Skip to main content
  • Archivaris
  • 321

uranium-vergiftigingen

vliegtuigen zijn gevaarlijke apparaten

Ruim zeven jaar na de Golfoorlog lijden 100.000 westerse Golfoorlogveteranen aan onbekende ziektes. Voor de oorzaken, diagnose of behandeling van dit zogenoemde Golfoorlogsyndroom bestaat nog altijd geen algemeen geaccepteerde verklaringsmodel. Bovendien blijken ook Iraakse burgers aan het Golfoorlogsyndroom te lijden.

Veel mogelijke oorzaken van het Golfoorlogsyndroom zijn bediscussieerd. Ten eerste waren er de vaccins, bedoeld als bescherming tegen chemische en biologische strijdmiddelen. Dan is er de rook en chemische verontreinigers, vrijgekomen door de voortdurend brandende oliebronnen. Of de 'Oude Wereld Leishmanias', een parasitische ziekte overgebracht door de beet van een woestijnvlieg. Ook het wijdverspreid gebruik van pesticiden door de grondtroepen wordt genoemd. Geen van deze potentiële oorzaken kan het Golfoorlogsyndroom volledig verklaren, noch de ernstig misvormde kinderen in Irak en van Amerikaanse Golfoorlogveteranen.
Twee van de mogelijke oorzaken van Golfoorlogziekten zijn echter nog steeds een serieus probleem. Dit zijn de wolken van giftige stoffen, die zijn verspreid na de bombardementen op Iraakse voorraden chemische en biologische strijdmiddelen en het gebruik van uraniumhoudende munitie en tanks door de Amerikaanse en Britse strijdkrachten. Na de Golfoorlog werden de roestende en lekkende chemische wapens van Irak zonder enige ophef en met instemming van de Iraakse autoriteiten verbrand in de open lucht in de woestijn. Met het verouderde arsenaal hadden de Iraakse strijdkrachten niets kunnen uitrichten. Terwijl er in de media voortdurend wordt gespeculeerd over de vermeende massavernietigingswapens van Irak zijn honderden vierkante kilometers van Irak en een deel van Koeweit en Saoedi Arabië besmet met tenminste 350 ton resten en stofdeeltjes verarmd uranium. Verarmd uranium (VU) is een restprodukt van de kernindustrie. In wezen is het vrijwel hetzelfde als 'natuurlijk' uranium, dat als chemisch giftig en radioactief wordt beschouwd. Natuurlijk uranium wordt gewonnen uit ertsen. In duizend kilo erts zit 1 kilo uranium; slechts de helft daarvan kan ook echt vrijgemaakt worden uit erts: 500 gram natuurlijk uranium uit 1000 kilo erts. De rest is radioactief afval. Natuurlijk uranium bestaat hoofdzakelijk uit niet-splijtbaar uranium (U-238). De kleine hoeveelheid splijtbaar uranium (U-235) wordt geëxtraheerd voor gebruik in kerncentrales en kernwapens. Dit proces vindt plaats in een verrijkingsfabriek. Naast de fractie van 'verrijkt' uranium ontstaat een grote hoeveelheid 'verarmd' uranium, een kernafvalprodukt dat volgens de wettelijk geldende normen thuishoort in een depot voor kernafval.

Eind jaren zestig raakte het Amerikaanse leger geïnteresseerd in het gebruik van verarmd uranium (VU) in munitie en tankbepantsering. Dit als antwoord op het overwicht aan tanks van de Sovjet Unie. Als antwoord hierop zochten de militaire strategen van het Amerikaanse leger niet zo zeer naar uitbreiding van het aantal tanks, maar naar een technologie voor de ontwikkeling van hypersnelle en accurate antitankgranaten en een bepantsering die optimale bescherming zou bieden tegen vijandelijke aanvallen. VU, zo bleek al snel, was daarvoor het aangewezen materiaal. In munitie wordt VU gebruikt als alternatief voor wolfraam en in tankbepantsering ter vervanging van composiet (een hard kunststofmateriaal). Het gebruik van VU in plaats van wolfraam heeft te maken met de kosten en de effectiviteit. In tegenstelling tot het duur geïmporteerde wolfraam (voornamelijk uit China) is VU in grote hoeveelheden goedkoop verkrijgbaar. De VS heeft een voorraad van 560 miljoen kilo, de halve wereldvoorraad. Het brandbare (pyrofore) karakter van VU-metaal maakt dat VU-munitie effectiever is dan de munitie van wolfraamfabrikaat. Door het ontbranden van uranium ontstaan smeltende fragmenten die de getroffen tank in een mum van tijd in lichterlaaie zet, waarbij de (meestal) driekoppige tankbemanning levend geroosterd wordt. Volgens Duitse onderzoekers werden prototypen van VU-antitankgranaten getest door het Israëlische leger tegen de Arabische tanks van Sovjet-makelij in de Jom Kippoer-oorlog (1973). Daarna komt er een massaproduktie van VU-munitie op gang in allerlei soorten en maten. Variërend van 30mm patronen voor gevechtstoestellen tot 120mm antitankgranaten voor Amerikaanse tanks.

