Skip to main content

vrijdag 25 juni-2010
Een andere verklaring voor het PKK offensief houdt verband met ontwikkelingen in de Turkse politiek. Een paar maanden geleden kondigde de regering een referendum aan over een aantal wijzigingen in de Turkse grondwet. Dat referendum vindt op 12 september aanstaande plaats. Die datum is niet toevallig gekozen, want die dag valt samen met de dertigste verjaardag van de militaire staatsgreep in 1980. Onderdeel van het pakket wijzigingen in de grondwet is de mogelijkheid tot vervolging over te gaan van de militairen die verantwoordelijk waren voor deze meest bloedige staatsgreep uit de Turkse geschiedenis. Dat is een wat symbolische aangelegenheid. Een aantal van hen zit al bij Allah op schoot, terwijl anderen ondertussen erg oud zijn. Zoals toenmalig opperbevelhebber Generaal Kenan Evren met zijn 92 jaar. Toch heeft dit voornemen van de regering tot verontwaardiging geleid in Turkije. Met name onder het deel van de bevolking dat warme gevoelens heeft voor de Turkse strijdkrachten en de staatsgreep van 1980 nog altijd als een blijde gebeurtenis koestert. Overigens is het voor de religieus geïnspireerde AK-partij ook niet helemaal logisch om tot vervolging over te gaan van de militairen die 1980 tot een hel maakten in Turkije. Per slot van rekening opende de door de militairen geïntroduceerde grondwet van 1982 de weg naar de opkomst van de islamitische politiek in Turkije. Maar de AK-partij stelt openheid en democratie boven alles, dat wel. In deze lezing moet het recente PKK geweld de huidige regering in een kwaad daglicht stellen, met een negatieve uitslag van het referendum als uiteindelijk doel. Alleen hebben de voorgestelde wijzigingen in de grondwet niet zo veel te maken met de Koerdische kwestie. Dan zou er dus een vals vlaggetje op de PKK aanslagen van de laatste weken passen. Op zich valt dat niet uit te sluiten, want in Turkije ontstaat nooit 100 procent zekerheid over de achtergrond van een aanslag. Zelfs niet als de verantwoordelijkheid wordt opgeëist. Zo is er JITEM, een illegale tak van de Gendarme. JITEM bestaat voor een groot deel uit voormalige PKK strijders die de keuze kregen tussen de dood of werken voor de Turkse overheid. Dergelijke factoren dragen ertoe bij dat de grens tussen de PKK en de Turkse overheidsdiensten die deze bevrijdingsorganisatie heten te bestrijden, vaak erg vaag wordt. Bovendien hebben diezelfde overheidsdiensten meer dan eens laten blijken helemaal geen bezwaar te hebben tegen een voortzetting van de strijd door de PKK. Geeft immers een perfecte dekmantel voor allerlei activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen, zoals de handel in verdovende middelen. Een initiatief tegen de AK-partij onder de vlag van de PKK kan daar ook nog wel bij.

  • Datum: .

zaterdag 26 juni-2010
In een derde verklaring over de vraag waarom de PKK uitgerekend de laatste weken zoveel aanslagen pleegt, vinden we Israël. De zionistische staat zou de PKK steunen en langs die weg de Turkse samenleving trachten te destabiliseren, met als oogmerk het einde van Premier Erdogan’s AK-partij in Turkije. Op zich liggen de redenen voor het oprapen. Zoals de regeling die Turkije onlangs samen met Brazilië wist te bereiken over het verrijken van uranium voor Iran. Deze ooit door de VS voorgestelde deal, had tot gevolg dat een oorlog tegen Iran in veler ogen wat minder vanzelfsprekend werd dan door Israël wenselijk wordt geacht. Een oorlog met het land van de Ayatollahs staat daar immers hoog op het verlanglijstje. Verder is er uiteraard de Turkse rol bij het hulpkonvooi naar Gaza 31 mei jl. Dat heeft in Israël veel kwaad bloed gezet en er toe geleid dat Premier Erdogan daar nu als een der grootste vijanden wordt beschouwd. En Erdogan was daar sowieso al niet erg populair. Zeker niet na zijn aanvaring verleden jaar met President Peres tijdens het World Economic Forum in Davos naar aanleiding van het bloedbad in Gaza. Meer dan genoeg redenen voor Israël dus om terug te slaan. Voorstanders van de Israël-theorie wijzen op de wel erg toevallige sequentie der gebeurtenissen. En niet ten onrechte, want het was wel erg frappant dat de actie van Israëlische commando’s aan boord van het Turkse schip Mavi Marmara eind mei, vrijwel samenviel met een PKK aanslag op een marinebasis in de Turkse stad Erzerun. Staat tegenover dat zowel de Turkse generale staf als de PKK, ieder verband met Israël ontkennen bij het recente geweld. Maar binnen de Turkse strijdkrachten bevindt zich traditioneel de meeste Turkse sympathie voor de zionistische staat. En waarom zou de PKK het toegeven als het werkelijk zo zat? Indien het de bedoeling was dat het allemaal uit zou komen, had Israël net zo goed Merkava tanks door de Turkse steden kunnen laten rijden. Dat kan niet, al is het alleen maar omdat Turkije een NAVO land is. De mogelijkheid van heimelijke Israëlische steun aan de PKK is dan niet eens zo’n rare gedachte. Harde bewijzen zijn er (nog) niet, maar Israël moet zoals bekend tot alles in staat en bereid geacht worden. Inmenging in de binnenlandse situatie van andere landen hoort zeker in dat rijtje, dus zou het zo maar kunnen. Dat het waarom van de recente PKK aanslagen zich in een combinatie bevindt van de in deze korte artikelenserie genoemde verklaringen, is overigens eveneens een realistische mogelijkheid.

  • Datum: .

woensdag 23 juni-2010
Het conflict tussen de Turkse staat en de Koerdische separatisten van de PKK is een gebed zonder eind, waarbij sinds de jaren tachtig aan beide kanten tienduizenden slachtoffers zijn gevallen. Vooral de laatste weken laten een opleving van het geweld zien. De PKK pleegt aanslagen, waarop het Turkse leger terugslaat met bombardementen in Zuid-Oost Turkije en Noord-Irak, het is aan de orde van de dag. De grote vraag is echter waarom de PKK er na een periode van relatieve rust uitgerekend nu weer voor kiest de strijd aan te binden. Volgens een van de veronderstellingen is dit besluit een reactie op het beleid van de huidige regering om tot een opening in de Koerdische kwestie te komen. Premier Erdogan meent door het toekennen van o.a. culturele rechten aan de Koerden de PKK de wind uit de zijlen te kunnen nemen. Die politiek zou zijn vruchten afwerpen, met als gevolg dat de PKK minder gehoor vindt onder de Koerden en steeds meer moeite ondervindt bij het rekruteren van nieuwe strijders. Frustratie daarover zou de geweldexplosie verklaren. Sommigen commentatoren in Turkije gaan zelfs zo ver het offensief van de PKK als een laatste opleving van deze oorspronkelijk Marxistisch-leninistische bevrijdingsbeweging te beschouwen. Dat lijkt een te snelle conclusie en wellicht is de wens hier de vader van de gedachte.
Zeker zo lang PKK leider Abdullah Ocalan vanuit zijn gevangeniscel tot verdere acties blijft inspireren, lijkt het einde nog niet in zicht. Maar er zou een grond van waarheid in kunnen zitten. Er zijn echter nog andere lezingen over het waarom van de PKK aanslagen gedurende de laatste weken.

  • Datum: .