De nucleaire politiek van Israël en de kernproef in India
Op maandag 11 mei werd de wereld onaangenaam verrast door een aantal nucleaire proefexplosies in India, op niet al grote afstand van de grens met Pakistan. Een dag later vonden nog twee van dergelijke tests plaats. Onmiddellijk wezen de media er op dat deze proefexplosies moeten worden gezien in het kader van de controverse tussen India en Pakistan, zoals die met het onafhankelijk worden van beide landen in 1947 is ontstaan. Er zijn echter redenen om aan te nemen dat achter de schermen ook Israëlische belangen in dit alles een rol spelen.
Direct nadat het nieuws over de nucleaire test in India bekend was gemaakt, werd er verontwaardigd gereageerd door verschillende landen in de wereld. Dat Israël niet op een soortgelijke manier reageerde was niet direct een verrassing, aangezien dit land in nucleair opzicht veel gemeen heeft met India. Om te beginnen weigert Israël, evenals India, al jaren om het non-proliferatieverdrag te ondertekenen tegen de verspreiding van kernwapentechnologie. Maar daar houden de overeenkomsten niet mee op.
Sinds de jaren zestig kan de joodse staat een volwaardige kernmacht worden genoemd. Officieel beweert de Israëlische regering weliswaar nog altijd dat de nucleaire faciliteiten bij Dimona in de Negev woestijn uitsluitend voor vredelievende doeleinden zijn gebouwd. Maar de wereld weet ondertussen beter, bijvoorbeeld naar aanleiding van de publicatie van 'The Samson Option' uit 1991 van de voormalige 'New York Times' journalist Seymour Hersh. Uit deze publicatie blijkt dat Israël er in de laatste decennia in geslaagd is om een aanzienlijk kernarsenaal op te bouwen. Ook een aantal foto's die in 1985 verschenen in 'The Sunday Times' hebben overduidelijk de militaire intentie aangetoond van het Israëlische nucleaire programma. Deze foto's werden gemaakt door de Israëliër Mordechai Vananu, een voormalige werknemer van de kerncentrale bij Dimona. Door zijn foto's uit te laten lekken naar de buitenlandse pers, onthulde Vanunu de capaciteit van Israël om een waterstofbom te produceren. Vanunu werd in zijn daden gedreven door zijn onvrede met de manier waarop Palestijnen door Israël worden behandeld. Zijn initiatief is hem uiteindelijk duur komen te staan, want hij werd in Israël tot 18 jaar eenzame opsluiting veroordeeld.
Nucleaire bewapening wordt door de Israëlische leiders gezien als een veiligheidsgarantie ten aanzien van de omringende Islamitische landen. Een voorwaarde daarbij is dat andere landen, in en rond het Midden Oosten gebied, er geen nucleaire ambities op na gaan houden. Dat de joodse staat dit niet tolereert, werd in 1981 duidelijk toen Israëlische bommenwerpers de Iraakse kernreactor te Osirak plat gooiden. Deze Israëlische aanval kan achteraf als goed geslaagd worden beschouwd. Nadien was Irak nooit meer in staat om een kernarsenaal op te bouwen. De recente resultaten van de VN inspectieteams, die in Irak op zoek zijn naar massavernietigingswapens, bevestigen dit. Irak vormt in nucleair opzicht dus geen bedreiging meer voor Israël. Sinds het Iraakse kernwapenprogramma door Israël een halt werd toe geroepen zijn er echter andere Islamitische landen naar voren gekomen, die aan nucleaire bewapening werken of de status van kernmacht al bereikt hebben. De nucleaire pretenties van Iran worden door de Israëlische leiders als uiterst gevaarlijk beschouwd. Niet alleen ten aanzien van de veiligheid van Israël, maar vooral ook ten aanzien van de hegemonie die Israël in de regio nastreeft. Volgens de publicatie 'Open Secrets' van de Israëlische mensenrechten activist Israel Shahak, probeert Israël al enige jaren tot een vorm van coalitie tegen Iran te komen, met niet fundamentalistische Islamitische landen, zoals Syrië en Turkije. Shahak wijst in dit verband verder op een artikel uit 1993 van de journalist Moshe Zak, dat onder de titel 'Are we ready to make peace with Iraq' verschenen is in de Israëlische krant 'Maariv'. Volgens dit artikel zouden de Israëlische leiders destijds zelfs de mogelijkheid van een toekomstige alliantie met Saddam Hussein tegen Iran hebben open gehouden.