Tankmanschappen werden getraind voor een tankveldslag op de Noordduitse laagvlaktes. Met het einde van de Koude Oorlog werd de mogelijkheid van een Derde Wereldoorlog tussen de VS en de (voormalige) Sovjet-Unie nihil. Zo kreeg de uraniumhoudende munitie een heel andere bestemming dan oorspronkelijk was bedoeld. Niet in een Derde Wereldoorlog, maar in de Golfoorlog van 1991, een Derde Wereldoorlog in de zin van oorlogvoering tegen de Derde Wereld. De patriots en 'slimme bommen' waren bedoeld voor de schone oorlog op het TV-scherm. In werkelijkheid werd Irak de schietgalerij van geavanceerde wapentechnologie, waartegen een Derde Wereld-leger geen schijn van kans heeft. Achter de façade van het spektakel op de beelden van CNN voltrekt zich een revolutie in de geschiedenis van tankveldslagen. Ingewijden vergelijken de VU-munitie met de introductie van de mitrailleur in de Eerste Wereldoorlog. De pantserdivisies van Derde-Wereldlegers werd met de Operatie Desert Storm in één klap naar de schroothoop verwezen. Piloten van het A-10 grondaanvalstoestel noemden het schieten op gepantserde doelen 'tank-plinking', slang voor het schieten op tinnen blikjes.

Het Pentagon heeft alleen maar oog voor de strategische waarde van de uraniumhoudende munitie en tanks. Ruim twintig jaar onderzoek en ontwikkeling van de VU-technologie hebben tot tevredenheid van de strategen het doel bereikt: onkwetsbare pantserdivisies en tank-killers, die vijandelijke tanks in luttele seconden uitschakelen. En het aantal slachtoffers aan eigen zijde is minimaal. Maar al snel wordt duidelijk dat de slachtoffers pas maanden of jaren na de gevechtshandelingen vallen. Uit onderzoek van veteranenorganisaties blijkt dat het Amerikaanse leger al lang voor de Golfoorlog op de hoogte was van de serieuze risico's voor soldaten en bevolking bij ongecontroleerde verspreiding van verarmd uranium op het slagveld. De eerste waarschuwingen van deskundigen dateren uit 1974. Een opmerkelijke studie is afkomstig van de Internationale Handelsmaatschappij voor Wetenschappelijke Toepassingen (SAIC, juli 1990). Notabene opgenomen in een 'lange-termijn strategische studie' van het Amerikaanse legeronderdeel dat de uraniumhoudende munitie heeft ontwikkeld. De samenstellers van het rapport voorspellen dat het gebruik van VU-munitie in een oorlog grote hoeveelheden stofdeeltjes genereert. Die informatie wordt bevestigd in een technisch rapport van het milieubeleidsinstituut van het Amerikaanse leger (AEPI, juni 1995) dat januari 1996 uitlekt. Hierin wordt gemeld dat een uraniumprojectiel dat doel treft voor 20 tot 70 procent zal verbranden tot minuscule deeltjes. De meeste van deze deeltjes zijn zo klein (diameter tot 0,01 millimeter) en slecht oplosbaar dat ze na inademing jarenlang door de longen worden vastgehouden. De verwachte gezondheidseffecten zijn fibrose en kanker van de long. Van de deeltjes VU die worden ingeslikt verlaat het grootste deel direct het lichaam via de natuurlijke weg. Het andere deel komt via de bloedsomloop terecht in de nieren, lever en botten. In bot kan uranium de stamcellen van de witte bloedcellen aantasten. De uitwerking van deze vergiftiging en bestraling omvat nier- en leveraandoeningen, bloedarmoede, aantasting van het immuunsysteem en de aandoeningen die algemeen gelden voor zware metaalvergiftiging. Zoals huidaandoeningen, ademhalingsklachten, haarverlies, geheugenverlies, nervositeit, pijnlijke gewrichten, koud zweet en slapeloosheid. Verder kan uranium de placenta passeren en geboorte-afwijkingen veroorzaken. Het kan ook de eicel en het mannelijke zaad beschadigen, waardoor genetische schade optreedt bij nakomelingen.

