaie teksten over vrede ten spijt, zijn er geen redenen om aan te nemen dat de zionistische ideologie bij hem minder hoog in het vaandel zou staan dan bij zijn voorgangers.

(Dit artikel is gebaseerd op een selectie uit de Israëlische pers door de mensenrechtenactivist Israel Shahak)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 337, 22 oktober 1999