Ten aanzien van de nucleaire ontwikkelingen in Pakistan zijn de Israëlische leiders niet minder op hun hoede dan met betrekking tot Iran. Het is niet zonder reden dat een aantal Israëlische raketten met nucleaire lading gericht staan op Pakistan, zoals in 1994 bleek uit een artikel van Tzadok Yehezkeli en Danny Sadeh in de Israëlische krant 'Yediot Ahronot'. Maar Israël weet dat dit op zich nog niet voldoende is om Pakistan te kunnen controleren. Daarom hebben de Israëlische leiders al begin jaren tachtig toenadering gezocht tot het door Hindoes geregeerde India. Gezien het historisch geschil dat dit land met het Islamitische buurland Pakistan heeft, lijkt India een logische kandidaat voor Israël in een dergelijke alliantie.
Volgens het zojuist genoemde 'Open Secrets' van Israel Shahak deed de toenmalige Israëlische defensie Minister Sharon in 1983 een voorstel aan India om tot een gezamenlijke aanval op Pakistan te komen, waarbij de nucleaire installaties van dit land zouden worden vernietigd. Sharon stelde zich daarbij volgens Shahak voor dat Israël de militaire middelen zou leveren, terwijl hij van India verwachtte dat dit land zich bereid verklaarde om als basis te dienen voor een aanval op Pakistan. Destijds zag India nog niet zoveel in het voorstel van Sharon. Maar volgens het artikel 'Old fashioned Israeli methods' van de journalist Yoav Karni, zoals dat in 1992 in de Israëlische krant 'Haaretz' verscheen, is de grootste democratie op aarde later van mening veranderd ten aanzien van een samenwerking met Israël tegen de gezamenlijke vijand Pakistan.
Er dient in verband met de aanwijzingen over een alliantie tussen Israël en India tegen Pakistan, op gewezen te worden dat de Israëlische nucleaire politiek voor een belangrijk deel afhankelijk is van samenwerking met andere landen. Vooral de onmogelijkheid om op Israëlisch grondgebied kernwapens te testen speelt hierbij een rol. Volgens het reeds eerder genoemde 'The Samson Option' van Seymour Hersh, kende Israël mede om deze reden in de jaren vijftig een nucleaire samenwerking met Frankrijk. Maar toen De Gaulle er achter kwam dat de Israëlische inlichtingendienst Mossad betrokken was geweest bij de mislukte aanslagen op zijn leven door de OAS (dat wil zeggen de organisatie van Fransen in Algerije, die kwaad waren op de Gaulle omdat hij een voorstander van Algerijnse onafhankelijkheid was geworden), maakte de Franse generaal al snel een einde aan de nucleaire binding met Israël. Toch kwam het Israëlische kernwapenprogramma niet direct in gevaar door de problemen met Frankrijk. Al vrij snel diende het apartheidsregime van Zuid-Afrika zich aan als de nieuwe nucleaire partner van Israël. Aan deze samenwerking kwam pas een einde toen in Zuid Afrika de apartheid werd afgeschaft. Nelson Mandela kon het direct slecht met de Israëlische regering vinden. Zijn kritiek op de behandeling van de Palestijnse bevolking door Israël viel in de joodse staat niet in goede aarde. Bovendien werd het ANC ten tijde van de apartheid gesteund door gezworen vijanden van Israël zoals Iran. Dat Zuid Afrika in 1995 door Israël beschuldigd werd van een nucleaire samenwerking met Iran, zoals blijkt uit een in 1995 verschenen artikel in het Zuid Afrikaanse tijdschrift 'Southscan', is hierbij van niet geringe betekenis.
Samenwerking tussen Israël en Zuid Afrika behoort, onder de nieuwe omstandigheden in het laatstgenoemde land, in ieder geval niet langer tot de mogelijkheden. Het is een interessante vraag of de onlangs door India uitgevoerde kernproef in feite betekent dat Israël een nieuwe nucleaire partner heeft gevonden.
Peter Edel (mei 1998)
Bronnen:
The Samson Option (Seymour Hersh); Open Secrets (Israel Shahak); Maariv; Haaretz; Yediot Ahronot; Southscan; The Sunday Times.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 321, 22 mei 1998