Er was dus voor de Golfoorlog voldoende bekend over de schadelijke effecten van het gebruik van VU op het slagveld. Er bestonden ook veiligheidsvoorschriften om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Dat instructiemateriaal hebben de grondtroepen echter nooit ontvangen. De Golfsoldaten waren geheel onwetend gehouden over het gebruik van VU-munitie, methodes om uraniumbesmetting aan te tonen, procedures om besmette soldaten te behandelen, of over maatregelen om blootstelling aan stofdeeltjes VU zoveel mogelijk te vermijden. Ook na de Golfoorlog is er door het Amerikaanse leger trainingsmateriaal ontwikkeld, waaronder een instructie-videoband. Het is echter nooit verstrekt aan de troepen die met uraniumhoudend materieel in contact komen. Volgens een onderzoek onder 10.051 Golfoorlogveteranen, uitgevoerd tussen 1991 en 1995, kwam 82% van de veteranen in contact met VU. Ze betraden inbeslaggenomen Iraakse voertuigen die besmet waren met VU. Velen namen ook VU-fragmenten mee naar huis als souvenirs. Onderhoudspersoneel dat wekenlang zonder bescherming had gewerkt in besmette tanks kregen later te horen dat de tanks beschouwd werden als 'hot'. In die tanks werden stralingsdoses gemeten van 2,6 tot 10 milliSievert per uur. De dosislimiet voor een individu is 1 mSv per jaar. Het onderhoudspersoneel ontving dit in minder dan een uur. Slechts 24 van de zieke Amerikaanse Golfoorlogveteranen zijn onderzocht op schade aan de long. Deze groep veteranen waren betrokken bij 'vriendelijk vuur'-incidenten. Gebruik makend van oude en niet erg nauwkeurige apparatuur werd in het Medisch Centrum van Veteranenzaken in Boston aangetoond dat 14 van de 24 patiënten met VU waren besmet. Het onderzoek werd stopgezet en alle gegevens en resultaten zijn 'zoekgeraakt'. De arts die deze verklaring aflegde voor het Amerikaanse Congres, Dr. Asaf Durakovic, een internationaal erkend expert voor inwendige besmetting met radioactiviteit, heeft zijn baan bij Veteranenzaken verloren. Op een bijeenkomst van Amerikaanse grassroot-organisaties, half november 1997, vertelde hoe een aantal van zijn patiënten door het Pentagon zijn geïntimideerd om een verklaring te ondertekenen dat ze in perfecte gezondheid verkeren. Eén van die patiënten had al vijf nieroperaties achter de rug. De nieraandoening was volgens Dr. Durakovic het gevolg van uraniumvergiftiging.
Tot januari 1998 heeft het Pentagon altijd volgehouden dat slechts een handjevol Golfoorlogveteranen heeft blootgestaan aan stofdeeltjes VU. Sinds 8 januari 1998 geeft het Pentagon toe dat dit een groot aantal Golfoorlogveteranen betrof. Het Amerikaanse ministerie van defensie (DoD) en het Britse ministerie van defensie (MoD) vallen nu terug op een nieuwe standaard-verklaring "niemand is ziek van hun blootstelling aan VU". Dan Fahey, een Golfoorlogveteraan die veel onderzoek heeft verricht naar het militair gebruik van VU vat de huidige posities van het DoD en het MoD met betrekking tot VU-blootstellingen samen als: "Ze klommen op besmet materieel, maar ze hebben de stofdeeltjes niet geïnhaleerd". (Een verwijzing naar een uitspraak van Bill Clinton over een stickie die hij in zijn jonge jaren zou hebben gerookt).

