Skip to main content
  • Archivaris
  • 321

Het gaat ons om de rechten van het dier

Dierenrechten-activisten uit Europa ontmoeten elkaar in Leiden

Alleen al in Nederland sterven per jaar 800.000 proefdieren nadat zij zijn gebruikt voor genetische manipulatie en biomedisch onderzoek. Voor ons dagelijkse stukje vlees leven miljoenen dieren een erbarmelijk bestaan in de bio-industrie. Ieder jaar leggen zo'n 2 miljoen in het wild levende dieren het loodje. En onder de bezielende leiding van Prins Bernhard, beschermheer van het Wereldnatuurfonds, schieten de familieleden van ons staatshoofd jaarlijks honderden dieren waaronder zwijnen, edelherten, reeën en damherten af. Het dier heeft volgens de mens geen rechten. Vandaar dat dierenrechten-activisten zich vorige maand verzameld hebben om de noodklok te luidden.
Op het programma staan; informatie over anti-bontacties, dierenbevrijdingsorganisaties, jachtsabotage, dieren en biotechnologie, EHBO bij dieren, zelfverdediging, actiekampen en een lezing over veganisme en extreem rechts. Daarnaast demonstraties tegen McDonalds, het Dolfinarium, het Bio Primat Rechearch Centre in Rijswijk en een slachthuis in Amsterdam. Van 9 tot 16 april stond Leiden in het teken van de Internationale Animal Rights Gathering. Vanuit diverse landen uit Europa verzamelen zich dierenrechten-activisten om actie te voeren en informatie uit te wisselen over de strijd tegen onder meer de bont-en vleesindustrie, de vivisectie, circussen en de plezierjacht. Zes van hen zijn maandenlang bezig geweest met de voorbereidingen van deze eerste International Animal Rights Gathering op Nederlandse bodem. De bijeenkomst vindt plaats in het gebouw van het alternatieve informatiecentrum Eurodusnie, gevestigd aan de Boerhaavelaan in Leiden. Het grasveld rondom het gebouw staat vol met tentjes en ook binnen in het gebouw liggen de kamers vol met slaapzakken van de actievoerders. Bij de deur wordt gecheckt wie binnenkomt in een poging om 'stillen' buiten de deur te houden. Het is druk. "De opkomst is veel groter dan we verwacht hadden", vertelt Margreet, één van de initiatiefneemsters enthousiast. "Er zijn mensen uit Finland, Engeland, Duitsland, Griekenland Spanje en Polen. We hebben zelfs een reactie gehad van iemand uit Brazilië die ons bericht via internet heeft opgevangen". Margreet zelf, is altijd al met dieren bezig geweest, maar had wat ze noemt "een blinde vlek". "Veel mensen zijn gek op dieren", legt ze uit, "maar ze eten wel vlees en gebruiken allerlei andere dierlijke produkten". Na het lezen van wat informatie en het bijwonen van enkele demonstraties werd ze zich bewust van al het dierenleed en is ze zich gaan inzetten voor de rechten van het dier. "Wij willen van het diergebruik door mensen af", vertelt Margreet. "Een dier is een wezen met dezelfde gevoelens als mensen. Die uiten ze anders maar elk dier voelt vreugde, angst, verdriet en pijn. Het kan gelukkig zijn of ongelukkig zijn. Mensen streven ook een leven na waarin ze zo vrij en gelukkig mogelijk zijn. Dieren zouden onafhankelijk van mensen een leven moeten kunnen leiden, waarin ze zelf uitmaken wat ze doen. We proberen daarom mensen te informeren over wat er achter de schermen gebeurt, in de hoop dat mensen daarover na gaan denken en zeggen: "daar wil ik mijn geld niet aan uitgeven, aan dierenleed". Mensen proberen bewust te maken van wat er gebeurt". Toch denkt Margreet dat mensen zich bewust voor deze informatie afsluiten. "Want als je daar over na gaat denken en de consequenties daarvan naar je eigen gedrag doorvoert - ik ben
ook niet van de ene op de andere dag veganist geworden - dan heeft dat vooral gevolgen voor je persoonlijke leven. Je moet bewuster gaan leven en veel mensen hebben daar gewoon geen zin in. Omdat al het dierenleed toch achter de schermen gebeurt wordt het iedereen makkelijk gemaakt om de ogen ervoor te sluiten. Kijk maar naar slachthuizen, grote muren er omheen, het gebeurt allemaal achter gesloten deuren. Laboratoria zijn vestingen. Ze laten niet zien wanneer er geëxperimenteerd wordt en er weer een aap zit te krijsen van de pijn". Een van de acties die week, richtte zich tegen het Bio Primat Rechearch Centre in Rijswijk, een van de grootste apenlaboratoria in Europa, waar naar schatting zo'n 1.500 apen voor biomedisch onderzoek worden gehouden. Apen worden daar gefokt en geleast aan andere bedrijven die onderzoek verrichtten.

