verschenen
Der österreichische Geheimdienst van Manfred Fuchs bij Verlag Ueberreuter, Wenen 1994 ISBN 3-8000-3502-2. De schrijver geeft in zo'n 220 pagina's (met index en organogrammen) een historisch overzicht van de geheime diensten van het voormalige Oostenrijk-Hongarije respectievelijk van de republiek Oostenrijk. Aan de orde komen onder andere de evolutie van het middeleeuwse spionage-apparaat dat ten dienste stond van de Habsburgse dynastie en nauw verbonden was met het openen van andermans brieven, het kraken van versleutelde boodschappen, omkoping en chantage; de verschuiving naar het uitgebreide verklikkerssysteem ten behoeve van de binnenlandse veiligheid voor en tijdens de periode van de restauratie, respectievelijk ten tijde van de opkomende arbeidersbeweging en de opkomende nationalistiese bewegingen binnen het oude Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Uiteraard ook bekende affaires zoals de chantage op en omkoping van het hoofd van de Evidenz (militaire inlichtingendienst) Redl rond de eeuwwisseling. Van de periode na de tweede wereldoorlog komt aan bod de wijze waarop de koude oorlog binnen het veiligheidsapparaat zelf werd uitgevochten, de stiekeme opbouw en training van een als "Oesterreichischem Wander-, Sport- und Gesellichkeitsverein" vermomde "vijfde colonne", welke actief zou moeten worden na een communistische machtsovername (een broertje van Gladio?), de strijd om macht en invloed tussen verschillende diensten en takken van de overheidsburokratie. Een gedetailleerde studie van dit onderdeel van het staatsapparaat, van de relaties tussen de diverse diensten, respectievelijk van de gebruikte methoden en technieken valt uiteraard niet in een kort bestek te geven; ook wordt niet al te diepgravend ingegaan op de periode van de Anschluss en de Gestapo, desalniettemin biedt Fuchs voor de geïnteresseerde lezers/sters een overzichtelijk beeld, zonder af te dalen naar al te populaire geschiedschrijving.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 288, 18 augustus 1995