Naast de wapenindustrie kent ook de civiele industrie toepassingen van VU. Het wordt bijvoorbeeld toegepast als contragewicht in vliegtuigen. Ook het El Al vrachttoestel dat 4 oktober 1992 neerstortte in de Amsterdamse Bijlmermeer had uraniumhoudende contragewichten in de constructie. Volgens Boeing en El Al bevatte het ramptoestel 390 kilo VU. Hiervan is nog altijd 227 kilo zoek. Als dat is verbrand, heeft er radioactieve besmetting plaats gevonden. Samen met bewonersorganisaties in de Bijlmermeer en andere organisaties dringt Laka al jarenlang aan op een gezondheidsonderzoek. Op 2 april jongstleden zegde minister Borst van Volksgezondheid de Tweede Kamer eindelijk zo'n onderzoek toe. Ondanks deze toezegging is het nog maar de vraag of dat werkelijk gaat gebeuren. Alle aandacht richt zich weer op de giftige stoffen in de lading van het toestel. Uiteraard heel belangrijk en noodzakelijk, maar het mag niet de aandacht afleiden van de mogelijkheid dat hulpverleners en omwonenden potentiële risico's hebben gelopen op VU-vergiftiging. Toen de stichting Laka een jaar na de Bijlmerramp de aanwezigheid van VU in het ramptoestel bekendmaakte, verklaarde stralingsdeskundige dr. A.S. Keverling Buisman van het Energieonderzoekscentrum (ECN) dat het verarmd uranium niet kon zijn verbrand. Zijn aanname dat er geen stofdeeltjes kunnen zijn ontstaan, is altijd het motief geweest voor het ontbreken van verdere acties. De autoriteiten bleven elkaar na-papegaaien: "omdat het niet verbrand kan zijn is er geen reden voor ongerustheid en hoeven we geen nader onderzoek te doen." Laka heeft de aanname dat het VU niet kan zijn verbrand nooit gedeeld. Uit vakliteratuur en technische studies vanuit het Amerikaanse leger blijkt dat VU-metaal al bij temperaturen vanaf 500 graden celsius kan verbranden. Eind september 1997 geeft Keverling Buisman toe dat "het zoekgeraakte El Al-uranium best 100 procent kan zijn verbrand, maar dat dit geen enkel gevaar heeft betekend voor de volksgezondheid" (!). In officiële verklaringen is de temperatuur waarbij VU-metaal verbrand gedaald van 1200 graden celsius (ECN, 1993) tot 600-700 graden celsius (RIVM, april 1998). In opdracht van minister Borst stelde het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM) afgelopen maand een rapport samen over de materiaal- en gezondheidsaspecten van uranium. Het rapport staat bol van slordigheden en feitelijke onjuistheden. Zo wordt bijvoorbeeld verklaard: "De verhoogde incidentie van longkanker, die wordt geassocieerd met de manier van uraniumdelving en -produktie wordt grotendeels verklaard door blootstelling aan hoge concentraties radon en kort-levende dochterprodukten. Nadat uranium eenmaal uit erts gewonnen en geïsoleerd is, speelt ingroei van radioactieve dochterprodukten geen rol van betekenis. Zuiver uranium heeft dus, in tegenstelling tot uranium in evenwicht met alle dochterprodukten (zoals in minerale ertsen), geen sterke radiotoxische eigenschappen." Zuiver uranium (natuurlijk en verarmd uranium) produceert inderdaad niet het radiologisch zeer giftige radongas. Het is echter niet juist dat alleen de alfa-straling van uranium een rol speelt. De 'ingroei' van zogenaamde dochterprodukten spelen wel degelijk een rol! Geheel ten onrechte verwaarlozen de samenstellers van het rapport de radioactieve straling, afkomstig van de twee vervalprodukten van uranium-238, te weten: thorium-234 en protactinium-234. De intensiteit van deze hoog-energetische straling is volgens een aantal Amerikaanse wetenschappers en veldonderzoekers, afkomstig uit het leger, minstens zo schadelijk als de alfa-straling van uranium-238. De straling van de vervalprodukten is verantwoordelijk voor de meest doordringende straling van VU. Volgens de arts en radiobioloog Dr. Asaf Durakovic kan de beta-straling van protactinium honderden lichaamscellen doordringen.

