Skip to main content
  • Archivaris
  • 314

Glycerine

Minstens zestig Nederlandse kinderen zijn overleden als gevolg van het innemen van een hoestdrank, waarvoor een belangrijk bestanddeel door een Belgische firma geleverd is. de Nederlandse regering heeft de Amerikaanse Food and Drugs Administration voor een onderzoek te hulp geroepen. Zij en de Belgische inspectie voor de volksgezondheid, die op verzoek van de Amerikanen een onderzoek instelde, hebben van het betreffende bedrijf te horen gekregen dat men de aan Nederland verkochte hoeveelheid glycerine, want daar gaat het hier om, niet onderzocht heeft. En daar de handel in grondstoffen vrij is en het geen kant en klaar geneesmiddel betrof, waarvan de kwaliteit wel onder toezicht staat, gebeurde er verder niets. De Belgische minister van Volksgezondheid liet weten dat er voor een justitieel onderzoek geen redelijk vermoeden van schuld aanwezig was. Ik durf er wat onder te verwedden dat daarmee de zaak nog niet af was. men zou het zeker niet gelaten hebben bij een vriendelijke vraag aan de directie van het betreffende bedrijf of men wel te goeder trouw gehandeld had. zestig of meer kinderlevens in Nederland was voldoende geweest om de onderste steen boven te krijgen. Maar u heeft al begrepen, het betreft hier slechts een fictief gebeuren. De kinderen die echt dood gegaan zijn waren geen Nederlandse kinderen maar slechts kinderen in Haïti. En het betreffende bedrijf was geen Belgisch bedrijf maar de Nederlandse BV Vos, handel in ondermeer chemicaliën. En naar nu blijkt (volgens NRC/Handelsblad) was het bedrijf ervan op de hoogte dat de verkochte glycerine niet deugde voor fabricage van geneesmiddelen. Op verzoek van de minister van justitie is een justitieel onderzoek begonnen. Er is nu kennelijk wel degelijk een redelijk vermoeden van schuld aanwezig. Men had immers wel een laboratorium opdracht gegeven het spul te onderzoeken. En de uitslag was: slechts 55% glycerine en de rest was antivries of iets dergelijks. De zuiverheid had echter 95% moeten zijn. Het schip, onderweg met de dodelijke lading, was nog niet in haïti aangekomen en men had de ramp dus kunnen voorkomen. Het is niet gebeurd. de lading met het opschrift "geschikt voor farmaceutische produktie" werd afgeleverd. En dit hoewel er nog tijd was de ramp te vermijden. En natuurlijk zal het wel niet zo zijn dat ze bij Vos BV tegen elkaar hebben gezegd: "wat vervelend nu dat die lading al weg is, terwijl nu pas blijkt dat kinderen daaraan overlijden". En natuurlijk heeft men niet tegen elkaar gezegd "So what, het zijn toch maar kinderen in Haïti en we kunnen altijd nog onze handen in onschuld wassen". En natuurlijk heeft men niet tegen elkaar gezegd "we nemen opzettelijk het risico, want we weten niet helemaal zeker dat ze van onze antivries hoestsiroop voor kinderen zullen maken". Natuurlijk heeft men dat niet gezegd of zelfs maar gedacht. Wel zal men een beetje in de piepzak hebben gezeten: maar een waarschuwing naar het schip en naar de koper in Haïti, is niet bij Vos BV opgekomen. Aan radio, fax, email, telefoon of zelfs een postduif is niet gedacht. En dat is ook wel begrijpelijk: wat een figuur zou je niet slaan als blijkt dat de verkochte waar van mindere kwaliteit is dan je hebt voorgegeven.
Het heeft er alle schijn van dat men zeer zorgvuldig is geweest in het verhullen van een zwaar misdrijf dat ook wel "dood door schuld" wordt genoemd.

Leon Wecke

(overgenomen uit 'de vrije gedachte', tijdschrift van de vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte, nummer 279, oktober 1997)

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 314, 24 oktober 1997