Skip to main content
  • Archivaris
  • 304

Puntje/304

Het is al enkele winters geleden en de boom heeft inmiddels plaats moeten maken voor stenen met cement, maar het schouwspel dringt zich nog regelmatig op aan mijn gedachten. Vooral nu de vorst zich weer toevoegt aan de wijdverspreide kilte van de ieder-voor-zichzelf-mentaliteit die het Nederlandse klimaat beheerst, zie ik dat vetbolletje met zaadjes weer hangen aan de boom die niet meer is. Gezien de overvloed aan voedsel die hen wordt voorgehangen, verwerkelijkt ieder tuintje met zo'n vetbolletje een soort luikerlekkerlandje voor de gevleugelde bezoekertjes die het van zaadjes moeten hebben. Het gebeuren rondom dat bolletje voltrok zich ook meestal in een luilekkerlandsfeertje, maar niet altijd. Aan de koolmezen lag het niet, die zijn relaxed en brengen elkaar geen stress. Als er meerdere van die gezellige dikkertjes tegelijk op het boompje neerstreken om van het bolletje te smullen, gaf het me werkelijk een plezier om hun wereldje te beschouwen. Het leek wel alsof hun vrolijke getjilp niets anders kon betekenen dan: 'Maar beste medemees, gaat u toch voor!' 'Nee, dank je, heer mees, ga jij maar eerst, tenslotte zat jij hier al toen ik nog maar aan kwam vliegen.' 'O, maar je mag van mij best eerst hoor, er is genoeg voor iedereen en ik heb een uitstekend plekje in dit boompje.' Zo leeft de koolmees; geduldig wachtend op een takje totdat een medemees het vetbolletje met een verzadigd buikje heeft verlaten. Eenmaal aan zo'n vetbolletje hangend genieten koolmezen dan ook het privilege om temidden van hun wachtende soortgenootjes in alle rust van de maaltijd te kunnen genieten. Af en toe werd zo'n rustig etentje van een koolmees wel eens verstoord door een enkele mus die niet zoals gebruikelijk de gemorste zaadjes van de grond oppikte, maar die als een halve kolibri met veel kunst- en vliegwerk aan het vetbolletje hing te fladderen om zich tegoed te doen aan de zaadjes. Maar de koolmezen lieten hun appetijt niet zomaar vergallen en behandelen deze mussen even vriendelijk als hun medemeesjes. De keren dat ik zag dat zo'n mus zich met een overdaad aan onhandig gefladder op het bolletje stortte, zocht de al aanwezige koolmees -als wijste van de twee- gewoon een takje op en wachtte even totdat de mus vanwege uitputting zijn hoogstandje had beëindigd. Dat duurde nooit lang. Onder de mussen tref je allerlei typen aan, vanaf het opgefokte type dat het liefst alleen datgene wil eten wat met veel dikdoenerij bij een medemus onder de snavel vandaan is gepikt, tot aan de exemplaren die gemoedelijk met elkaar om weten te gaan. Alhoewel het zo is dat een krappe meerderheid onder de mussen het in het algemeen toch wel goed met elkaar weet te vinden, vormt een groep mussen al met al toch maar een hectisch en chaotisch tafereeltje waarin zich links en rechts heel wat schermutselingetjes afspelen. De mussen dragen het ongelukkige lot dat ze hun maaltijden met onrust, spanning en angst moeten nuttigen omdat het aantal onprettig gestoorden onder hun soortgenootjes nogal talrijk is. Maar dan de pimpelmeesjes, die hebben helemaal geen leven. Altijd in beweging, nooit geduld en altijd in de clinch, is het niet met soortgenootjes, dan is het wel met een koolmees of een mus. Alhoewel het 't kleinste vogeltje van de drie is, heeft het de grootste bek. Doet een pimpelmees een vetbolletje aan waarop op dat moment al een mees aan het dineren is, dan wordt deze aangevallen met een felheid die je bij de mussen maar zeer zelden tegenkomt. Je verstaat bijna wat er dan wordt gesnerpt: 'Ga van die schatkist af! Dat is de mijne en wee degene die probeert om er wat uit te halen!' Een koolmees maakt zich in zo'n geval wijs uit de vleugels en daalt op een onbewaakt ogenblik gewoon weer af om zich aan het bolletje tegoed te doen. Komt een pimpelmees echter een andere pimpelmees tegen aan het bolletje, dan is het gegarandeerd knokken. Met zijn tweeën rustig etend aan één vetbolletje -een vertoning die je bij koolmezen nogal eens tegenkomt- is voor de pimpelmees een onmogelijkheid. Het foeragerende leventje van de pimpelmezen bestaat dus voornamelijk uit aanvallen of aangevallen worden, voorwaar, ze hebben geen prettig bestaan, maar ja, zo'n vogeltje weet nu eenmaal niet beter. Wij mensen wel. Ook ons leventje speelt zich af rondom een berg van overvloed die meer dan voldoende is om nog voor langere tijd iedereen in dit landje rijkelijk te kunnen voorzien van een menswaardig bestaan. Toch blijft het huidige kabinet maar doorgaan met de kweek van pimpelmezen in ons landje. Maar die hebben ze dan ook wel hard nodig met dit beleid. Voorbeelden ten over. Vluchtelingen? Daar weet de gemiddelde pimpelmees wel raad mee; gewoon wegjagen die hap. Bedelende zwervers in de kou? De ware pimpelmees die net zijn huis heeft volgestouwd met kerstinkopen ziet ze nog niet eens staan. Schandelijke excessen in de verzorging van gehandicapten, ouderen en bejaarden? De pimpelmees wordt er niet warm of koud van en gaat gewoon door met zijn eigen leventje. Baanlozen? Stel ze maar te werk voor een hongerloontje, tenslotte moet iedere vogel zelf de kost maar zien te verdienen. Softdrugsgebruikers? Maak maar flink jacht op die heksen; vooral de op alcohol en pillen draaiende pimpelmezen zullen het daar direct mee eens zijn. Verslaafden? Die worden uniform aangepakt, op Europees niveau. We plukken ze van de straat, stellen ze op transport naar een gesloten inrichting en sluiten ze op in een afkickhok; de pimpelmezen zullen ongetwijfeld de eersten zijn die zich handenwrijvend bij de Uitzendbureau's aanmelden die voor Transport en Detentie zorgen. Over uitzendbureau's gesproken. Hoe komt het toch dat bijna geen enkele Nederlander in de gaten heeft dat de EU spot met alle democratische beginselen en het feitelijke EU-beleid niet veel meer inhoudt dan een super-egoïstisch businessplan van een groepje Europese topindustriëlen? Waarom beseft bijna niemand dat die EU de betreurenswaardigste kat in de zak zal worden die ons landje ooit heeft gekocht? Zijn we soms vergeten wie degenen waren die Hitler en de nazi's groot hebben gemaakt? Wat heeft het bedrijfsleven deze keer in de maak voor Europa? Kijkjes in de toekomst en over de grenzen van Europa voorspellen het ergste, maar dat duurt nog even. Minder lang zal het duren totdat Kohl en Chirac ons landje volledig in het gelid hebben staan voor een grootse ontvangst van de zwarte horizonten die zich weer samenpakken boven Europa. B.v. Nederland, de b.v. die staat te popelen om zich uit te verkopen aan de hoogste bieders, staat onder leiding van Kok, Zalm en Wijers alvast borg voor de aankweek van de hoeveelheid pimpelmezen die daarvoor nodig is, laat dat maar over aan hun pimpelpaars beleid.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 304, december 1996