Binnen de VN-mensenrechtencommissie staat het militair gebruik van verarmd uranium hoog op de agenda. Verschillende subcommissies veroordelen het militair gebruik van VU en plaatsen het wapensysteem in navolging van landmijnen in het rijtje van massavernietigingswapens. In zijn jongste rapport over de mensenrechtensituatie in Irak roept Mr. Max van der Stoel de Iraakse autoriteiten voor de zoveelste maal op om hun landmijnen op te ruimen. In de uitgestrekte gebieden die besmet zijn met VU is dat echter een enorm probleem. Ondertussen breidt het gebruik van VU voor militaire doeleinden gestaag uit. Sinds de Golfoorlog wordt onder leiding van de Verenigde Staten aan tal van NAVO-landen en hun bondgenoten uraniumhoudend legermaterieel geleverd. Hierdoor neemt de kans dat VU gebruikt wordt in gewapende conflicten toe. In Bosnië is dat al tot zeker twee maal toe gebeurd. Ook Nederlandse militairen lopen een toenemend risico om met VU in contact te komen. De Apache-gevechtshelikopters die de Nederlandse Luchtmacht in de VS heeft besteld kunnen ook schieten met VU-munitie. Ofschoon verkocht als 'conventioneel', zullen de effecten van wapensystemen met VU op termijn niet onder doen voor die van de gevreesde massavernietigingswapens. Het technisch rapport van het milieubeleidsinstituut verklaart onheilspellend: "Sinds wapensystemen met verarmd uranium openlijk verkrijgbaar zijn op de wereldwijde wapenmarkt, zullen ze gebruikt worden in toekomstige conflicten (...) het aantal patiënten met verarmd-uraniumbesmetting zal op toekomstige slagvelden waarschijnlijk significant hoger zijn, omdat andere landen systemen die verarmd uranium bevatten zullen gebruiken."

Henk van der Keur (Documentatie- en onderzoekscentrum Kernenergie, stichting Laka: Ketelhuisplein 43, 1054 RD Amsterdam

020.6168294 email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Radioactiviteit van verarmd uranium

Alle soorten uranium zijn radioactief. Dat wil zeggen dat ze instabiel zijn en vervallen tot andere radioactieve elementen. Die elementen worden vervalprodukten of dochterprodukten genoemd. Deze elementen kunnen vervolgens weer vervallen tot andere dochterprodukten (vervalreeks). Verarmd uranium bestaat hoofdzakelijk uit uranium-238. Dit element staat aan de top van een vervalreeks. Ieder atoom van uranium-238 dat vervalt produceert een hoog-energetisch alfa-deeltje (een heliumkern) en een gamma-straal, gevolgd door een hoog-energetisch beta-deeltje (snelle elektron) en een doordringende gamma-straal (vergelijkbaar met röntgenstraling) van het uranium-dochterprodukt thorium-234; daarna volgt een hoog-energetisch beta-deeltje en een hoog-energetische gammastraal van thorium-vervalprodukt protactinium-234. Het verval van één atoom uranium-238 resulteert dus in de produktie van een alfa-deeltje, twee beta-deeltjes en twee gammastralen. De schadelijke effecten van alfa-deeltjes in het lichaam is algemeen bekend. Ze tasten het erfelijk materiaal aan, waarbij op den duur mutaties kunnen ontstaan die tot kanker kunnen leiden. Zeer kleine VU-deeltjes zijn in feite 'hot spots' in de longen. Ieder deeltje veroorzaakt, doordat ze lang in de long kunnen vastzitten, een hoge cumulatieve alfa-stralingsdoses. Volgens de Amerikaanse atoomfysicus Leonard Dietz kan een deeltje uraniumdioxide met een diameter van 2,5 micrometer een jaardosis veroorzaken van 1,7 Sievert. Maar ook de beta- en gammastraling kunnen net als alfa-deeltjes lichaamscellen aantasten en mutaties veroorzaken. Het dosistempo van 2,5 milliSievert per uur dat bij het oppervlak van VU-munitie wordt gemeten is afkomstig van de beta- en gammastraling van de vervalprodukten.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 321, 22 mei 1998