Veel dierenrechten-activisten hebben zich van de grotere dierenbeschermings-organisaties afgekeerd. Kritiek is, dat zodra een organisatie groter wordt, ze meer gericht zijn op het publiek en op het werven van leden, waardoor er veel te veel concessies moeten worden gedaan ten aanzien van de bestrijding van het dierenleed. Meer directe acties worden door de grotere organisaties niet gedaan, omdat ze daar slechte publiciteit mee zouden krijgen. Een van de uitzonderingen vormt volgens Margreet de Stichting Faunabescherming, die met hun acties tegen de drijfjacht van het Hof op wilde zwijnen, juist op veel sympathie van dierenrechten-activisten kan rekenen. Volgens Margreet kun je met de directe acties van deze Stichting niet zo maar mee doen. Ze heeft daar wel begrip voor. "Je loopt een behoorlijk risico. Jagen in Nederland houdt in tegenstelling met Engeland vooral schieten in. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat jachtsabotage hier minder vaak gedaan wordt". Maar ook in Engeland, waar de drijfjacht op vossen, hazen en herten traditioneel met honden wordt gehouden, is het saboteren van de jacht niet zonder risico. In de afgelopen jaren vonden daar tijdens jachtsabotages twee dierenrecht-activisten de dood. Een van hen was de achttienjarige Mike Hill uit Liverpool. Hij werd in februari 1991 overreden door de landrover van de jachtmeester. De man werd voor de rechter gesleept en veroordeeld voor gevaarlijk rijden. Sindsdien wordt ieder jaar in februari de dood van Mike herdacht, met een grote jachtsabotageactie waar veel publiciteit aan wordt gegeven. Sinds 1994 is de jachtsabotage in Engeland strafbaar. Desondanks is de oppositie tegen de jacht alleen maar toegenomen.
Volgens Margreet kijkt de 'buitenwereld' nogal negatief tegen
dierenrechten-activisten aan. De negatieve beeldvorming door de pers zou daar onder meer verantwoordelijk voor zijn. "Als ik een vreedzame demonstratie wil houden en mensen wil voorlichtten, is het eerste dat ze vragen: 'wat gaat er gebeuren?' Ze willen een sensationeel verhaal met een sensationele foto want dat verkoopt beter. Het gebeurt zelden dat wij de kans krijgen om ons verhaal te vertellen en dat het dan ook daadwerkelijk zo wordt afgedrukt. Meestal krijg je een verhaal waarin je jezelf echt niet terug herkent. Er wordt erg gauw gesproken over terroristen en extremisten. Mensen vellen een oordeel terwijl ze helemaal niets van ons weten". Pas geleden nog kwamen de dierenrechten-activisten op een negatieve manier in het nieuws wegens het aanrichtten van vernielingen bij een filiaal van McDonalds in Leiden. Volgens de demonstranten was het nieuwsbericht erg overdreven. "Het is absoluut niet waar, dat we klanten hebben lastig gevallen en borden van de tafel hebben geslagen", verklaart Eric, één van de actievoerders. "En als er al schade wordt aangericht, is die niets vergeleken bij de schade die McDonalds wereldwijd aanricht". "Wij zijn niet uit op confrontaties of op geweld, daar hebben wij geen zin in, daar heeft niemand zin in", verklaart Margreet. McDonalds is al jarenlang het mikpunt van kritiek van milieu-en dierenrechten-activisten. Onder andere om het feit dat McDonalds voor de hamburgers rundvlees van gebieden in Latijns-Amerika betrekt, waar nog niet zo lang geleden tropisch regenwoud stond. McDonalds heeft altijd ontkend dat het bedrijf mede-verantwoordelijk zou zijn voor de vernietiging van het regenwoud. Tijdens het beruchte McLibel proces in Engeland - waarin twee milieuactivisten door McDonalds werden aangeklaagd wegens smaad - kwamen stukken boven tafel waaruit bleek dat het tegendeel waar was.

Om extreem rechts buiten de dierenrechtenbeweging te houden is er door de activisten een lezing georganiseerd getiteld: Veganisme en extreem rechts. "Mensen binnen de dierenrechtenbeweging zijn in principe anti-specisistisch", verklaart Margreet. "Dat betekent dat ze helemaal geen onderscheid maken tussen mensen en dieren, wat voor soort mensen en wat voor soort dieren dat dan ook zijn". Het advies is dan ook, dat het belangrijk is dat veganisten zich ook politiek bewust maken en zich niet alleen met dieren bezig houden. Het zou niet de eerste keer zijn dat extreem rechts zich solidair verklaard met acties van dierenrechten-activisten. Zo spelen zij in op de sympathie van het publiek in de hoop zo hun aanhang te vergroten. De week werd afgesloten met een demonstratie tegen een slachthuis in Amsterdam. Dit naar aanleiding van een ervaring van enkele jaren geleden. Margreet: "Tijdens deze demonstratie waaraan ongeveer 20 mensen meededen, werd een tachtigjarige vrouw die met waterverf leuzen op veewagens aan het schilderen was, aangevallen met een breekijzer. Er zijn verschillende mensen die zulke klappen hebben opgelopen door de werknemers van dat slachthuis, dat ze nog maanden daarna in fysiotherapie zaten. Dit is een van de weinige demonstraties geweest waarvan actievoerders hebben gezegd: "ik ben blij dat er politie is". Ondanks de angst dat er weer klappen zullen vallen besloten de actievoerders om toch bij dat zelfde slachthuis te gaan demonstreren. Margreet: "want als wij wegblijven vanwege de agressie van een paar mensen, wie is er dan om die dieren te helpen?"

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 321, 22 mei 1998