zondag 28 augustus-2005
In 1989 was Dick Cheney, in wezen de belangrijkste component van het blindegeleidenkoppel dat verantwoordelijk is voor de huidige kolerezooi in de wereld, minister van Defensie van de regering Reagan/Bush. In dat jaar kreeg hij een rapport onder zijn snuffer van een jonge medewerker van het Pentagon, Richard Barlow. Conclusio van dat rapport: Pakistan was bezig met het in elkaar flansen van een muselmannen-atoombon.
Cheney vond het een vaginarapport, maar wist dat het waar was. Barlow voelde zich door zijn jongeheer gepierct toen er met zijn werkstuk niks gedaan werd en bleef aandringen op maatregelen, voor het te laat was. Maar het was al te laat. Want niet alleen waren de Pakis al lekker op weg bij het kleien van een bommetje onder leiding van pappa Abdul Qadeer Khan, ze prolifereerden er toen ook al vriendelijk op los in de richting van andere gretige landen als Iran en Noord-Korea. Zoals veel later bleek. Toen Barlow door zijn aanhoudend gezeik allang was ontslagen.
Waarom kwam zijn rapport bij minister Cheney op een rotsige bodem terecht? Redelijk eenvoudig. De VS waren bezig F-16s aan de Pakis te verpatsen voor zon 1,4 miljard dollar en dan komt gehark in het Congres over een atoombom knap ongelegen. Bovendien was die verkoop ook strategisch belangrijk, omdat de Pakis nodig waren als een korstje brood voor een mus na duizend vlieguren zonder catering. Zij vormden de belangrijkste schakel in de strijd die de CIA zij aan zij met de fanatieke baarden van de Taliban en Osamas Al Qaida voerde tegen de Ruskies, die zonder te kloppen bij buurman Afghanistan waren binnengestommeld.
Eigenlijk was het nog erger: Reagan en Bush deden net of hun feestneuzen bloedden bij de zogenaamd stiekeme aankopen van heikele spulletjes die de Pakis in de VS deden om verder te kunnen kleien aan hun fabriekje dat Allah zijn bom moest bezorgen. Al was het alleen maar om een middelvinger in de lucht te steken als hij toevallig Shiva, Brahma of hoe die Hindu-boys ook allemaal moge heten tegenkwam. Overigens werden die aankopen grotendeels betaald met de opbrengsten van de heroïne-handel. Maar als je in die jaren tachtig de commies een voet wilde dwars zetten kon je nog wel eens een scheve schaats rijden zonder ergens bij Bartlehiem door een bromsnor van het ijs te worden gehaald.
Die laissez-faire- houding was in het voorafgaande decennium al ontstaan in Nederland. De toen nog vrij jeugdige Abdul kreeg van al zijn vrienden die hij met name aan de TH in Delft had verzameld alle benodigde info en daadwerkelijke steun om aan het karwei in Pakistan te beginnen. En dan bedoelen we niet zwartepiet Slebos uit de kop van Noord-Holland die nu nog steeds achter zijn vodden wordt gezeten voor zijn aandeel in de uitverkoop van leuke nucleaire spulletjes. Wij bedoelen meer wetenschappers als Burgers, Brabers en Barendregt en ondernemingen als ingenieursbureau Comprimo, die in Pakistan een actieve rol hebben gespeeld om de kunst van het atoombom-kleien over te dragen. Tegen een redelijke vergoeding uit de heroïnepot. En blijkens de mededeling van ex-premier Lubbers op 9 augustus jl. onder het toeziend oog van de CIA.
Het zou interessant zijn om te weten of de drie brave wetenschappers en Comprimo op de hoogte waren van het meeneuzen van de Amerikaanse regenjassen. Of erger nog: of zij daarmee in contact stonden en er rapport aan uitbrachten. En of de bijzondere kamercommissie onder leiding van de huidige commissaris van de koningin Ter Beek ooit tegen dit soort narigheid is aangeblunderd in de ruim zes jaar die ze heeft besteed aan haar onderzoek naar de affaire-Khan. Kan iemand dat eens vragen? Christa van Velzen of zo.
- Datum: .